Quantcast
Channel: GroenRijk Prinsenbeek nieuws
Viewing all 631 articles
Browse latest View live

Sneeuwbal , Tuinplant van de Maand februari

$
0
0
Sneeuwbal , Tuinplant van de Maand februari

Bloemen als sneeuwballen. Ook als het niet sneeuwt, brengt Viburnum sneeuwballen in je tuin. En vriest het toch, dan blijft de tuinplant mooi groen om je opgewekt het vroege voorjaar in te slepen. Geef de Tuinplant van de Maand februari een plekje in de tuin en beleef de meest groene sneeuwpret die je kunt bedenken.

Bloei of bes
Viburnum, beter bekend als Sneeuwbal, is een veelzijdige heesterfamilie. Er zijn soorten die in de winter groen blijven, half wintergroene types én soorten die hun blad helemaal verliezen. Ter compensatie groeien er dan wel van november tot maart wit-roze bloemen in trosjes aan de kale takken. Die bloemen geuren heerlijk en kunnen goed tegen vorst: een spectaculaire combinatie. Hoe later de bloei, hoe groter over het algemeen de bloemen worden. Sneeuwbal maakt bovendien vaak in het najaar een tweede bloei door of levert dan mooie rode, blauwe of zwarte bessen. Met ook nog mooi verkleurend blad in de herfst heeft deze tuinbloeier in alle seizoenen iets bijzonders te bieden.

Verzorging
Sneeuwbal kan zowel in de volle grond als in kuipen, bakken en potten worden gezet. Kies wel een lichte plek want Sneeuwbal is minder geschikt voor schaduwrijke locaties. Met een beetje plantenvoeding blijft de plant sterk en gezond en dat resulteert weer in optimale bloei. Uiteraard niet vergeten om in droge perioden water te geven.

Wist je dat

  • De naam Viburnum is afgeleid van het Latijnse woord 'vincia' dat 'binden' betekent. De plant heeft taaie, buigzame stelen die onder meer werden gebruikt voor vlechtwerk.
  • De bessen van Sneeuwbal helpen vogels de winter door, maar zijn niet eetbaar voor mensen.
  • In China wordt Sneeuwbal vaak rond tempels geplant: de geur is een extra eerbetoon aan Boeddha.

Meer informatie over Sneeuwbal en andere tuinplanten vind je op Mooiwatplantendoen.nl.


Mini-kamerhortensia

$
0
0
Mini-kamerhortensia

Ja, de mini-kamerhortensia staat graag op een lichte plaats

Grote tuinhortensia’s zijn heel bekend. Dat zijn die struiken met hun vaak roze, blauwe of witte, bolle bloeiwijzen (er zijn er ook met platte bloemschermen). Het zijn vormen van de soort Hydrangea macrophylla (want hortensia’s heten wetenschappelijk officieel allemaal Hydrangea). Van die soort worden ook speciale rassen (cultivars) met bolle of platte bloeiwijzen voor gebruik als kamerplant in verschillende maten gekweekt. Dat zijn midi- en mini-uitvoeringen van de tuinsoort. Op pot gekweekt worden de mini-kamerhortensia’s die GroenRijk nu aanbiedt, niet hoger en breder dan 30-80 cm. De meeste kunnen naderhand ook in de tuin worden uitgeplant. Dan worden ze op den duur vaak wel weer wat groter. Ook aan de mini-hortensia’s verschijnen de bekende grote ronde of platte bloemtuilen met soms wel een doorsnee van wel 15-20 cm. Een prachtig gezicht! Die tuilen bestaan uit een fors aantal aparte, viertallige bloempjes die elk ca. 2-3 cm groot zijn. GroenRijk biedt ze nu in diverse bloeivormen en allerlei kleuren aan. Bij hortensia’s is roze de van nature meest voorkomende bloemkleur.

De naam hortensia
De eerste die deze naam gebruikte was de Franse arts en botanicus Philibert Commerçon. Er wordt terecht verondersteld dat deze naam afkomstig is van en eerbetoon is aan een zekere Hortense. Daarvoor wordt bijna altijd de lieftallige Hortense, dochter van de Franse keizerin Josephine de Beauharnais aangewezen, maar dit is niet zeker. De naam kan evengoed verwijzen naar de toen bekende astronome Hortense Lepaute, maar nog waarschijnlijker naar de maîtresse van de bekende botanicus Bougainville, die Commerçon allebei kende.

Verschillende bloemvormen

De bolle bloemvormen komen bij kamerhortensia’s het meeste voor, maar er zijn dus ook prachtige cultivars met platte bloemschermen en zelfs seringbloemige rassen.

De bolle bloemtuilen bestaan uit kleurrijke, steriele (onvruchtbare) bloemen die in de knop groen zijn, maar daarna hun kleur krijgen.

De cultivars met platte bloemschermen worden ook wel ‘Teller’-hortensia’s, randbloeiers of (in Engelstalige gebieden) ‘Lace Caps’ (kanten mutsjes) genoemd (het Duitse ‘Teller’ betekent ‘bord’, dus: bordvormige bloemtuilen). Daarbij bestaan de bloemschermen of -tuilen uit een krans van opvallend gekleurde, steriele (onvruchtbare) randbloemen rond een hart met kleine fertiele (wel vruchtbare) bloempjes. Dit is de meest natuurlijke bloemvorm die ook veel bij andere Hydrangea-soorten voorkomt. Er is ook een serie dubbelbloemige ‘Teller’-(kamer)hortensia’s (o.a. ‘Vuurwerk’) met stervormige, gevulde randbloemen.

Sinds 1992 bestaat er ook een derde bloemvorm, de ‘Seringbloemige hortensia’ of ‘Seringhortensia’ met geschulpte, steriele bloempjes in een bolle schijf, die inmiddels ook in diverse bloemkleuren wordt gekweekt. De bloemen met hun dikke, wasachtige bloemblaadjes geuren heerlijk zoet.

Veel mini-kamerhortensia’s behoren tot de ondersoort Hydrangea macrophylla forma otaksa.

Een rijke bloeier bij uitstek
Mini-kamerhortensia’s zijn er in allerlei tinten (soms ook dubbelkleuren) wit, roze, rood, paars en blauw. De kleur van de bloemen wordt voor een deel beïnvloed door de zuurgraad (pH) van de (pot)grond waar ze in groeien. Bij sommige (niet alle!) cultivars die van nature roze of rood bloeien, kan de kleur blauw of paars worden als de grond erg zuur is. Dat is dan dus te beïnvloeden. Blauw bloeiende planten kunnen op dezelfde manier rode of roze bloemen krijgen als de (pot)grond neutraal (pH7) of kalkrijk (pH8 en meer) is (of wordt gemaakt).

Verzorging
Zet de mini-kamerhortensia in huis licht, maar niet in de felle zon. Geef twee keer per week water. Zorg dat de potgrond vochtig blijft. Gebruik liefst regenwater of onthard water (GroenRijk heeft alles wat je nodig hebt om water te ontharden). Giet overtollig uitlekkend water weg. Het is om die reden handig om je mini-kamerhortensia in een sierpot met losse onderschotel te zetten. Geef tweemaal per maand plantenvoeding (voor bloeiende planten) in het gietwater. Besproei het blad zo nu en dan met de nevelspuit. De beste temperaturen liggen tussen 12 en 22 °C, zeker niet warmer. De bloemschermen van de mini-kamerhortensia kunnen ook worden gedroogd. Je kunt dus driedubbel plezier van je mini-kamerhortensia hebben (eerst laten bloeien, daarna de bloemen afknippen en drogen en dan kun je je hortensia ook nog in de tuin planten).

TIP: Mini-kamerhortensia’s kunnen (we zeiden het al) als ze zijn uitgebloeid, heel goed in de tuin worden geplant. Ze moeten soms even wennen, maar het lukt prima. De cultivars die voor de teelt van mini-kamerhortensia’s worden gebruikt zijn over het algemeen iets vorstgevoeliger dan de echte tuinrassen. Plant je mini-kamerhortensia daarom in de tuin niet op het oosten, waar de ochtendzon in het vroege voorjaar na nachtvorst de knoppen kan beschadigen. Een beschutte, niet te zonnige plek is het beste.

Lentebloeiers

$
0
0
Lentebloeiers

Ja, deze prachtige lentebloeiers hebben weinig water nodig

Vrolijke, mooie bolgewasjes per soort op pot! Kies maar uit! Het is al lente bij GroenRijk. Wat een kleurenfeest!  Daar wil je in jouw huis ook van genieten. Ze kunnen buiten staan (op het terras of balkon), maar daarvoor is het vaak nog net te koud. Je hebt er niets aan als de bloemen bevriezen! GroenRijk biedt je de keuze uit verschillende soorten nu bloeiende bolletjes: witte, heerlijk geurende hyacintjes (Hyacinthus) of gele narcisjes (Narcissus), witte botanische tulpjes (Tulipa) of blauwe druifjes (Muscari). Echte voorboden van heerlijk voorjaarsweer en zon. Precies wat je nu nodig hebt en je kunt er ook iemand anders blij mee maken. Zo’n bloeiend potje bolletjes is ook een graag gewild cadeau!

Witte hyacinten
Heerlijk om je kamer ook met geur op te fleuren! Zo’n potje met hyacinten is prachtig en je hele huis kan ernaar geuren. De bolletjes steken in het potje altijd voor een deel boven de grond uit. Dat hoort zo bij hyacinten. De kwekers hebben de ingeplante bolletjes eerst zes weken op een donkere plek gehouden bij een temperatuur van maximaal 10 °C. In die periode zijn ze goed beworteld. Daarna zijn de planten geleidelijk aan meer licht gewend en werd de grond nog steeds vochtig gehouden. Ze hebben koel gestaan tot er bloemknoppen zichtbaar werden. Daarna zijn ze warmer en nog lichter gezet. Zet je potje met hyacinten ook thuis op een lichte plek in je warme kamer. De heerlijke bloemengeur zal dan door de hele ruimte trekken. Zorg dat de grond in het potje steeds iets vochtig blijft. Niet te nat maken. Je zult wekenlang plezier hebben van de bloemen. Als de bolletjes uiteindelijk  zijn uitgebloeid, kun je het potje op een minder prominente, maar wel lichte plek zetten tot je de bolletjes in het voorjaar (als de kans op vorst is geweken) buiten in de tuin uitplant. Bij witte hyacinten hebben de bollen een wat wittige huid. Voor kamercultuur zijn ze niet meer te gebruiken, maar in de tuin kunnen ze het voorjaar erop weer bloeien. Laat de gootvormige bladeren in alle rust vergelen en afsterven.

Gele narcisjes
Dat zijn in dit geval vooral vertederende ‘Tête-à-tête’-narcisjes. Prachtige dwergnarcisjes die behoren tot de Narcissus Cyclamineus Groep, maar er zijn ook andere soortjes. De soort N. cyclamineus groeit in het wild op vochtige bergweiden in Spanje en Portugal. ‘Tête-à-tête’ wordt niet hoger dan 15 cm en bloeit met meerdere (1-3) felgele trompetbloempjes per steel. De trompetjes kleuren tijdens het uitbloeien wat meer oranje. De dekblaadjes van de bloempjes wijzen iets naar achteren. Ook deze plantjes staan in huis graag licht en in iets vochtig gehouden grond. Na de bloei kun je ook deze bolgewasjes in het voorjaar in de tuin planten. Doe dat op een vochtig plekje waar niet de hele dag de zon op staat. Ze zullen er vanzelf verwilderen en nog jarenlang heel elegant en schitterend bloeien.

Witte tulpjes
Nee, niet van die hoge die in mei de tuin opfleuren , maar vroegbloeiende, kleine botanische tulpjes. Prachtig om van te genieten. Ook deze zijn door de kwekers eerder dan normaal in bloei getrokken, zodat je er nu al van kunt genieten. Sommige geuren heel zacht en zoet. Ook deze botanische tulpjes kun je later dit voorjaar in de tuin planten. Daarna hoef je er niets meer aan te doen. Het blad sterft na de bloei vanzelf af, maar volgend voorjaar kun je dan buiten weer volop van hun bloemen genieten, want de bollen van botanische tulpen hoef je niet op te rooien. Die kunnen gewoon in de grond blijven. Geniet er nu van in je kamer en daarna nog jaren in je tuin!  

Blauwe druifjes, ook druifhyacintjes genoemd
Als blauw je lievelingskleur is, kies je natuurlijk voor het potje met blauwe druifjes. De bloemtrosjes lijken inderdaad wel iets op omgekeerde trosjes miniatuurdruiven. De meest bekende soort is Muscari armeniacum uit Macedonië, Roemenië en de Kaukasus. In het wild en in de tuin bloeit dit lieflijke bolgewas in april-mei. Er zijn tal van cultivars uit ontwikkeld, ook wit bloeiende, maar de meeste hebben een blauwe tint behouden. De bolletjes in het potje hebben een speciale behandeling van de kweker gekregen en bloeien nu al. De bloempjes kunnen heel licht geuren. Houd ook bij de blauwe druifjes de grond in het potje iets vochtig (een paar keer per week even met je vinger voelen en water geven als dat nodig blijkt). Zet het potje op een lichte plek. Ook deze bolletjes kun je, als ze zijn uitgebloeid, in het voorjaar in de tuin planten en daar laten verwilderen. Dan kun je ook van blauwe druifjes nog jaren plezier hebben. Een plek in lichte schaduw bij heesters is in de tuin prima.

TIP: Zet de bloeiende potjes zo in huis neer dat je de zoete bloemengeuren goed kunt ruiken. Sommige geuren zijn heel licht, maar heerlijk.

Medinilla J’adore

$
0
0
Medinilla J’adore

Ja, de tropische Medinilla J’adore ‘Dolce Vita’ valt op door de extra grote, exotische bloemtrossen

Medinilla’s zijn schitterende tropische planten uit Zuidoost-Azië (Indonesië, de Filippijnen, Nieuw-Guinea enz.). Er bestaan in de tropen wel 400 soorten, maar tot voor enkele jaren werd eigenlijk maar één soort in de westerse wereld als kamerplant aangeboden: Medinilla magnifica. Daar is nu verandering in gekomen dankzij het hardnekkige kruisingswerk van een Nederlandse kweker met een naam die aan zeer oude tijden en een exotische wereld doet denken, Kwekerij Atlantis. Deze kweker won in 2014 zeer terecht een zeer begeerde Award  op de Hortifair met de door hen ontwikkelde Medinilla J’adore ‘Dolce Vita’, de prachtige plant die GroenRijk nu met trots aanbiedt. De plant vormt grote, zachtroze bloemtrossen die bestaan uit een groot aantal kleine diamantvormige bloemen en prachtige schutbladen.

Een juweel
Medinilla J’adore ‘Dolce Vita’ is een werkelijk schitterend bloeiende plant met veel betere eigenschappen dan de oorspronkelijke soort Medinilla magnifica. De bloemen zijn groter, de kleine bloempjes waar de trossen onder de schutbladen uit bestaan, vallen veel minder snel uit en deze werkelijke designplanten gaan jarenlang mee. En als je weet dat de hangende, tot wel 50 cm lange bloemtrossen makkelijk 8-16 weken mooi blijven, is het een plant die alles mee heeft om hem te willen. Het is ook een plant die als een zeer bijzonder cadeau zal worden ontvangen. Zet hem in een sierpot die recht doet aan de bijzondere zachtroze bloemkleur en die past bij de prachtige, leerachtige, grote, sterk generfde, in paren aan de stengels staande, groene bladeren. GroenRijk heeft ook wat sierpotten betreft volop keuze.

Heel eenvoudig te verzorgen
Zet je Medinilla J’adore ‘Dolce Vita’ – de naam betekent: ik houd van ‘het zoete leven’ – op een lichte plek, maar niet in fel zonlicht. Zeker ’s zomers niet. ’s Winters mag direct zonlicht wel. Dat is dan veel minder fel. Deze plantensoort leeft in de natuur als epifyt in de kronen van de woudreuzen in de tropische oerwouden, waar wisselende schaduw heerst. Langdurig fel zonlicht is dus niet wat hij wil. De beste temperatuur is de normale kamertemperatuur van 18-23 °C. ’s Winters – als de plant in rust is – mag de temperatuur (nachttemperatuur) wat lager zijn. Zorg dat je ‘Dolce Vita’ niet op de tocht staat, maar wel regelmatig frisse lucht krijgt. Dus ventileren is prima. Natuurlijk niet als de temperatuur binnen en buiten sterk verschilt, want dan kan ‘Dolce Vita’ een temperatuurklap krijgen. Geef water – op kamertemperatuur – als je ziet dat de bladeren en bloemen wat slapper gaan hangen. De plant geeft precies aan wanneer hij dorst heeft. Dan dus matig water geven. Daarna zie je hem weer opfleuren. De plant houdt er niet van om met zijn wortels lang ‘in water te staan’. Giet een teveel aan water af uit de sierpot. Als je je J’adore ‘Dolce Vita’ bloeiend koopt

hoef je tijdens die eerste bloeiperiode geen plantenvoeding (orchideeënvoeding) te geven. De kweker heeft gezorgd dat er voor die eerste periode voldoende voeding in de potgrond zit. En na die eerste bloeiperiode is de plant opnieuw in bloei te krijgen door hem een tijdje op een wat koelere, maar wel lichte plek te zetten. Om in bloei te komen hebben Medinilla’s wel een hoge luchtvochtigheid nodig. Besproei het blad daarom regelmatig bij luchttemperaturen vanaf 18 °C. Het voedsel uit de kweekpot is na die eerste bloeiperiode dus wel opgebruikt, daarna orchideeënvoeding geven (eens per twee weken een scheutje, opgelost in het gietwater). In het begin van de herfst stoppen met voeding geven. Tijdens de winterrust ook weinig water geven, maar de potkluit niet laten uitdrogen. Begin het volgende jaar pas weer met voeding geven – dan ook weer meer gieten – als de nieuwe bloemknoppen zich  beginnen te openen. Als je wilt, kun je deze plant vanaf  einde zomer (na de bloei) snoeien. Lange takken kun je wat inkorten, tamelijk ‘stokkig’ geworden oude takken kun je dan zo nodig bij de basis afknippen. De verzorging van Medinilla J’adore ‘Dolce Vita’ is absoluut niet moeilijk.

Een epifyt is geen parasiet
Bijna alle Medinilla’s zijn epifyten. Ze groeien in de tropische wouden dus niet in de bodem, maar in de boomkruinen. Het zijn geen parasieten. Ze houden zich met hun wortels alleen aan de bomen vast. Ze halen hun voedsel niet uit de sappen van de bomen, maar uit de lucht en de regen. In de vrij natuur worden Medinilla’s soms wel 2,5 m hoog. Als kamerplant meestal niet veel hoger dan 1 m, ook Medinilla J’adore ‘Dolce Vita’ niet. De bloeiwijzen verschijnen vanuit de einden van de takken. De op latere leeftijd houtige stammen – de planten kunnen behoorlijk oud worden – zijn bij deze planten opvallend vierkant.

TIP: Je moet je ‘Dolce Vita’ niet verplaatsen als hij knoppen vormt en bloeit. Draai je de plant in die periode, dan kunnen de knoppen en bloemen afvallen. Moet je hem toch even wegzetten, zet hem dan altijd met dezelfde kant naar het licht gericht terug. Duw – best handig – een luciferhoutje aan die kant in de pot. Dan kun je je niet vergissen.

Blauwe druif

$
0
0
Blauwe druif

Ja, het blauwe druifje is een lentebloeier voor je tuin, balkon of terras

Bloeiende blauwe druifjes, het wordt lente! Heel mooi om in hun potje buiten – in het zicht vanaf binnen – op balkon of terras neer te zetten. Zet ze buiten als het niet vriest. Ze komen uit een warme omgeving, dus moeten ze eerst buiten wennen. Maar je kunt ze ook eerst op een lichte plek in de kamer houden tot ze zijn uitgebloeid. Daarna kun je ze alsnog in de volle grond van de tuin planten om ze daar lekker te laten verwilderen. Dan heb je er in de komende jaren nog steeds plezier van. Plant ze op een zonnig of iets beschaduwd plekje, bijv. onder struiken, en laat ze daar verder met rust. Dan zorgen ze verder voor zichzelf. Zet je ze bloeiend in de kamer, dan kun je genieten van de zachte, zoete bloemengeur.

Druifhyacinten
De blauwe druifjes behoren tot het plantengeslacht van de druifhyacinten (Muscari). Als je dat weet, zie je meteen dat de bloemen inderdaad wel wat op die van hyacinten lijken en hun blauwe bloemtrosjes (er zijn ook witte blauwe druifjes) doen aan kleine trosjes druiven denken. Er zijn meer dan tien verschillende soorten Muscari. Het zijn allemaal bolgewasjes die in het voorjaar bloeien. Uit ieder bolletje groeit een groepje smalle, vrij dikke, riemvormige, opstaande of iets overhangende blaadjes. Dat wordt een rozet genoemd. De blaadjes zelf worden wortelbladeren genoemd omdat ze zonder steeltje uit de grond (uit het bolletje) komen. Bij de blauwe druifjes zijn dat twee tot zes blaadjes die tamelijk lichtgroen van kleur zijn.

Niet alle soorten Muscari worden ook blauwe druifjes genoemd. Dat zijn er maar twee, namelijk Muscari armeniacum (wordt nu door GroenRijk aangeboden) en M. botryoides. De verschillen tussen die twee soorten zijn maar klein. Het zijn echt planten om van heel dichtbij te bekijken en van te genieten (ook van hun zachte, zoete geur).

Muscari armeniacum uit de Kaukasus en de Balkan bloeit van nature in april. Dit is de iets grotere soort van de twee (bloeiend tot 30 cm hoog) en uit ieder bolletje komen drie tot zes blaadjes. Nog een goed herkenningspunt: bij deze soort zijn de bladeren langer dan de bloemstengels. Die bladerloze bloemstengeltjes zijn meestal wat geler dan de blaadjes en aan de einden van de stengeltjes verschijnt een tot 10 cm lange, dikke tros, dicht bezet met donker-violetblauwe bloempjes. Die bloempjes zijn een beetje bol-buisvormig met een toegeknepen lichter gekleurde opening. Als je heel goed kijkt, zie je daar aan de rand kleine tandjes aan zitten. De bloempjes geuren heerlijk. Dit is de soort die door de kwekers ook als fijn snijbloempje wordt gekweekt en dan al vanaf november te koop is. Er zijn diverse benaamde rassen. De cultivar ‘Blue Spike’ met wat zachter blauwe bloemen wordt het meest gekweekt, gevolgd door ‘Heavenly Blue’ die wat kleiner blijft en daarom vroeger tot de soort M. botryoides werd gerekend. Maar dat bleek onjuist. Als je ze zelf in de tuin wilt hebben (ze zijn prima winterhard) moet je de planten die je nu koopt, half maart in de tuin planten of in oktober bolletjes 7 cm diep poten. Ze stellen nauwelijks eisen aan grond of standplaats en kunnen zich goed vermeerderen (verwilderen). Je hebt er nauwelijks omkijken naar. Gewoon met rust laten is het beste.

Muscari botryoides komt oorspronkelijk uit Zuid-Europa en Klein-Azië (Turkije en Armenië). Deze soort is wat fijner en blijft kleiner dan de vorige. Hij wordt ook minder vaak gekweekt. Enkele verschillen met de vorige soort zijn dat de blaadjes meer gootvormig en wat slapper zijn. Het zijn er twee tot vier en ze zijn bij deze soort ongeveer even lang als de bloemstengels (20-25 cm). Aan het eind van iedere bloemstengels verschijnt in april-mei een dicht klein trosje violetblauwe, bijna eironde bloempjes die bij de smalle opening een rand met piepkleine, witte tandjes hebben. Ook deze soort is voldoende vorstbestendig en kan prachtig verwilderen in de tuin. Ook deze worden door de kwekers wel eerder in bloei getrokken – als snijbloempjes zijn ze net iets te klein – en dan bloeiend in potjes aangeboden. Plant ook deze soort na de bloei dus in de tuin. Je kunt ook in het najaar bolletjes kopen en die in oktober-november 6 cm diep buiten planten.

Als je de potjes blauwe druifjes in huis zet
Geef ze dan een zo koel mogelijk, maar wel licht plekje en vergeet niet water te geven. Plantenvoeding is niet nodig. In de bolletjes zit voldoende voedsel voor een goede bloei.

Combinaties buiten. 
TIP: Blauwe druifjes die je in de tuin laat verwilderen gaan prachtig samen en bloeien ongeveer tegelijk met voorjaarsmargriet (Doronicum), groene Helleborus, gele Primula’s, narcisjes en rode botanische tulpjes.

Primula

$
0
0
Primula

Ja, Primula’s zijn vrolijke voorjaarsbloeiers voor binnen en buiten

Met deze Primula’s bedoelen we de vroegbloeiende ‘stengelloze sleutelbloemen’ die we nu volop bloeiend aanbieden. Het ‘stengelloze’ in de naam slaat op de bloemsteeltjes die vaak heel kort zijn – dat wisselt per ras. De bloemen liggen soms vlak boven het groene blad en vormen daarmee een iets bolle, platte zode. De Duitsers noemen deze planten daarom ‘Kissenprimel’: kussenprimula’s. Omdat ze zo vroeg bloeien noemen de Engelsen ze ‘Primroses’. Van ‘primus’ voor vroegste of eerste; met rozen hebben ze niets te maken. De naam ‘sleutelbloem’ is al heel oud. In een boek uit 1554 wordt de ‘sluetelbloem’ (zo geschreven) al genoemd. Gedacht wordt dat men vond dat de omgebogen bloem iets had van een sleutelbaard, maar zeker is dat niet. In het Frans worden de planten Primevère acaule genoemd. Daar klinkt iets in door als ‘de echte eerste’. Als dat de oorsprong is, zou de naam dus met de zeer vroege bloei te maken hebben.

De polvormende planten worden bloeiend meestal niet hoger dan zo’n 10 à 15 cm. Stengelloze sleutelbloemen komen oorspronkelijk voornamelijk uit de natuur van Zuid- en Zuidwest-Europa (Zuid-Frankrijk, Spanje, Portugal, vooral uit de Pyreneeën, maar ze zijn te vinden tot in Griekenland en zelfs nog verder: in Turkije en Iran). Vroeger werd deze soort (en nu soms nog wel) Primula acaulis genoemd, maar de juiste naam van de soort is nu Primula vulgaris. De kweekvormen worden nog wel vaak Acaulis-hybriden genoemd of Primula’s uit de Acaulis Groep.

Vrolijke voorjaarskleur uit de hoge Pyreneeën
Deze sleutelbloemen bloeien ook in hun natuurlijke omgeving – o.a. berghellingen en vochtige dalen – al heel vroeg in het jaar (maart-april). De wilde soort (er zijn verschillende ondersoorten) heeft witte tot gele bloemen. Al snel na de sneeuw kun je er in de Pyreneeën hele velden van zien bloeien. De tientallen gekweekte hybridenrassen vertonen ook allerlei andere, vrolijke en dikwijls ook warme kleuren: rood, roze, bruinrood, blauw, lila, wit en natuurlijk ook tal van gele tinten, van okergeel tot citroengeel. Maar één kenmerk hebben ze allemaal: iedere bloem heeft een stervormig, warmgeel hartje. Daar moeten de bestuivende insecten naar toe worden gelokt. In de natuur zijn dat zo vroeg in het jaar vooral hommels die met hun zachte, harige vachtje al bij lage temperaturen kunnen uitvliegen vanuit hun ondergrondse holletjes.

Voor kamer en tuin
Stengelloze sleutelbloemen bloeien rijk, maar ze geuren niet. Kennelijk hebben ze dat niet nodig om te overleven. Omdat het eigenlijk bosplanten zijn, hebben ze niet veel zon nodig. Lichte schaduw vinden ze prima, dus zijn ze ook heel geschikt om op een niet te donkere plek in huis te zetten. Zet een paar van deze planten in een lage, brede pot of schaal en je fleurt er je hele kamer mee op. Als ze na een paar weken zijn uitgebloeid, kun je ze gewoon in de tuin planten. Plant ze beschut tussen struiken in niet te droge grond. Zo groeien ze in de natuur ook. Deze Primula’s zijn volkomen winterhard. Vroeger golden de kweekvormen ervan zelfs als de belangrijkste tuinprimula’s.

Primula’s komen vooral in Azië, Europa en Noord-Amerika voor
Het zijn planten van het noordelijk halfrond. Er zijn wel 350 soorten die heel verschillend kunnen zijn, ook qua groeiomstandigheden. Maar hun bloemen hebben altijd vijf kroonblaadjes. De groene bladeren van de stengelloze sleutelbloemen waar het hier om gaat, zijn opvallend sterk en kreukelig gerimpeld. De bladvorm is langwerpig eirond.

Verzorging
Als de planten te droog staan, kan het blad verbruinen, maar te veel water is ook niet goed. Als je de planten water hebt gegeven, moet je het doorlekkende water dat onderin de sierpot blijft staan, even afgieten. Dat voorkomt wortelrot. Daarom is een pot met een losse onderschotel heel geschikt voor sleutelbloemen. Giet met lauwwarm water. Als het gietwater te kalkrijk is, kan dat vergeling van het blad veroorzaken. Regenwater is ideaal. Giet niet op de plant, maar op de grond onder de bladeren. Dat lukt het beste met een gieter met een lange, smalle tuit. Te veel warmte en te droge kamerlucht verkorten de bloeitijd. Je kunt uitgebloeide bloempjes het beste meteen verwijderen zodra je ze ziet. Dan bloeien je planten beter door.

TIP: Deze Primula’s staan niet alleen heel vrolijk in de kamer, maar gaan ook in de tuin goed samen met plantensoorten zoals Anemone hupehensis, Anemone nemorosa, Brunnera, Aquilegia alpina, Pulmonaria, Tiarella en Polystichum. Je kunt dus naar hartelust combineren.

Witte geurende planten: Woonplanten van de maand maart

$
0
0
Witte geurende planten: Woonplanten van de maand maart

Het verhaal achter witte geurende planten
Gardenia, Jasminum (jasmijn) en Stephanotis bloeien allemaal met witte spectaculaire bloemen en hebben stuk voor stuk een onweerstaanbare geur. Stuk voor stuk bieden ze een rijk, exotisch parfum wat pure, levende aromatherapie van ze maakt. De witte kleur van de bloemen van dit trio staat voor zaken als puurheid, reinheid, eenvoud, onschuld, waarheid, volmaaktheid, kalmte en natuurlijke liefde. 

Herkomst en productie van jasmijn, Gardenia en Stephanotis
Al deze witte geurende planten worden al jaren in uitstekende kwaliteit gekweekt. De herkomst lichten we hier even per plant toe:

Gardenia groeit in Azië in onder andere Zuid-China, India, Vietnam en Japan. De plant is vernoemd naar de Schotse botanicus Dr. Garden. De Gardenia bloemen zijn roomwit van kleur en werden vroeger vaak als knoopgatsbloem gebruikt. Witte Gardenia is het symbool van geheime liefde en een compliment aan iemands schoonheid. In het westen staat de plant symbool voor vreugde, vrede en spiritualiteit. 

Jasmijn komt van oorsprong uit het Himalaya gebergte en de gematigde streken van China. In veel culturen wordt jasmijn beschouwd als nationale bloem en de plant heeft vele plaatselijke bijnamen, zoals de Maagd van Orléans, De Schone van India en de Duce di Toscane. De lange rankende plant geeft witte, sterk geurende bloemtrossen. 

Stephanotis komt van oorsprong uit Madagascar. Met zijn groene glanzende bladeren en geurende, wasachtige, zuiver witte buisvormige bloemen is deze klim- en slingerplant een van de klassiekers in het assortiment. De bloemen van de plant worden veel in klassiek en modern bruidswerk gebruikt. De volksnaam is dan ook bruidsbloem.

Keuze witte bloemenassortiment
Gardenia, jasmijn en Stephanotis worden als soort aangeboden en kennen geen cultivars die in de handel van belang zijn. De tweede naam van de plant geeft handige aanknopingspunten en kenmerken weer. Stephanotis floribunda wil zoveel zeggen als 'rijkbloeiend'. Gardenia jasminoides 'lijkt op jasmijn' en Jasminum polyanthum staat voor 'veelbloemig'. 

Stephanotis heeft donkergroen blad met trossen van buisvormige witte bloemen die langs de ranken tot bloei komen. 

Gardenia kenmerkt zich door de glanzende groene bladeren en de sterk geurende roomwitte bloemen die op een wilde roos lijken. 

Jasmijn is een sterk rankende klimplant met fijn ingesneden bladeren en sterk geurende kleine bloemen in trosjes die vanuit een roze-achtige knop langzaam wit kleuren.

Verzorgingstips:

  • Jasmijn, Gardenia en Stephanotis staan binnen graag licht, maar niet in de felle zon.
  • Gardenia en jasmijn kunnen ook in de tuin of op het terras, in vorstvrije periodes.
  • Laat de kluit niet uitdrogen, maar voorkom een voetbad. 
  • Tijdens de bloeiperiode uitgebloeide bloemen regelmatig weghalen, eenmaal per twee weken de planten voorzien van plantenvoeding. Dit zorgt voor een rijke, langdurige bloei. 
  • Wanneer de planten zijn uitgebloeid kunnen deze betrekkelijk eenvoudig weer opnieuw in bloei gebracht worden in een volgend seizoen. Geef Gardenia en Stephanotis een koele rustperiode (±12°C) in de lichtarme maanden, minder water en geen voeding. In het voorjaar zullen er zich dan weer nieuwe knoppen ontwikkelen, als de daglengte langer dan 12 uur is. Alleen jasmijn bloeit juist bij lagere temperaturen, ook zo rond 12°C. Om die reden zien we de plant meer in december en de eerste 4 maanden van het jaar tot bloei komen. 

Tuinplant van de maand maart: Azalea!

$
0
0
Tuinplant van de maand maart: Azalea!

Genieten van Azalea

Met een bloeiende Azalea is het volop genieten. De bloemen laten zich vanaf mei zien en geven de tuin een betoverende sfeer. Maart is een uitstekende maand om de Azalea een plekje in de tuin te geven zodat jij straks volop kan genieten van een uitbundige bloemenzee. Maak kennis met de Tuinplant van de Maand maart.

Vele gezichten

Azalea is een tuinplant met vele gezichten die in haast elke tuin tot zijn recht komt: van een superstrakke tot een natuurlijke tuin. In mei en juni bloeit de plant gul en sierlijk met romantische bloemen in wit, roze, rood of paarsrood maar er zijn ook soorten met tweekleurige bloemen. Zo verschillend als het kleurenpallet, zo verschillend is de groeivorm van de tuinplant. Van struikvorm tot ‘op stam’ en van mini tot piramidevormige planten. En zelfs de bloemvorm kan verschillen, van groot en klein tot dubbel- en enkelbloemig.  Maar laat je ook gerust verrassen door Azalea’s met helder groene of ‘zwarte’ bladeren.

Oerplant

De oerversies van Azalea bestaan al 70 miljoen jaar. De plant is inheems in Japan en China, en komt uit de Rhododendronfamilie met meer dan 150 leden. De tuinplant die in Europa zo bekend is, is oorspronkelijk gecultiveerd door Boeddhistische monniken en in de VOC-tijd deze kant op gekomen.

Verzorging

Azalea is een winterharde plant die het liefst op een plekje in de tuin met halfschaduw, omdat daar de grond meestal wat vochtiger is. Plant de Azalea diep: het gat in de grond mag tweemaal de omvang en diepte van de kluit hebben. De tuinplant is echter ook zeer geschikt om in bakken op het terras te zetten. Zorg er dan wel voor dat overtollig regen- of gietwater weg kan vloeien. Bijvoorbeeld door gebruik van hydrokorrels of een gat in de bodem van de pot. Verwijder uitgebloeide bloemen. Je kunt de Azalea het beste na de bloei snoeien.

Weetjes

  • De botanisch naam is afgeleid van het Griekse 'azaleos'. Dat betekent ‘droog’ en verwijst vermoedelijk op de houtachtige takken van de plant.
  • In China staat Azalea bekend als het 'Ik denk aan thuis’-struikje.
  • Azalea is de nationale bloem van Nepal.
  • In Japan staat een Azalea aan iemand schenken symbool voor geluk geven.

 


Bosviolen

$
0
0
Bosviolen

Ja, verwijder regelmatig de uitgebloeide bloemen. Dan bloeien de bosviolen veel langer door

Leuk! Rijk bloeiende bosviolen in een praktische hangpot! Ophangen en klaar, of vooral: kleur! Deze lage (15 cm), bloemrijke, wintergroene planten met hun hartvormige blaadjes spreken iedereen aan. Boven hun blad – waarvan de randen iets gekarteld zijn – verschijnen de prachtige, kleine viooltjes in flinke aantallen. Die bloemenstroom gaat heel lang door. Zeker als je regelmatig de uitgebloeide bloempjes wegknipt en niet vergeet water en voeding te geven. Zo’n hangpot vol bloeiende violen is ook een heel leuk, decoratief cadeau. Je weet dan zeker dat je iets geeft waar de ontvanger ook echt lang plezier van heeft. Door de neutrale kleur en strakke vorm van de pot past deze overal en in iedere tuinstijl.

Hang de pot licht, maar niet in de volle zon
Bosviolen houden niet van fel, direct zonlicht. Een lichte tot iets beschaduwde plek in de tuin is het beste. Ze hebben maar weinig verzorging nodig. Geef ze één keer per week water. Controleer de vochtigheid van de grond in de pot door even met een vinger te voelen. Doe wat plantenvoeding in het gietwater. Kies daarvoor de juiste voeding, namelijk die voor bloeiende planten. Er is ook speciale voeding voor bladplanten. GroenRijk heeft beide soorten in voorraad.Bosviolen kunnen maandenlang doorbloeien. Bovendien kunnen ze goed tegen niet al te best weer, als het maar niet té lang nat blijft. De hangpot waarin ze groeien is goed gedraineerd. Je hoeft dus niet bang te zijn dat er te veel water in blijft staan. Bosviolen verdragen zelfs enkele graden (nacht)vorst. Als het harder gaat vriezen, moet je de hangpot even op een koele, maar wel lichte plek binnen brengen tot de temperatuur weer hoger wordt (’s winters zijn er vorstvrije periodes genoeg). 

Wat ‘bosviolen’ eigenlijk zijn
Onder de honderden verschillende soorten violen bestaat inderdaad een echte soort bosviool die ook officieel zo wordt genoemd: dat is de vrij zeldzame Viola silvestris. Die is inheems in heel West-Europa. Hij bloeit met warmblauwe bloemen (blauw waar iets rood in zit).

Het is misschien wat verwarrend, maar de violen die GroenRijk nu aanbiedt en die ook ´bosviolen´ worden genoemd, hebben een andere achtergrond. Dat zijn hybriden (kruisingsproducten). Die stammen van een mix van verschillende soorten af. Heel belangrijk daarbij zijn de hoornviooltjes (Viola cornuta) geweest, die als kenmerk een ‘hoorn’ (cornutus) aan de achterkant van het onderste (hangende) bloemblaadje hebben. Daar kun je hun invloed bij ´het maken´ van de bosviolen aan herkennen. Hoornviooltjes komen oorspronkelijk uit de Pyreneeën. Er is enorm veel mee gekruist. Daardoor is er een Viola Cornuta Groep van violenrassen ontstaan, waar de bosviolen dus bij horen. Bosviolen worden meestal op kleur verkocht. Er zijn wel rasnamen, maar die worden nauwelijks gebruikt. Met de kleurrijke rassen die GroenRijk nu voor je in voorraad heeft, kun je je tuin geweldig opvrolijken. Een ‘hangplek’ voor de planten is gauw gemaakt of die heb je misschien al.

Bosviolen zijn meerjarig
Bosviolen zijn vaste, kruidachtige planten. Ze zijn meerjarig. Je kunt ze daarom vanaf april gerust uit hun hangpot halen en in de volle grond van je tuin planten. Dan zul je er ook zo nog jaren plezier van hebben. Zorg wel dat ze vooral tijdens de winter niet in langdurig natte grond staan, anders kunnen de wortels wegrotten. In de tuin bloeien de planten dan meestal van mei tot september. De vroege (of late) bloei van de planten die je nu koopt wordt bereikt door kwekerskunde. Door allerlei maatregelen en de juiste rassenkeuze is de bloeiperiode van veel planten namelijk te manipuleren. Dat doen ze braaf gedurende één seizoen, daarna herstellen ze hun oude ritme weer en bloeien ze zoals we hierboven hebben beschreven. De hangpot hoef je niet weg te doen als je volgend voorjaar je bosviolen eruit haalt. Maak hem schoon en zet er bijv. zomerbloeiers in (in verse potgrond). Dat is duurzaam materiaalgebruik!

TIP
De bloemen van  bosviolen zijn eetbaar. En ze zijn nog lekker ook! Ze smaken een beetje friszoet. Je kunt de kleurrijke bloempjes bijv. door de sla mengen. Daar passen ze perfect in. Fleurige sla! Maar als garnering op de borden staan ze ook heel vrolijk. Het proberen waard! Gewoon doen. De planten geven bloempjes genoeg!

In kort bestek
Bosviolen zijn vrolijke, kleurrijk bloeiende violen die tot de groep hoornviooltjes (Viola Cornuta Groep) behoren. Koop ze nu in hangpot bij GroenRijk. Die planten bloeien nog maandenlang door. Je kunt ze daarna bovendien in je tuin planten, want bosviolen zijn meerjarig. Geef regelmatig water (niet te nat!) in de pot en doe daar eens per week plantenvoeding in. Uitgebloeide bloemen wegnemen verlengt de bloeitijd.

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl

Cool Wave-violen

$
0
0
Cool Wave-violen

Ja, Cool Wave-violen zijn hangviolen met een rijkere bloei

Uitbundig bloeiende en als een waterval uitgroeiende hangviolen. Ze bestaan echt en ze heten Cool WaveTM-violen. Ze zorgen voor een onverwachte sensatie: violen die groeien alsof het petunia’s zijn. Ongelooflijk! Deze enkele jaren geleden in de USA geïntroduceerde violen vormen ranken tot wel 60 cm lang en dat in forse aantallen. Die ranken zijn in lente en herfst bovendien om de paar centimeter bezet met 1,5-2 cm grote, prachtige viooltjes. De planten in deze nieuwe violenlijn groeien sneller en voller dan alle andere hangviolen. Ze vertakken veel beter en vormen meer ranken dan we ooit eerder bij andere violen zagen. Hun hoogte varieert tussen 12 en 20 cm, maar die lange, bloeiende ranken zijn fantastisch. Die stelen de show totaal, zowel in pot als bodembedekkend. Want dat kan natuurlijk ook. Helemaal als je weet dat deze violen uiterst winterhard zijn en zich maar weinig van slecht weer aantrekken.

Er zijn diverse bloemkleuren in Cool WaveTM ontwikkeld
Cool WaveTM-violen zijn er inmiddels in verschillende schitterende kleuren: wit met violet en wit met ijsblauwe randjes aan de bloemblaadjes, planten die in twee tinten citroengeel bloeien, een volgeel ras en een met helderwitte bloemen. Aan andere kleuren wordt door de kwekers hard gewerkt. GroenRijk doet er alles aan om deze nieuwe violen in zoveel mogelijk tinten voor je te bemachtigen.

Internationaal zijn ze een enorm succes
Dat komt ook doordat Cool WaveTM-violen zo winterhard zijn. En ze groeien zowel goed op zonnige als op lichtbeschaduwde plekken. Van een regenachtige periode of een paar weken slecht weer raken ze ook niet erg onder de indruk. Groei en bloei zijn dan even wat minder, maar zodra het weer beter wordt, zetten ze een ongelooflijke inhaalspurt in. Je weet niet wat je ziet met deze violen! Van nature bloeien ze de hele lente en tijdens de herfst. In gebieden met een wat zachter klimaat of tijdens zachte winters in ons klimaat, gaan ze zelfs ’s winters gewoon door. Ze verlengen dus vrij gemakkelijk het seizoen waarin je van je tuin geniet!

Ook geweldige bodembedekkers
Door de rankende, spreidende groei zijn Cool WaveTM-violen niet alleen geweldige potplanten, maar ook in de volle grond van je tuin doen ze het fantastisch. Daar worden het echte bodembedekkers die door de dichte vertakking bloementapijtjes van wel een meter doorsnee kunnen vormen. Doordat ze halfschaduw goed verdragen, kan dat ook onder heesters. En je hebt er qua zorg nauwelijks omkijken naar. Het enige waar je voor moet zorgen is dat de wortels niet uitdrogen. Naar de bloemen kijken doe je vanzelf!

Makkelijke verzorging    
GroenRijk biedt deze planten in royale 23 cm-potten aan. Laat je ze daarin staan, dan is de voeding die in de kweekgrond in de pot zit, na enkele weken door de planten opgebruikt. Daarom moet je al vrij snel eens per veertien dagen plantenvoeding in het gietwater geven. Laat de potgrond niet uitdrogen. Voel regelmatig even met je vinger in de pot. Hoe snel je steeds opnieuw water moet geven, hangt voor een groot deel af van de standplaats: hoe zonniger, des te vaker.

Planten die in de volle grond van je tuin groeien, kunnen voldoende voedsel uit die grond halen. Als je wilt, kun je uitgebloeide bloemen wegnemen, maar dat hoeft niet per se. Ze verdragen veel meer kou dan de meeste andere violen. Overwinteren is geen enkel probleem. In de zomer zijn de planten even in rust, dan bloeien ze weinig of niet. Maar begin herfst gaan Cool WaveTM-violen er weer uit alle macht tegenaan! Ze groeien goed in iedere normale, goed doorlatende tuingrond. Wil je ze verpotten, doe dat dan in gewone standaard potgrond. Geef planten die je in de volle grond van je tuin zet, in het voorjaar een goede organische basisbemesting. GroenRijk heeft alles in voorraad voor een goede verzorging van je planten.

TIP
Cool WaveTM-violen verdragen enorm veel kou. In Amerika hebben ze in de volle grond al temperaturen tot 25 °C onder nul probleemloos doorstaan. Geef potplanten wel wat winterbescherming omdat de kou in de pot niet alleen van bovenaf naar de wortels komt, maar van alle kanten.

In kort bestek
De nieuwe, enorm bloemrijke, ongekend sterk rankende Cool WaveTM-hangviolen (ranken tot 60 cm lang, vol bezet met bloemen) bloeien het hele voorjaar en opnieuw in de herfst en zelfs tijdens zachte winters. GroenRijk biedt ze in diverse kleuren kant-en-klaar in pot aan, maar ze doen het ook geweldig als bodembedekker in de volle grond. Kies zelf voor een violentapijt of een violenwaterval! IJzersterke planten. Makkelijke verzorging.

 

Download het e-book “Moestuinieren voor Groentjes!”

$
0
0
Download het e-book “Moestuinieren voor Groentjes!”

Een eigen moestuin is populairder dan ooit. Je eigen groenten, fruit en kruiden kweken is leuk! Ook kinderen vinden het leuk om een eigen moestuintje aan te leggen en te onderhouden: leuk en heel leerzaam! Om je op weg te helpen heeft GroenRijk gratis een leuk en leerzaam e-book voor je beschikbaar.

Heeft je kind al een moestuin?

Onderzoek wijst uit dat kinderen die moestuinieren meer groenten eten en zich beter bewust zijn van gezonde voeding. Ook is moestuinieren ontzettend leerzaam voor kinderen en is het naast het spelen van spelletjes op de iPad ook een gezonde tijdsbesteding in het voorjaar en de zomermaanden. Een mooie bijkomstigheid van moestuinieren met je kind: je hebt straks je eigen mini-masterchef in de keuken staan, ideaal!

Iedereen kan moestuinieren! 

Een grote tuin, een kleine tuin of alleen een balkon? Een zelfgemaakte of kant-en-klare vierkante meter moestuin is uitstekend. Op een balkon zijn bakken of potten echter ook prima om mee te starten. Het is de kunst om gewoon te beginnen, dingen uit te proberen, op te zoeken en te leren van fouten. Gaandeweg leren kinderen steeds meer over groenten, fruit en kruiden die goede combinaties vormen. Hoe meer plezier, hoe groter de kans op een prachtig moestuin resultaat. GroenRijk heeft hiervoor het e-book 'Moestuinieren voor Groentjes' gemaakt met handige tips en trucs. 

Start jullie moestuin in maart!

Heb je nog geen moestuin? Start dan in maart! Maart is de ideale maand om te beginnen: je kan namelijk pas starten met kweken als de grond voldoende opgewarmd is. Vanaf maart kunnen sommige groenten soorten al in de vensterbank voorzaaien, zoals bijvoorbeeld aubergine en paprika. Meiraap, radijs, raapsteel, rode biet, rucola, tuinboon, vroege wortels en komkommerkruid kan je meteen al buiten zaaien. Aardbei, aardpeer, krop- en bindsla, peultjes en ui kunnen in maart al buiten geplant worden. 

Bekijk de tips en geniet van een prachtige moestuin!

De moestuinexperts van GroenRijk hebben  tips en antwoorden op veel gestelde vragen op een rij gezet.  Pas de tips toe en geniet van een prachtige moestuin:klik hier om het e-book te downloaden. 

Bosviolen

$
0
0
Bosviolen

Ja, bosviolen verdragen meer zon dan andere violen. Ze bloeien langer door als je uitgebloeide bloemen regelmatig verwijdert

De bosviolen waar het deze week bij GroenRijk om gaat, worden ook wel miniviooltjes genoemd. Het zijn allemaal planten die tot de Viola Cornuta Croep behoren. Dat zijn hoornviooltjes (‘cornuta’ = ‘met een hoorn’). Aan de achterkant van iedere bloem steekt een soort hoorntje naar buiten. Die kunnen verschillende maten hebben. Hun functie is niet helemaal duidelijk. Gedacht wordt dat het vooral nectarvaten zijn, waaruit de bestuivende insecten komen snoepen. De planten bloeien enorm rijk (maandenlang) en trekken zich weinig aan van kou of slecht weer. Sterke planten dus, die eigenlijk alleen maar last krijgen van veel te lang natte grond. Zorg dus voor goede drainage op de plek waar je ze laat groeien. Ook als dat een pot of schaal is. Ze houden van zon, maar staan liever niet op een plek waar de hele dag de volle zon op staat. Dat is te veel van het goede. GroenRijk heeft de bosviolen met hun teer ogende bloempjes in allerlei kleuren nu voor je klaar staan. Met zes tegelijk in een handige draagtray – makkelijk om mee te nemen.

Deze bosviolen zijn eigenlijk vaste planten die enkele jaren kunnen blijven leven, maar ze worden vaak als tweejarige planten gezien en ook zo gekweekt. Er zijn veel rassen met een eigen naam, maar die namen zijn minder belangrijk. Je koopt ze bijna altijd alleen op kleur, ook bij GroenRijk. We noemden al dat je ze niet te zonnig moet planten – je zou ze zelfs eerst een paar weken binnen kunnen zetten (staat ook heel leuk!) voor je ze buiten uitplant. Als je ze niet in fel zonlicht zet, kan dat heel goed (dus niet vlak achter een raam op het zuiden). Het zijn planten waarvan de voorouders oorspronkelijk uit schaduwrijke loofbossen in de Pyreneeën komen. In de bossen daar valt het licht door de windbeweging van takken en bladeren steeds wisselend en gefilterd op de bosbodem waar de violen groeien. De Engelsen noemen dat ‘dappled shade’: wisselende schaduw. Als je de bosviolen in een pot of bak zet, moet je niet vergeten water te geven. Doe dat eens per week en meng er dan ook wat vloeibare plantenvoeding doorheen. Als je uitgebloeide bloempjes regelmatig wegknipt, bloeien de planten nog langer door dan ze normaal al doen. De planten kunnen een paar graden vorst wel hebben, maar als het echt nog zwaar zou gaan vriezen (het weer is de laatste jaren duidelijk aan het veranderen) kun je ze beter even op een koele, lichte plek binnen (of in je schuur) zetten. Het zijn groenblijvende planten, dus altijd leuk. Als je ze meteen buiten in de volle grond uitplant (kan prima) heb je grote kans dat ze tot september zullen bloeien en dat zullen ze dan het jaar erop ook doen.  Alleen beginnen ze dan wat later (in mei) en zullen ze iets minder rijk bloeien. Daarom worden bosviolen liefst steeds nieuw gekocht.

Nog meer over bosviolen
De planten waar we het hier over hebben, worden door de kwekers bosviolen genoemd, maar er is ook een echte soort (Viola silvestris) die officieel de Nederlandse naam bosviool heeft. Die soort komt voor in de bossen van Denemarken in het noorden tot Noord-Afrika in het zuiden en naar het oosten zelfs tot in Japan. Hij groeit hier en daar in kleine groepjes. Je zult ze tijdens een wandel- of fietstocht dan ook niet vaak zien, maar zie je in april violen in het wild bloeien met roodachtig blauwe bloempjes en met enigszins lang-hartvormige blaadjes, dan heb je misschien een ontmoeting met ‘echte’ bosviolen. Een soort die er heel veel op lijkt, is het bleeksporig bosviooltje (Viola riviniana) dat wat lichter blauw bloeit. Behalve de bosviolen die mini-violen worden genoemd, hebben de kwekers ook – om het nog wat verwarrender te maken – mini-bosviolen ontwikkeld die micro’s worden genoemd. Die zijn in alle delen nog kleiner dan de mini’s. Echte dwergen onder de bosviolen.

Vroeger gebruik
Viooltjes hebben iets vertederends en teers over zich. Ze staan in de bloemensymboliek (de bloementaal) voor nederigheid, bescheidenheid en onschuld (vooral de witte), maar vergis je niet: ook verleiding komt om de hoek kijken en ‘een kansje wagen’. Helemaal onschuldig worden ze dus niet gevonden. Een mooie betekenis is ook: ‘ik denk aan je’. Vroeger kende iedereen die bloementaal. Viooltjes werden dan ook graag als veelzeggende corsages of als kleine ronde boeketjes (‘posies’) gedragen. Altijd met een kransje groene blaadjes er omheen.

TIP
Vioolbloempjes kun je eten. Ze smaken friszoet. Ook prachtig als decoratie op de borden en lekker door de sla (of erover gestrooid). Succes verzekerd!

In kort bestek
Bosviolen of miniviolen zijn heel aantrekkelijke, kleinbloemige vormen van hoornviooltjes. Ze staan nu bij GroenRijk bloeiend in handige draagtrays (met elk zes planten) voor je klaar. Ze zullen maandenlang bloeien. Kies de kleuren die je leuk vindt, plant ze in potten, bakken, schalen of de volle grond. Zet ze op een niet al te zonnig plekje. Heel makkelijke planten!

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl

Struikmagrieten

$
0
0
Struikmagrieten

Ja, de struikmargriet heeft regelmatig water en vloeibare planten-voeding nodig

Struikmargrieten (Argyranthemum frutescens) zijn bij ons kuipplanten. Iedereen kent ze en vindt ze prachtig. De kleine struikjes zijn uiterst geliefd vanwege de onvoorstelbaar uitbundige bloei die maar door gaat. De planten kunnen makkelijk tot oktober doorbloeien. De door de kwekers gevormde gezellige bolle plantvormen op pot doen het minstens zo goed als de even gewilde stamvormpjes. Helaas zijn de licht verhoutende planten hier niet helemaal winterhard. Zachte winters overleven ze trouwens wel. Maar overwinteren geeft meestal een wat minder resultaat: koop dus elk jaar nieuwe. Dan is de bloeirijkheid dankzij de kwekerskunst die dat veroorzaakt, het grootst.

Van de Canarische Eilanden
Struikmargrieten stammen oorspronkelijk uit de unieke natuur van de Canarische Eilanden, o.a. van Tenerife, Fuerteventura en Gran Canaria. Maar ze zijn inmiddels in tal van andere gebieden met een subtropisch klimaat ingeburgerd. Daar groeien ze uit tot mooie, brede, bolle, dicht vertakte struiken van wel 1,5 m hoog. Als die volop met honderden margrietenbloemen tegelijk bloeien, weet je niet wat je ziet! Net zoals de planten die je nu bij GroenRijk vindt, zijn ze na verloop van tijd letterlijk overdekt met hun kleurrijke bloemen. Die kunnen wit zijn of roze, geel, geelbruin, roodachtig en paars. Aan jou de keuze. Misschien valt het je op dat het blad bij de in verschillend kleuren bloeiende planten ook varieert. Het is vaak frisgroen, maar kan ook wat grijzig zijn en meer of minder fijn ingesneden. De planten worden liefst verkocht in het stadium dat de knoppen al wat kleur te zien geven. Je ziet dus wat je koopt! Stamvormen zijn meestal wat duurder dan de bolle vormen, omdat het vormen van een stammetje de kweker ongeveer drie jaar kost. Maar dan is er ook iets moois ontstaan dat extra opvalt. De bloei is even rijk.

De wetenschappelijke naam
Struikmargrieten hebben heel lang Chrysanthemum frutescens geheten. Eigenlijk tot de wetenschappers het enorme geslacht Chrysanthemum opsplitsten in wel 30 aparte geslachten (wat sinds 1999 overigens voor een deel weer is teruggedraaid, maar dat geldt niet voor de struikmargrieten). De struikmargriet kreeg door de nieuwe indeling de naam Argyranthemum en heet dus nog steeds zo. Die nieuwe indeling was nodig vanwege genetische verschillen die pas sinds halverwege de vorige eeuw aantoonbaar zijn. Voor die tijd gebeurde de indeling bij planten vooral op uiterlijke kenmerken, zoals bloemeigenschappen. Iets dergelijks is veel andere planten ook overkomen. Die kregen ook een andere naam omdat ze andere genen bleken te hebben dan eerder werd gedacht. Sinds er ook bij planten DNA wordt onderzocht zijn er al heel veranderingen doorgevoerd. Dat heeft ook geweldige verrassingen opgeleverd: zo is onlangs het genoom (het totale DNA) van uien vastgesteld en dat blijkt zevenmaal groter te zijn dan dat van een mens! Een ui is dus een complexer wezen dan een mens. Van struikmargrieten weten we het nog niet…

Verzorging
Zet je struikmargrieten op een zonnige plek op balkon of terras. Een mooie sierpot om de pot waarin hij staat, gaat te sterke opwarming van de wortels in de kweekpot tegen. GroenRijk biedt een grote keuze aan potten. Ga je verpotten, zet ze dan in een mengsel van 1 deel potgrond met 1 deel bemeste tuinaarde. Na zes weken is de mest uit de potgrond verbruikt. Daarna moet je iedere week een keer wat plantenvoeding in zwakke concentratie in je gietwater doen. Geef dagelijks water. Wanneer je je planten toch wilt overhouden, kan dat het beste op een lichte plek bij een temperatuur tussen 5 en 10 °C. Haal ze voor de eerste nachtvorst naar binnen. Verpot ze dan in het voorjaar. Haal regelmatig de uitgebloeide bloemen weg. Bescherm de planten tegen zware regen. De bloemen kunnen anders smetten (verbruinen). Zorg dat een teveel aan gietwater kan wegstromen (drainagegat onder in de pot). Geef ook water als het regenachtig weer is. Door de bolle vorm van de planten komt aflopend regenwater vaak niet in de pot terecht en kan de potgrond zelfs droog blijven als het regent. Om dezelfde reden niet op de plant, maar in de pot water geven.

TIP
Als de binnenste bladeren bruin verkleuren (dat gebeurt soms) moet je de helft van de bloemen en knoppen weghalen. Dan vormt zich al gauw nieuw fris blad en ook de bloei is al snel weer in volle gang. 

In kort bestek
Struikmargrieten (Argyranthemum frutescens) zijn zeer rijk bloeiende, niet echt winterharde, mediterrane struikjes die tot oktober vol door kunnen bloeien met honderden margrietachtige bloemen in roze, gele, paarse of bruinachtige tinten (maar ze zijn er ook in zuiver wit met een geel hart). Het blad wordt vaak bijna geheel door de bloemen bedekt. Een rijk gezicht! Struikmargrieten laten zich op terras en balkon uitstekend met andere planten  combineren.

 

Zaaitips voor groene vingertjes

$
0
0
Zaaitips voor groene vingertjes

Mede met dank aan de grootgrutter Albert Heijn is moestuinieren nu ook onder kinderen heel populair. En terecht, want het is leuk, leerzaam en gezond! Daarom heeft Groenrijk speciaal voor moestuiniertjes in de dop een inspirerend en handig e-book gemaakt. Download het hier en ontdek veel praktische tips voor het succesvol zaaien, kweken en oogsten van groenten en kruiden. Om je op weg te helpen hierbij alvast drie goede zaaitips. Je vindt er nog meer in het e-book!

Tip 1: Aaien! 

Het klinkt gek, maar wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen dat ontkiemende plantjes die je dagelijks even voorzichtig aait tot wel 70 procent sneller ‘aanslaan’ (dus goed worteltjes vormen). Dat vinden kinderen natuurlijk superleuk en spannend! Wacht tot de zaailingen zo’n 3 centimeter groot zijn en ga met je hand zachtjes even heen en weer over de bovenkant van de plantjes. Voor heel tere plantjes kun je een veer of een stukje keukenpapier gebruiken.

Tip 2: Dunne zaden, dikke zaden

In zo’n minipotje van Albert Heijn voor op de vensterbank kun je de zaadjes heel makkelijk kwijt, zonder risico dat de wind roet in het eten gooit. Maar als je buiten zaait kan dat wat lastiger zijn. De stelregel is dat je dunne zaadjes heel ondiep in de grond stopt; eigenlijk over de grond verspreid en er vervolgens wat aarde overheen wrijft. Dikke zaden stop je wat dieper in de grond, zo’n 3 centimeter diep. Dunne, fijne zaden kunnen snel wegwaaien en je kunt er al snel te veel van bij elkaar ‘gooien’. Vermeng die kleine zaadjes daarom met wat vochtig zand, zodat je ze gelijkmatiger kunt verspreiden en ze ook niet weg kunnen waaien.

Tip 3: Eetbare bloemen

Zaai ook wat eetbare bloemen. Wist je dat de vrolijk gekleurde bloemen van de Oost-Indische kers eetbaar zijn en een beetje peperig smaken? Heel lekker op een boterham met kaas! Ook mooi en eetbaar: de hemelsblauwe bloemetjes van komkommerkruid (borage of bernagie) en de paarse bloemetjes van bieslook. Leuk om een salade mee te versieren, en je moestuin fleurt er enorm van op!

Bekijk de tips en geniet van een prachtige moestuin! 

De moestuinexperts van GroenRijk hebben tips en antwoorden op veel gestelde vragen op een rij gezet. Pas de tips toe en geniet van een prachtige moestuin: klik hier om het e-book te downloaden. 

Moestuintoppers voor kinderen

$
0
0
Moestuintoppers voor kinderen

In maart en april kan er al volop gezaaid en geplant worden in de moestuin. Kinderen vinden het zelf kweken van groenten en kruiden heel leuk om te doen, mede aangespoord door de actie met minimoestuinpotjes van Albert Heijn. Ook bij Groenrijk vind je volop zaden, groente- en kruidenplantjes, speciale kweekbakjes en kasjes om mee aan de slag te gaan. En je kunt hier nu ook het handige e-book Moestuinieren voor groentjes downloaden.

Een goed begin in het halve werk

Kies voor groenten en kruiden die makkelijk te kweken zijn en die kinderen lekker vinden. Laat ze zelf zaaien, maar koop voor de zekerheid ook wat kleine groente- en kruidenplantjes, om de kans op een rijke oogst te vergroten. Gebruik zaai- en stekgrond voor de zaden en goede, bemeste tuinaarde of een speciale moestuinmix voor de plantjes. Kies een zonnige plek voor de groenten en kruiden, want de meeste soorten houden van licht en warmte.

5 succesnummers voor beginners

  1. Sla groeit snel en kun je niet alleen in salades verwerken, maar is ook lekker op de boterham. Kies voor verschillende soorten, zoals bijvoorbeeld rucola en de mooie rode krulsla lollo rosso. Je kunt er ook telkens een paar blaadjes van oogsten. Sla kun je nu gewoon buiten zaaien, in de volle grond, in kweekbakken of in een grote pot.
  2. Bieslook is sterk en kan jarenlang meegaan. Je kunt het kruid ook prima in een pot laten groeien. Bieslook kun je nu binnen voorzaaien. Zorg ervoor dat de grond een beetje vochtig blijft. Ook de paarse bloemetjes ervan zijn eetbaar: leuk en lekker in een salade.
  3. Radijs kiemt en groeit snel en kun je al na een paar weken oogsten. Ook het jonge blad van de radijsjes is eetbaar en lekker in een salade. Radijs zaai je het best meteen buiten, vanaf eind april, op een zonnige plek in luchtige, vochtige grond.
  4. Tomaat kun je nu prima binnen voorzaaien. Alle tomaten houden van licht en warmte. Zet de plantjes dus pas vanaf medio mei (na IJsheiligen) buiten. Ze kunnen ook prima in een grote pot groeien. Geef ze een plantensteun, regelmatig mest en haal de kleine blaadjes die in de oksels (tussen stam en tak) groeien regelmatig weg – dat wordt ‘dieven’ genoemd.
  5. Wortel kun je nu buiten ter plekke zaaien. Het fijne zaad moet maar heel ondiep onder een laagje aarde komen. Het is het handigst ze in rijtjes te zaaien. Maak daarvoor met een schepje of een (bamboe)stok een ondiepe geul in de grond. Haal zaailingen die te dicht op elkaar groeien weg, zodat ze genoeg ruimte krijgen om te groeien – ‘verspenen’ heet dat. 

Bekijk de tips en geniet van een prachtige moestuin!

De moestuinexperts van GroenRijk hebben tips en antwoorden op veel gestelde vragen op een rij gezet. Pas de tips toe en geniet van een prachtige moestuin: klik hier om het e-book te downloaden.


Verzorgingstips moestuin(tjes)

$
0
0
Verzorgingstips moestuin(tjes)

Een goed begin is het halve werk. Albert Heijn geeft de aanzet met moestuinpotjes die kinderen – en volwassen – makkelijk kunnen verzorgen in de vensterbank. Maar kleine zaadjes worden groot, en dan? Daarom heeft GroenRijk een handig e-book ‘Moestuinieren voor groentjes’ gemaakt. Download het hier en lees ook alvast de volgende tips om te zorgen voor een geslaagde en rijke oogst.

5 verzorgingstips 

1. Zaai niet te dicht op elkaar en niet een heel zakje in een keer. Zo voorkom je dat je opkomende plantjes die te dicht op elkaar groeien weer voorzichtig moet weghalen en dat je straks met een overschot aan een bepaalde groente zit.

2. Zorg ervoor dat de jonge plantjes in de vensterbank niet uitdrogen. Kijk regelmatig of de blaadjes slap hangen en of de grond erg droog aanvoelt. Staan ze eenmaal buiten, geef dan op warme, zonnige dagen geen water midden op de dag, want dan kunnen de blaadjes verbranden.

3. Laat groenten en kruiden die je binnen hebt opgekweekt eerst ‘afharden’ voordat je ze dag en nacht buiten laat staan of in de volle grond plant: zet ze elke dag een paar uur langer buiten, zodat ze geleidelijk aan het temperatuursverschil met binnen kunnen wennen.

4. Houd rekening met de hoeveelheid mest die bepaalde groenten al dan niet nodig hebben om goed te kunnen groeien.

Algemene richtlijnen:

  • Veel/regelmatig mest: aardappelen, aardbeien, kool en tomaten.
  • Matig mest: bietjes, radijs, selderij, sla, spinazie en uien.
  • Geen mest: erwten, bonen en de meeste kruiden.
     

5. Houd slakken en rupsen weg met een glazen cloche, een laag fijngemaakte eierschalen of schelpen, met kopertape of door de randen van de pot of bak in te smeren met een dikke laag vaseline. Kijk elke dag even of er geen slakken of rupsen bij de plantjes zitten.
 

Bekijk de tips voor een prachtige moestuin

De moestuinexperts van GroenRijk hebben tips en antwoorden op veel gestelde vragen op een rij gezet. Pas de tips toe en geniet van een prachtige moestuin: klik hier om het e-book te downloaden.

Kuiflavendel

$
0
0
Kuiflavendel

Ja, de kuiflavendel is een laagblijvende, heerlijk geurende plant die lang bloeit

Kuiflavendel (Lavandula stoechas) ‘Anouk’ bloeit vroeger in het jaar dan de ‘gewone’ lavendel (Lavandula angustifolia) en bloeit bovendien langer door: van vroeg in het voorjaar tot laat in de zomer. De meest intense bloeitijd is mei-juli. Als je na die eerste langdurige bloei de oude bloemen eruit knipt – snoei de plant gerust tot de helft terug – dan begint ‘Anouk’ opnieuw. Dan krijg je zelfs bloemen tot oktober! De bloemen van deze ca. 50 cm hoge plant zijn bovendien prachtig. Ze verschijnen aan de toppen van de stengels en ze zien eruit als dieppaarse korfjes waar een wuivende lilaroze kuif als een soort ‘tissues’ bovenuit steekt. Lavandula ‘Anouk’ is een halfheester. Dat betekent dat de stengels min of meer verhouten. Deze plant is matig winterhard en blijft in zachte winters zelfs wintergroen. De kleur van het blad is grijsgroen en – anders dan ‘gewone’ lavendel – geurt het heerlijk naar dennen (als je het blad kneust).


Van de Canarische Eilanden
Kuiflavendel heet ook wel vlinderlavendel of Franse lavendel

In Engeland wordt kuiflavendel trouwens Spanish Lavender genoemd. Er zijn diverse andere cultivars of kweekvormen, maar ‘Anouk’ is uniek door de enorm lange bloeitijd. De bloemen – het zijn eigenlijk bloeiaren – zijn inclusief de kuif 5-7 cm lang, het grijze blad is 10-15 cm lang. ‘Anouk’ houdt van een zonnige, warme plek in vrij droge, maar wel voedselrijke grond. In die situatie bloeit ze het beste. De grond mag zeker ’s winters niet te lang nat blijven, omdat anders wortelrot kan optreden. Kuiflavendels zijn tenslotte planten uit het mediterrane klimaat van Zuid-Europa (Spanje, Portugal, Zuid-Frankrijk). Dus in lange, natte winters hebben ze het niet makkelijk. Zorg in ieder geval voor goede drainage op de standplaats. ‘Anouk’ doet het overigens ook prima in een ruime bak of pot, is dus ook uitstekend als kuipplant toe te passen. Je kunt van deze plant zeker ook op het balkon of terras genieten. Kuiflavendel ‘Anouk’ kan vrij veel droogte hebben, maar vergeet bij planten die in een pot of bak groeien, niet om regelmatig water te geven. Doe daar dan ook eens per maand wat vloeibare plantenvoeding doorheen. Als je de plant koopt zit er voor de eerste maand voldoende voeding in de potgrond. Plant je ‘Anouk’ in de volle grond, dan heb je er wat verzorging betreft, bijna geen omkijken naar (maar naar ‘Anouk’ kijken doe je toch wel). Behalve de jaarlijkse snoei vragen ze dan alleen zon en zo nu en dan een regenbuitje en dat gebeurt in ons klimaat vanzelf. 

Goed snoeien
Om een kuiflavendel jarenlang mooi en rijk bloeiend te houden, moet je deze plant goed snoeien. Dat geldt dus ook voor ‘Anouk’. In feite kun je snoeien zoals je ook ‘gewone’ lavendel snoeit. Alle lavendels hebben de neiging om hun takken te laten verhouten. Het worden dan struikjes die onderin steeds kaler worden. Het ‘leven’ (blad en bloemen) zit dan alleen bovenin. Dat is geen fraai gezicht. Je moet dus ieder jaar snoeien om de plant jong en mooi te houden. Doe je dat niet, dan loop je de kans dat je jouw plant na een paar jaar niet mooi meer vindt en dat je rigoureus en behoorlijk diep gaat snoeien. En dat heeft nooit succes, want te sterk verhoute takdelen van een lavendelplant lopen niet meer uit. Dan gaat zo’n plant dood. Doe het daarom zoals de kwekers het doen: 
1. Na de eerste bloei knip je de uitgebloeide bloemen eruit. Je kunt de plant dan ook al wat fatsoeneren, dus erg sprietig uitgegroeide stengels kun je weghalen om de vorm mooi te houden.
2. Bij ‘Anouk’ kun je de stengels ook eind juli tot de helft inkorten om een tweede bloeigolf te krijgen die tot in oktober kan duren (een beetje afhankelijk van het weer). De plant vormt dan vóór de winter voldoende nieuwe stengeldelen die kunnen overwinteren. In het najaar dus verder afblijven.
3. Tijdens de winter vriezen lavendelplanten meestal wat in. Daarom wordt in de periode half maart-begin april stevig gesnoeid. Kort de stengels gerust in tot op 10 à 15 cm boven de grond. Als je dat ieder jaar doet is dat geen probleem. Ze lopen daarna weer uit en zullen al in mei weer bloemen gaan vormen. Alleen bij planten die al min of meer zijn verhout, moet je dus niet zo diep snoeien.

In de meeste gevallen wordt een lavendelplant toch na enkele jaren vervangen omdat de levenskracht terugloopt en de bloeirijkheid vermindert. Maar door ieder jaar goed te snoeien kun je dat heel lang uitstellen.

Kuiflavendel wordt uit stek vermeerderd
De kwekers vermeerderen de verschillende cultivars van kuiflavendel uit stek. Dat gebeurt met halfverhoute topscheutjes die meestal begin najaar worden genomen en in een kas worden opgekweekt, verzorgd en gesnoeid tot ze de gewenste leverbare maat hebben. De kwaliteit waarin GroenRijk nu kuiflavendel ‘Anouk’ aanbiedt, is prachtig. Grote, sterke, jonge planten in potten met een doorsnee van liefst 17 cm! Dat is fors!

TIP
Leuk om te zien: de bloeiaren van kuiflavendel ‘Anouk’ bloeien van onder naar boven. Het kuifje blijft het langst intact.

n kort bestek
De kuiflavendel ‘Anouk’ (Lavandula stoechas) bloeit uitzonderlijk lang (tot ver in de zomer en het kan zelfs nog later) met prachtige lila/paarse bloemen met een vrolijk kuifje bovenop. Het blad geurt sterk naar dennen. Het is een matig winterharde halfheester die in zachte winters groen kan blijven. Voor een vrij droge, goed doorlatende groeiplek in de volle zon. Ook prima als kuipplant op balkon of terras. Nu in een prachtige, forse kwaliteit (doorsnee pot 17 cm!) bij GroenRijk.

 

Tuinplant van de Maand april: mini-petunia

$
0
0
Tuinplant van de Maand april: mini-petunia

Als je in april op zoek bent naar een instant zomergevoel, dan is de kleurrijke mini-petunia een geweldige tuinbloeier. De trompetvormige bloemen lijken op die van de ‘gewone’ petunia, maar zijn een slagje kleiner.

De mini-petunia (Calibrachoa) is ideaal voor hangmanden, balkonbakken en potten, al doet hij het ook prima in borders tussen bodembedekkers. Waar je de Tuinplant van de Maand april ook neerzet, de kleurrijke trompetjes hebben de uitstraling van een zomerse samba. En die duurt tot ver in najaar!

Non-stop bloei
De Mexicaan Antonio de Caly Bracho was in de 18e eeuw de eerste die de plant beschreef. Vandaar dat de botanische naam Calibrachoa luidt, maar in Nederland noemen we de plant gewoon mini-petunia. De plant komt veel voor in Zuid-Amerika, waar hij groeit van nature in een strook van zuid-Brazilië tot Peru en Chili. Er zijn zo’n 30 soorten in tinten als rood, oranje, geel, roze, wit en dieppaars. De mini-petunia bloeit één seizoen maar doet dat wel extra lang: van april tot en met oktober. Niet alleen mooi maar ook goed nieuws voor vlinders en honingbijen die graag nectar komen ‘tanken’.

Verzorging
Als je denkt dat mini-petunia veel noten op haar zang heeft, heb je het mis! Uitgebloeide bloemetjes vallen er vanzelf af en nieuwe bloemetjes nemen het vanzelf over. Zet de mini-petunia bij voorkeur op een zonnige plek want dan komen er de meeste bloemen aan. Vervolgens is het slechts een kwestie van regelmatig water geven zodat de grond niet uitdroogt. Wanneer je de plant elke twee weken verwent met plantenvoeding wordt je beloond door een extra rijke en lange doorbloei.

Meer informatie over mini-petunia en andere tuinplanten vind je op Mooiwatplantendoen.nl.

Tuinplant van de maand
Mini-petunia staat in april als Tuinplant van de Maand in de spotlights. ‘Tuinplant van de Maand’ is een initiatief van Mooiwatplantendoen.nl. Kwekers en groenspecialisten uit de sierteeltsector selecteren op verzoek van Mooiwatplantendoen.nl maandelijks een tuinplant met als doel te inspireren en te enthousiasmeren. Een tuin is namelijk geen tuin zonder planten.

Peperomia is Woonplant van de maand april 2016

$
0
0
Peperomia is Woonplant van de maand april 2016

Vele tinten groen, met geel, rood en zilver. Effen én met bladtekening. En dat allemaal in een compacte plant met een rijke puur natuur-uitstraling: Peperomia.

Bloemen als staartjes
Peperomia is er in vele soorten, maten, soorten en kleuren, van groen tot roze. De planten hebben grote sierwaarde door de vorm en kleurtekening van de bladeren. Die kunnen klein en weelderig zijn, maar ook lang en puntig. Of juist robuust, in een volle struikvorm. Sommige Peperomia bloeien met stevige groene stengels die fier omhoog staan, als vrolijke staartjes, andere bieden voornamelijk prachtig blad. De opbouw van dat  blad is mooi gelaagd, zodat de plant er vol en levendig uitziet. Die dichte structuur straalt iets beschermends uit en absorbeert bovendien geluiden, zodat de plant in huis voor verstilling zorgt. Al het groene blad werkt daarnaast luchtzuiverend, zo blijkt uit onder andere NASA-onderzoek*. 

Synergie
De woonplant heeft een warme, vriendelijke uitstraling en past met haar ronde vorm en rijke bladgroei goed in de huidige stijltrend Connect the Story waarin cirkels en verbinden centraal staan. Kernwoorden als duurzaamheid, eenvoud en tevredenheid komen allemaal samen in de prachtige vormen van Peperomia. Materialen met een handgemaakt karakter passen hier goed bij: denk aan keramiek, katoen, linnen en glas. Kunststof met een kern van riet kan een nieuw spanningsveld creëren waarmee de uitstraling weer heel anders wordt. De vrolijke staartjes die bij sommige variëteiten als antennes omhoog steken, maken van Peperomia een veelzeggend verbindend element. 

Spelen met cirkels 
Omdat de meeste soorten vrij laag blijven, is Peperomia heel geschikt om in flessentuintjes en terraria te gebruiken. Het blad leent zich eveneens voor laagstaande schalen: het komt het best tot zijn recht als er op kan worden gekeken. Wie de cirkeltrend wil doortrekken, zet Peperomia in een lage schaal op een rond onderbord op een ronde tafel, om de straalbeweging van een steentje in stil water na te bootsen. 

Peperomia’s verzorging 
Peperomia komt uit een grote familie van zo’n 500 sierbladplanten en is verwant aan peper. In het wild groeit de plant in het Amazonegebied van Zuid-Amerika, bij voorkeur onder bomen waar het warm en schaduwrijk is. Peperomia heeft niet veel verzorging nodig: ‘liefdevol verwaarlozen’ is het devies. De plant staat het liefst licht, maar niet in de volle zon, al kan hij die vaak wel hebben. Laat de potgrond niet helemaal uitdrogen en geef geen water op het blad, dan groeit de plant het best. 

  • Peperomia is een geschikte instapplant voor mensen met niet al te groene vingers.
  • Heel mooi: de diverse tinten groen van verschillende Peperomia bij elkaar zetten.
  • Peperomia wordt in Brazilië gezien als een geluksbrenger. Het is daar een hart-onder-de-riem-cadeautje dat zegt: ‘Het komt allemaal goed’. 
  • De woonplant heeft een reeks illustere bijnamen, zoals zwanenkroos, dwergpeper, krokodillentranen of rattenstaartje. 
  • De naam is afgeleid uit het Grieks: ‘peperi’ betekent ‘peper’ en ‘homoios’ staat voor ‘gelijkend’. 

Woonplant van de maand
Peperomia is Woonplant van april 2016. De ‘Woonplant van de maand’ is een initiatief van het Bloemenbureau. Maandelijks kiest het Bloemenbureau in overleg met vertegenwoordigers uit de sierteeltsector een plant die het opvallend goed doet bij de consument, of juist (nog) niet zo bekend is, maar wel potentie heeft om het goed te doen in de woonkamer. 

Valkuilen moestuin(tjes)

$
0
0
Valkuilen moestuin(tjes)

Moestuinieren is leuk, maar niet altijd even makkelijk. Sommige groenten groeien ‘de pan uit’, andere verpieteren waar je bij staat. Daarom is het goed je te informeren over de beste zaai-, kweek- en oogstmethoden voor je favorieten groenten en kruiden. In het e-book Moestuinieren voor groentjes van GroenRijk vind je waardevolle informatie om van je moestuin een succes te maken. Hier een paar veelgemaakte (beginners)fouten.

1. Te dicht, te veel en te oppervlakkig zaaien

Vooral hele fijne zaden zijn lastig evenwichtig te verspreiden. Vermeng ze eerst met wat vochtig zand voordat je ze ter plaatse uitstrooit. Voor sommige soorten, zoals worteltjes, is het handig om een ondiepe geul in de grond te maken en de zaadjes daar op een windstille dag met een soort tuutje (of dubbelgevouwen envelop) in te strooien. Aarde erover vegen en klaar is kees. Wanneer je in een keer te veel van eenzelfde soort zaait, zit je straks opeens met een overschot. Zaai liever steeds een beetje met een tussenpoos van een week of twee. Dikkere zaden moeten wat dieper de grond in, zo’n 3 centimeter.

2. Te weinig water en mest geven

Alle planten, dus ook groenten en kruiden, hebben behoefte aan goede grond, voldoende licht, water en meststoffen. De hoeveelheid verschilt per soort; houd daar rekening mee! Kijk voor meer informatie in het e-book Moestuinieren voor groentjes dat u hier kunt downloaden of vraag om advies in ons tuincentrum.

3. Te vroeg of te laat binnen of buiten zaaien of planten

Ook de beste zaai- en pootperiode voor de verschillende soorten groenten en kruiden loopt flink uiteen. Kijk op het etiket van het zaaizakje of het label van het ‘pootgoed’ (het te planten groenten- of kruidenplantje) wat de beste tijd en plek (binnen, buiten, in koude bak of kas)  is om te zaaien of te poten. Of vraag om advies in ons tuincentrum.

 

Bekijk de tips en geniet van een prachtige moestuin!

De moestuinexperts van GroenRijk hebben tips en antwoorden op veel gestelde vragen op een rij gezet. Pas de tips toe en geniet van een prachtige moestuin: klik hier om het e-book te downloaden.

 

Viewing all 631 articles
Browse latest View live


<script src="https://jsc.adskeeper.com/r/s/rssing.com.1596347.js" async> </script>