Quantcast
Channel: GroenRijk Prinsenbeek nieuws
Viewing all 631 articles
Browse latest View live

Tuinplant van de Maand november: Bergthee

$
0
0
Tuinplant van de Maand november: Bergthee

Prachtig blad en sierlijke bessen: er is haast geen tuinplant die zo haar best doet om je vrolijk door de donkere dagen te slepen als bergthee. November is een uitstekende maand om het sierlijke plantje een plek te geven in de tuin of op het terras. Niet voor niets staat bergthee als Tuinplant van de Maand november in de spotlights.

Winterhard
Bergthee (Gaultheria) is makkelijke en winterharde tuinplant. De beste plantplek is in de zon of halfschaduw. Gebruik bij aanplanting potgrond met voeding zodat de wortels zich goed kunnen ontwikkelen. Bergthee kan ook heel goed in bakken en potten op het terras of een balkon worden toegepast. Zorg wel voor gaatjes in de bodem van de pot zodat overtollig (giet)water kan wegvloeien. Geen gaatjes? Gebruik dan eerst een laagje hydrokorrels en daarboven verse potgrond.

Meer informatie over bergthee en andere tuinplanten vind je op www.mooiwatplantendoen.nl.


Patio Cyclaam

$
0
0
Patio Cyclaam

Ja, de Patio Cyclaam is zeer geschikt voor op het terras, balkon en in de border

Patio Cyclamen zijn herfstbloeiers. Iedereen vindt ze mooi, maar toch krijgen nog ze te weinig aandacht. GroenRijk doet er deze week alles aan om dat te veranderen. Dat zijn de Patio Cyclamen namelijk absoluut waard. Het zijn prachtplanten. Heel bijzonder. De bloemvorm is subliem. De bloemen groeien kort nadat het blad verschijnt, direct uit de knol. Ze verschijnen bijna bedremmeld met gebogen kopjes aan iele steeltjes. Dat heeft iets vertederends. Ze kunnen bovendien heerlijk zoet geuren (naar honing).  Cyclamen hebben iets merkwaardigs. De platte knol is de eigenlijke plant. Daaruit groeien de bladeren, bloemen en wortels. In feite is het zelfs niet de knol die de levende plant vormt, maar de huid van de knol waarin de spruiten voor de wortels en bovengrondse bloemen en bladeren zitten. De knol zelf bestaat uit opgeslagen voedsel voor de plant. Daardoor kunnen cyclamen ook buiten de grond groeien en bloeien (als zogenaamde droogbloeiers).

Cyclamen zijn knolgewassen die volledig zijn aangepast aan de hete, droge zomers en koude winters die in de gebieden van herkomst heersen. Er zijn meer dan twintig verschillende soorten uit een gebied dat loopt van Spanje en Marokko tot Griekenland en Turkije/Syrië. In die laatste twee gebieden komen de meeste soorten in het wild voor. De knollen gaan ’s zomers in rust. Ze groeien liefst wat beschaduwd onder struiken en bomen. Van fel zonlicht houden ze niet. Pas als het licht wat minder fel wordt, komen ze tot ontwikkeling. Bij de Patio Cyclamen is dat in de herfst.

Achterovergevouwen bloemblaadjes
Cyclamenbloemen staan geknikt aan de steeltjes boven het blad en hebben hun bloemblaadjes achterover naar boven omgevouwen, waardoor de stamper en meeldraden er onderaan uithangen en zich ontbloten voor bestuiving door bezoekende insecten. Die komen op de verrukkelijke, zachte, zoete nectargeur af. Ze bloeien meestal in pasteltinten: lila, roze, zalmroze en wit. De bloemen verschijnen boven vaak verrassend fraai, zilver getekend (gemarmerd) groen blad dat meer of minder duidelijk hartvormig is (het lijkt soms wel wat op klimopblad of is bijna rond). De verschillen stammen af van diverse soorten die door de kwekers met elkaar zijn gekruist.

Buiten of binnen – het kan allebei
Vanwege de fragiele schoonheid en de heerlijke, zoete honinggeur van cyclamen (ze geuren niet allemaal even sterk), is het heel leuk om te proberen de planten zo hoog te planten of in pot neer te zetten dat direct oog- en neuscontact mogelijk is. Dat geldt zeker voor de planten (doorsnee pot 10 cm) die GroenRijk nu aanbiedt. Je kunt ze namelijk heel goed in een leuke pot of bak planten. Patio Cyclamen zijn midi-cyclamen die speciaal zijn gekweekt om buiten op een aantrekkelijke, beschutte plek op je terras of balkon te zetten. Maar ook  in de kamer bloeien ze graag! Zolang ze maar niet de hele dag in de volle zon staan.

Wat is een  Patio Cyclaam

  • Een midi-cyclaam die het ook in pot, mand en bak prima doet;
  • Die heel lang en aan één stuk doorbloeit van eind augustus tot de vorst invalt;
  • Met bloemen in prachtige pasteltinten;
  • Met mooi gemarmerd, fijn blad;
  • Een plant die maar heel weinig verzorging vraagt.

Eenvoudige verzorging
Van felle zon houdt je Patio Cyclaam dus niet, zet de pot of bak daarom in lichte schaduw, bijvoorbeeld in de wisselende schaduw onder  het blad van andere planten. Of op een licht beschaduwde plaats in huis. GroenRijk heeft passende sierpotten genoeg om uit te kiezen. Zorg dat de grond in de bak of pot niet uitdroogt, maar er mag ook na het gieten of een regenbui geen water in blijven staan. Er moet dus een drainagegat in de pot of bak zitten. Voor binnen is een pot met een losse onderschotel ideaal. Je hoeft geen plantenvoeding in het gietwater te doen. Giet niet op de knol zelf, maar er omheen.

TIP: Als je de knol van je Patio Cyclaam in de volle grond van je tuin plant (bijv. onder heesters) moet je hem ’s winters met een laagje bladaarde erboven tegen vorst beschermen.

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl 

Kerstster, Woonplant van de maand november

$
0
0
Kerstster, Woonplant van de maand november

Een zalig moment: buiten is het guur, binnen kruip je lekker tegen de Kerstster aan, de Woonplant van de maand november. Met haar theatrale bladeren trekt zij je zo uit een sluimerend herfstdipje.

Kleur, kleur, kleur!
Het meest opvallend aan de Kerstster, ook bekend als Poinsettia, zijn natuurlijk haar gekleurde schutbladeren. Deze zijn helderrood, zalmroze of roomwit en omringen kleine, gele bloemknoppen. Om blij van te worden, deze graag geziene gast aan het einde van het jaar.

Met dank aan Joel Poinsett
De Poinsettia is vernoemd naar de Amerikaanse ambassadeur in Mexico, Joel Poinsett, die de plant in het begin van de 19-de eeuw introduceerde in de Verenigde Staten. De Kerstster heeft in het wild in Mexico en Midden-Amerika de gedaante van een struik die tot vier meter hoog kan worden. De plant bloeit buiten van november tot februari en in de zomer is de struik kaal.

Verzorging van de Kerstster
Zo maak je een Kerstster gelukkig: geef haar een plekje in het licht, zonder felle zon. Regelmatig water geven wordt erg gewaardeerd, zeker als de Kerstster bloeit. Als extraatje kun je iedere twee weken een beetje plantenvoeding geven. Mocht er een stengel van de plant afbreken waardoor je wat plantensap op je hand krijgt, was dan je handen.

Leuk om te weten:

  • De soortaanduiding ‘pulcherrima’ die de Kerstster officieel heeft, is Latijn voor 'de schoonste'. De Duitse plantkundige Willdenow gaf de botanische naam aan de plant vanwege de mooie kleur. Heel begrijpelijk.
  • Zet de plant niet op een tochtige plaats of een overdreven warme plaats zoals bij het haardvuur of kachel.
  • Wist je dat je je lekkerder voelt met planten om je heen? Ze zorgen voor frisse lucht en hebben een stressverlagende werking. En dan hebben we het nog niet eens over hun uiterlijk.
  • De Kerstster werd door de Azteken "Cuitla-xochitl" genoemd. In 1804 bracht natuuronderzoeker Alexander von Humboldt de plant voor het eerst naar Europa.
  • Wordt het blad van je Kerstster geel en valt het af? Zet de plant dan op een koelere en lichtere plaats en verhoog de luchtvochtigheid. Wedden dat ze opknapt?
  • In de verenigde Staten is de sterfdag van Joel Poinsett, 12 december, uitgeroepen tot Poinsettia Day. Familie, vrienden, buren en collega’s geven elkaar op die dag een Kerstster cadeau.
  • Heb je een Kerstster gekocht? Pak ‘r dan warm in voor het ritje naar huis want ze is nogal een koukleum.

Woonplant van de maand
De Kerstster, ook bekend als Poinsettia, staat deze maand in het middelpunt van de belangstelling als Woonplant van november 2015. ‘Woonplant van de maand’ is een initiatief van het Bloemenbureau. Maandelijks kiest het Bloemenbureau in overleg met vertegenwoordigers uit de sierteeltsector een plant die het opvallend goed doet bij de consument, of juist (nog) niet zo bekend is, maar wel potentie heeft om het goed te doen in de woonkamer. 

Voor meer informatie zie: www.mooiwatplantendoen.nl

Anthurium

$
0
0
Anthurium

Ja, de Anthurium is een sterk bloeiende plant die symbool staat voor het onbetaalde werk dat mantelzorgers uit liefde doen voor een ander

Bloemen en planten geven betekent iets! Zeker als ze met een speciale bedoeling worden gegeven. Dat geldt helemaal voor de Anthurium. De Anthurium is ieder jaar hét symbool van de mantelzorg. Waarom? Heel eenvoudig: in de bloemen van een Anthurium zie je precies uitgedrukt wat de mantelzorg inhoudt. De bloemen verschijnen aan sterke stelen boven prachtig, hartvormig(!) of pijlvormig, vaak heel mooi getekend blad. Sterk, flexibel en veerkrachtig, net zoals mantelzorgers. Maar het gaat vooral om de bouw van de bloemen. Die bestaan uit een vaak wat gekromde, soms spiraalvormige bloeikolf (daar kun je ouderdom of een leven met problemen in zien) met daar omheen een prachtig gekleurd, beschermend schutblad. Dat is de mantel die afschermt en beschut. Een mooier symbool voor mantelzorg is er bijna niet. Anthurium’s (ze zijn familie van de flamingoplanten) zijn bovendien heel sterk en ze bloeien heel lang. Iedere bloem blijft minstens acht weken mooi. De verzorging is makkelijk.

10 november is het de ‘Dag van de Mantelzorg 2015’!

Wil je jouw waardering voor een speciale mantelzorg(st)er laten zien? Geef een Anthurium!

Anthurium’s kunnen heel verschillend zijn: de glanzende schutbladen kunnen knalrood zijn of wit, roze, zalmkleurig of paarsachtig, groot, uitbundig, of heel bescheiden. Wat je maar het meest passend vindt voor de persoon waarvoor hij is bedoeld. Ook het blad kan heel verschillend zijn: fraai getekend of volgroen. Dat hangt van de soort of het ras af. GroenRijk heeft keuze genoeg. De planten komen allemaal van een Nederlandse topkweker op Anthurium-gebied die al meer dan 25 jaar de meest fantastische planten selecteert en ontwikkelt. Ook dit jaar zijn enkele daarvan speciaal als Mantelzorgplant geselecteerd. Onder andere de Anthurium ‘Nano Red’® (met felrode schutbladen en een rode bloeikolf) en de ‘Princess Amalia Elegance’ (met witte, roze overlopen schutbladen en een iets lichter rode bloeikolf).  Die worden nu tegen een even speciale prijs (€ 5,99) door GroenRijk aangeboden. Ze staan in grote potten met een doorsnee van 14 cm. De genoemde rassen hebben prachtig, volgroen blad. Echt schitterende planten!

Dé Mantelzorgplant
Dit is hét symbool van de ‘Dag van de Mantelzorg’, waarin GroenRijk en de bovengenoemde Anthurium-kweker samenwerken met Mezzo, de landelijke Nederlandse vereniging die opkomt voor iedereen die zorgt voor een ander. Dat kan een familielid zijn, een buurman of -vrouw, een vriend of vriendin of wie ook. Tachtig procent van alle zorg wordt thuis gegeven door meer dan 3 miljoen mantelzorgers en zorgvrijwilligers. Mezzo zorgt voor de belangenbehartiging en ondersteuning van al die mensen en kent en heeft contacten met alle organisaties en overheden op dit gebied.

Verzorging van de Mantelzorg-Anthurium
Anthurium’s zijn van oorsprong tropische planten uit de oerwouden van Zuid-Amerika. Daar heerst wisselende schaduw. Zet daarom ook een Mantelzorg-Anthurium nooit in de volle zon, maar wel op een lichte plek. Bijvoorbeeld in een vensterbank op het noorden, oosten of westen. Geef 1 à 2 keer per week water en eens in de zes weken plantenvoeding. De Anthurium kan met een beetje regelmatige zorg het hele jaar door bloeien. Iedere bloem houdt het wel acht weken vol. De bloemen volgen elkaar op. Het zijn stijlvolle, sterke planten. Gewone huiskamertemperaturen zijn prima. De kweker heeft door de jaren heen zijn planten zo geselecteerd dat ze meer kou kunnen hebben dan de Anthurium’s uit de tropen.

Iets meer over Anthurium’s
In het tropische oerwoud groeien Anthurium’s in de bosbodem of epifytisch op bomen. Ze hebben daarom maar een klein wortelstelsel, eigenlijk een wortelstok waar de bladeren en bloemen rechtstreeks uit opschieten. Er zijn heel wat wilde soorten, maar die worden lang niet allemaal gekweekt. De bekendste (gekweekte) zijn de hybriden uit de Anthurium Andreanum Groep met hart- tot pijlvormige bladeren en die uit de Scherzerianum Groep met smallere lancetvormige bladeren. Beide hebben de bekende, wasachtig glanzende, kleurrijke bloem-schutbladen. Een soort die minder om de bloemen, maar vooral om het prachtige, breed-hartvormige blad wordt gekweekt, is Anthurium crystallinum.

TIP: Planten in huis zijn niet alleen mooi, ze zijn ook gezond. Ook Anthurium’s produceren zuurstof, ze zuiveren de lucht en vormen gezondmakende, kalmerende ionen die ze afstaan aan de lucht in de ruimte waar ze staan. Een Mantelzorg-Anthurium helpt dus zorgen.

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl 

Vlinderorchidee

$
0
0
Vlinderorchidee

Ja, de vlinderorchidee staat graag op een lichte plaats en heeft regelmatig speciale vloeibare orchideeënvoeding nodig

Dit tropische orchideeëngeslacht telt ruim 60 soorten. Er zijn grote verschillen tussen. Vlinderorchideeën (Phalaenopsis) zijn schitterend bloeiende planten die zich verrassend goed aan allerlei omstandigheden aanpassen. De meeste groeien als epifyten hoog in de boomkronen in de tropische regenwouden van Azië. Die wortelen dus niet in de volle grond, maar groeien op de takken en in de takoksels van de bomen. Op plekken waar zich afval, zoals plantenresten, stof en vogeluitwerpselen, verzamelt. Dat mengsel heeft wel iets van ruwe potgrond en daarin kunnen de orchideeënzaden kiemen. Vlinderorchideeën tasten de bomen zelf niet aan. Hun wortelstokken groeien niet tot in de weefsels van de boom. Ze leven niet van de boomsappen. Ook in veel koelere vochtige laaglandbossen komen vlinderorchideeën voor en in Noord-Australië groeien ze zelfs in vrij droge rotsspleten. Dan zijn het zogenaamde lithofyten (steenbewoners). Ze halen hun voedsel voor een deel uit regenwater en lucht en uiteraard uit zonnestraling. Bij sommige soorten zijn de wortels nauwelijks ontwikkeld. Net voldoende voor hun verankering op dus vaak extreme groeiplekken. Vlinderorchideeën (Phalaenopsis) komen in het wild verspreid voor van de Himalaja tot de Filipijnen en tropisch Noord-Australië.

Er bestaat zelfs een vlinderorchideeën-eiland
Dat ligt vlak bij Taiwan. Een eiland in zee dat vanwege het overweldigende voorkomen van Phalaenopsis, orchidee-eiland wordt genoemd. Een eldorado voor Phalaenopsis-liefhebbers. Maar ook thuis kun je van de rijke vlinderachtige bloei van deze schitterende orchideeën in al hun verscheidenheid genieten. GroenRijk heeft ze nu uitbundig bloeiend in diverse bloemkleuren voor je klaarstaan. Je ziet wat je koopt. Ook als cadeau zijn vlinderorchideeën erg gewild! Qua bloeiduur zijn ze ongeëvenaard. Als ze het naar hun zin hebben, is er al weer een nieuwe bloeitak gevormd als een iets oudere bloeitak na maanden bijna is uitgebloeid. De planten die GroenRijk nu voor je heeft, hebben al twee bloeitakken!

Steeds dezelfde bouw, waar ze ook groeien
Hoe groot de groeiplaatsverschillen ook zijn, de bouw van een Phalaenopsis is steeds dezelfde. Uit de top van een omhoog groeiende wortelstok verschijnen per jaar een of twee dikke, vlezige bladeren die heel lang aan de plant blijven, maar uiteindelijk wel een keer afvallen. Gebeurt dat tijdens de bloei, dan is de plant mogelijk aan een rustperiode toe. Zet hem dan wat koeler. Onder goede omstandigheden kunnen oudere planten wel 5-10 bladeren krijgen. De knolachtige verdikkingen die andere orchideeën soms hebben (pseudobulben), ontbreken bij Phalaenopsis. Tussen de bladeren verschijnen een of meer stengels waaraan zich de trossen bloemen ontwikkelen. Iedere bloem bloeit gemakkelijk enkele weken voor hij verwelkt, een bloemtros (aan één enkele tak) bloeit gemiddeld twee tot drie maanden! Een ongelooflijke prestatie! Daar komt bij dat sommige typen ook nog heerlijk geuren!

De naam vlinderbloem
Phalaenopsis komt van het Griekse phalaina dat ‘mot’ of ‘vlinder’ betekent; opsis betekent ‘gelijkend op’, dus de naam betekent ‘gelijkend op een vlinder’. Bij de meeste soorten is dat direct duidelijk als je de bloemen ziet. Vooral in de natuur zien de bloemen er – als ze door de wind worden bewogen – uit of het groepen dansende vlinders zijn. Misschien heeft de natuur dat wel expres zo gedaan – om de echte vlinders te lokken voor de bestuiving. Tenslotte doen ze dat ook al met hun geur. Planten laten heel veel aanpassingen zien, die puur praktisch zijn bedoeld, maar die voor ons vaak heel mooi of zelfs verrukkelijk zijn.

Verzorging
Geef je vlinderorchideeën een lichte standplaats, maar zet ze niet in fel zonlicht. Ze voelen zich tijdens de bloei het lekkerst bij een temperatuur van 18-22 °C. Eenmaal per week matig water geven is meestal genoeg. Giet overtollig water altijd uit de pot of van de schotel: Phalaenopsis heeft een hekel aan voortdurend natte voeten. De wilde soorten vragen vaak een hoge luchtvochtigheidsgraad, maar de planten die je bij Groenrijk koopt doen het prima bij een normale 40-50% op de hygrometer. Geef hooguit eens per maand (tijdens de bloei) wat verdunde speciale orchideeënvoeding in het gietwater, zeker niet meer! Na de bloei de stengel op ca. 20-25 cm boven de potgrond afsnijden. Er vormt zich dan weer een nieuwe knop. Na 2-3 jaar kan verpotten nodig zijn. Doe dat dan niet in gewone potgrond, maar in speciale, luchtige, ruige orchideeënaarde. GroenRijk heeft alles voor je op orchideeëngebied.

TIP: Het kwaliteitsverschil zie je bij vlinderorchideeën o.a. aan het aantal bloeitakken (meestal een of twee takken) waarmee de planten worden aangeboden. Bij GroenRijk bloeien ze rijk met twee takken.

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl 

Peperomia

$
0
0
Peperomia

Ja, de Peperomia’s zijn makkelijke, trendy kamerplanten

Peperomia’s hebben geen aparte, eigen, Nederlandse naam. Het zijn dus gewoon peperomia’s. Je kunt het ook niet over dé peperomia hebben, want er bestaan meer dan 1000, misschien wel 1500 verschillende soorten. Ze komen in alle tropische en subtropische streken van de wereld voor, maar het overgrote deel stamt uit Midden-Amerika en het noorden van Zuid-Amerika.  Het zijn bijna allemaal leuke, groenblijvende, vrij kleine planten (meestal niet meer dan 30 cm hoog). Ze hebben soms betrekkelijk dikke, stevige stengels en vlezige bladeren, soms ook dradige, hangende stengels. Bij sommige, weinig gekweekte soorten zitten daar merkwaardige, glasachtige, doorzichtige delen (de zogenaamde ‘raampjes’) in. Niet bij de cultivars die GroenRijk nu aanbiedt overigens. Peperomia’s zijn voornamelijk epifyten, vaste planten die in de oerwouden op rottende, vermolmde houtresten groeien. De meeste zijn in ons klimaat kasplanten die vrij hoge luchtvochtigheden nodig hebben, maar gelukkig zijn er uitzonderingen die het in de normale omstandigheden in huis prima doen. Dat zijn voornamelijk cultivars van twee soorten: Peperomia clusiifolia en P. obtusifolia. En die heeft GroenRijk nu in diverse schitterende vormen voor je klaar staan.

Familie van de pepers (de Piperaceae)
Of deze planten – of delen ervan – scherp kruidig smaken, weten we niet en dat gaan we ook maar niet proberen, maar familie van de bekende witte, zwarte, rode en tal van andere pepersoorten die we in de keuken gebruiken (Piper) zijn ze wel. Piper en Peperomia zijn zelfs de enige twee geslachten binnen de familie van de Piperaceae (van ‘pippali’, het Sanskriet-woord voor ‘lange pepers’). De meeste peperomia’s zijn van het vlezige type met vrij dikke, ovale tot hartvormige blaadjes die glad of gekreukeld kunnen zijn, groen en gestreept, gemarmerd of gevlekt. De bladkleuren kunnen ook sterk variëren: van bleekgroen tot donkergroen, maar ook felgroen, rood, geel en grijs komt voor. Bij sommige zijn de bladstelen rood. Bij de typen met hartvormig blad zit de steelaanhechting vaak iets uit het midden van het blad. Hoewel ze vooral als bladplanten worden gezien, is de bloei ook heel apart. Ze vormen smalle, slangachtige, conische bloeikolven die zonder schutbladen boven de bladeren uitsteken. Iedere bloeikolf bestaat uit honderden minieme bloempjes. Meestal zijn ze gelig wit tot geel en zelfs bruin. Bijzonder en mooi!

Een speciale selectie om uit te kiezen
GroenRijk heeft een prachtige selectie peperomia’s voor je klaar staan. Het gaat om de volgende, internationaal geliefde cultivars: ‘Green’, ‘Jellie’ en ‘Red Margin’ van de soort Peperomia clusiifolia en de cultivars ‘Lemon Lime’ en ‘Marble’ van de soort P. obtusifolia. Allemaal opgaand groeiende sterke planten met stevige stelen en heel mooi blad. Ze zijn gekweekt in potten van liefst 14 cm doorsnee, vol in het blad en tot 30 cm hoog. De gezondheid straalt ervan af. En – heel belangrijk –  ze zijn groenblijvend, dus het hele jaar door mooi.

  • ‘Green’ heeft vlezig, volgroen, glad en glanzend, lepelvormig blad met een vage nerftekening.
  • ‘Jellie’ is een van de kleurrijkste bonte rassen met ivoorwit tot roze en zelfs rood gerand, wat meer speervormig blad en deels rode stelen.
  • ‘Red Margin’ heeft prachtig volgroen, gerekt lepelvormig blad met een smalle, rode rand.
  • ‘Lemon Lime’ heeft bijna rond, lichtgroen blad met een onregelmatige, wat donkerder middenvlek.
  • ‘Marble’ heeft blad met een vrij donkergroene buitenrand met daarbinnen een lichtgroene vlek met bijna gele, uitstralende randen. Ook prachtig!

Het zijn inmiddels zeer trendy planten die helemaal passen bij de rustieke, onopgesmukte woonsfeer van nu, maar ook in een klassiek interieur.

De verzorging
Al deze planten groeien binnenshuis makkelijk en vragen weinig zorg. Zet de planten in hun kweekpot in een leuke sierpot op een lichte plek, maar niet in fel zonlicht. Hoe lichter de plek, des te sprekender de bladkleuren zich ontwikkelen. Dat geldt vooral voor de bonte cultivars. Matig gieten. Geef opnieuw water als de potgrond droog aanvoelt. De planten verdragen tijdelijke droogte, maar als het te lang duurt kunnen ze hun blad verliezen. Mocht je de planten willen overpotten, doe dat dan in gewone, iets zandige, goed doorlatende potgrond. Geef eens per maand wat vloeibare plantenvoeding in het gietwater (kies voeding voor bladplanten). Peperomia’s vinden het niet erg als ze een beetje nauw in hun pot komen te staan doordat de wortels verder uitgroeien. Dus je hoeft ze niet zo snel te verpotten. Er zijn liefhebbers die de – naar ons idee aardige – bloeikolven wegknippen omdat ze vooral van de bladeren willen genieten.

TIP: Peperomia’s verdragen geen lagere temperaturen dan ca. 13 °C. Gewone kamertemperaturen zijn prima. Als het erg warm en droog is in de kamer, is zo nu en dan even besproeien prima.

Tuinplant van de Maand december: Kerstroos (Helleborus)

$
0
0
Tuinplant van de Maand december: Kerstroos (Helleborus)

De kerstroos (Helleborus) staat in december als Tuinplant van de maand in de spotlights. Als de meeste tuinplanten in winterslaap zijn, zorgt de kerstroos met haar diepgroene blad en stralende bloemen voor kleur in de wintertuin. Paars, wit, roze, zachtgeel, zwart of gespikkeld… kerstrozen zijn de musthaves van deze winter.

Kerstroos
Het blijft spectaculair, een plant die bloeit in de winter. Kerstroos (Helleborus niger) trakteert je van november tot en met maart op grote witte bloemen. In het hart zit een prachtige kroon van meeldraden. Sneeuw of vorst doen de kerstroos nauwelijks wat. De tuinplant gaat weliswaar wat hangen, maar zodra de temperaturen omhoog gaan, richt kerstroos zich weer op.

Oosters
Het ‘zusje’ van de witte kerstroos is de Oosterse kerstroos (Helleborus orientalis). Deze tuinplant heeft bloemen in geel, roze en donkerpaars en er zijn ook soorten met gespikkelde bloemen. De Oosterse kerstroos is verkrijgbaar in verschillende formaten, van klein genoeg om in een hangmand te worden verwerkt tot een hoge struik die een flinke pot nodig heeft of een plek in de border.

Pioniersplant
In het wild groeit kerstroos in bergachtige gebieden van Centraal en Zuid-Europa en Klein-Azië. De eerste bekende vermelding van de plant stamt uit 1400 voor Christus, toen de arts Melampus erover schreef. De plant reisde mee naar Amerika, waar de winterbloeier inmiddels symbool staat voor pionieren en overleven.

Verzorgingstips

Zet de kerstroos op een beschut en zonnig plekje. Hoe meer de plant in de schaduw staat, hoe minder bloemen de kerstroos produceert.

Hangen de bladeren er wat slapjes bij? Tijd om water te geven. Na een paar uur staat de kerstroos weer te stralen. Als het vriest geen water geven. Verwen de kerstroos ook eens per twee weken met wat plantenvoeding. Je wordt beloond met een extra lange en rijke bloei.

Meer informatie over de kerstroos en andere tuinplanten vind je op Mooiwatplantendoen.nl

Cyclaam

$
0
0
Cyclaam

Ja, de cyclaam bloeit nog langer als je regelmatig de uitgebloeide bloemen met steeltjes verwijdert van de knol

Cyclamen zijn echte blikvangers. Iedere cyclaambloem – op de top van zijn eigen steeltje – is een waar kunstwerkje op zich. De bloemen zien eruit of ze binnenstebuiten zijn gekeerd. De kleurrijke bloemen vormen een enorm contrast met de hartvormige blaadjes. Die blaadjes vertonen diverse, meestal donkergroene tinten, maar het meest opvallend is de zilverkleurige tekening die ze hebben. Tegelijk subtiel en prachtig. De herfst is echt Cyclamen-tijd. Als er steeds minder bloemen te genieten vallen, stralen cyclamen met hun zachte, maar heldere kleuren leven en warmte uit in het steeds lager wordende licht. Binnen of buiten maakt niet uit. Ze zijn overal mooi en welkom bij iedereen. Cyclamen zijn een dankbaar aanvaard cadeau en hun decoratieve waarde is overduidelijk. Het zijn bijzondere planten en toch makkelijk te verzorgen.

Familie van de sleutelbloemen
Je zou het niet zeggen, maar cyclamen zijn directe verwanten van de sleutelbloemen (Primula), hoewel ze er heel anders uitzien en ook totaal anders groeien. Cyclamen zijn knolgewassen. Bij cyclamen komen de bladeren en bloemen, maar ook de wortels, direct uit de huid van een stevige platte knol. Die is verder helemaal gevuld met opgeslagen voedsel. Daarom worden cyclamen ook wel tot de droogbloeiers gerekend, omdat ze in het uiterste geval zelfs zonder grondcontact bloemen en bladeren kunnen vormen. Tegenwoordig telen de kwekers cyclamen in drie grote groepen, de kleine Mini’s, de middelgrote Midi’s en de grote Maxi’s. De planten die GroenRijk nu aanbiedt zijn Midi’s. Die worden bloeiend ca. 25 cm hoog en ze ontwikkelen een pol met bladeren met een doorsnee van 15-20 cm.  De bloemkleuren variëren van rood en magenta, tot roze wit en violet. Er zijn ook tweekleurige rassen en cultivars met gefranjerde bloemblaadjes. GroenRijk heeft de mooiste voor je uitgezocht.

Uit het Middellandse-Zeegebied
De wilde cyclamensoorten stammen vooral uit landen rond het oostelijke deel van het Middellandse Zee, dus Italië, Griekenland, Turkije, Libanon enz. Je kunt ze daar nog altijd langs de wegen, in de velden en de bosranden vinden. In deze tijd van het jaar een prachtig gezicht. In huis staan cyclamen graag op een lichte, goed geventileerde (luchtige) plek, maar niet te warm of in de volle zon. Je moet ze zeker niet boven een radiator van de verwarming zetten als je je planten een lang leven gunt en van heel veel bloemen wilt genieten. Cyclamen verdragen ook wat lagere temperaturen op het terras of balkon buiten. Hun bloemkleuren worden dan zelfs nog sterker. Maar haal ze wel binnen als er vorst dreigt – aan vrieskou hebben ze een hekel. Ze bloeien van begin september tot eind februari: ideale planten dus als je met Kerst, Oud en Nieuw en zelfs nog met Valentijnsdag van fraaie bloemen wilt genieten. Met cyclamen kan dat! Cyclamenknollen steken altijd voor bijna de helft boven de potgrond in hun potje uit. Je moet nooit op de knollen zelf water geven. Dan kunnen de jonge blad- en bloemknoppen namelijk makkelijk gaan rotten. Giet er dus omheen. Nog beter: giet helemaal niet op de potgrond, maar op een schotel die je onder de pot zet. Veel mooier is het natuurlijk om de plant met kweekpot en al in een sierpot met losse onderschotel te zetten (op dat gebied heeft GroenRijk keuze genoeg). Je kunt de plant in zijn kweekpot ook één keer per week gedurende tien minuten in een bak met lauw water zetten. Daarna uit laten druipen en je cyclaam weer in zijn sierpot zetten. Er mag geen water onderin (of op de schotel) blijven staan. Dus het teveel na een halfuurtje even afgieten. Als de grond te lang nat blijft, ontstaat er namelijk kans op rotting. Een goede regel is om pas weer water te geven als de potgrond bovenin niet meer vochtig aanvoelt. Geef bloeiende planten eens per week wat plantenvoeding in het gietwater. Ze zullen je er met veel bloemen voor belonen.

Nog wat verzorgingstips
Omdat bloem- en bladresten bij cyclamen vrij snel kunnen gaan rotten, moet je uitgebloeide bloemen en vergeelde bladeren met steel en al verwijderen. Dat gaat het makkelijkst door ze met een draaiende beweging los te trekken van de knol. Op die manier ontstaat er ook meer ruimte voor nieuwe bladeren en bloemen.

Uitgebloeide planten worden meestal weggedaan omdat ze pas in de volgende herfstperiode weer zullen gaan uitlopen en bloeien. Wil je ze toch overhouden, dan moet je in juni – als het blad vergeelt – minder water gaan geven en daar na een paar weken helemaal mee ophouden. Laat de knollen gewoon in hun pot en zet die ergens op een beschaduwd, niet te vochtig  plekje in de tuin. Verder hoef je er niets meer aan te doen tot je in het begin van de herfst merkt dat de knol weer gaat uitlopen. Haal hem dan uit de pot, schud de oude grond daaruit, verse potgrond erin en daar de knol weer (plat en tot de helft) inpoten. Zet de pot op een koele, lichte plek en begin wat water te geven. Zeker niet te nat maken (zie boven). Als het blad zich goed heeft ontwikkeld, kun je je cyclaam dan weer binnen zetten.

Maar in negen van de tien keer zul je merken dat de plant minder goed bloeit dan toen je hem kocht.  Vandaar dat ze meestal elk jaar nieuw worden gekocht.

TIP: Als je plant rijkelijk bloeit, kun je er gerust bloemen en bladeren van gebruiken om kleine decoraties mee te maken, bijv. als tafelversiering. Een paar cyclaambloempjes in een opgerold cyclaamblad gebonden (met wat grasstengels) geven een grandioos effect!


Hyacint, Woonplant van de maand december

$
0
0
Hyacint, Woonplant van de maand december

Om Woonplant van de maand te worden tijdens feestmaand december, moet je wel wat in huis hebben. Dat gaat zeker op voor de Hyacint. Een bol, eindeloos veel bloemen, een heerlijke geur en een dramatisch verhaal: de Hyacint heeft het allemaal.

Verwen je neus
Veel mensen denken bij de Hyacint aan zijn geur. De woonplant verwent je neus inderdaad en is daarnaast ook nog een feestje voor het oog door zijn krullerige bloemetjes, die we ook wel nagels noemen. Deze bloemetjes zijn er in het wit, blauw, geel, roze, oranje, rood en paars. Ook heeft de Hyacint iets stoers door de bol waar de plant uit groeit.

Turkije, Libanon en een Griekse mythe
De Hyacint komt oorspronkelijk uit het gebied dat loopt van Midden-Turkije tot Libanon. Volgens een mooie mythe is de Hyacint vernoemd naar prins Hyakinthos. Zonnegod Apollo was verliefd op deze prins, maar tijdens het discuswerpen werd Hyakinthos dodelijk getroffen. Uit zijn bloed zou een bloem, de Hyacint, zijn gegroeid.

Verzorging van de Hyacint
Natuurlijk laat je de bol zitten, dat staat niet alleen mooi maar zorgt er ook voor dat de Hyacint langer goed blijft. Je kunt de plant het beste op een lichte plek zetten, en een keer per week water geven. Zet de Hyacint liever niet te dicht bij een kachel of op de tocht, daar is de plant niet zo dol op.

Leuk om te weten:

  • Er kunnen wel 40 bloemetjes aan een Hyacint groeien.
  • Apollo et Hyacinthus is een opera van Mozart, de eerste opvoering was in Salzburg op 13 mei 1767.
  • Hyacinten staan ook leuk in je tuin of op je balkon. De Hyacinten bloeien buiten in de grond van maart tot mei. Maar je hebt er buiten zelfs al eerder plezier van! Vanaf januari kunnen de bollen op pot namelijk al op balkon of terras gezet worden. 
  • De Duitser Leonhardt Rauwolf verzamelde in 1573 wat Hyacinten in Turkije en introduceerde de plant vervolgens in Europa.
  • Hyacinten zijn verre familie van de asperges, wist je dat?
  • In de natuur trekken Hyacinten veel bijen aan door hun geurende bloemen.
  • In de Victoriaanse taal der bloemen staat de Hyacint symbool voor sport en spel. De blauwe Hyacint staat voor oprechtheid.

Woonplant van de maand
De Hyacint staat deze maand in het middelpunt van de belangstelling als Woonplant van december 2015. ‘Woonplant van de maand’ is een initiatief van het Bloemenbureau. Maandelijks kiest het Bloemenbureau in overleg met vertegenwoordigers uit de sierteeltsector een plant die het opvallend goed doet bij de consument, of juist (nog) niet zo bekend is, maar wel potentie heeft om het goed te doen in de woonkamer.

Voor meer informatie zie: www.mooiwatplantendoen.nl

Nordmann

$
0
0
Nordmann

Ja, zet de gezaagde Nordmann in een kerstboomstandaard en geef de boom regelmatig water en kerstboomvoeding

Je zou het vanwege zijn naam niet verwachten, maar de Nordmannspar (Abies nordmanniana) komt niet uit het noorden van Canada of Noord-Europa maar uit Noordoost-Turkije en het Kaukasus-gebied even ten noorden van Turkije. In dat gebied worden deze sparren echte reuzen van soms wel 70 m hoog met een kaarsrechte, zware, gegroefde stam die er in de bossen daar bijstaan of ze er al sinds mensenheugenis groeien. Soms is dat ook echt zo. Deze prachtige naaldbomen kunnen namelijk honderden jaren oud worden. Opvallen doen ze vooral door het mooie, glanzende, donkergroene loof. Dat naaldvormige blad staat niet als een dubbele kam aan de twijgen, maar bedekt de twijgen geheel (ze liggen er overheen), waarbij de naaldjes iets naar voren wijzen. Aan de onderkant van ieder naaldje kun je twee zilverkleurige strepen ontdekken. Dat zijn huidmondstreepjes waardoor het blad ademt: stikstof en koolzuur wordt erdoor uit de lucht opgenomen en zuurstof wordt erdoor uitgeademd. Zo’n levende boom heeft daardoor een sterk reinigende werking op de lucht in de omgeving waar hij staat, ook als kersboom in je huis of werkruimte, zelfs als het een afgezaagd exemplaar is, zoals GroenRijk nu aanbiedt. Het zijn werkelijk schitterende sierbomen!

De Nordmann als kerstboom
Als kerstboom wordt de Nordmannspar (met dubbel ‘n’) steeds meer gewaardeerd. Vooral vanwege de sterkte van de naaldvormige blaadjes. Die vallen lang niet zo snel af als bij de ‘gewone’ kerstboom en veel mensen vinden de donkergroene kleur en de glimmende naaldjes ook veel mooier. Als kerstboom worden van de Nordmannspar alleen jonge exemplaren van enkele jaren oud aangeboden. Oudere exemplaren worden al snel te groot. Een boompje van een jaar of zeven is al gauw 3-4 m hoog. Jonge Nordmannsparren bloeien nog niet. Dat gebeurt bij deze coniferen pas op latere leeftijd. Dan verschijnen de 12-15 cm lange bruine kegels (4-5 cm dik) die, zoals je ongetwijfeld weet, uit een centrale ‘pen’ met daaromheen schubben bestaan waartussen de zaden worden gevormd. Heel opvallend en kenmerkend bij de Nordmannspar zijn gepunte dekschubben die tussen de ‘gewone’ schubben door uit de kegel naar buiten steken. Maar dat zul je bij de jonge Nordmann-kerstboompjes dus nooit zien. De Nordmannspar heeft trouwens een andere opvallende eigenschap die je bij je kerst-Nordmann wel kunt zien: onder de regelmatig geplaatste takken zit vlak bij de stam vaak een kort extra zijtakje; bijna als een soort reserve voor als de grote tak het zou begeven.

De naam
De boom is genoemd naar Alexander von Nordmann. Nee, geen Duitser, maar een Fin. Een plant- en dierkundige die van 1803-1866 in Helsinki leefde en veel onderzoek in de natuur deed. Helsinki heet in het Fins trouwens Helsingfors en Alexander werd geboren in een dorpje met de naam Ruotzensalmi, midden tussen de oneindige Finse

bossen en meren (het woongebied van de kerstman dus). De Nordmannspar wordt ook wel Nordmann’s den of zilverspar genoemd. Deze soort, met z’n wetenschappelijke naam Abies nordmanniana behoort inderdaad tot het geslacht van de zilversparren (Abies). Het is dus zeker geen den, zoals ook de ‘gewone’ kerstboom geen den is, maar een spar. Die heet Picea abies. Uit die naam voel je de verwarring al opkomen. De gewone kerstboom is dus een spar (Picea) die aan zilversparren  (abies) doet denken. Echte dennen behoren tot het geslacht Pinus. De officiële Nederlandse naam van de ‘gewone’ kerstboom is Fijnspar of Gewone spar. Het is de soort die het in de bouw veel toegepaste vurenhout levert. Sparren en zilversparren komen allebei op vrijwel het gehele noordelijk halfrond van onze wereld voor.

TIP: Een groot voordeel (zeker met kinderen) is dat de naalden van een Nordmannspar niet prikken, maar zacht aanvoelen. Dat is een eigenschap van de meeste zilversparren.

Verzorging
Zet het ondereind van de afgezaagde stam vast  in een kerstboomstandaard waarin je water kunt gieten. Met de draaischroeven in de standaard kun je hem stevig verankeren. De boom kan dan doorgaan met het zuiveren van de lucht en zal niet zo gauw verdrogen. Doe ook kerstboomvoeding in het water (dat heeft GroenRijk voor je). Zet de boom liever niet op een erg warme plek (niet vlak bij de verwarming).

Lantaarn

$
0
0
Lantaarn

Ja, met een (tuin)lantaarn maak je sfeer waar je maar wilt

Tuinlantaarns zijn er in heel veel soorten en maten, maar de mooiste en sfeerrijkste verlichting krijg je met lantaarns die aan vroeger doen denken: lantaarns waar een kaarsje in brandt. Uit de tijd toen er nog geen elektrische of gasverlichting was. Het soort lantaarn dat ook Dickens’ Scrooge bij zich gehad moet hebben als hij rond de kersttijd door de onverlichte stegen van het oude Londen scharrelde. Toen had je zo’n lantaarn nog echt nodig om te zien waar je liep. Ook de koetsen waren voorzien van kaarslantaarns met glazen raampjes. In huis werden ‘blakers’ gebruikt, kaarshouders met een handgreep en druipschotel om iets te kunnen zien. Pas in de 19e eeuw kwamen industriële kaarsen van paraffine in de mode, daarvoor werden kaarsen uitsluitend gemaakt van bijenwas. De mooiste toepassing van kaarsen was die tijdens feesten in de spiegelzalen in de paleizen en landhuizen van de ‘high society’. Want in het flakkerende licht van kaarsen schitteren juwelen aan de hoofden, armen en kleding van de dames op hun mooist. Een mooiere schittering dan van juwelen bij kaarslicht bestaat niet. Geslepen diamanten, smaragden, robijnen enz. lijken ervoor te zijn gemaakt. Met de lantaarns van GroenRijk haal je iets van die sfeer in je huis of tuin, op je terras of op je balkon.

‘Merry Christmas’
Met zo’n GroenRijk-kaarslantaarn gaat alles er omheen heel subtiel stralen. Dat is wel wat anders dan een bouwlamp die koud aanflitst als de bewegingsmelder je heeft gespot. Levend, voortdurend veranderend kaarslicht heeft iets mystieks: het houdt een belofte in. Veel mensen – vooral vrouwen – voelen dat aan en omringen zich er graag mee. In sommige huizen worden altijd kaarsjes gebrand. Het geeft een oergevoel.  Een aankondiging van stralend licht dat ooit zal komen en het donker zal verdrijven, een nieuw begin, geboorte, het leven dat onverwoestbaar doorgaat en wordt doorgegeven. Kortom, alles wat juist in het donkerste deel van het jaar zo belangrijk is. Het is een feest van veelbelovend licht dat aantrekt en verbindt. Het ‘Merry Christmas’ op de kaarslantaarn die GroenRijk nu voor je heeft klaarstaan duidt op gezelligheid, saamhorigheid, verwachting, warmte… Het is een teken aan de wand, op je tafel, op je kast of buiten als warm welkom bij de voordeur. Je kunt hem neerzetten of ophangen, ook buiten zal de kaars die je in het glaasje in de lantaarn zet, niet uitwaaien. Het grappige schoorsteentje bovenop  zorgt voor vonkenvrije afvoer van het beetje rookgas dat de brandende kaars produceert.

Tegen een buitenwand
Wanneer je deze GroenRijk-kaarslantaarn buiten voor een wand wilt ophangen – bijvoorbeeld bij de voordeur – is het handig daarvoor een wandhaak te gebruiken die het mogelijk maakt om je kaarslantaarn verticaal aan het hengsel op te hangen. Het is helemaal niet erg als hij in de wind wat kan bewegen, daar komt het kaarslichtje ’s avonds alleen maar speelser door uit.

De kaarsen die je kunt gebruiken
Je koopt deze lantaarn met daarin een glaasje waarin een kaars past. Koop daarvoor kaarsen van de juiste doorsneemaat – dat kun je bij GroenRijk uitproberen. Maar kies ook een type dat niet te veel (of helemaal niet) boven het glaasje uitsteekt. Te lange kaarsen kunnen scheef opbranden. De kaarsen die in het glaasje passen kunnen makkelijk vele uren branden voor je ze moet vervangen. Door het royale deurtje is vervangen heel makkelijk.

De dennenappels in de lantaarn
Ze staan leuk en passen perfect bij deze tijd van het jaar. Maar het is echte decoratie die je natuurlijk in andere seizoenen makkelijk kunt aanpassen. Als je dat doet, moet je uiteraard wel zorgen dat brandbaar materiaal niet te dicht bij het vlammetje kan komen.

Voor alle seizoenen
Ook in lente en zomer zorgt deze lantaarn buiten voor decoratieve gezelligheid. Als hij wat verkleurt, is dat helemaal niet erg. Het effect is des te rustieker en de kaarslichtjes branden er niet minder om. Je moet natuurlijk wel zo nu en dan de glazen ruitjes even schoonmaken en decoratiemateriaal dat je in de lantaarn hebt gelegd, met de seizoenen mee vervangen. Dan blijft het leuk.

CADEAUTIP
Wie zich aangesproken weet door zo’n (tuin)lantaarn, houdt ook van zaken als een insectenhotel, bijenburchtje, nestkastjes, vogelvoerattributen, mistletoe (maretak), kerstrozen en andere natuurlijke sfeermakers.

Leuk om te geven en te krijgen.

Kerststukje

$
0
0
Kerststukje

Ja, zorg dat het steekschuim van het kerststuk vochtig blijft. Dan heb je er langer plezier van!

Een kerststukje kies je op je gevoel. Er moeten sfeermakende zaken in zitten die je aanspreken. Per jaar wisselt de mode en de voorkeur voor interieurdecoratie en kleur, maar er zijn enkele zaken die altijd blijven omdat ze een diepe symboliek en traditie vertegenwoordigen. Voor kerststukjes zijn die essentieel: licht bijvoorbeeld en groen, ook warme kleuren, zacht mos, dingen met scherpe én ronde vormen en vooral: zaken uit de natuur. Al spuit je een tak pimpelpaars, het blijft een tak. En kaarslicht blijft kaarslicht, welke kleur de kaars zelf ook heeft. Als er geen ‘dennen’groen in zo’n stukje zit, mist er iets. Dat heeft ook met geur te maken, de geur van de eeuwig groene bossen. Die wil je ruiken. Net zoals een kaarsje niet alleen licht, maar ook geur verspreidt. Beide kunnen een geluksgevoel geven. En het een helpt het ander. Want de warmte van een kaarsje maakt de geur los uit de dennennaalden. Maar er is meer…

Tegenstellingen
In een goed gemaakt kerststukje zitten heel wat tegenstellingen verborgen die allemaal terug te voeren zijn op de grote tegenstelling in de natuur: die tussen ‘mannelijk’ en ‘vrouwelijk’. Dat staat voor een oergevoel dat alles te maken heeft met leven en het doorgeven van leven, afstoten en aantrekken en balans. Balans (evenwicht) is geluk. Dan is alles in orde. Dan is er rust en warmte, respect en genegenheid, gezelligheid en kleine plagerijtjes. Want het moet wel spannend blijven… en dat alles gesymboliseerd in een op het oog eenvoudig kerststukje!

Waar dat dan in zit?
Dat is niet zo moeilijk te zien. In kleur is het al heel makkelijk: in de kerstperiode wordt veel (sprekend!) rood verwerkt tegenover (bedachtzaam!) groen en bijvoorbeeld ook goud (zonlicht, mannelijk) tegenover zilver (maanlicht, vrouwelijk). Maar ook vormen spreken. Rond (kerstballen en de totaalvorm van dennenappels) is vrouwelijk, scherp en hoekig is mannelijk. Mos staat voor eeuwig leven, maar dat moet je weten. Net zoals niet iedereen meer weet dat dennen- en sparrenappels symbool zijn voor vruchtbaarheid. In sommige oude familiewapens kom je ze nog tegen. Ook staan er soms uit steen gehouwen dennenappels op de hekzuilen bij de toegang naar landgoederen en kastelen. Afbeeldingen van dennenappels komen zelfs op oude kerken voor. Een kerststukje zit dus vol symboliek. Het straalt evenwicht uit tussen het mannelijke en vrouwelijke en bevat een stille wens op eeuwig leven (en daarmee gezondheid). Zoiets zet je toch graag in huis!

In het kerststukje dat GroenRijk nu speciaal aanbiedt, zijn de volgende ingrediënten verwerkt. Ga zelf maar na welke symboliek erin zit.

  • De basis is een (vierkant!) houten bord van 35,5 × 15 cm.
  • Het hele kerststuk is ongeveer 20 cm hoog en is asymmetrisch opgebouwd, maar het is wel in balans door het waxineglas aan de ene kant en de ‘groene heuvel’ aan de andere kant.
  • Het glas met lichtje staat uiteraard voor licht, warmte, gezelligheid.
  • In plaats van sparren/dennentakjes is er taxusgroen verwerkt. De naaldjes van taxus blijven namelijk veel langer mooi dan dennengroen. Anders dan scherpe, stekende sparrennaalden zijn taxusnaaldjes vrij zacht.
  • IJslands mos is grijs (zilver!) en heeft een geneeskrachtige werking (gezondheid!).
  • De drie kerstballen die in het stukje zijn verwerkt, hebben een trendy bronskleur (afgezwakt geel).
  • Een houten schijfje vertoont jaarringen en staat voor tijd en duurzaamheid.
  • De dennenappel heeft een vrouwelijke totaalvorm, maar ook scherpe delen.
  • De drie Bellgums. Dat is een verhaal apart. Bellgums zijn de klokvormige (vandaar de naam!) verhoute vruchten van een Eucalyptus-soort uit Australië. Ze bevatten het zaad van deze boomsoort. In Australië is de hele natuur afgestemd op bosbranden. Vandaar de vele verhoute vruchtsoorten die je daar kunt vinden. Die beschermen het zaad. Ook Bellgums kunnen pas kiemen als deze vruchten in vuur zijn geweest. Het verhoute omhulsel moet door de hete vlammen zijn gegaan. Pas dan kunnen er nieuwe bomen uit ontstaan. Symboliek: moeilijke perioden geven nieuwe kansen! Een prachtige kerstgedachte!

Maar los van alle symboliek, is dit kerststukje ook gewoon heel mooi…

Zo houd je je kerststukje lang goed
Het stukje is op het bord opgebouwd op basis van steekschuim. Het geheel kan lang meegaan als je zorgt dat dat steekschuim vochtig blijft. Giet zo nu en dan voorzichtig wat water op het steekschuim. Zacht water (regenwater) is het beste. De groene takjes blijven daarmee het langst mooi. Dus als je je planten water geeft, ook het kerststukje even meenemen. Giet niet zoveel dat het water onder uit het bord loopt. Als je rustig giet, neemt het steekschuim het water wel op.

Het waxinelichtje in het glas kun je makkelijk vervangen als het is opgebrand.

TIP: Je kunt het kerststukje naderhand uit elkaar halen en de droge delen bewaren voor hergebruik later. Je kunt er dan leuke nieuwe decoratiestukjes mee maken!

Medinilla J’adore

$
0
0

Ja, de tropische Medinilla J’adore ‘Dolce Vita’ valt op door de extra grote, exotische bloemtrossen

Medinilla’s zijn schitterende tropische planten uit Zuidoost-Azië (Indonesië, de Filippijnen, Nieuw-Guinea enz.). Er bestaan in de tropen wel 400 soorten, maar tot voor enkele jaren werd eigenlijk maar één soort in de westerse wereld als kamerplant aangeboden: Medinilla magnifica. Daar is nu verandering in gekomen dankzij het hardnekkige kruisingswerk van een Nederlandse kweker met een naam die aan zeer oude tijden en een exotische wereld doet denken, Kwekerij Atlantis. Deze kweker won in 2014 zeer terecht een zeer begeerde Award  op de Hortifair met de door hen ontwikkelde Medinilla J’adore ‘Dolce Vita’, de prachtige plant die GroenRijk nu met trots aanbiedt. De plant vormt grote, zachtroze bloemtrossen die bestaan uit een groot aantal kleine diamantvormige bloemen en prachtige schutbladen.

Een juweel
Medinilla J’adore ‘Dolce Vita’ is een werkelijk schitterend bloeiende plant met veel betere eigenschappen dan de oorspronkelijke soort Medinilla magnifica. De bloemen zijn groter, de kleine bloempjes waar de trossen onder de schutbladen uit bestaan, vallen veel minder snel uit en deze werkelijke designplanten gaan jarenlang mee. En als je weet dat de hangende, tot wel 50 cm lange bloemtrossen makkelijk 8-16 weken mooi blijven, is het een plant die alles mee heeft om hem te willen. Het is ook een plant die als een zeer bijzonder cadeau zal worden ontvangen. Zet hem in een sierpot die recht doet aan de bijzondere zachtroze bloemkleur en die past bij de prachtige, leerachtige, grote, sterk generfde, in paren aan de stengels staande, groene bladeren. GroenRijk heeft ook wat sierpotten betreft volop keuze.

Heel eenvoudig te verzorgen
Zet je Medinilla J’adore ‘Dolce Vita’ – de naam betekent: ik houd van ‘het zoete leven’ – op een lichte plek, maar niet in fel zonlicht. Zeker ’s zomers niet. ’s Winters mag direct zonlicht wel. Dat is dan veel minder fel. Deze plantensoort leeft in de natuur als epifyt in de kronen van de woudreuzen in de tropische oerwouden, waar wisselende schaduw heerst. Langdurig fel zonlicht is dus niet wat hij wil. De beste temperatuur is de normale kamertemperatuur van 18-23 °C. ’s Winters – als de plant in rust is – mag de temperatuur (nachttemperatuur) wat lager zijn. Zorg dat je ‘Dolce Vita’ niet op de tocht staat, maar wel regelmatig frisse lucht krijgt. Dus ventileren is prima. Natuurlijk niet als de temperatuur binnen en buiten sterk verschilt, want dan kan ‘Dolce Vita’ een temperatuurklap krijgen. Geef water – op kamertemperatuur – als je ziet dat de bladeren en bloemen wat slapper gaan hangen. De plant geeft precies aan wanneer hij dorst heeft. Dan dus matig water geven. Daarna zie je hem weer opfleuren. De plant houdt er niet van om met zijn wortels lang ‘in water te staan’. Giet een teveel aan water af uit de sierpot. Als je je J’adore ‘Dolce Vita’ bloeiend koopt

hoef je tijdens die eerste bloeiperiode geen plantenvoeding (orchideeënvoeding) te geven. De kweker heeft gezorgd dat er voor die eerste periode voldoende voeding in de potgrond zit. En na die eerste bloeiperiode is de plant opnieuw in bloei te krijgen door hem een tijdje op een wat koelere, maar wel lichte plek te zetten. Om in bloei te komen hebben Medinilla’s wel een hoge luchtvochtigheid nodig. Besproei het blad daarom regelmatig bij luchttemperaturen vanaf 18 °C. Het voedsel uit de kweekpot is na die eerste bloeiperiode dus wel opgebruikt, daarna orchideeënvoeding geven (eens per twee weken een scheutje, opgelost in het gietwater). In het begin van de herfst stoppen met voeding geven. Tijdens de winterrust ook weinig water geven, maar de potkluit niet laten uitdrogen. Begin het volgende jaar pas weer met voeding geven – dan ook weer meer gieten – als de nieuwe bloemknoppen zich  beginnen te openen. Als je wilt, kun je deze plant vanaf  einde zomer (na de bloei) snoeien. Lange takken kun je wat inkorten, tamelijk ‘stokkig’ geworden oude takken kun je dan zo nodig bij de basis afknippen. De verzorging van Medinilla J’adore ‘Dolce Vita’ is absoluut niet moeilijk.

Een epifyt is geen parasiet
Bijna alle Medinilla’s zijn epifyten. Ze groeien in de tropische wouden dus niet in de bodem, maar in de boomkruinen. Het zijn geen parasieten. Ze houden zich met hun wortels alleen aan de bomen vast. Ze halen hun voedsel niet uit de sappen van de bomen, maar uit de lucht en de regen. In de vrij natuur worden Medinilla’s soms wel 2,5 m hoog. Als kamerplant meestal niet veel hoger dan 1 m, ook Medinilla J’adore ‘Dolce Vita’ niet. De bloeiwijzen verschijnen vanuit de einden van de takken. De op latere leeftijd houtige stammen – de planten kunnen behoorlijk oud worden – zijn bij deze planten opvallend vierkant.

TIP: Je moet je ‘Dolce Vita’ niet verplaatsen als hij knoppen vormt en bloeit. Draai je de plant in die periode, dan kunnen de knoppen en bloemen afvallen. Moet je hem toch even wegzetten, zet hem dan altijd met dezelfde kant naar het licht gericht terug. Duw – best handig – een luciferhoutje aan die kant in de pot. Dan kun je je niet vergissen.

Platycodon

$
0
0
Platycodon

Ja, de Platycodon staat graag in de volle zon en heeft regelmatig water nodig

De Platycodon luistert naar de Nederlandse naam ballonklokje (ook wel ballonbloem). Het is een rijkbloeiende plant uit Oost-Azië (China, Mandsjoerije en Japan). De naam Platycodon betekent letterlijk ‘plat klokje’, dus iets heel anders dan ‘ballonklokje’. Dat lijkt met elkaar in tegenspraak, maar de plant vertoont iets bijzonders dat zowel de Nederlandse als de wetenschappelijke naam verklaart: als de prachtige bloemen bloeien zijn dat inderdaad platte klokjes, maar in knop zijn het net ballonnetjes. Die knoppen zijn dik en gevuld met lucht. Waarom dat zo is, weet niemand zeker. Een verklaring zou kunnen zijn dat die stilstaande lucht in de knop een isolerende, beschermende functie heeft. In het gebied van herkomst kan het soms plotseling pittig koud zijn. Dan is dit weer zo’n ingenieuze manier van de natuur om gevoelige plantendelen te beschermen.  Deze plant is trouwens ook om een andere reden bijzonder. Hij vormt tegenwoordig een van de weinige vasteplanten-geslachten waarvan maar één soort bekend is: Platycodon grandiflorus, ofwel het platte klokje met de grote bloemen. De plant is ingedeeld bij de familie van de klokjesbloemen, de Campanulaceae. Hij werd vroeger als Campanula-soort beschouwd, heeft ook Wahlenbergia geheten, maar de juiste naam is nu dus Platycodon.

Uit Japan en Noord-China
Deze niet-wintergroene vaste plant groeit in de natuur op de noordelijke eilanden van Japan en in Noord-China en Mandsjoerije (in Siberisch Rusland en China). Je vindt de ballonklokjes daar vanaf einde voorjaar en tijdens de zomer op grazige, open berghellingen, waar de omstandigheden wel iets weg hebben van laaggelegen Alpenweiden of de Hongaarse poesta. Zon en wind hebben er vrij spel en er grazen wilde en halfwilde dieren. Een uitgestrekt gebied zonder veel mensen.

Over de plant zelf
De Platycodon heeft van nature grote blauwe bloemen en wordt bloeiend ca. 70 cm hoog. Het ovaal-langwerpige blad heeft een wat blauwige groene kleur en het is aan de randen gezaagd. De bladstand is heel variabel. Aan één plant kunnen de bladeren per twee tegenover elkaar staan, maar de bladeren staan ook wel in kransen en wat hoger aan de bloemstengels zelfs verspreid. De planten bloeien in juni-augustus en ze komen heel laat in het voorjaar pas boven de grond. Dus er hoeft niets aan de hand te zijn als er half mei nog geen leven aan de plant te zien is. De dikke, vlezige penwortel waarin de plant zich in het najaar terug trekt, bewaart het leven zorgvuldig tot de omstandigheden goed genoeg zijn om weer uit te lopen. Die penwortel is tevens de reden dat wat oudere planten zich moeilijk laten verplanten. De meeste penwortelgewassen houden niet van verplanten. De jonge exemplaren die GroenRijk nu voor je heeft, zijn in potjes van 12 cm doorsnee gekweekt. Die kun je met kluitje en al probleemloos planten. Als je een groep Platycodon’s wilt planten, wordt aangeraden er 11 per m2 te planten.

Diverse cultivars
Er zijn diverse cultivars in de handel, die geen van alle even hoog worden als de soort. Ze halen hooguit 60 cm. Ze bloeien wel allemaal in dezelfde periode (juni-augustus) en hebben bijna allemaal ongeveer dezelfde kenmerken. Wit en blauw zijn de meest voorkomende bloemkleuren. Maar er bestaan ook ballonklokjes met andere bloemkleuren. We noemen er hier een paar. Vrij bekend zijn: ‘Platycodon grandiflorus ‘Albus’ die wit bloeit (met lichtblauwe aders in de bloemblaadjes), ‘Mariesii’ bloeit licht lilablauw, Shell Pink’ roze. Er is ook een cultivar ‘Perlmutterschale’ (‘Mother of Pearl’), maar die wijkt zo weinig af van ‘Shell Pink’ dat wordt aangenomen dat deze planten identiek zijn. Een duidelijke afwijkeling is ‘Sentimental Blue’ die hemelsblauwe bloemen heeft, maar slechts 15 cm hoog wordt. De violetblauwe cultivar ‘Apoyama’ ten slotte haalt de 20 cm. De cultivars met voldoende steellengte zijn ook uitstekende snijbloemen. 

Makkelijke verzorging
Plant Platycodon in voedzame, goed doorlatende en diep losse grond (de penwortel moet goed kunnen uitgroeien). Kies een zonnige tot lichtbeschaduwde groeiplek en laat de planten met rust als je ze eenmaal hebt geplant. Ruim het afgestorven loof in het voorjaar op. Geef tijdens langdurig droge periodes voldoende water en in het voorjaar een goede, organische basisbemesting. Voor de rest is het alleen maar genieten van de prachtige bloemen van deze planten.

TIP: Platycodon is in de border uitstekend te combineren met andere rijkbloeiende soorten zoals de bloedrode ooievaarsbek (Geranium sanguineum), marjolein (Origanum), ganzenbloem (Potentilla ‘Gibson’s Scarlet’), lage teunisbloemen (Oenothera macrocarpa) en lage siergrassen.

In kort bestek
Ballonklokjes of ballonbloemen (Platycodon) zijn prachtig bloeiende (juni-augustus) vaste planten met blauwgroen blad en grote klokjesbloemen. Nu bloeiend bij GroenRijk te koop. In knop lijken de bloemen op ronde, opgeblazen ballonnetjes, vandaar de naam. Platycodon’s groeien graag in diep losse, goed doorlatende, voedzame grond in zon tot lichte schaduw.

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl

Tuinplant van de Maand januari: blauwe coniferen

$
0
0
Tuinplant van de Maand januari: blauwe coniferen

Wanneer veel tuinplanten nog in diepe rust zijn en bladvorming op zich laat wachten, zorgen blauwe coniferen voor een behaaglijke sfeer. Al met een paar coniferen kleurt de tuin, het terras of balkon in een handomdraai blauw. Ze stellen daarbij zowel mensen met als zonder groene vingers niet teleur. Blauwe coniferen zijn oersterk en vragen nauwelijks verzorging.

Plantengroep
Conifeer is een verzamelnaam voor sparren, cipressen en jeneverbessen. De één krijgt volop vruchtjes en de ander heeft diepgroene of blauwe naalden. Sommigen kunnen meters hoog worden, terwijl anderen compact en laag blijven. De blauwe jeneverbes (Juniperus squamata ‘Blue Star’) wordt bijvoorbeeld maximaal 50 cm. Daardoor is deze ‘Blue Star’ ideaal om vooraan in de border te planten of in potten op de tuintafel te zetten. Andere blauwe coniferen die zeer geschikt zijn voor in de tuin zijn de blauwspar (Picea pungens ‘Super Blue’), Chinese jeneverbes (Juniperus chinensis stricta) en de kegelvormige dwergcipres (Chamaecyparis ellwoodii).

Stylingtips
De kleur van blauwe coniferen krijgt een nog sterkere uitstraling in een paarsblauwe of grijze pot. Met verschillende conifeersoorten bij elkaar creëer je eenvoudig een mini-natuurbos. Door te kiezen voor verschillende formaten, krijgt het stilleven afwisseling en diepte.

Eenvoudig
Verzorging van coniferen is eenvoudig en zelfs snoeien is niet echt nodig. Coniferen groeien als vanzelf in vorm. Staat de conifeer in een pot? Ook prima, maar zorg wel voor een gat in de bodem zodat overtollig (regen)water kan wegvloeien. Om coniferen gezond en sterk te houden is plantenvoeding in het voorjaar aan te raden.

Tuinplant van de maand
De blauwe coniferen staan in januari als Tuinplant van de Maand in de spotlights. ‘Tuinplant van de Maand’ is een initiatief van Mooiwatplantendoen.nl. Kwekers en groenspecialisten uit de sierteeltsector selecteren op verzoek van Mooiwatplantendoen.nl maandelijks een tuinplant met als doel te inspireren en te enthousiasmeren. Een tuin is namelijk geen tuin zonder planten.


Areca-palm

$
0
0
Areca-palm

Ja, de bladeren van de Areca-palm hebben een luchtzuiverende werking

Dit is een vederpalm met prachtige, heldergroene, geveerde bladeren. De plant wordt meestal Areca-palm genoemd, maar soms ook wel ‘goudpalm’ of  ‘vlinderpalm’ (vertaald van de Engelse naam ‘Butterfly Palm’). Internationaal worden ook de  namen ‘Bamboo Palm’ en ‘Golden Cane Palm’ en ‘Yellow Palm’ wel gebruikt. De plant komt oorspronkelijk van het Afrikaanse eiland Madagascar waar ze in bosjes bij elkaar groeien in kustgebieden. Daar kan hij wel 6-12 m hoog worden en vertakken de stammen zich soms. Hij vormt er sierlijk overhangende bladeren van wel 2-3 m lang. Als kamerplant in onze huizen blijft hij veel kleiner (groeit dan tot hoogten van ca. 150-200 cm en ook de bladeren worden veel minder lang: tot 100 cm). Hoewel de plant Areca-palm wordt genoemd is het geen Areca-soort, maar is het de enige soort in het geslacht Dypsis. Officieel is de naam Dypsis lutescens. Om het nog ingewikkelder te maken: de plant wordt soms ook nog wel als Chrysalidocarpus aangeboden, want zo heeft hij ook een tijdje geheten. De echte Areca-soorten komen vooral in Azië voor. De plant waar we het hier over hebben, wordt in de wandeling zo genoemd omdat hij sterk op die Aziatische soorten lijkt en er heel in de verte ook familie van is (hij behoort tot de familie van de Arecaceae).

De Areca-palm groeit langzaam en vormt een uitdijende bos stengels die vanuit de wortels verschijnen en op de lange duur stammetjes kunnen vormen (maar dat duurt echt heel lang). De plant kan heel oud worden. In onze woonkameromstandigheden groeit hij gemiddeld met 10-15 cm per jaar en zal hij regelmatig oude bladeren afstoten en nieuwe vormen. Op de stammetjes die zich vormen blijven de aanhechtingen van de oude bladeren als een soort lidtekens achter. Heel decoratief. In tropische en subtropische gebieden is het een graag geziene tuinplant die zich makkelijk aan allerlei omstandigheden aanpast. Bij ons is het een prachtige kamerplant die in ieder interieurtype past (modern en klassiek), maar ’s zomers naar buiten mag. Het is een tropische plant. Hij verdraagt geen temperaturen beneden de 13 °C (ook ’s nachts niet). De beste temperatuur voor de Areca-palm ligt tussen de 18 en 24 °C. Gewone kamertemperaturen zijn dus prima.

Eenvoudige verzorging
Deze Areca-palm staat graag licht, maar niet de hele dag in de felle zon. De temperatuur op de standplaats mag dus niet te laag worden, maar te heet is ook niet goed. ’s Winters kan de plant wel de volle zon hebben. De lichtsterkte is dan veel minder. Zet hem dan dus gerust in een serre waar de volle zon op staat, maar ’s zomers zal daar moeten worden geschermd. Als je hem ’s zomers buiten zet, moet dat ook op een plek waar niet de hele dag de volle zon op staat.

Zorg dat de potkluit altijd vochtig blijft (ook ’s winters). De plant houdt niet van ‘natte voeten’, maar geef wel royaal water op de wortels en laat dat rustig uitlekken. Dat lekwater kun je dan naderhand weggooien of bij andere planten geven. Een flinke pot met onderschotel is bij deze plant daarom heel handig. Pas de watergift afhankelijk van de heersende temperatuur een beetje aan. Bij wat lagere temperaturen minder water geven. Een volwassen  plant verdampt als hij wat ‘groter is gegroeid’ (hij zal dan ca. 180 cm hoog zijn en in een pot van minstens 40 cm doorsnee staan) gemakkelijk 1 liter water per dag bij normale kamertemperaturen. Het is daarmee dus ook een uitstekende luchtbevochtiger, als hij zelf tenminste voldoende water krijgt.

Geef je Areca-plant om de paar jaar een ruimere pot en vul de wortelkluit dan aan met verse, voerdzame potgrond.

Geef in de groeiperiode van de plant (van voorjaar tot herfst) om de veertien dagen wat vloeibaar plantenvoedsel in het gietwater (kies in dit geval plantenvoeding voor groene planten). Een goede luchtvochtigheid wordt ook op prijs gesteld, dus zo nu en dan lekker even het blad besproeien is prima. Daarmee haal je ook het stof van het blad!  Het is een sterke plant. Als je hem verzorgd zoals beschreven, kan hij generaties-lang mee gaan.

Opvallende bloei
Hoewel de Areca-palm als groene design- en bladplant wordt beschouwd, kan hij wel degelijk prachtig bloeien. Tussen de grote bladeren (met wel 40-60 smalle deelbladen aan weerszijden van de middennerf) verschijnen dan trossen gele bloemen die daarna besachtige vruchten vormen waar in de tropen vogels graag van eten (dat kan dus ook gebeuren als je de plant ’s zomers buiten zet). Uit de bessen kun je ook nieuwe planten opkweken. De kwekers vermeerderen de planten meestal door jonge grondscheuten los te nemen en apart op te kweken.

Een echte luchtzuiveraar
De Areca-palm staat erom bekend dat hij vervuilde licht zuivert door de ongewenste deeltjes eruit te filteren. Het is wat dat betreft zelfs een van de best werkende planten. Om die reden is deze palm ook heel geschikt om in kantoor- en andere werkomgevingen te worden toegepast. De plant neemt de onzuivere deeltjes via het blad op en maakt daar bouwstof voor zichzelf van. Hij heeft er zelf geen last van. Heel bekend is dat de Areca-palm met name gasvormige stoffen zoals xyleen en tolueen, benzeen en formaldehyde uit de lucht wegzuivert. Dit is o.a. gebleken uit onderzoek door de NASA. Deze palm komt qua luchtzuivering als beste uit de bus in het boek ‘How to Grow Fresh Air’ van NASA-onderzoeker dr. B.C. Wolverton die tientallen planten heeft getest voor toepassing in afgesloten ruimten met circulaire luchtzuivering, zoals in ruimtestations. Als tweede eindigde de stokpalm (Rhapis excelsa).

Echte Areca-palmen
Nederlanders met een Indische achtergrond kennen nog wel een echte Aziatische Areca-soort, namelijk de betelpalm (Areca catechu). Het is de palm die bij het ‘sirih-pruimen’ wordt gebruikt. Daarvoor worden de betelnoten  fijngehakt met wat kalk en andere stoffen (gambir) in een stukje betelblad verpakt. Daar wordt op gekauwd. Het heeft een opwekkende werking, maar het kleurt de tanden rood.

TIP: Combineer met andere palmen voor nog meer exotische sfeer: Chamaedorea, Howeia, Phoenix, maar ook Microcoelum zijn heel geschikt!

Woonplanten van de Maand januari: kamerbomen

$
0
0
Woonplanten van de Maand januari: kamerbomen

In januari is 'groen op stam' het thema van de Woonplanten van de maand. Deze grote sfeermakers schitteren regelmatig in de woonbladen en worden steeds populairder bij het grote publiek. Extra reden dus, om ze deze maand extra onder de aandacht te brengen. 

Kamerbomen en hun verhaal  
Stamproducten zijn er in vele maten en vormen. Van korte en dunne tot dikke en lange en van grillige vormen tot ranke, rechte stammen. Het zijn decoratieve en luchtzuiverende kleine bomen voor in de huiskamer. Door de succulente eigenschappen in de stam kunnen de planten het water opslaan om in de vrije natuur droge periodes te overwinnen. Dit gemak dient de mens binnenshuis: het zijn 'easy care' planten, die weinig verzorging nodig hebben. 

Productie van kamerbomen 
Het grootste deel van het 'groen op stam' wordt geproduceerd in Midden-Amerika in landen als Guatemala en Costa Rica; sommigen komen ook uit China. De stammen komen per  zeecontainer naar Nederland waar ze worden 'afgekweekt' op een kwekerij. Veelal zitten er bij aankomst bijna geen wortels aan de plant. Binnen enkele maanden wortelen de planten en groeit aan de bovenkant een prachtige hoeveelheid blad in vele kleuren, vormen en maten, afhankelijk van de soort en cultivar.  

Waar let u op bij het kopen van kamerbomen? 

  • Bij de aankoop van planten met stammen is het belangrijk te letten op de wijze hoe goed de stammen geworteld zijn in de pot. In principe moeten de wortels tot helemaal onder in de potten zijn doorgegroeid om een succesvolle, gezonde plant in handen te hebben.
  • Let daarnaast op de potmaat in relatie tot het aantal koppen per stam of stammen per pot, de vorm van de stam, de hoogte/lengte van de plant en de leeftijd van de plant. Met uitzondering van Beaucarnea die wordt aangeleverd in een pot die slechts iets groter is dan de plant moeten de andere drie kamerbomen een pot met wat groeiruimte hebben.
  • De meeste stamplanten komen voor in verschillende verschijningsvormen: enkele stam, kopstek, toef (meerdere planten van een soort in een pot), vertakt (2 of meer zijtakken op hoofdstam), met onderbeplanting, stump of mummies (grove natuurlijk gegroeide stamvormen).
  • Er mogen er geen verdroogde (bruine) bladpunten groter dan 5 mm voorkomen. 
  • De plant dient vrij van ziekten en plagen te zijn: bij dit soort houtige stammen vooral letten op wol-, dop- en schildluis en in de stammen eventuele bananenboorders of -mot. 
  • De kop van de stam moet zijn afgesloten met was of iets vergelijkbaars om rotten door vocht of inwateren te voorkomen. De meeste kamerbomen zijn gevoelig voor kou, laat de temperatuur niet onder de 12 -15°C komen.

Keuze Kamerbomen
Het aanbod 'groen op stam' is rijk. De meest voorkomende kamerbomen die een stam vormen zijn Dracaena en Beaucarnea, beiden afkomstig uit de familie van de Agavaceae. Pachira is een plant uit de familie van de Malvaceae en Polyscias komt uit de Araliaceae, waartoe bijvoorbeeld ook Hedera behoort. We lichten deze vier even nader toe: 

Dracaena
In de handel is Dracaena het meest voorkomende geslacht. Het assortiment kent veel soorten en cultivars die te onderscheiden zijn aan de bladvorm en bladkleur. De grootte of verschijningsvorm van Dracaena heeft niets met de naam te maken. De planten zijn onderling het makkelijkst te onderscheiden door op soortniveau te kijken naar de breedte van het blad. D. marginata is 1 cm breed en altijd voorzien van een rode rand, D. deremensis is 2-3 cm breed, D. fragrans is 4-7 cm breed. Daarnaast kennen we nog de D. reflexa met enigszins korte , gebogen bladeren. Een aantal andere soorten is wat minder bekend: D. surculosa en D. sanderiana. Van al deze soorten komen diverse cultivars in de handel voor. 

Beaucarnea 
Van Beaucarnea recurvata zijn twee verschijningsvormen bekend in de handel. De volwassen vorm wordt als Beaucarnea verkocht en heeft altijd een mooie, vrij gladde stam. De jonge plant wordt onder de naam Nolina verkocht, maar is feitelijk dezelfde plant en kenmerkt zich door de kleine ronde bol waaruit de smalle bladeren groeien.

Polyscias
Van Polyscias kennen we veel verschillende soorten. Van fijn ingesneden bladeren (P. fruticosa), tot P. scutellaria en P. balfouriana met bijna ronde bladeren.

Pachira 
Van Pachira is slechts één soort bekend in de handel, de aquatica. Wel zijn er heel veel verschillende verschijningsvormen, van kleine stammetjes tot metershoge bomen. 

Verzorgingstips:

  • Hoe bonter de plant, des te lichter de standplaats moet zijn. Wanneer het blad meer bladgroen bevat kan hij met minder licht volstaan. Bladplanten mogen nooit in direct zonlicht, anders verbrandt het blad.
  • Hoe groter en dikker de stam, hoe makkelijker de plant in het onderhoud is. De stam slaat water op, teveel vocht kan zelfs leiden tot het rotten van de stam. In het algemeen geldt: regelmatig water op kamertemperatuur geven en een voetbad voorkomen. In het voorjaar en de zomer is een douche in de vorm van een regenbui mogelijk door de plant even buiten te zetten. Zoiets gebeurt in de natuur tenslotte ook. 
  • Eventueel geel of lelijk blad laten verdrogen en dan weghalen. Wanneer een kamerboom te hoog of minder mooi is geworden kan hij gesnoeid worden, het beste in de lichtarme maanden. Ze kunnen soms ook bloeien, zeker als ze 'liefdevol 'verwaarloosd' worden. 
  • Om kamerbomen lang goed te houden is eens per maand kamerplantenvoeding aan te bevelen.
  • Ten overvloede: kamerbomen zijn alleen ter decoratie en niet voor consumptie.

Pachira

$
0
0
Pachira

Ja, de Pachira staat graag op een warme, lichte plaats

De Pachira (Pachira aquatica) wordt ook wel Watercacao of Geldboom genoemd. Het is een ideale kamerplant die zondermeer tot de designplanten kan worden gerekend. Deze boom groeit in de tropische natuur van Zuid-Mexico tot Noord-Brazilië in waterrijke oerwoudgebieden waarin rivieren in de regentijd regelmatig tot buiten hun bedding opzwellen. Deze Pachira-soort wordt in de tropische natuur makkelijk 25 m hoog met een kleine kroon. De boom vormt in de tropen vaak plankwortels en heeft een gladde, grijsbruine bast. Pachira’s worden in alle tropische gebieden op Aarde als sierboom aangeplant. Vreemd genoeg blijkt de boom het dan ook in minder waterrijke streken prima te doen. Alleen in Noord-Amerika, Europa en Oost-Azië wordt de boom ook als kamerplant aangeboden. In pot gekweekt blijft hij veel kleiner. Soms gaat het dan om planten die met 3-5 stuks bij elkaar zijn vervlochten.

Geldboom en Watercacao
De boom vormt mooie, lichtgroene, gedeelde en gerimpelde, handvormige bladeren met vijf deelbladen. In Oost-Azië wordt dit gezien als een gelukbrengende eigenschap. Hij zou welzijn en welvaart bevorderen in de omgeving waar hij staat. Dat heeft alles te maken met positieve, energetische (Feng Shui) eigenschappen. Vandaar dat deze Pachira-soort ook wel – heel wat minder spiritueel – Geldboom wordt genoemd. De naam Watercacao heeft een heel andere oorsprong. De boom kan in volwassen staat (niet als kamerplant) namelijk prachtig bloeien en vormt dan grote doosvruchten die wel 3 kg kunnen  wegen. Er in zitten vier tot zes grote, langwerpige, bruine zaden die als surrogaat voor cacaobonen worden gebruikt, maar door de inlandse bevolking in Zuid- en Midden-Amerika ook gekookt of geroosterd (zoals kastanjes bij ons) worden gegeten. De onrijpe vruchten worden er ook als medicijn en verdovingsmiddel toegepast. De boom bloeit in de tropen het hele jaar door en vormt ook het hele jaar door vruchten. De zaden drijven op water en kunnen kiemen als ze ergens aanspoelen. Uit de schors van de boom wordt een gele kleurstof gemaakt. Jong blad wordt wel (gekookt) als groente gegeten.

De Pachira als kamerplant
Het boompje valt op door zijn prachtige blad. De bladstelen kunnen wel 25 cm lang zijn en de deelbladen zelf worden ongeveer even lang. Door de bladeren maakt het boompje een elegante, vrij open indruk. De plant stelt weinig eisen. Hij groeit graag op een lichte plek, maar niet in de volle zon. Als de plant te veel direct zonlicht krijgt, kunnen er bruine vlekken op het blad ontstaan. Bij te weinig licht blijft het blad wat kleiner en heeft de plant de neiging naar het licht toe te groeien. Een punt om even bij stil te staan is de hoeveelheid water die ze nodig hebben. Anders dan de naam Pachira aquatica zou doen vermoeden, valt die waterhoeveelheid best mee. Je kunt hem beter iets te droog dan te nat houden.  Bij te langdurige droogte kan het blad bruin worden. Hij heeft ook

een hekel aan voortdurend ‘natte voeten’. Giet daarom op de volgende manier: geef rijkelijk water, maar giet doorlekkend water dat onder uit de pot komt af. (Voor deze plant is een pot met losse onderschotel daarom het meest ideaal. Pachira’s vragen geen al te grote pot. Houd hem – ook als je hem wilt verpotten – in een pot van ongeveer dezelfde maat als waarin hij stond. GroenRijk biedt wat dat betreft keuze genoeg. Gebruik bij het verpotten gewone, universele potgrond.) Wacht vervolgens met een volgende gietbeurt tot de potgrond redelijk droog aanvoelt en geef dan pas opnieuw water. Bij wat lagere temperaturen zal de tijd tussen twee gietbeurten dan wat langer zijn. Gemiddeld komt het neer op eens per drie weken een flinke plens water. De temperatuur mag tussen 15 °C (nachttemperatuur) en 30 °C zijn. Beslist niet lager. Pachira’s hebben vooral in natte omstandigheden moeite met koude. Bij te lage temperaturen laat de plant zijn bladeren vallen. Een wat lagere luchtvochtigheid wordt wel redelijk goed verdragen, maar zet de plant niet dicht bij een verwarmingselement (een radiator bijvoorbeeld). ’s Winters heeft de plant – net zoals op een wat donkerder plek – wat minder water nodig. Als de plant te nat wordt gehouden, kan het blad vergelen en kan er in extreme gevallen zelfs wortelrot optreden. Overigens zal de plant het hele jaar door wel eens een blaadje laten vallen. Dat hoort zo bij tropische bomen.

Geef eens per maand een geringe hoeveelheid vloeibare plantenvoeding in het gietwater of steek een voedingsstaafje bij de wortels in de potgrond. Dan hoef je je een half jaar lang geen zorgen over de voeding te maken. ’s Winters geen plantenvoeding geven.

Snoeien en verpotten
Pachira’s kunnen vrij snel groeien. Wil je hem snoeien – dat kan heel goed – dan kan dat eigenlijk het hele jaar door. Hij vertakt heel mooi en behoudt een regelmatige vorm als je nieuwe uitgroei zo nu en dan wegknipt (de bovenste paar centimeters). Pachira’s worden zelfs wel als bonsai behandeld, dus ze verdragen veel. Oude, lelijk geworden blad kun je altijd wegknippen. De diktegroei van de stam verloopt het beste als je je boompje eerst een paar jaar lekker laat groeien en hem dan pas gaat snoeien. Zoals gezegd bloeit een Pachira niet als kamerplant.

TIP: Pas op voor kou als je je nieuw aangeschafte Pachira vervoert. Het is een tropische plant die uit een warme omgeving komt. Hij kan dan slecht tegen plotselinge kou. Dus vervoer hem dan alleen goed verpakt.

Curio

$
0
0
Curio

Ja, de Curio is zeer sterk en makkelijk te verzorgen

Deze week biedt GroenRijk een bijzondere kamerplant aan, een echte designplant die Curio ‘Mount Everest’ wordt genoemd. Curio’s behoren tot de grote groep Senecio-achtige planten (kruiskruid), waarvan wel 1300 soorten in allerlei vormen bestaan. Soms zijn Senecio’s klimplanten, soms lage vaste planten met vaak gekreukelde bladeren, soms hebben ze vlezige bladeren die wel wat van klimopblad weg hebben. De Curio’s zijn heel anders. Dat zijn succulenten met vrij dikke vetbladeren met kleuren die op groei in droge omstandigheden wijzen. Bijna bladcactussen dus, maar dan zonder doorns. Er bestaan heel wat soorten van deze Senecio-groep. Een daarvan, met de naam Curio ficoides, komt oorspronkelijk alleen voor in Zuid-Afrika. Preciezer gezegd: in de Kaap-provincie daar. Die plant groeit er in de vaak droge, subtropische gebieden die zo kenmerkend zijn voor dat deel van Zuid-Afrika. Er was al het nodige kweekwerk met deze soort verricht, maar een Nederlandse kweker die zich al enkele jaren speciaal op dit type planten toelegde, ontdekte in 2006 tussen zijn planten een opvallende selectie die was ontstaan uit het kruisen van twee eerder ontwikkelde selecties. Dat werd Curio ‘Mount Everest’. Dat was dus één plant, waarmee verder is gekweekt. In 2010 was men er zo ver mee gevorderd dat de plant in de handel geïntroduceerd zou kunnen worden. De gevonden, unieke eigenschappen bleven perfect behouden, ook bij doorkweek in grotere aantallen. In oktober 2011 was het exclusieve kwekersrecht verleend en werd de plant officieel aangeboden. Er waren inmiddels voldoende exemplaren van geteeld om dat mogelijk te maken. Het maakt niet uit of de plant als Senecio ‘Mount Everest’ of als Curio ‘Mount Everest’ wordt aangeboden. Het is dezelfde plant.

Het bijzondere van Curio ‘Mount Everest’
Curio ‘Mount Everest’ is een plant die absoluut van zon houdt. Je kunt hem nu als kamerplant op een lichte, zonnige plek in je huis zetten, maar komende zomer kan hij zondermeer buiten op het balkon of terras staan. Ook daar zal hij het goed naar zijn zin hebben. De plant groeit compact tot zo’n 40-50 cm hoogte en behoudt jaarrond zijn vlezige blad. Dat blad groeit rondom de stengels en staat daarlangs omhoog. De kleur van de brede, dikke bladeren is blauwachtig groen. De planten zijn heel uniform en groeien in een rustig tempo met stevige zijtakken. Hij vertakt goed. De doorsnee die de plant bereikt is meestal niet meer dan 15 cm. De blaadjes zijn gemiddeld 7 cm lang en ca. 9 mm dik en hebben een wasachtige, gladde, onbehaarde huid. Tot nu toe hebben de planten nog niet gebloeid en weet niemand hoe eventuele bloemen er kunnen uitzien. De planten worden dan ook vegetatief (niet uit zaad) vermeerderd. Beschouw je Curio ‘Mount Everest’ dus als een echte bladplant.

Verzorging
Het is inmiddels gebleken dat Curio ‘Mount Everest’ temperaturen verdraagt tussen 5 en 35 °C. Staat hij ’s zomers buiten, waar de wind voor koeling kan zorgen, dan verdraagt hij zelfs nog hogere luchttemperaturen. Zoals gezegd: een echte zonliefhebber. Doordat het een vetplant is, is water geven makkelijk. Geef in de zomer eens per veertien dagen water. Dat is genoeg. In de winter is eens per maand gieten zelfs voldoende. Zet je je Curio ‘Mount Everst’ buiten op het terras of balkon,

geef dan tijdens zonnig weer wat vaker water. Tijdens somber of regenachtig weer hoef je minder of zelfs helemaal niet te gieten. De bladstand van de plant is zo dat het erop vallende water langs de blaadjes en via de stengels direct bij de wortels terecht komt. Tijdens de groei (lente en zomer) kun je eens per veertien dagen vloeibare plantenvoeding voor groene (blad)planten in het gietwater geven. Baseer je wat dat betreft op de voedingsinstructie op de verpakking. Staat je plant er niet bij, houd dan de instructie voor cactussen aan. ’s Winters – als de plant nauwelijks groeit – geen voeding geven. Als je je aan deze eenvoudige tips houdt, zul je heel lang plezier van je Curio ‘Mount Everest’ hebben.

TIP: Vind je dat je Curio ‘Mount Everest’ te groot wordt, dan kun je hem snoeien. Knip de langste takken gerust tot de helft terug. Terugsnijden met een scherp mes gaat ook prima. Je zult zien dat je plant daarna weer gezond uitloopt. Curio ‘Mount Everest’ is een sterke plant.

Narcis, Woonplant van de maand februari

$
0
0
Narcis, Woonplant van de maand februari

Van knalgeel tot romig en hagelwit, soms gesierd met een feloranje kroontje – deze ultieme lentebode verdient het om nu het middelpunt van de belangstelling te zijn.

Botanische beauty 
Niets brengt het voorjaar zo snel binnen als Narcis. Uit de bollen met groene scheuten groeien gladde stengels met smalle lichtbruine knoppen, die open plooien tot prachtige trompetbloemen. Het is een instant sfeermaker die binnen vrij snel tot bloei komt. En dan ademt alles aan deze beauty de naderende lente uit. Het is een ideale bol op pot om snel en effectief het huis mee op te fleuren. 

Leve de lente! 
Als vrij strakke woonplant – puntige bladeren, gestileerde stengels – past Narcis prachtig bij de grafische vormen en lijnen die je nu vaak in interieurs ziet. Vooral de planten met de hagelwitte en felgele bloemen zijn een geweldige match met de bijbehorende primaire kleuren en de optische wirwar van patronen. 

Vrolijke wirwar
Niet alleen staan narcissen altijd heel vrolijk, sommige verspreiden eveneens een heerlijke geur, die ook al aan het voorjaar doet denken. Narcissen in dezelfde kleur bij elkaar zetten heeft een krachtige moderne uitstraling, verschillende soorten mengen een speels effect. Dat wordt versterkt met potten in gladde, functionele materialen, zoals metaal en kunststof, maar ook glad leer en gepolijst hout. 

Noordelijke klassieker 
Dubbele bloemen, effen of gevlekt, grote gele trompetten, kleine trosjes witte bloemetjes: er zijn wel 88 verschillende soorten narcissen, in twaalf categorieën. Die allemaal afstammen van de wilde narcis, die al sinds mensenheugenis op het noordelijk halfrond groeit. De soorten die we hier kennen, hebben zich voornamelijk uit Spanje en Portugal verspreid naar Noord-Europa.

Narcis & verzorging 
Narcis groeit en bloeit het best met ruim voldoende vocht, dus laat de kluit niet uitdrogen. Hoe meer water ze krijgen, hoe hoger ze kunnen worden. Ze bloeien optimaal op een lichte plek en ze blijven het langst mooi in een niet al te warme omgeving. Omdat ze altijd de zon zoeken, kunnen narcissen-op-pot binnen het beste af en toe een slagje worden gedraaid, dan groeien ze niet scheef. Narcissen op pot staan ook mooi in glas: spoel het kluitje af en zet het in een laagje water. Het hele proces van wortel-bol-steel-bloem is zo in laagjes te zien. 

Vrolijke klassieker 

  • Narcis groeit en bloeit al sinds mensenheugenis op het noordelijk halfrond.
  • Narcis-op-pot in een keramieken kan zetten en je hebt eigenlijk een boeket-op-pot.
  • De plant is genoemd naar de ijdele jager in de Griekse mythologie. Narcissus was zo verliefd op zijn spiegelbeeld in het water dat hij er uiteindelijk in verdronk. Daarom kijken narcissen altijd een beetje naar beneden.
  • Met de gele exemplaren maak je het huis makkelijk en snel mooi voor Pasen (27 maart): ze zijn verkrijgbaar van zacht romig tot knalgeel. 
  • Potnarcissen zitten vaak met drie bollen in één pot, onder het motto ‘alle goede dingen bestaan uit drieën’. 
  • Narcis is de nationale plant van Wales. Eerst was dat look: soldaten droegen die in de vroege middeleeuwen op hun muts om onderling goed te onderscheiden te zijn van de vijand. In het Welsh lijkt het woord look sprekend op dat van Narcis. Cenhinen = Look, Cenhinen Pedr = Daffodil/Narcis. Omdat die laatste wat lieflijker is dan prei, is die door de jaren heen het nationaal symbool geworden. Het helpt dat de bloem er in het wild weelderig groeit en bloeit. 
  • Door uitgebloeide bloemen weg te knippen, houdt de bol meer energie over voor de rest van de plant.
Viewing all 631 articles
Browse latest View live