Quantcast
Channel: GroenRijk Prinsenbeek nieuws
Viewing all 631 articles
Browse latest View live

De Vriesea

$
0
0
De Vriesea

Ja, geef de Vriesea matig water en besproei de plant regelmatig

De wetenschappelijke naam van deze plant is zo eenvoudig (Vriesea ‘Intenso Pink’) dat er geen aparte Nederlandse naam nodig is. Vriesea is dus gewoon Vriesea. Dit plantengeslacht is trouwens genoemd naar de Nederlandse botanicus prof. W.H. de Vriese (1806-1862) die o.a. in 1857 werd belast met onderzoek naar en verbetering van de landbouw in het toenmalige Nederlands-Indië. Vriesea is een van de belangrijkste bromelia-geslachten met tientallen soorten die vooral in Midden- en tropisch Zuid-Amerika voorkomen, met het zwaartepunt in Brazilië. Er zijn van nature groenbladige en bontbladige soorten. Ze vormen allemaal (soms zelfs heel grote en meestal trechtervormige) bladrozetten. De grootste (Vriesea imperialis uit Brazilië) ontwikkelt tot anderhalve meter lange, groene bladeren en doet er wel twintig jaar over om zijn metershoge  bloeiwijze een keer  te tonen. Zolang ze niet bloeien, zijn het allemaal prachtige bladplanten. Na de bloei sterft de bladrozet onherroepelijk af, maar de plant heeft dan vanuit de wortels meestal wel nieuwe rozetten gevormd. De verschillende soorten kruisen onderling vrij gemakkelijk. Bijna alle planten die in de handel worden aangeboden, zijn dan ook hybriden (kruisingsproducten) die uit verschillende oudersoorten zijn ontstaan. Vandaar dat er zelden een soortnaam wordt aangegeven. De meeste planten hebben daarom achter de geslachtsnaam Vriesea meteen een cultivarnaam.

Vriesea ‘Intenso Pink’
Dit is een gloednieuwe cultivar, ontwikkeld door Herb Hill, Rensselaersville, New York,USA, en vermeerderd door de Belgische plantenkweker Deroose Plants. De plant werd meteen vanaf de introductie in Europa in 2013 een groot succes. Voor de Europese markt wordt ‘Intenso Pink’ met name door de Nederlandse kweker Bromelia Specialist geproduceerd. In de USA wordt de plant pas vanaf medio januari 2014 aangeboden (introductie tijdens de Tropical Plant Industry Exhibition in Florida). Een prachtig voorbeeld van de vérgaande internationalisatie van de plantenteelt en -handel.

GroenRijk volgt de nieuwste ontwikkelingen steeds op de voet, zodat je altijd het beste en mooiste kunt kopen dat internationaal wordt aangeboden.

‘Intenso Pink’ blijft bescheiden van maat (eindhoogte bloeiend 40 cm) en ontwikkelt een prachtige, rijk vertakte, (van bovenaf gezien) stervormige bloeiwijze die lijkt te stralen van kleur. Een heel bijzondere kleur: opvallend sterk, bijna lipstick-achtig, glanzend fel roze dat toch ook nog variatie toont.  Deze plant  is een echt juweel waar je dankzij de zeer lange bloeitijd enorm van kunt genieten. Het vrijwel egaal-groene blad leidt alle aandacht naar de bloeiwijze die er hoog bovenuit steekt. Dankzij zijn formaat is er altijd wel een geschikt plekje voor ‘Intenso Pink’ te vinden.

Verzorging
Vriesea ‘Intenso Pink’ is een epifytische bromelia. Zijn  voorouders groeiden in de kruinen van de hoge bomen in het tropische oerwoud van Zuid-Amerika. Om die reden houdt de plant van enigszins gefilterd licht . Te veel direct zonlicht veroorzaakt langere en donkerder groene bladeren. Te weinig licht geeft bladvergeling. Zet de plant dus licht, maar niet in fel zonlicht. De plant ontwikkelt met opzet een bladertrechter om daar water in op te vangen. Zorg dat daar altijd water in staat en ververs dat water zo nu en dan. Geef eens per week water ook op de potgrond en vernevel water over het blad als de lucht erg droog is. ‘Intenso Pink’ is gelukkig niet al te gevoelig voor droogte, dus ideaal als kamerplant.  Je mag eens per maand vloeibare plantenvoeding in het gietwater geven, maar wel in een lage dosering (neem de helft van wat je normaal zou geven). Giet alleen met onthard (zacht) water op kamertemperatuur. Regenwater is prima. Normale kamertemperaturen zijn goed voor ‘Intenso Pink’ (niet lager dan 18 °C).

TIP
Tegen het einde van de maandenlange bloeitijd kan de plant jonge scheuten hebben gevormd. Die kun je eventueel van de moederplant afnemen en apart oppotten in speciale bromeliagrond (dat heeft GroenRijk ook voor je). De moederplant sterft na de bloei namelijk af. Laat de jonge scheuten minstens twee maanden bij de moederplant groeien voor je ze los snijdt. Het zal een paar jaar duren voor de jonge planten op hun beurt zullen gaan bloeien, maar als je daar het geduld voor hebt, is het best aardig om te proberen.

In kort bestek
De bijzondere, maandenlang bloeiende bromelia Vriesea ‘Intenso Pink’ vormt een heldergroene bladtrechter met daar bovenuit een onwaarschijnlijk fel roze, glanzende, vertakte bloeiwijze. De verzorging is makkelijk: zet hem op een lichte plek, maar niet in fel zonlicht, geef water in de trechter én op de potgrond, besproei het blad zo nu en dan en geef eens per maand een beetje plantenvoeding. Na de bloei sterft de bladrozet af, maar deze heeft dan al jonge scheuten gevormd.


Lepelplant

$
0
0
Lepelplant

Ja, de Lepelplant wil regelmatig water en één keer per maand vloeibare plantenvoeding

Lepelplanten (Spathiphyllum) zijn tropische planten die uit Zuid-Amerika stammen. Ze behoren tot de familie van de Aronskelken en groeien in de natuur in de schaduw en aan de voet van de woudreuzen in de regenwouden. Alle soorten lepelplanten vallen op door hun glanzende, donkergroene bladeren en bijzondere bloemen. De bloemen bestaan uit een bloeikolf met een fraai schutblad erachter. Bij de meeste lepelplanten steken de bloemen aan lange stelen boven de bladeren uit. Bij ‘Pronto Cupido’ is dat soms minder het geval en hebben de witte, ranke schutbladen vaak een groene tip, waardoor het bijna lijkt of ze zich schuchter willen verstoppen. Heel mooi en geraffineerd! En ze geuren!

Bij de meeste soorten en cultivars – ook bij ‘Pronto Cupido’ – is de bloeikolf na ruim een week uitgebloeid en kleurt het schutblad daarna langzaam lichtgroen. Ook dan zijn ze prachtig. Die fase duurt zo’n vijf, zes weken. Daarna kunnen de uitgebloeide stengels worden afgeknipt. Ze bloeien niet allemaal tegelijk. De bloemen worden in het voorjaar gevormd en als de planten het naar hun zin hebben, bloeien ze in de nazomer opnieuw. Opvallend aan ‘Pronto Cupido’ is dat de groene bloeisteel als een heldere, puntige groene lijn in het schutblad doorloopt. De bloeikolf zelf is geelachtig tot roomwit.

Blijvende planten
Zoals de meeste lepelplanten die worden aangeboden, is ook Spathiphyllum ‘Pronto Cupido’ een hybride, wat betekent dat hij is ontstaan uit kruisingen tussen enkele van de tien bekende soorten, waarvan Spathiphyllum wallisii de belangrijkste is. Die soort stamt met name uit Colombia en Venezuela. Het zijn in de natuur en dus ook als kamerplant vaste planten die jarenlang kunnen leven en steeds opnieuw zullen bloeien. Gooi je lepelplant dus niet weg als hij is uitgebloeid. Ook zonder bloemen zijn het prachtige planten.

Verzorging
Alle Spathiphyllum’s houden van een lichte tot licht beschaduwde plek. Je moet je lepelplant dus zeker niet in de volle zon zetten. Stel je maar voor hoe de situatie in het oerwoud is. Dat betekent dat ook de temperaturen niet te laag mogen worden. Gewone kamertemperaturen zijn prima. Laat ook ’s nachts de temperatuur niet lager worden dan 15 °C. Warmer dan 23 °C  hebben ze het ook liever niet, maar dat heeft vooral te maken met verdamping en uitdroging. Zorg dat de potkluit nooit uitdroogt, maar laat het bovenste grondlaagje wel iets indrogen voor je opnieuw water geeft. Geef ’s zomers liefst twee keer per week water. Vooral ’s winters als de lucht in huis vaak veel droger is, kun je een lepelplant zo nu en dan besproeien met een waternevel over het blad. Daardoor wordt de luchtvochtigheid rond de plant weer even verhoogd en je haalt er het stof mee van het blad, waardoor dat beter kan blijven ademen. Bij dat besproeien moet je de bloemen een beetje ontzien. Als ze nog in knopstadium zijn, mag je die wel besproeien. Door water te vernevelen voorkom je dat het blad door uitdroging bruine punten en soms zelfs bruine randen krijgt. Nog beter is het om de pot op een onderschotel met fijn grind te zetten, waar je water in kunt gieten. Dat grind (gebakken kleikorrels zijn ook goed) moet je dan voortdurend nat houden. Dat zorgt voor een constante vochttoevoer aan de lucht rond de plant. Zorg daarom ook dat de plant niet op de tocht staat. ’s Winters heeft een lepelplant zijn rustperiode, hij verdraagt dan wat meer droogte en heeft ook wat minder water nodig. Geef dan eens per maand wat vloeibare plantenvoeding in het gietwater. Tijdens de groei en bloei liever wat vaker, bijv. eens per veertien dagen. De plant bloeit het beste door als je (zoals hierboven genoemd) uitgebloeide bloemen (het schutblad wordt dan lelijk) wegneemt. Wil je je Spathiphyllum verpotten, dan kun je dat het beste in het voorjaar doen (februari-maart). Doe dat dan niet in standaard potgrond, maar in speciale anthuriumaarde (dat heeft GroenRijk ook voor je). Potten groter dan 20 cm doorsnee zijn niet nodig. De planten die GroenRijk nu voor je heeft, staan al in potten van 17 cm doorsnee.

Lepelplanten zuiveren de lucht
Deze planten blijken uitzonderlijk goed te zijn in het verwijderen van vervuilende gassen en andere zeer fijne stoffen uit de lucht. Er zijn o.a. door de NASA uitgebreide proeven mee gedaan, waarbij bleek dat de planten zelfs zonder problemen formaldehyde opnamen en in hun weefsels opsloegen. Het glanzende, groene blad deed hetzelfde met tal van andere stoffen die schadelijk voor ons zijn. Fantastisch dus in een omgeving waar printers, kopieermachines enz. werken, een kantoor- of andere omgeving dus. Maar uiteraard ook in je living. Het enige waar ze moeite mee hebben is vetaanslag. Dat verhindert de natuurlijke ‘ademhaling’ van het blad. Een plek in een keuken waarin veel wordt gefrituurd e.d. is daarom minder geschikt. De huidmondjes in het blad, waar de plant door ‘ademt’, raken erdoor verstopt. Eerder werd Spathiphyllum wel geadviseerd voor ruimtes waar veel werd gerookt – het moest er dan wel licht genoeg zijn natuurlijk – maar sinds er veel minder wordt gerookt…

TIP
Wanneer de lucht lange tijd te droog is, kan een lepelplant soms last krijgen van rode spint. Ook daarom is het goed zo nu en dan water op het blad te vernevelen en even op de bladonderzijden te kijken of je de kleine, rode, spinachtige diertjes ziet. Een aantasting is gemakkelijk te verhelpen. GroenRijk heeft er de juiste middelen tegen.

In kort bestek
Lepelplanten zijn prachtige, rijkbloeiende, altijdgroene bladplanten die heel lang kunnen leven. GroenRijk heeft nu de speciale Spathiphyllum ‘Pronto Cupido’ in de aanbieding met prachtig glanzend donkergroen blad en sierlijke witte schutbladen achter de roomgele bloeikolven. Bloeit in voor- en najaar. De verzorging is makkelijk. Gewone kamertemperaturen zijn prima. Deze design-plant zuivert bovendien de lucht van schadelijke stoffen. Past in iedere interieurstijl.   

Woonplant van de maand februari: de Scindapsus

$
0
0
Woonplant van de maand februari: de Scindapsus

Woonplant van de maand februari is de Scindapsus, ook bekend als Epipremnum. Een veelzijdige plant door z’n verschillende verschijningsvormen en met als bonus een bijzonder luchtzuiverende werking.

Gevlekt en gevlamd, klimmend en hangend
Met de Scindapsus kun je alle kanten op. Doordat de ranken op een liaanachtige wijze groeien, kan de plant omhoog klimmen langs een stam of z’n ranken laten hangen. De plant is daardoor te koop als klim- en hangplant. De veelal glanzende bladeren van de Scindapsus zijn hartvormig en hebben een opvallende print: het blad is gevlekt of gevlamd en heeft een kleurenpalet dat loopt van donkergroen via lichtgroen naar zilver, geel en zelfs witachtig.

Luchtzuiverend volgens NASA en Fytagoras
Uit onderzoek door NASA en het wetenschappelijke bedrijf Fytagoras* blijkt dat de Scindapsus in de top 10 van meest luchtzuiverende planten staat. De Scindapsus verbetert de luchtkwaliteit niet alleen thuis, ook op werkplekken waar printers en andere apparaten staan zorgt de plant voor een betere luchtkwaliteit.

Makkelijk te verzorgen
De Scindapsus komt van ver: de plant vindt zijn oorsprong in Zuidoost-Azië, Indonesië en de Salomonseilanden. Hoewel de plant ervoor zorgt dat jij zuivere lucht inademt, vraagt hij niet veel terug. Een lichte standplaats zonder tocht, een beetje water zodat de aarde gelijkmatig vochtig is en af en toe wat sproeien met de plantenspuit. En als de ranken te lang worden, knip je ze een stukje af.

Leuk om te weten:

  • De Scindapsus gedijt het beste tussen de 18°C en 25°C en kan niet tegen temperaturen onder de 15°C .
  • Scindapsus maakt onderdeel uit van de Araceaefamilie, net als Caladium, Dieffenbachia, Monstera en Philodendron.
  • De plant kan ook goed tegen een standplaats in de halfschaduw.
  • In de tropische oerwouden van Zuidoost-Azië, Indonesië en de Salomoneilanden groeit de Scindapsus langs de bomen omhoog.
  • De Scindapsus staat bekend als geluksplant: de plant zou zijn eigenaar geld en geluk brengen.
  • De Griekse naam Epipremnum komt van Epi (op) en Premnon (een stengel): groeit aan de stengels van bomen.
  • Verdwijnt de print op de bladeren van de Scindapsus en wordt het blad egaal groen? Dan staat de plant op een te donkere plek.
  • In 1879 werd de eerste Scindapsus naar Europa gebracht en daar verder ontwikkeld.
  • Je kunt de luchtvochtigheid voor de Scindapsus verhogen door een schotel met water in de kamer neer zetten. Het water kan dan langzaam verdampen.

Woonplant van de maand
De Scindapsus, of Epipremnum, staat deze maand in het middelpunt van de belangstelling als Woonplant van februari 2014. ‘Woonplant van de maand’ is een initiatief van het Bloemenbureau en komt tot stand met financiële steun van de Europese Unie. Maandelijks kiest het Bloemenbureau in overleg met vertegenwoordigers uit de sierteeltsector een plant die het opvallend goed doet bij de consument, of juist (nog) niet zo bekend is, maar wel potentie heeft om het goed te doen in de woonkamer. 

De Hyacint

$
0
0
De Hyacint

Ja, de Hyacint staat graag op een lichte plaats en geef de plant tijdens de bloei regelmatig water

De verrukkelijke geur die hyacintenbloemen verspreiden zijn absoluut de belangrijkste reden waarom iedereen ze heel graag in huis haalt. Hun toptijd ligt tussen Kerstmis en Pasen. De bollen worden dan bloeiend en voorgetrokken (zoals dat heet) aangeboden. Dat ‘voortrekken’ is een kwekerstruc om de bollen eerder in bloeit te krijgen. Hun natuurlijke bloeitijd valt in april-mei. De planten komen oorspronkelijk uit Klein-Azië, waar ze nu nog (violetblauw bloeiend) in het wild voorkomen. De wilde vorm bloeit veel minder rijk dan de zogenaamde Hollandse hyacinten die we nu vooral kennen. De Turken brachten de bollen naar Europa nadat ze in 1483 Constantinopel (nu Istanboel) hadden veroverd. Uit ca. 1600 zijn er berichten dat men in Holland al vier typen hyacinten kende. Er werd toen dus al voorzichtig mee gekweekt, maar dat veranderde al snel toen de bollen veel geld waard bleken. De Hollandse kwekers hadden de bollen via Italië en Frankrijk te pakken gekregen en gingen ermee aan de slag. Rond 1700 waren er al meer dan 2000 verschillende rassen die gretig aftrek vonden.  Toen kwam ook de verdere verspreiding van de bollen op gang. Maar niet alleen vanuit Nederland. Al in 1740 werd er in Berlijn een druk bezochte Hyacinten-tentoonstelling georganiseerd op basis van bollen die door uit Frankrijk gevluchte Hugenoten waren meegenomen. Toch bleven Nederlandse kwekers hun stempel op de hyacintenteelt drukken met steeds nieuwe rassen, waarvan enkele tot de dag van vandaag wereldwijd worden  gevraagd, bijv. de beroemde paarsblauw bloeiende Hyacinthus orientalis ‘Delfts Blauw’.

Bij de meeste soorten en cultivars – ook bij ‘Pronto Ze zijn er nu in allerlei typen en vormen. GroenRijk biedt ze bloeiend in 13 cm-potten gekweekt, in verschillende kleuren aan. Als je ze nu koopt heb je ruime keuze. De meeste hyacinten worden op bloemkleur verkocht, maar er zijn honderden rassen zoals ‘Delfts Blauw’ die wel degelijk een eigen naam hebben. We noemen er een paar: ‘Jan Bos’ met rode bloemen, ‘Blue Jacket’ (blauw), ‘l’Innocence’ (wit), ‘Pink Pearl’ (roze), ‘Tubergen’s Scarlet’ (felrood), ‘Ostara’ (blauw) enz. Maar er zijn ook zalmkleurige (‘Amsterdam’, ‘Oranje Boven’), paarse (‘Lord Balfour’) en zelfs gele rassen (‘City of Haarlem’). Ook zijn er typen met enkele bloemen en gevuldbloemige rassen. Veel minder bekend zijn de zogenaamde Multiflora-hybriden die ook wel worden voorgetrokken. Dat zijn  rassen die bloeien met een flink aantal kleine bloemtrosjes uit dezelfde bol. De vroegere Romeinse hyacinten die met heel fijne, witte bloempjes bloeien, worden bijna niet meer voor huiskamergebruik gekweekt. Die zijn ook lastiger voor te trekken. Voor de buitencultuur (in de tuin) zijn nog veel meer rassen verkrijgbaar dan er voor binnen gebruik worden voorgetrokken. Die koop je in de herfst als droge bollen.

Hyacinten hebben geschubde bollen en vrij smal, enigszins gootvormig blad. Per bol worden meestal niet meer dan zes tot acht bladeren gevormd en één of meer bloeistelen (de wilde vorm is vaak meerstelig). De naam Hyacinthus stamt uit de Griekse mythologie en was de naam (Hyakintos) van een Griekse jongeman die ‘uit minnenijd’ door de god Apollo werd gedood. Zoals in zoveel mythologische verhalen schoot daarop op de plek waar de jongeman had gestaan een even fraai bloeiende plant op, die uiteraard zijn naam kreeg.

Verzorging
De meeste in pot voorgetrokken hyacinten worden te koop aangeboden als ze net een beetje beginnen te kleuren. De verzorging is heel eenvoudig. Zet het potje met de in bloei komende planten op een lichte, maar liefst koele plek. Laat ze gewoon in hun kweekpotje staan en zet dat in een aardig sierpotje. Zo behandeld blijven ze het langst mooi en geuren het sterkst. Een heel warme woonkamer is dus wat minder geschikt. Gewone kamertemperaturen zijn prima. Hyacinten kunnen van alle in pot voorgetrokken bolgewasjes de meeste warmte aan. Geef regelmatig water, want ze verdampen het snel. Plantenvoeding hoef je niet te geven. De bollen (er zitten er bij GroenRijk drie in een kweekpotje) bloeien wekenlang. Als ze zijn uitgebloeid, kun je ze wegdoen. Je krijgt ze daarna namelijk nooit meer zo goed in bloei en de planten hebben dan (als overhouden al lukt) de neiging een beetje naar de wilde vorm terug te gaan met kleinere trossen en minder bloempjes. Daarom heeft het ook niet veel zin om de bollen in de tuin te planten als ze zijn uitgebloeid. Van in de tuin groeiende hyacinten worden de bollen pas in juli gerooid en vervolgens droog en op een luchtige plek bewaard. Ze worden in het najaar geplant. Maar ook dan is het voor een rijke bloei beter om ieder najaar verse bollen te kopen. Bij de hyacinten worden de afzonderlijke bloempjes in de tros ‘nagels’ genoemd.

TIP
In zuidelijke landen in Europa (met name in Frankrijk) worden hyacinten wel geteeld om de bloemen te oogsten voor de productie van geurende oliën, parfums, zeep e.d.

In kort bestek
De hyacinten die GroenRijk deze week aanbiedt, zijn per drie in een potje opgekweekt en speciaal voor deze tijd van het jaar in bloei getrokken. De kleur is al duidelijk zichtbaar, de geur moet zich nog in alle volheid ontwikkelen. Van bloeiende bollen in dit stadium heb je nog wekenlang plezier. Leuk om te hebben, te krijgen en te geven. Zet ze licht, niet te warm. Regelmatig water geven. That’s all! Vul uw hele huis met heerlijke hyacintengeur en geniet van hun kleur!

De Primula

$
0
0
De Primula

Ja, Primula’s zijn vrolijke voorjaarsbloeiers voor binnen en buiten

Met deze Primula’s bedoelen we de ‘stengelloze sleutelbloemen’ die we nu volop bloeiend aanbieden. De naam slaat op de bloemsteeltjes die vaak heel kort zijn – dat wisselt per ras. De bloemen liggen soms vlak boven het groene blad en vormen daarmee een iets bolle, platte zode. De Duitsers noemen deze planten daarom ‘Kissenprimel’: kussenprimula’s. De polvormende planten worden bloeiend meestal niet hoger dan zo’n 10 à 15 cm. Stengelloze sleutelbloemen komen oorspronkelijk uit de natuur van Zuidwest-Europa (Zuid-Frankrijk, Spanje, Portugal, vooral uit de Pyreneeën). Vroeger werd deze soort (en nu soms nog wel) Primula acaulis genoemd, maar de juiste naam is nu Primula vulgaris. De kweekvormen worden nog wel Acaulis-hybriden genoemd of primula’s uit de Acaulis Groep.

Vrolijke voorjaarskleur uit de hoge Pyreneeën
Deze sleutelbloemen bloeien ook in hun natuurlijke omgeving – o.a. berghellingen en vochtige dalen in de Pyreneeën – al heel vroeg in het jaar (maart-april). De wilde soort heeft gele bloemen. Al snel na de sneeuw kun je er in de Pyreneeën hele velden van zien bloeien. De tientallen gekweekte hybridenrassen vertonen ook allerlei andere, vrolijke en dikwijls ook warme kleuren: rood, roze, bruinrood, blauw, lila, wit en natuurlijk ook tal van gele tinten, van okergeel tot citroengeel. Maar één kenmerk hebben ze allemaal: iedere bloem heeft een stervormig, warmgeel hartje. Daar moeten de bestuivende insecten naar toe worden gelokt. In de natuur zijn dat zo vroeg in het jaar vooral hommels die met hun zachte, harige vachtje al bij lage temperaturen kunnen uitvliegen vanuit hun ondergrondse holletjes.

Voor kamer en tuin
Stengelloze sleutelbloemen bloeien rijk, maar ze geuren niet. Kennelijk hebben ze dat niet nodig om te overleven. Omdat het eigenlijk bosplanten zijn, hebben ze niet veel zon nodig. Lichte schaduw vinden ze prima, dus zijn ze ook heel geschikt om op een niet te donkere plek in huis te zetten. Zet een paar van deze planten in een lage, brede pot of schaal en je fleurt er je hele kamer mee op. Als ze na een paar weken zijn uitgebloeid, kun je ze gewoon in de tuin planten. Plant ze beschut tussen struiken in niet te droge grond. Zo groeien ze in de natuur ook. Deze primula’s zijn volkomen winterhard. Vroeger golden de kweekvormen ervan zelfs als de belangrijkste tuinprimula’s.

Primula’s komen vooral in Azië, Europa en Noord-Amerika voor
Er zijn wel 350 verschillende soorten die heel verschillend kunnen zijn, ook qua groeiomstandigheden. Maar hun bloemen hebben altijd vijf kroonblaadjes. De groene bladeren van deze stengelloze sleutelbloemen zijn opvallend sterk en kreukelig gerimpeld. De bladvorm is langwerpig eirond.

Verzorging
Als de planten te droog staan, kan het blad verbruinen, maar te veel water is ook niet goed. Als je de planten water hebt gegeven, moet je het doorlekkende water dat onderin de sierpot blijft staan, even afgieten. Dat voorkomt wortelrot. Daarom is een pot met een losse onderschotel heel geschikt voor sleutelbloemen. Giet met lauwwarm water. Als het gietwater te kalkrijk is, kan dat vergeling van het blad veroorzaken. Giet niet op de plant, maar op de grond onder de bladeren. Dat lukt het beste met een gieter met een lange, smalle tuit. Te veel warmte en te droge kamerlucht verkorten de bloeitijd. Je kunt uitgebloeide bloempjes het beste meteen verwijderen zodra je ze ziet. Dan bloeien je planten beter door.

TIP
Deze primula’s staan niet alleen heel vrolijk in de kamer, maar gaan ook in de tuin goed samen met plantensoorten zoals Anemone hupehensis, Anemone nemorosa, Brunnera, Aquilegia alpina, Pulmonaria, Tiarella en Polystichum. Je kunt dus naar hartelust combineren.

In kort bestek
Sleutelbloemen uit de Primula Acaulis Groep zijn vrolijke, vroege voorjaarsbloeiers voor binnen en buiten. Ze bloeien wekenlang. Je kunt uit allerlei kleurtjes kiezen en de verzorging is makkelijk. Laat de potgrond niet uitdrogen en geef niet op de plant, maar op de potgrond lauw water. Dan zul je van deze kleurrijke voorjaarsprimula’s veel en lang plezier hebben.

De Campanula

$
0
0
De Campanula

Ja, geef de Campanula regelmatig water en verwijder de uitge-bloeide bloemen voor een langere bloeiperiode

De klokjesbloem Campanula Addenda® Ambelle@purple is in zoverre uniek dat ze het zowel erg goed binnen in je living als buiten in je tuin of op je balkon doen. De planten die je nu koopt, moet je uiteraard eerst als kamerplant toepassen. Ze zijn daarvoor vervroegd in bloei getrokken. Hun natuurlijke bloeiperiode buiten begint pas in mei. Het is een feest om van hun voortdurende bloemenzee te genieten. Ze hebben zelfs twee bloeiperioden: nu als kamerplant (zolang het koud is) en nog eens in het begin van de herfst. Als je ze na de eerste bloeitijd in je tuin plant, heb je er zelfs jarenlang plezier van. Dat begint dus al de komende herfst. Daarna bloeien ze volgend jaar opnieuw in mei-juni, dus niet zo vroeg als nu. Het zijn geweldig bloeiende vaste planten en uitstekende bodembedekkers.

Maandenlang een overrijke bloemenzee
In de huiskamer duurt de bloei zeker vier weken, maar daarna kunnen ze eventueel naar buiten, waar ze vaak opnieuw gaan bloeien. Het bijzondere van Campanula Addenda® Ambelle@purple is dat ze met hun opgaande en kruipende ranken veel rijker bloeien dan andere klokjesbloemen. De ranken kunnen helemaal overdekt zijn met violetblauwe ‘sterretjes’ (in feite wijd openstaande en naar boven gerichte klokjesbloemen). Door hun vorm kunnen de planten zowel bodembedekkend kruipend als hangend worden toegepast en dat geeft mogelijkheden! De naam Addenda® die de kweker aan al zijn producten meegeeft, komt van het Latijnse Addendum, wat ‘Extra’ betekent. En deze planten hebben absoluut een heel bijzondere toegevoegde waarde. Je kunt ze – zoals gezegd – na de eerste bloei nu – buiten in de volle grond of in een pot of hanging basket planten.

Campanula Addenda® Ambelle@purple verzorgen
Je koopt de planten bloeiend. Daardoor kun je er nu in huis volop van genieten, hoewel het eigenlijk vaste (meerjarige) planten voor buiten zijn.  Breng ze koel, maar ingepakt tegen vorst naar huis. In huis moet je ze op een lichte plek zetten of (in een hangpot) hangen, maar niet in de volle zon. Staat of hangt je plant te donker, dan kunnen de bloemen verkleuren. Campanula Addenda® Ambelle@purple verdampen vrij veel water, dus zorg dat de potkluit niet uitdroogt. Regelmatig even bijgieten. Zet of hang je de planten later op een plek buiten, kies dan een groeiplek met een paar uur zon per dag en voor de rest lichte schaduw (heel mooi als bodembedekkers onder heesters).

Groeien de planten in een hanging basket, dan is het extra belangrijk dat ze niet de hele dag in de volle zon hangen. Zorg dat er onderin de hanging basket een kleine watervoorraad kan blijven staan (een schotel of plastic folie onderin aanbrengen bij het inplanten).

Plant je hem in een pot, zorg dan juist dat daar een drainagegat onderin zit!
Geef tijdens de bloei eens per veertien dagen vloeibare plantenvoeding in het gietwater. In de volle grond redden ze zichzelf prima, als de grond maar voldoende doorlatend is. Want hoe sterk hij ook is, door langdurige winterse nattigheid kunnen de wortels wegrotten. Campanula Addenda® Ambelle@purple wordt niet uit zaad, maar uit stek vermeerderd en opgekweekt. Daardoor zijn de planten heel uniform qua uiterlijk en groei. Vermeerdering uit stek gaat ook veel sneller dan uit zaad en de opkweek is makkelijker. De planten worden ca. 20 cm hoog en de ranken kunnen wel 60 cm lang worden. Het geheel vormt een soort luchtige, bolle heuvel waar stromen bloemen vanaf lijken te vloeien. In de tuin zal de plant zich jaarlijks verder uitbreiden. Verwijder regelmatig de uitgebloeide bloemen, dan  bloeit je plant veel langer door.

De ouders van Campanula Addenda® ‘Amebelle@purple
De wilde voorouders waar Campanula Addenda® Ambelle@purple van afstammen, zijn de soorten Campanula poscharskyana en C. portenschlagiana, twee van de ruim 300 soorten klokjesbloemen die in de natuur uitsluitend op het noordelijk halfrond voorkomen. De meeste soorten kun je rond de Middellandse Zee vinden. In  Nederland komt het grasklokje (Campanula rotundifolia) in het wild voor. Het groeit vaak in bermen en de randen van akkers en weiden.

TIP
Als je na de eerste bloei de lange uitgebloeide ranken van Campanula Ambelle@purple afbreekt (niet snoeien met een snoeischaar) bevorder je de tweede bloei in september.

In kort bestek
De klokjesbloemen met de naam Campanula Addenda® Ambelle@purple is een geweldige bloeier: maandenlang een zee aan bloemen aan zowel opgaande als neerhangende of kruipende ranken. Ideaal als kamerplant nu (GroenRijk biedt ze bloeiend aan) en vervolgens later als meerjarige, winterharde tuinplanten, ook voor hanging baskets en op het balkon! Geniet van de stromen violetblauwe sterrenbloemen!

Bosviolen

$
0
0
Bosviolen

Ja, verwijder regelmatig de uitgebloeide bloemen. Dan bloeien de bosviolen veel langer door!

De bosviolen waar het deze week bij GroenRijk om gaat, worden ook wel miniviooltjes genoemd. Het zijn allemaal planten die tot de Viola Cornuta Croep behoren en dat zijn hoornviooltjes (‘cornuta’ = ‘met een hoorn’). Aan de achterkant van iedere bloem steekt een soort hoorntje naar buiten. Die kunnen verschillende maten hebben. Hun functie is niet helemaal duidelijk. Gedacht wordt dat het vooral nectarvaten zijn, waaruit de bestuivende insecten komen snoepen. De planten bloeien enorm rijk (maandenlang) en trekken zich weinig aan van kou of slecht weer. Sterke planten dus, die eigenlijk alleen maar last krijgen van veel te lang natte grond. Zorg dus voor goede drainage op de plek waar je ze laat groeien. Ook als dat een pot of schaal is. Je moet ze ook niet op een plek planten waar de hele dag de volle zon op staat. Daar houden ze niet van. GroenRijk heeft de bosviolen met hun teer ogende bloempjes in allerlei kleuren nu voor je klaar staan. Met zes tegelijk in een handige draagtray – makkelijk om mee te nemen.

Deze bosviolen zijn eigenlijk vaste planten die enkele jaren kunnen blijven leven, maar ze worden vaak als tweejarige planten gezien en ook zo gekweekt. Er zijn veel rassen met een eigen naam, maar die namen zijn minder belangrijk. Je koopt ze bijna altijd alleen op kleur, ook bij GroenRijk. We noemden al dat je ze niet te zonnig moet planten – je zou ze zelfs eerst een paar weken binnen kunnen zetten (staat ook heel leuk!) voor je ze buiten uitplant. Als je ze niet in fel zonlicht zet, kan dat heel goed (dus niet vlak achter een raam op het zuiden). Het zijn planten waarvan de voorouders oorspronkelijk uit schaduwrijke loofbossen in de Pyreneeën komen. In de dichte bossen daar valt het licht door de windbeweging van takken en bladeren steeds wisselend en gefilterd op de bosbodem waar de violen groeien. De Engelsen noemen dat ‘dappled shade’: wisselende schaduw. Als je de bosviolen in een pot of bak zet, moet je niet vergeten water te geven. Doe dat eens per week en meng er dan ook wat vloeibare plantenvoeding doorheen. Als je uitgebloeide bloempjes regelmatig wegknipt, bloeien de planten nog langer door dan ze normaal al doen. De planten kunnen een paar graden vorst wel hebben, maar als het echt nog zwaar zou gaan vriezen (het weer lijkt de laatste jaren immers wat in de war) kun je ze ook tijdelijk even op een koele, lichte plek binnen (of in je schuur) zetten. Het zijn groenblijvende planten, dus altijd leuk. Als je ze meteen buiten in de volle grond uitplant (kan prima) heb je grote kans dat ze tot september zullen bloeien en dat zullen ze dan het jaar erop ook doen. Alleen beginnen ze dan wat later (in mei) en zullen ze iets minder rijk bloeien. Daarom worden bosviolen liefst steeds nieuw gekocht.

Nog meer over bosviolen
De planten waar we het hier over hebben, worden door de kwekers bosviolen genoemd, maar er is ook een echte soort (Viola silvestris) die officieel de Nederlandse naam bosviool heeft. Die soort komt voor in de bossen van Denemarken in het noorden tot Noord-Afrika in het zuiden en naar het oosten zelfs tot in Japan. Hij groeit hier en daar in kleine groepjes. Je zult ze tijdens een wandel- of fietstocht dan ook niet vaak zien, maar zie je in april violen in het wild bloeien met roodachtig blauwe bloempjes en met enigszins lang-hartvormige blaadjes, dan heb je misschien een ontmoeting met ‘echte’ bosviolen. Een soort die er heel veel op lijkt, is het bleeksporig bosviooltje (Viola riviniana) dat wat lichter blauw bloeit. Behalve de bosviolen die mini-violen worden genoemd, hebben de kwekers ook – om het nog wat verwarrender te maken – mini-bosviolen ontwikkeld die micro’s worden genoemd. Die zijn in alle delen nog kleiner dan de mini’s. Echte dwergen onder de bosviolen.

Vroeger gebruik
Viooltjes hebben iets vertederends en teers over zich. Het staat in de bloemensymboliek voor nederigheid, bescheidenheid en onschuld (vooral de witte), maar vergis je niet: ook verleiding komt om de hoek kijken en ‘een kansje wagen’. Helemaal onschuldig worden ze dus niet gevonden. Een mooie betekenis is ook: ‘ik denk aan je’. Vroeger kende iedereen die bloementaal. Viooltjes werden dan ook graag als veelzeggende corsages of als kleine ronde boeketjes (‘posies’) gedragen. Altijd met een kransje groene blaadjes er omheen.

TIP
Vioolbloempjes kun je eten. Ze smaken friszoet. Ook prachtig als decoratie op de borden en lekker door de sla (of erover gestrooid). Succes verzekerd!

In kort bestek
Bosviolen of miniviolen zijn heel aantrekkelijke, kleinbloemige vormen van hoornviooltjes. Ze staan nu in handige draagtrays (met elk zes planten) bij GroenRijk bloeiend voor je klaar. Ze zullen maandenlang bloeien. Kies de kleuren die je leuk vindt, plant ze in potten, bakken, schalen of de volle grond. Zet ze op een licht beschaduwd plekje. Heel makkelijke planten!

Woonplant van de maand maart: de Hortensia

$
0
0
Woonplant van de maand maart: de Hortensia

Woonplant van de maand maart is de Hortensia, ook bekend als Hydrangea. Deze plant brengt met haar uitbundige vorm en opvallende kleur de lente in huis.

De Hortensia en de lente
Houtige takken met donkergroene bladeren en met daarboven stervormige bloemblaadjes, dat is de Hortensia. Deze bloemetjes zijn er in het rood, paars, roze, wit, blauw en groen. Kleuren die het makkelijk maken om de Hortensia te associëren met de naderende lente. Er bestaan diverse soorten Hortensia’s zoals de bekende bolvormige planten, randbloeiers (Tellertype), seringvormige bloeiers, dubbelkleurige en doorbloeiende types. Ze worden gekweekt in minipotten met 1 bloem tot grote potten met een enorme zee aan bloemen en zijn verkrijgbaar van januari tot en met augustus.

Uit Azië en Zuid-Amerika
Van oorsprong komt de Hortensia uit Azië en Zuid-Amerika. De Engelse botanicus Sir Joseph Banks nam na een lange reis, eind achttiende eeuw, voor het eerst een Hortensia mee naar Europa. De plant kreeg een plaatsje in de botanische Kew Gardens in Londen en werd al snel populair. Tegenwoordig is de Hortensia verkrijgbaar als woonplant en als buitenplant.

Waterdrinker Hortensia
De Hortensia geniet tijdens de lente graag van een koele, lichte standplaats. Daarbij verlangt ze dagelijks een beetje water, het liefst onthard. De plant beloont je goede zorgen dan met een overvloed aan bloemetjes. Is de Hortensia uitgebloeid? Geef de plant dan vanaf mei een tweede leven in de tuin of op het balkon. Zet de Hortensia wel op een schaduwrijke plek, en geef de eerste weken veel water.

Leuk om te weten:

  • Rond Pasen is er veel vraag naar de witte Hortensia. Deze traditie is ontstaan vanuit het rooms-katholieke geloof.
  • Hortensia’s die eenmaal in de tuin zijn geplant kunnen van kleur veranderen door de zuurgraad van de grond. Planten in zure grond worden het volgende jaar blauw, en in grond met een hogere pH-waarde worden de Hortensia’s roze.
  • Hydrangea betekent letterlijk ‘watervat’.
  • In Japan drinkt men Hortensiathee (甘茶 ) tijdens de ceremonie op Boeddha’s verjaardag op 8 april.
  • Van Hortensia’s kun je een mooi droogboeket maken door de bloemen in een droge ruimte te hangen.
  • Worden de bladeren van de Hortensia geel? Zet de plant dan in zure, voedzame grond.
  • De Hortensia is met haar grootse uitstraling een echte cadeauplant.
  • De plant staat symbool voor dankbaarheid, gratie, schoonheid en overvloed.
  • Het eiland Faial, onderdeel van de Azoren, wordt ook wel het ‘blauwe eiland’ genoemd, omdat er zoveel blauwe Hortensia’s groeien.
  • Een Hortensia kom het beste tot haar recht bij een temperatuur tussen 13°C en18°C.

Woonplant van de maand
De Hortensia, of Hydrangea, staat deze maand in het middelpunt van de belangstelling als Woonplant van maart 2014. ‘Woonplant van de maand’ is een initiatief van het Bloemenbureau en komt tot stand met financiële steun van de Europese Unie. Maandelijks kiest het Bloemenbureau in overleg met vertegenwoordigers uit de sierteeltsector een plant die het opvallend goed doet bij de consument, of juist (nog) niet zo bekend is, maar wel potentie heeft om het goed te doen in de woonkamer. 


GroenRijk keert terug aan het online front!

$
0
0
GroenRijk keert terug aan het online front!

Het groenste tuincentrum 'GroenRijk, Weet wat er leeft' heeft op 1 maart 2014 een landelijke webshop gelanceerd met bijna 50 afhaalpunten. 

De formule GroenRijk is zich er van bewust dat de moderne consument zijn aankooporiëntatie steeds vaker online start. Door online actief te zijn met een webshop, kan GroenRijk ook de op internet oriënterende online consument binden aan haar succesvolle tuincentra. De GroenRijk webshop biedt een geselecteerd aanbod van het assortiment groen en hardwaren aan.

Verlengstuk van het tuincentrum
Na de eerste webshop-ervaringen in 2011, bleef het als een goed retailer betaamt kriebelen. Want bij het nationaal gepositioneerde groenwinkelmerk GroenRijk behoort ook een omni-channel aanpak.

"De domeinnaam www.groenrijk.nl biedt ons de mogelijkheden”, aldus formuleleider Nico Koppenol. "Samen met onze partner op het gebied van online, Garden Connect onder leiding van Edwin Meijer, Jeffry Breure en Frank de Lange, hebben wij een plan uitgewerkt. Dit plan is enthousiast door onze franchisenemers ontvangen en omarmt. De functie van de webshop is in eerste instantie gericht op 'oriëntatie', maar natuurlijk willen wij ook 'online verkopen'."

De systematiek is click & collect. Dit betekent dat de klant kan bestellen, betalen en afhalen bij een GroenRijk vestiging in de buurt. Hiermee wordt de webshop een verlengstuk van de lokale GroenRijk vestiging met voor iedere franchisenemer kansen om nieuwe klanten aan zich te binden en naar zijn tuincentrum te trekken.

"De afgelopen maanden is er hard gewerkt aan een basisplatform voor een toekomstbestendige webshop, want Garden Connect heeft samen met de GroenRijk franchisenemers de ambitie om de GroenRijk webshop in de toekomst zorgvuldig aan te laten sluiten bij het door GroenRijk gehanteerde differentiatiemodel", aldus Edwin Meijer van Garden Connect.

De formule GroenRijk
'GroenRijk, Weet wat er leeft' heeft met zijn 50 lokale vestigingen en webshop een landelijke dekking. De focus ligt op de vijf GroenRijk merkwaarden; deskundig, bewust, behulpzaam, gepassioneerd en verrassend. Daarom weet GroenRijk wat er leeft!

Violenhangers

$
0
0
Violenhangers

Ja, de bosviolen zijn langdurige bloeiers en in deze wandhangers een blikvanger aan de muur

Ieder huis en iedere tuin en schuur heeft muren. Met deze hangers kun je letterlijk alles overal opvrolijken met rijk bloeiende bosviolen! Kale wand? Violen ertegen. Moet je eens zien wat een verschil. Zo’n fleurige hanger is ook een leuk cadeau als je het tweede (gratis) exemplaar voor iemand anders meeneemt. Iedereen wordt er vrolijk van. En voor de prijs waartegen we deze verzameling planten nu kunnen aanbieden (het zijn er nogal wat!) kun je ze niet bij GroenRijk laten hangen. Bosviolen zijn leuke, lage (15 cm), bloemrijke, wintergroene planten met hartvormige blaadjes met iets gekartelde randen. Boven dat blad verschijnen de prachtige, kleine bloempjes in flinke aantallen. De planten bloeien bovendien enorm lang door. Zeker als je regelmatig de uitgebloeide bloempjes wegknipt. 

Hang de violenhangers op een lichte plek, maar niet in de volle zon
Bosviolen houden niet van fel, direct zonlicht. Een lichte tot iets beschaduwde plek is het beste. Ook buiten. Ze hebben maar weinig verzorging nodig. Geef ze bij droog weer één keer per week water. Doe daar dan ook wat plantenvoeding in (voeding voor bloeiende planten: GroenRijk heeft het in voorraad). Deze violen kunnen maandenlang doorbloeien. Bosviolen kunnen buiten goed tegen niet al te best weer, als het maar niet té lang nat blijft. De drainage moet goed zijn en dat is in deze hangers prima voor elkaar. Bosviolen verdragen zelfs enkele graden nachtvorst. Als het echt veel harder gaat vriezen, moet je ze even op een koele plek binnen ophangen (in de schuur bijvoorbeeld) tot het weer beter wordt. Maar de kans dat dat nodig is, is nu niet zo groot meer. 

Wat ‘bosviolen’ eigenlijk zijn
Onder de honderden verschillende violen bestaat een echte soort bosviool die ook zo wordt genoemd: dat is Viola silvestris die in heel West-Europa voorkomt en met warmblauwe bloemen (blauw waar iets rood in zit) bloeit. De bosviolen van GroenRijk zijn hybriden (kruisingsproducten) met de beste eigenschappen van verschillende soorten. Het belangrijkst daarbij zijn de hoornviooltjes (Viola cornuta) die als kenmerk een ‘hoorn’ (cornutus) aan de achterkant van het onderste (hangende) bloemblaadje hebben. Daar kun je die afstamming aan herkennen. Hoornviooltjes komen oorspronkelijk uit de Pyreneeën. Er is enorm veel mee gekruist. Daardoor is er een Viola Cornuta Groep van violenrassen ontstaan, waar de bosviolen dus bij horen, waarvan niemand meer precies weet hoe hun afstamming is.

Bosviolen worden meestal op kleur verkocht. Er zijn wel rasnamen, maar die worden veel minder vermeld en gebruikt. Met de kleurrijke rassen die GroenRijk behalve deze hangers ook nog voor je in voorraad heeft, kun je ook prachtige combinaties maken. Dat staat heel leuk! Ook binnen! Maar dat is een ander verhaal.

Bosviolen zijn meerjarig
Het zijn vaste, blijvende planten. Je kunt ze daarom vanaf april gerust in de volle grond van je tuin planten en er nog jaren plezier van hebben. Door hun verblijf buiten in de hangers, zijn ze dan al helemaal afgehard. Dat is trouwens wel een goede tip: als je de violenhangers koopt, komen ze uit de warme winkel. Hang ze dan niet meteen buiten op als het daar hard vriest. Anders krijgen ze een klap van de kou. Daar gaan ze niet dood van, maar ze moeten er wel even van herstellen. Bij ‘gewoon’ voorjaarsweer is het geen probleem. Eenmaal buiten gewend zijn ze voldoende ‘afgehard’ om definitief buiten te groeien. Zelfs lichte nachtvorst kunnen ze dan hebben. Zorg wel dat ze de winter daarop niet in lang nat blijvende grond staan, anders kunnen de wortels wegrotten. In de tuin bloeien de planten dan meestal van mei tot september. De vroege (of late) bloei van de planten die je nu koopt wordt bereikt door kwekerskunde. Door allerlei maatregelen en de juiste rassenkeuze is de bloeiperiode van veel planten namelijk te manipuleren.

TIP
De bloemen van  bosviolen zijn eetbaar. Je kunt de kleurrijke bloempjes dus letterlijk door de sla mengen. Maar je hoeft ze niet per se te eten: als garnering staan ze ook heel vrolijk. De bloempjes smaken lekker friszoet.

In kort bestek
De leuke hangers vol bosviolen die GroenRijk nu aanbiedt (twee tegen de prijs van één) bloeien maandenlang door. Volop vrolijke kleur tegen je schutting, schuur, garage of huis! Het zijn hoornviooltjes (Viola Cornuta Groep). Je kunt ze als ze zijn uitgebloeid in je tuin planten, want ze zijn meerjarig. Geef water als het droog weer is (niet te nat!) en doe daar zo nu en dan wat plantenvoeding in. Uitgebloeide bloemen wegnemen verlengt de bloeitijd.

Ook Rob Verlinden shopt tijdens de Kruiwagendagen bij GroenRijk

$
0
0
Ook Rob Verlinden shopt tijdens de Kruiwagendagen bij GroenRijk

Bakken vol tuinvoordeel tijdens de Kruiwagendagen bij GroenRijk. Want tijdens de Kruiwagendagen trakteert GroenRijk op lage bodemprijzen of zoals Rob Verlinden, van het populaire SBS 6 programma Robs Grote Tuinverbouwing, zegt: Inladen!

Bij GroenRijk begint de lente eerder want vanaf woensdag 12 maart a.s. is het weer zover: de start van de GroenRijk Kruiwagendagen 2014! GroenRijk neemt met de Kruiwagendagen afscheid van de winter en verwelkomt daarmee de lente. Ook in het programma Robs Grote Tuinverbouwing op zaterdag 8 maart om 17.00 uur bij SBS 6 kondigt Rob Verlinden de Kruiwagendagen bij GroenRijk aan!

Tijdens de Kruiwagendagen geven GroenRijk en Rob Verlinden de aftrap voor het nieuwe tuinseizoen van 2014.

Het is zeker de moeite waard om van woensdag 12 maart t/m zondag 16 maart een bezoek te brengen aan GroenRijk vestiging. Want daar staat namelijk alles in het teken van de bakken voor tuinvoordeel. Rob Verlinden zegt: Inladen!

Klik hier voor extra openingstijden op zondag 16 maart.

Violen

$
0
0
Violen

Ja, verwijder regelmatig de uitgebloeide bloemen. Dan bloeien de violen langer door!

Violen komen over de hele wereld voor. Het zijn soms tweejarige, soms vaste planten, maar ze zijn er zelfs als half verhoutende struikjes. In meer dan 400 soorten, nog meer ondersoorten en duizenden cultuurvormen. Sommige worden al honderden jaren gekweekt vanwege de prachtige, vaak meerkleurige bloemen. Daarmee is trouwens bij veel soorten iets unieks aan de hand. In het voorjaar verschijnen bij die planten onvruchtbare bloemen die dus geen zaad geven, maar later in het seizoen volgt dan een tweede bloeigolf met bloemen die rijkelijk zaad vormen. Die soorten wilde violen zaaien zichzelf daardoor heel gemakkelijk uit. Andere zijn juist heel moeilijk te kweken. De grootbloemige violen die GroenRijk nu aanbiedt stammen uit een lange kwekerstraditie waarbij met heel veel soorten werd gekruist. Het zijn sterke, rijkbloeiende zogenaamde F1-hybriden, met als kenmerk grote uniformiteit. Bijna iedereen houdt van deze violen, in welke vorm en kleur ook.

Nederlanders waren (en zijn) de violenkwekers bij uitstek
Wat violen betreft hebben vooral de Nederlanders (meteen gevolgd door de Engelsen) een geweldige traditie opgebouwd. Op de tulp na is de viool eeuwenlang dé Nederlandse bloem bij uitstek geweest. Er is enorm mee geëxperimenteerd. Violen waren de lievelingen van de Nederlandse kwekers. Op oude schilderijen is goed herkenbaar dat vroeger onder andere veel met het prachtige, kleine, driekleurige viooltje werd gekruist (Viola tricolor). Wie dat viooltje in akkerranden en bermen in het wild ziet bloeien, zal het opvallen dat ze zo verschillend kunnen zijn. Daarvan is bij het kweken dankbaar gebruik gemaakt. Met als gevolg dat er nu een variatie aan rassen bestaat die zijn weerga bijna niet heeft. Rassen met enorme verschillen. Van vertederende mini-bloeiers tot echte reuzen. Van gevoelige types tot violen die zich van een beetje kou niets aantrekken (de zogenaamde IJsviolen). Van grote violen met de beroemde ‘gezichtjes’ zoals bij de Aalsmeerse Reuzen tot de grote ronde, vaak een-, maar ook meerkleurige Hollandse en Zwitserse Reuzen. Veel is ook gekruist met het hoornviooltje (Viola cornuta) uit de Pyreneeën met zijn gespoorde bloemen en met Viola gracilis uit Noordoost-Griekenland. Beide hebben van nature prachtige violette bloemen. Ook het geurende Maarts viooltje (Viola odorata) heeft bij diverse kruisingen een rol gespeeld. En zo is er nog veel meer met violen gebeurd. Het zijn tegenwoordig bijna allemaal hybriden met heel wisselende eigenschappen waarvan het overgrote deel wordt ingedeeld in de Viola Wittrockiana Groep.

Vooral F1-hybriden zijn prachtig
Voor welke van de nu aangeboden violen je nu ook kiest – de keuze is groot en je kunt ze heel makkelijk per zes in een handige draagtray meenemen – kleur geven ze allemaal! Ze behoren tot bepaalde hybridenseries met binnen zo’n serie wel bloemkleurverschillen, maar verder gelijke eigenschappen qua bloeitijd, bladvorm en -kleur, grootte, uiterlijk van de bloemen enz. Misschien valt je bij de planten in de draagtrays vooral de grote gelijkvormigheid op. Dat komt door een heel speciale kweektechniek die zulke zogenaamde F1-hybriden oplevert. Het is overigens niet belangrijk om dat te weten. De planten worden vooral op bloemgrootte (nu bij GroenRijk dus vooral grootbloemige rassen) en kleur aangeboden. De specifieke namen (die hebben ze vaak wel) zijn veel minder belangrijk. Kies gewoon wat je mooi vindt!

Toepassing en verzorging 
Violen hebben veel vocht nodig en staan liever wat koeler dan warm. Zon mag best, maar niet de hele dag. Plant ze in voedzame (pot)grond in de tuin of in potten, bakken of schalen. Zorg dat de (pot)grond niet uitdroogt. Geef planten in pot of bak eens per veertien dagen plantenvoeding. In verse standaard potgrond zit al voeding voor de eerste zes weken.

TIP
Plant (of zet) violen zo neer dat je ze goed kunt zien. Het zijn kleine, enorm lang bloeiende juwelen waar je maximaal van kunt genieten. Helemaal als je de uitgebloeide bloemen regelmatig weghaalt. Dan bloeien ze nog veel langer!

In kort bestek
Leuke, vrolijke, uitbundige, grootbloemige, oersterke, echte F1- violen, nu bij GroenRijk uiterst aantrekkelijk geprijsd, plantklaar meeneembaar in handige draagtray, in een hele reeks kleuren. Ze bloeien als de beste, onverstoorbaar, maandenlang. Met of zonder gezichtjes, in pastel of fel gekleurd. Violen zijn overal en altijd prachtig!

Campanula

$
0
0
Campanula

Ja, de klokjesbloem is een vaste plant voor buiten, maar doet het binnen ook uitstekend

De prachtige klokjesbloem Campanula Ambella® Purple is een doorontwikkeling – door de kwekers van de bekende Addenda®-klokjesbloemen – van een soort klokjesbloem uit de Balkan, Campanula portenschlagiana. Die soort is als tuin- en borderplant al heel lang bekend. Hij groeit graag hangend over muurtjes en in de voegen van de bestrating. Geen wonder, want het is een plant uit de bergen en rotsachtige streken. Van Roemenië tot de Karpaten in Slowakije, Polen en Oekraïne komen ze voor. De klokvormige tot stervormige bloemen verschijnen bij deze planten in rijke trossen aan lange scheuten. Dat doen ze bij Ambella® Purple ook, maar deze planten blijven veel compacter (ze ranken minder) en worden iets hoger (ca. 20 cm) dan de meer kruipende oervorm van deze soort. Als ze bloeien – en dat doet Ambella® Purple nu al – zijn de planten helemaal overdekt met hun warme, paarse bloemenkleur. Schitterend!  Ambella® Purple is zowel geschikt voor binnen als voor buiten.

De oorspronkelijke Campanula portenschlagiana bloeit pas in juni-augustus met vaak wat herbloei in september. Ambella® Purple wordt al vanaf de tweede helft van maart bloeiend door de kwekers geleverd. GroenRijk biedt ze nu aan in een qua grootte mooie middenmaat (in een kweekpot van 12 cm doorsnee) en is er dus al vroeg bij. Het is een vasteplant voor buiten, maar hij doet het ook binnen, als kamerplant, prima. Ambella® Purple bloeit uiteraard paars, maar de kwekers ontwikkelen er een hele serie van met dezelfde eigenschappen, maar verschillen bloemkleuren. Ze zijn er ook al in wit, donkerblauw en lavendelkleurig. Aan lila en roze wordt gewerkt. Maar het moet gezegd: Ambella® Purple is een van de mooiste! Alle planten hebben een evenwichtige, rustige vorm. Ze groeien wat bol en beginnen vanuit het hart te bloeien (naar de randen toe). En dat doen ze maandenlang.

Weinig onderhoud nodig
Ambella®-klokjesbloemen vragen maar weinig zorg. Het zijn heel dankbare planten die blij zijn met een plekje in lichte schaduw (buiten) of  in indirect zonlicht (binnen). Zet de planten nooit pal voor een raam op het zuiden. Daar wordt het vaak veel te heet. Ook buiten is een plek waar niet de hele dag de zon opstaat het beste, maar ze kunnen best wat zon hebben. Als je ze in pot houdt (binnen of buiten) zul je ze eens in de 3 tot 5 dagen water moeten geven – als het warm en droog weer is soms wat vaker. Doe eens per maand wat plantenvoeding in het gietwater. Ook buiten de planten niet laten verdrogen, maar tijdig sproeien. Haal ook de uitgebloeide bloempjes regelmatig weg – dat verlengt de bloeiduur enorm omdat de planten dan geen energie steken in de zaadvorming.

Ze passen overal
Door hun rustige vorm passen Ambella®-klokjesbloemen niet alleen in elke tuinstijl, maar ook in vrijwel ieder interieur. Bovendien kun je dan naar hartelust combineren met allerlei soorten potten. Ook in containers van wilgentenen of metaal (een leuk zinken emmertje bijvoorbeeld) komen ze heel goed uit. Denk wel aan de drainage onderin. Ga je een gesloten pot gebruiken, leg daar dan een laag gebakken kleikorrels onderin. Dan kan het gietwater wegzakken en hoef je zelfs minder vaak water te geven. In de tuin vragen ze geen speciale grond. Als er maar voldoende voeding in zit. Zoals gezegd zijn het vaste planten die ook best wat vorst verdragen. Met onze winters hebben ze weinig moeite zolang de grond maar niet voortdurend erg nat blijft. Ze zijn overigens niet wintergroen. In de tuin moet je wel een beetje op de slakken letten, want die houden ook van deze planten. Ambella® Purple kan ook in je tuin jarenlang meegaan en zelfs extra lang als je ze eens in de 3 à 4 jaar oprooit, de wortelkluit uit elkaar trekt (waardoor je meer planten krijgt!) en de stukken opnieuw inplant. Werk dan eerst wat mest door de grond, zodat daar weer voldoende voeding in zit. Strooi ook in het voorjaar wat organische mest bij planten.

TIP
Ambella® Purple-klokjesbloemen komen exclusief van de groep Addenda®-kwekers. Dat betekent dat je topkwaliteit koopt.  Het zijn planten die je ook met een gerust hart cadeau kunt geven. Altijd een succes!

In kort bestek
Ambella® Purple-klokjesbloemen (Campanula) bloeien zowel binnen als buiten overdadig rijk met schitterende, warmpaarse trossen klokjesbloemen boven het fijne, groene blad. Mooie, iets bolvormig en compact groeiende, weinig vragende, meerjarige planten voor een lichte, maar niet te zonnige plek. Ideaal in de kamer, in een pot of bak op het terras of in de grond van je tuin (bijv. tussen heesters). Planten van topkwaliteit. Nu bij GroenRijk! 

Balkon- en Terrasplant ver het jaar 2014: Verbena en Lantana

$
0
0
Balkon- en Terrasplant ver het jaar 2014: Verbena en Lantana

Vlinders met Verbena en Lantana

Vanaf half april hangt de zomer in de lucht. Tijd om je grijze balkon of terras om te toveren in een bloemenparadijs, waarvan je de hele zomer kan genieten. Bijvoorbeeld met Verbena en Lantana. Een jury van groendeskundigen verkoos deze planten tot de Balkon- en Terrasplant van het Jaar. Met deze planten ben je verzekerd van kleur, fleur en vlinders – dé ingrediënten voor een perfecte zomerdag.

Lantana mañana
Lantana is de Terrasplant van het Jaar 2014. Deze kuipplant groeit en bloeit uitbundig. Zet 'm op een opvallende plek op je terras, pak een tuinstoel, laat de boel de boel en geniet van de geweldige kleuren. Je kunt wel zien dat de Lantana van oorsprong uit Zuid-Amerika komt! Bijzonder leuk zijn de tweekleurige Lantana's, die langzaam van kleur verschieten, bijvoorbeeld van geel naar roze.

Viva Verbena
Bloemen, bloemen en nog eens bloemen. De Balkonplant van het Jaar – Verbena – weet niet van ophouden. Net als de Lantana komt de Verbena uit Zuid-Amerika en bloeit hij minstens net zo weelderig: als je daar geen zomergevoel van krijgt... Er zijn compacte soorten en Verbena's die alle kanten opgroeien – perfect voor in een hanging basket. Het kleurenpalet biedt ook volop keuze: van zuiver wit tot brandweerrood. Of ga je deze zomer voor diep donkerpaars?

Vlinders
Verbena en Lantana zijn echte vlindermagneten. De zon hoeft maar even te schijnen en je ziet de eerste vlinders fladderen – nog meer kleur op je balkon of terras. Dat maakt het wel heel leuk om deze zomer mee te doen met de Landelijke Tuinvlindertelling (op 1, 2 en 3 augustus 2014).

Gieten & plukken
Zowel de Balkon- als de Terrasplant van het Jaar bloeien uitbundig tijdens de zomer. Je doet de planten een groot plezier door ze op een zonnige plek te zetten, maar een beetje schaduw mag ook. Beide zomerbloeiers krijgen graag regelmatig water en op z'n tijd wat plantenvoeding. Als je de uitgebloeide bloemen weghaalt, dan kun je tot in de nazomer genieten van een bloemenzee.

Dianthus

$
0
0
Dianthus

Ja, deze tuinanjer is een vaste plant die bloeit vanaf april tot en met juli!

Anjers worden al duizenden jaren geteeld. Dianthus Peman behoort tot de pot- of tuinanjers (Dianthus Caryophyllus Groep). Dat is al zo lang een zeer geliefde groep bloeiende planten dat zelfs niet meer precies bekend is waar de tuinanjer oorspronkelijk vandaan komt. Waarschijnlijk ergens uit het Middellandse-Zeegebied. Het zijn eigenlijk vaste planten, maar ze worden meestal een- of tweejarig gekweekt. Hun belangrijkste eigenschap is de verrukkelijke geur van de bloemen. Het ras waar GroenRijk deze week alle aandacht op richt, Peman,  wordt tweejarig gekweekt aangeboden omdat zo gekweekte planten al vroeg kunnen bloeien en dan ook ideaal zijn voor potcultuur. Peman is de handelsnaam, daarover hieronder meer. Het is een compact groeiend, sterk en laag blijvend ras dat zeer rijk bloeit. In je tuin kun je hem als matig winterharde vasteplant toepassen. Je zult er dan een aantal jaren plezier van hebben. Peman doet het ook geweldig in een bak of pot op je balkon of terras.

De ontwikkeling van deze planten
Het is best leuk om te weten hoe zo’n ras nu eigenlijk tot stand en in de handel komt. Voor Peman begint de ontwikkeling in Japan bij het beroemde veredelingsbedrijf Miyoshi & Co in Tokyo. De ouderplanten waaruit Peman voortkwam zijn niet meer bekend, maar het nieuwe ras werd al voor 2011 op het eiland Honshu waar Tokyo op ligt (bekend vanwege de aardbevingen), in kleine aantallen vermeerderd. Het kwekersrecht werd in 2011 overgenomen door een niet minder befaamd Spaans bedrijf, het al meer dan 60 jaar bestaande  Barberet & Blanc uit Murcia, Zuidoost-Spanje, zeer bekend vanwege de vele anjers die daar vandaan komen. Alle planten die door dit bedrijf worden ontwikkeld of in de handel gebracht, krijgen een cultivarnaam die begint met de letters BAR. In dit geval werd dat ‘Barpeman’, een vernoeming van de in 1981 overleden Spaanse dichter en literaire schrijver José María Pemán y Pemartín. Veel nieuwe cultivars van planten worden niet meer met hun cultivarnaam aangeboden, maar met een handelsnaam waarop kwekersrecht rust. Veel cultivars hebben dus zowel een cultivarnaam (tussen aanhalingstekens) als een handelsnaam (zonder aanhalingstekens), die anders kan luiden. In het geval van ‘Barpeman’ ging het BAR eraf. De kwekers die deze planten nu leveren doen dat dus onder de naam Dianthus Peman. Zo krijgt GroenRijk ze ook geleverd door kwekers die de planten weer in licentie (uit stek) mogen vermeerderen. Zo gaat dat wereldwijd.

Meer over Dianthus Peman
In feite is dit een plant met heldere kenmerken. Hij wordt als ‘potanjer’ in de handel gebracht. Die groep wordt ook met ‘tuinanjers’ aangeduid en wijkt daarmee af van bijv. de anjers die vooral voor de snij worden gekweekt. De tuinanjer Peman bloeit rijk met matig gevulde bloemen met een paarsroze basiskleur die naar de randen toe lichter wordt. De onderzijden van de bloemblaadjes zijn witachtig en de randen zijn enigszins getand. Het blad is zilvergrijsgroen. Hetzelfde type tuinanjer is ook met andere bloemkleuren verkrijgbaar, maar in feite is de naam dan niet Peman. Een ander, volroze ras met verder vrijwel gelijke kenmerken heet eigenlijk Goethe, een gele Eliot en een roodbloemige Brigitte. Maar dat is minder belangrijk. Kies gewoon de kleur die je aanspreekt.

Verzorging
Zet de plant op een lichte, liefst zonnige tot deels beschaduwde plek in je tuin of (in pot) op je balkon of terras. Het is beter als er tijdens het heetst van de dag wat schaduw is. Zorg ook dat de (pot)grond waar de plant in groeit, niet helemaal uitdroogt. Die grond moet wel goed doorlatend zijn, dus zorg in een pot voor goede drainage. In het voorjaar kaliumrijke mest geven. Dianthus Peman verdraagt tot 12 graden vorst, is niet wintergroen en bloeit van april tot in juli met een stroom aan heerlijk geurende bloemen.

TIP
Deze tuinanjers zijn in een wat grotere tuinpot of bak heel goed te combineren met andere voorjaars- en zomerbloeiende planten. Het grijzige blad zorgt voor rust in zo’n combinatie.

In kort bestek
Dianthus Peman is een tuin- of potanjer die langdurig (april-juli) en rijk bloeit met heerlijk geurende, lichtgevulde roze bloemen boven het grijziggroene blad. Een stevige, compacte plant die graag groeit in zandige, goed doorlatende grond en op een zonnige tot lichtbeschaduwde plek. Heerlijke planten die bovendien goed met andere bloeiers zijn te combineren.


Woonplant van de maand april: de Varen

$
0
0
Woonplant van de maand april: de Varen

In april is de Varen Woonplant van de maand. De Varenfamilie is een grote groep planten en kent verschillende soorten met verschillende namen. De bekendste is de Nephrolepis. Deze Varen is makkelijk in onderhoud, zuivert de lucht en zorgt voor een goede luchtvochtigheid. Planten om welkom te heten dus.

Blad dat zich afrolt vanuit een krul
Veel Varens hebben bladeren die zich afrollen vanuit een krul. Is het blad afgerold dan heeft elk soort  zijn eigen unieke eigenschappen zoals kleur en volume. De bladkleur varieert van lichtgroen, zilvergrijs tot diep donkergroen en van roodachtig tot diep brons. Ook de bladvormen verschillen. Van helemaal gesloten bladeren zoals de Asplenium tot de diep ingesneden soorten als de Nephrolepis- of Adianthumsoorten. Zelfs de hardheid van de bladeren varieert. Een veelzijdige familie!

Zuivere, vochtige lucht
Varens groeien in veel gebieden binnen en buiten Europa. De Varens die je kent uit de woonkamer groeien in het wild vooral in gebieden met een hoge luchtvochtigheid. Door deze erfenis vindt de plant dat ook binnen fijn. Dat is prettig voor jou, want de plant geeft daardoor veel vocht af. Dat vermindert klachten als hoofdpijn en een droge huid. Daarnaast staan Varens ook nog bekend om hun luchtzuiverende kwaliteiten. Heel gezond dus, een Varen in huis.

Verzorging: vocht, vocht, vocht
Vocht, daar houden Varens van. Houd de potaarde dus vochtig en laat de kluit niet uitdrogen  maar geef geen water in het hart van de plant. Wanneer je regelmatig sproeit met een plantenspuit en wekelijks voeding geeft, blijft de plant gezond en gelukkig. Zet je Varens daarnaast op een lichte standplaats, maar niet in de directe zon, dan geniet je jaren van deze decoratieve gasten.

Leuk om te weten:

  • Varens doen het prima op een vochtige plek in het huis zoals de badkamer of de keuken. Zorg wel voor direct daglicht.
  • Een Varen is een ideale plant om op te hangen, zo hebben de bladeren alle ruimte.
  • Groeit jouw Varen uit zijn pot? Maart is een goede maand om je plant te verpotten.
  • Deze plant is als woonplant al populair sinds de Victoriaanse tijd.
  • Varens hebben het het beste naar hun zin bij een temperatuur vanaf zo’n 15 C°.
  • Weet je dat er ook winterharde soorten voor de tuin te koop zijn?
  • Varens groeien in de natuur vaak als epifyt, dus op andere bomen en planten en in vochtige bosjes en moerassen.
  • De Nephrolepis is een van de oudste planten op aarde en is vaak aangetroffen als fossiel.
  • De bladeren van Varens kunnen wel een meter lang worden.
  • Varens zijn heel geschikt op de werkvloer door hun luchtzuiverende werking.
     

Woonplant van de maand
Varens staan deze maand in het middelpunt van de belangstelling als Woonplant van april 2014. ‘Woonplant van de maand’ is een initiatief van het Bloemenbureau en komt tot stand met financiële steun van de Europese Unie. Maandelijks kiest het Bloemenbureau in overleg met vertegenwoordigers uit de sierteeltsector een plant die het opvallend goed doet bij de consument, of juist (nog) niet zo bekend is, maar wel potentie heeft om het goed te doen in de woonkamer. 

Struikmargriet

$
0
0
Struikmargriet

Ja, de struikmargriet bloeit lang en heeft daardoor regelmatig plantenvoeding nodig!

Struikmargrieten zijn graag geziene kuipplanten. Daar is één belangrijkste reden voor: de onvoorstelbaar uitbundige bloei die maar door gaat. De planten kunnen makkelijk tot oktober doorbloeien. De door de kwekers gevormde gezellige bolle plantvormen op pot doen het minstens zo goed als de even gewilde stamvormpjes. Helaas zijn de licht verhoutende planten hier niet winterhard en overwinteren geeft meestal een wat minder resultaat: koop dus elk jaar nieuwe. Dan is de bloeirijkheid het grootst.

Van de Canarische Eilanden
Struikmargrieten (Argyranthemum frutescens) stammen oorspronkelijk uit de unieke natuur van de Canarische Eilanden, o.a. van Tenerife, Fuerteventura en Gran Canaria. Maar ze zijn inmiddels in tal van andere gebieden met een subtropisch klimaat ingeburgerd. Daar groeien ze uit tot mooie, brede, bolle, dicht vertakte struiken van wel 1,5 m hoog. Als die volop met honderden margrietenbloemen tegelijk bloeien, weet je niet wat je ziet! Net zoals de planten die je bij GroenRijk koopt, zijn ze na verloop van tijd letterlijk overdekt met hun kleurrijke bloemen. Die kunnen wit zijn of roze, geel, geelbruin, roodachtig en paars. Aan jou de keuze. Misschien valt het je op dat het blad bij de in verschillend kleuren bloeiende planten ook varieert. Het is vaak frisgroen, maar kan ook wat grijzig zijn en meer of minder fijn ingesneden. De planten worden liefst verkocht in het stadium dat de knoppen al wat kleur te zien geven. Stamvormen zijn meestal wat duurder dan de bolle vormen, omdat het vormen van een stammetje de kweker ongeveer drie jaar kost. Maar dan is er ook iets moois ontstaan dat extra opvalt. De bloei is even rijk.

De wetenschappelijke naam
Struikmargrieten hebben heel lang Chrysanthemum frutescens geheten. Eigenlijk tot de wetenschappers het enorme geslacht Chrysanthemum opsplitsten in wel 30 aparte geslachten (wat sinds 1999 overigens voor een deel weer is teruggedraaid, maar niet voor de struikmargrieten). De struikmargriet kreeg door de nieuwe indeling de naam Argyranthemum en heet dus nog steeds zo. Die nieuwe indeling was nodig vanwege genetische verschillen die pas sinds halverwege de vorige eeuw aantoonbaar zijn. Voor die tijd gebeurde de indeling bij planten vooral op uiterlijke kenmerken, zoals bloemeigenschappen. Iets dergelijks is veel andere planten ook overkomen. Die kregen ook een andere naam omdat ze andere genen bleken te hebben dan eerder werd gedacht. Sinds er ook bij planten DNA wordt onderzocht zijn er al heel veranderingen doorgevoerd.

Verzorging
Zet je struikmargrieten op een zonnige plek op balkon of terras. Een mooie sierpot om de pot waarin hij staat, gaat te sterke opwarming van de wortels in de kweekpot tegen. GroenRijk biedt een grote keuze aan potten. Ga je verpotten, zet ze dan in een mengsel van 1 deel potgrond met 1 deel bemeste tuinaarde. Na zes weken is de mest uit de potgrond verbruikt. Daarna moet je iedere week een keer wat plantenvoeding in zwakke concentratie in je gietwater doen. Geef dagelijks water. Wanneer je je planten toch wilt overhouden, kan dat het beste op een lichte plek bij een temperatuur tussen 5 en 10 °C. Haal ze voor de eerste nachtvorst naar binnen. Verpot ze dan in het voorjaar. Haal liefst dagelijks de uitgebloeide bloemen weg. Bescherm de planten tegen zware regen. De bloemen kunnen anders smetten (verbruinen). Zorg dat een teveel aan gietwater kan wegstromen (drainagegat onder in de pot). Geef ook water als het regenachtig weer is. Door de bolle vorm van de planten komt aflopend regenwater vaak niet in de pot terecht en kan de potgrond zelfs droog blijven als het regent. Om dezelfde reden niet op de plant, maar in de pot water geven.

TIP
Als de binnenste bladeren bruin verkleuren (dat gebeurt soms) moet je de helft van de bloemen en knoppen weghalen. Dan vormt zich al gauw nieuw fris blad en ook de bloei is al snel weer in volle gang. 

In kort bestek
Struikmargrieten (Argyranthemum frutescens) zijn zeer rijk bloeiende, niet winterharde, mediterrane struikjes die tot oktober vol door kunnen bloeien met honderden margrietachtige bloemen in roze, gele, paarse of bruinachtige tinten (maar ze zijn er ook in zuiver wit met een geel hart). Het blad wordt vaak bijna geheel door de bloemen bedekt. Een rijk gezicht! Struikmargrieten laten zich op terras en balkon uitstekend met andere planten  combineren. 

Spaanse margriet

$
0
0
Spaanse margriet

Ja, de Spaanse margriet is ideaal voor gebruik in potten en bloembakken die in de volle zon staan!

Er zijn weinig planten die zo rijk bloeien als Spaanse margrieten. Niet voor niets was de Spaanse margriet al eens balkonplant van het jaar. De bloemen zijn zeldzaam vrolijke, stralende zonnetjes die je voortdurend in zomersfeer brengen. De verschillende kleuren (wit, crème, geel, oranje, rood, roze, lila, paars) zijn prachtig, de bloemenharten vertonen vaak ringen in andere kleuren dan de omringende bloemblaadjes wat een schitterend effect geeft. Hier worden ze bijna uitsluitend als eenjarige planten gehouden, maar Spaanse margrieten – ze heten officieel Osteospermum ecklonis – zijn in hun Zuid-Afrikaanse oorsprongsgebied eigenlijk langlevende halfheesters die daar meer dan 1 m hoog kunnen worden. Als je de uitgebloeide bloemen zo nu en dan verwijdert, verspilt de plant geen energie aan de vorming van zaad en bloeit hij ongekend rijk door.

Uit Zuid-Afrika
Osteospermum ecklonis is, net zoals een zonnebloem, een composiet. De bloemen zijn samengesteld. Iedere bloem bestaat uit een groep piepkleine bloempjes in het hart, met daar omheen een krans van kleurige bloembladen. Bij sommige soorten en cultivars (bijv. O. jucundum ‘Star of the Veldt’) hebben die bloembladen zelfs een soort lepelvorm, bij andere zijn ze gestreept, bij weer andere naar binnen opgekruld. De vormvariatie binnen dit geslacht is enorm! Er zijn tientallen soorten Osteospermum (vroeger was de naam Dimorphotheca). Ze stammen bijna allemaal uit zuidelijk Afrika. De Spaanse margriet wordt daarom ook wel Kaapse margriet genoemd. De uitbundig bloeiende soort O. ecklonis komt in het wild voor in een klein gebied rond de Zuid-Afrikaanse kustplaats Port Elizabeth. De plant werd in 1837 voor de eerste maal beschreven door een plantenzoeker met de fraaie naam Augustin Pyramus de Candolle die hem vernoemde naar Christian Friedrich Ecklon, een Duitse botanicus van wiens hand kort daarvoor een boek over Afrikaanse planten was verschenen. Pas rond 1890 kwam de Spaanse margriet voor het eerst in Europa terecht. Andere soorten waren al eerder geïntroduceerd en werden ‘satijnbloemen’ genoemd. In Zuid-Afrika is de Spaanse margriet bekend onder namen als Jakkalsbos, Sondagsrivier madeliefie en Vanstadensrivier madeliefie. Ook de naam Veldster wordt wel gebruikt. Dan toch maar liever Spaanse margriet.

Een echte zonneplant
In ons klimaat worden de planten lang niet zo hoog als in Zuid-Afrika, meestal worden ze hier eenjarig gehouden en dan zo’n 30 cm hoog. Het grijzig groene blad maakt meteen duidelijk dat het echte zonneplanten zijn. De glanzende, prachtig gekleurde, margrietachtige bloemen worden zo’n 7-10 cm groot. Plant ze op een zonnige plek in de volle grond, ca. 40 cm uit elkaar. Een groepje Spaanse margrieten bij elkaar vormt een prima bodembedekking. Veel eisen stellen ze niet. Als de grond maar een beetje voedsel bevat en goed doorlatend is, is het goed. Ze doen het ook uitstekend in standaard potgrond in potten, bakken en kuipen. Ideaal op terras en balkon. Ze kunnen heel wat droogte en warmte hebben, maar laat de potgrond niet helemaal uitdrogen. Planten in potten na zes weken eens in de veertien dagen plantenvoeding in het gietwater geven. De jonge planten die je bij GroenRijk koopt, bloeien de hele zomer door. Spaanse margrieten zijn buitengewoon dankbare, prachtige planten. Voor veel liefhebbers zijn het ieder jaar de eerste balkon- en terrasplanten die ze kopen, gevolgd door geraniums, lobelia’s, fuchsia’s enz.

Pas op voor vorst
Spaanse margrieten zijn erg koudegevoelig. Heb je ze al buiten geplant en dreigt er nachtvorst (dat kan nog heel goed tot midden mei) dek ze dan even af met tuinvlies (ook bij GroenRijk te koop).

TIP
Spaanse margrieten kun je ook als kuipplant houden. Als je ze binnen licht en vorstvrij laat overwinteren kunnen ze jarenlang in leven blijven en fors uitgroeien.

In kort bestek
Spaanse margrieten (Osteopermum ecklonis) zijn ongelooflijk rijk bloeiende, meestal eenjarig gehouden zonneminnaars met margrietachtige bloemen die wel 10 cm groot kunnen worden en met kleuren zoals wit, crème, geel, oranje, rood, lila, paars. Prachtig in potten en bakken op balkon en terras of in de volle grond. Hoe meer zon ze krijgen, hoe beter, maar zorg wel dat de (pot)grond niet helemaal uitdroogt, dan bloeien ze de hele zomer door.

Mini-petunia

$
0
0
Mini-petunia

Ja, de mini-petunia heeft regelmatig water en plantenvoeding nodig!

Mini-petunia’s zijn ook Petunia’s, maar dan net even anders. Daarom heten ze ook Calibrachoa. Ze komen uit Zuid-Amerika. Daar was eind vorige eeuw een Japanse onderzoeker in de natuur aan het werk toen zijn oog viel op Petunia’s die hem opvielen doordat ze rijker en fijner bloeiden dan hij ooit eerder had gezien. Hij heeft materiaal van die planten mee haar huis genomen en zo komt het dat de mini-petunia’s in 1996 door een Japanse veredelaar op de internationale plantenmarkt konden worden aangeboden. Het was dezelfde veredelaar die ook de bekende Surfinia’s heeft ontwikkeld. Men was er al gauw achter dat mini-petunia’s genetisch nogal afweken van andere Petunia’s en in feite een apart, maar wel verwant, geslacht vormen: Calibrachoa. Ze zijn vernoemd naar een Mexicaanse hoogleraar in de farmacie, Antonio de Caly Bracho. Mini-petunia’s of Calibrachoa’s zijn in feite groenblijvende vaste planten, maar omdat ze geen vorst verdragen worden ze bij ons als eenjarige planten aangeboden en gehouden. Vanwege de enorm rijke bloei en de eerst iets opgaande en daarna hangende groeivorm zijn het geweldige planten om in pot, bak of hangpot in je tuin, op je balkon of op je terras toe te passen.

Calibrachoa’s in tal van kleuren
Calibrachoa’s worden behalve mini-petinia’s ook wel ‘Million Bells’ genoemd. Dat was de serienaam die ze in eerste instantie kregen toen men nog niet wist dat het een apart geslacht was. Vooral in Engelstalige gebieden (Canada, de USA, de UK enz.) worden ze nog steeds vooral zo genoemd. Inmiddels zijn ze er met hun kelk- of trompetvormige bloemen in tal van kleuren en zijn er zelfs alweer aparte series uit ontwikkeld, bijv. de Can Can-serie waar de prachtige, roze bloeiende (met een donkerder hart) ‘Can Can Apple Blossom’ deel van uitmaakt. De keuze is groot. We noemen een paar andere rassen: ‘Terracotta’ bloeit warm donkergeel/oranje, de bijzondere ‘Can Can Mocha’ heeft een soort chocoladekleur (licht crème met een donkerder hart, ‘Apricot’ is geelachtig oranjerood, de kleur van ‘Cabaret Hot Pink Star’ laat zich raden, net zoals van ‘Rose Star’, ‘Purple Star’ (alledrie met een stervormig kleurverloop in de bloem). ‘Dark Purple’ en ‘Can Can Purple Glow’ bloeien uiteraard (diep) paars en bij ‘Coral Reef’ kun je een tropische vakantie dromen. GroenRijk biedt meer dan keuze genoeg. Kies de kleuren die je het meeste aanspreken.

Heel makkelijke, sterke planten
Ze groeien snel en vormen al gauw vrij lange ranken (tot wel 75 cm) die voortdurend vol bloemen lijken te zitten. De planten bloeien van het voorjaar (meestal al voor mei) tot de vorst er in het najaar een eind aan maakt. Pas op met late nachtvorst in het voorjaar. Haal de planten dan even naar binnen. Mini-petunia’s houden van een zonnige plek, maar verdragen ook wat lichte schaduw en zelfs vrij veel slecht weer. De sterke bloemen smetten en verbruinen zeker niet door regen. In de zon bloeien de planten wel het beste. Zorg voor lichte, goed doorlatende grond. Een teveel aan gietwater moet weg kunnen. Normale potgrond is prima. Ze groeien eerst tot ca. 20-40 cm omhoog en wat breder uit en gaan daarna overhangen. Ze hebben daarom een niet te kleine (hang)pot of bak nodig met voldoende grond en ruimte. Laat de potgrond niet helemaal uitdrogen. Mini-petunia’s hebben overigens veel minder water nodig dan de ‘gewone’ Petunia’s en Surfinia’s (wat ook Petunia’s zijn). Geef dus regelmatig water en meng eens per veertien dagen wat vloeibare plantenvoeding door het gietwater. Als de planten te weinig voeding krijgen zie je dat aan het vergelen van de blaadjes. Het leuke is dat je bij mini-petunia’s geen uitgebloeide bloempjes hoeft te verwijderen. De planten zijn zogenaamd  ‘zelf-schonend’. Uitgebloeide bloempjes verdrogen en vallen vanzelf af. Dat is een groot verschil met andere rijkbloeiende zomerbloeiers!

TIPS

  • Mini-petunia’s worden door de kwekers uit stek vermeerderd. Dat zou je zelf ook kunnen doen, maar zoals vaker het geval is, bloeien zelf-gestekte planten daarna vaak minder rijk dan planten die door kwekers worden vermeerderd. 
  • De bloeiende Calibrachoa’s worden graag door hommels bezocht. Een leuk gezicht! 
  • Behalve in potten en bakken kun je mini-petunia’s ook heel goed voorin een border of perk planten. De over de grond kruipende, bloeiende ranken zorgen ook daar voor een fantastische show.
  • Mini-petunia’s zijn magnifiek te combineren anders gevormde of gekleurde planten met ook andere bloemvormen zoals Heuchera’s en penningkruid (Lysimachia’s).

In kort bestek
Mini-petunia’s (Calibrachoa’s, ook wel ‘Million Bells’ genoemd, zijn ongelooflijk rijk en langdurig bloeiende (mei-oktober), rankend groeiende, eenjarig gekweekte planten voor (hang)potten, bakken  of volle grond. Sterk en weerbestendig, zelf-schonend, weinig eisend, makkelijk te verzorgen. Eenmaal deze planten gehad, wil je ze weer! GroenRijk heeft ze nu met allerlei prachtige bloemenkleuren. De planten zijn maandenlang overdekt met kleur!

Perkgoed

$
0
0
Perkgoed

Ja, verwijder regelmatig de uitgebloeide bloemen, dan bloeit perkgoed langer door

Met perkgoed bedoelen we bijna eindeloos bloeiende zomerbloeiers. Het zijn eenjarige planten die in één seizoen alles doen om voor nageslacht te zorgen. Dus bloeien ze door tot ze zaad kunnen vormen en dat kunnen ze niet als je de uitgebloeide bloemen regelmatig weghaalt. Wat een kleurenweelde! En zo lang! Moet je je voorstellen wat een energie het kost om steeds maar weer massa’s nieuwe bloemen te maken. Maar ze doen het, onvermoeibaar, onafgebroken en eindeloos mooi.

Een geweldige keuze
Kies uit de volgende soorten (of neem ze allemaal):

Petunia’s: GroenRijk heeft Petunia’s uit de nieuwste rasgroepen. Die zijn veel beter bestand tegen regen, wind en andere weersinvloeden dan andere rassen. Ze bloeien bovendien langer en rijker, maar zonder warmte en zon kunnen ze natuurlijk niet. Ze zijn er in allerlei kleuren en vormen. De bekende Surfinia-rassen en Calibrachoa (een andere soort) behoren ook tot de Petunia-groep. Geef Petunia’s regelmatig water, maar zorg dat ze niet met hun wortels in het water blijven staan. Daar kunnen ze slecht tegen. Je kunt de hangvormen ook over de grond laten kruipen (een heel fraai gezicht, zo’n bloementapijt!), maar ze zijn vooral geschikt voor hanging baskets, wand- en balkonbakken. Petunia’s behoren tot dezelfde familie als de tabaksplanten en daar wijst hun naam ook op: ‘Petum’ is het Braziliaanse woord voor tabak.

Lobelia’s: die zijn onmisbaar met hun vooral blauwe, maar ook roze, paarsrode, crème of witte bloemen. Bij sommige hebben de bloemen een wit oog. De rankende vormen (hanglobelia’s) vragen gewoon om hanging baskets. Er zijn heel veel verschillende rassen, ook groot- en kleinbloemige. Dus keuze genoeg! Heel klassiek is een combinatie met rode geraniums. Vooral in de Alpenlanden zie je die overal in plantenbakken en op de balkons. De bloemvorm van deze planten – met drie brede, hangende bloemblaadjes en twee kleine opstaande – is heel bijzonder! Prachtplanten voor potten, bakken en perken. Ook vooraan in een border doen ze het geweldig. Ze houden van zon, maar laat ook bij Lobelia’s de grond niet uitdrogen. Lobelia’s zijn genoemd naar de Franse plantkundige Mathieu de l’Obel die heel veel exotische planten in Europa introduceerde.

Vlijtig liesjes: (Impatiens walleriana) zijn alleskunners. Ze groeien in zon en schaduw en in perken, potten en bakken, in hanging baskets en zelfs (tijdelijk) in huis. En ze bloeien heel lang! Koop ze nu, als jonge planten. Dat is veel makkelijker dan zelf opkweken en ze staan bij GroenRijk op je te wachten. Er zijn veel rassengroepen. Onder andere rassen met opvallende ‘ogen’, andere hebben een ‘sterrenhart’ en ze zijn er in allerlei tinten: oranje, oranjerood, rood, roze, violet, zalmkleurig en wit. Laat de (pot)grond waarin je ze plant niet uitdrogen. Ze doen het heel goed in lichte schaduw. Vlijtig liesjes zien er lekker sappig uit. Het zijn dan ook planten die veel vocht nodig hebben. Zolang ze dat krijgen (en een beetje voedsel), vinden ze verder alles best. De naam Impatiens danken de planten uit dit geslacht aan de verrassende eigenschap dat de rijpe zaaddozen bij aanraking openspringen en de zaden worden weggeschoten. Impati = niet dulden; ze dulden geen aanraking (of ze hunkeren daar juist naar; dat kan natuurlijk ook). De soortnaam walleriana herinnert aan een dominee (Horace Waller) die de vlijtig liesjes in Centraal-Afrika ontdekte.

Afrikaantjes: (Tagetes) bloeien fel oranje, roodachtig, geel en bruin. De wilde soort komt helemaal niet uit Afrika, maar uit Midden-Amerika en heeft een enkele bloemvorm. Die zie je soms nog terug bij afrikaantjes uit de Patula Groep die 20-30 cm hoog worden. Er zijn veel meer groepen afrikaantjes, hogere en lagere, enkele en extra gevulde, rassen met een sterke geur en vrijwel geurloze. De kleinste en misschien wel mooiste is het ster-afrikaantje, Tagetes tenuifolia, dat zelfs wat schaduw verdraagt. Afrikaantjes helpen tegen bodemaaltjes in de grond en houden daarmee ook andere planten gezond. De grond mag niet te nat zijn, dus goed doorlatend. Verder stellen ze weinig eisen, behalve zon, zon en nog eens zon. En bloeien dat ze doen! Ongelooflijk!

Verzorging
Plant in goede, bemeste potgrond of tuinaarde. Geef planten in potten en bakken eens per week vloeibare plantenvoeding in het gietwater. Laat de (pot)grond nooit helemaal uitdrogen. Vergeet ook de zomerbloeiers niet, die je als perkplanten in de volle grond van je tuin hebt geplant. Haal regelmatig de uitgebloeide bloemen weg. Dan bloeien ze veel langer door.

In zo’n praktische draagtray neem je ze makkelijk mee
Je kunt de zomerbloeiers die je nu bloeiend en bomvol knoppen koopt, heel makkelijk meenemen omdat GroenRijk ze nu in handige draagtrays met steeds zes planten aanbiedt. Plant ze over in een leuke pot of bak en je hebt er maandenlang plezier van.

TIP
Maak leuke plantencombinaties in je lievelingskleuren. Kies ook bijpassende potten of bakken. Keus genoeg bij GroenRijk!

In kort bestek
Rijkbloeiend perkgoed geeft maanden kleur in je tuin, op je balkon, aan de wand en in hanging baskets. Je koopt bij Groenrijk planten van topkwaliteit die je makkelijk kunt meenemen: zes stuks in een handige draagtray.  Petunia’s, Lobelia’s, afrikaantjes en vlijtig liesjes maken van de zomer een bloemenfeest dat maandenlang duurt. Makkelijk te verzorgen!

Viewing all 631 articles
Browse latest View live


<script src="https://jsc.adskeeper.com/r/s/rssing.com.1596347.js" async> </script>