Ja, de Calibrachoa is een rijkbloeiende, makkelijk te verzorgen plant voor terras en balkon.

Calibrachoa’s worden ook wel Mini-petunia’s genoemd. De bloemen lijken namelijk heel veel op die van Petunia’s, waar ze in de verte familie van zijn. Zowel Calibrachoa’s als Petunia’s behoren tot de Solanaceae (Nachtschadefamilie). Calibrachoa-bloemen zijn alleen iets kleiner dan van Petunia’s, maar de Calibrachoa’s bloeien nog rijker en beter. Ze zijn een tijdlang bij het geslacht Petunia ingedeeld geweest. Dat duurde tot bij genetisch onderzoek bleek dat hun chromosomensamenstelling (hun genenpakket) toch flink anders was. Ook hun manier van voortplanting bleek te verschillen. Calabrachoa’s en Petunia’s komen wel allebei uit Midden- en Zuid-Amerika. Daar werden ze eind jaren tachtig van de vorige eeuw ontdekt door een Japanse onderzoeker. Het viel hem op dat deze ‘petunia’s’ rijker en fijner bloeiden dan de soorten die hij kende en hij nam wat van de planten mee naar huis (Japan). Daar overhandigde hij ze aan de Japanse plantenontwikkelaar die ook al de bekende Surfinia’sTM had ontwikkeld. Daar ging men ermee aan de slag en ontdekte men al gauw de geweldige eigenschappen van de nieuwe planten. Ze hebben bijvoorbeeld veel minder verzorging nodig. De eerste kweekresultaten werden in 1996 geïntroduceerd. Inmiddels zijn de makkelijke Calibrachoa’s met al hun bloemkleuren en -vormen een wereldsucces! GroenRijk biedt nu keuze uit een prachtige collectie. Kies de kleuren die jij het mooiste vindt!

Tal van vormen en kleuren!
In de U.S.A. en andere Engelstalige gebieden (Canada, U&.K., Australië) worden Calibrachoa’s nog steeds ‘Million Bells’ genoemd. Die naam hadden de Japanners aan de planten gegeven toen ze nog dachten dat het een Petunia-soort was. De nieuwe naam Calibrachoa is een vernoeming van de Mexicaanse hoogleraar plantkunde Antonio de Caly Bracho. Bij de Calibrachoa’s zijn de meest fantastische bloemkleuren geselecteerd. Zelfs zijn er diverse nieuwe series uit ontwikkeld, zoals de Can Can-serie waarbij veel bloemen (in roze, warmrood, geel, oranje, paars, zelfs blauw enz.) donkerder hartjes hebben. Een heel bijzondere is ‘Can Can Mocha’ die een soort chocoladekleur heeft. Bij andere ontstaat kleurverloop in de bloemen tijdens de bloei. Er zijn ondertussen ook dubbele (gevulde) bloemvormen naast de enkelvoudige bloemen. Er worden ook veel kleurencombinaties gemaakt door planten met verschillende bloemkleuren in één potje te combineren, bij de ‘Triobells’ bijvoorbeeld (drie vrolijke kleuren bij elkaar).

Sterker dan Petunia’s
Calibrachoa’s hebben echt ongelooflijk goede eigenschappen. Ze houden van zon, maar verdragen ook lichte schaduw. Van slecht weer trekken ze zich veel minder aan dan Petunia’s. De stroom bloemen – die eindeloos door lijkt te gaan – heeft geen last van regen of een tijdje wat minder zon. De bloemen smetten en verbruinen niet. Wat ze wel doen is ook fantastisch. Je hoeft bij deze planten nooit uitgebloeide bloempjes weg te halen. Dat doen ze zelf. Uitgebloeide bloempjes verdrogen en vallen dan uit zichzelf af. Zulke ‘zelfschonende’ planten besparen je enorm veel verzorging. En als je bovendien weet dat Calibrachoa’s veel efficiënter met water omgaan, wordt je nog enthousiaster over deze rijke bloeiers. Je hoeft ze dus minder vaak water te geven dan gewone petunia’s. De planten groeien eerst ca. 20-40 cm omhoog, worden dan wat breder en vormen ranken die gaan overhangen. De ranken worden makkelijk 75 cm lang. Van wind hebben ze geen last. Integendeel, zo’n bewegende, bloeiende rankenmassa maakt een buitengewoon sierlijke en elegante indruk. Daar kijk je met plezier naar! Sterker: je raakt er niet op uitgekeken. De planten groeien in gewone potgrond die je niet helemaal moet laten uitdrogen. Geef eens per veertien dagen wat vloeibaar plantenvoedsel in het gietwater. De planten geven zelf aan wanneer ze echt voeding nodig hebben: de nieuwe blaadjes worden dan lichter van kleur (ze vergelen enigszins).

Bloeitijd
Calibrachoa’s beginnen al in mei te bloeien en gaan daar maandenlang onvermoeibaar mee door tot de eerste nachtvorsten in oktober/november er een eind aan maken. In Midden- en Zuid-Amerika zijn het meerjarige planten. Bij ons worden ze eenjarig gekweekt.

TIP
Calibrachoa’s doen het geweldig in potten en bakken, ook in hangbakken en hanging baskets. Zowel in je tuin, op je terras als op je balkon. Zelfs in de volle grond van je tuin. Daar zullen ze zich tot een fantastisch bloementapijt ontwikkelen.

In kort bestek
Calibrachoa’s (ook Mini-petunia’s en zelfs ‘Million Bells’ genoemd) bloeien maandenlang vanaf mei tot ver in de herfst met stromen kleine, sterke, kleurrijke petunia-achtige bloemen. De planten zijn sterk en weerbestendig, zelfschonend, weinig eisend en makkelijk te verzorgen. Je kunt nu bij GroenRijk kiezen uit hele series schitterende bloemkleuren. Dat wordt genieten de rest van het jaar! Ook prachtige planten om cadeau te geven!

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl.

Ja, de mooie gevuldbloemige Calibrachoa’s zijn net zo makkelijk te verzorgen en ze bloeien net zo rijk als de enkelbloemige vormen.

Sinds een paar jaar zijn er ook Calibrachoa’s met gevulde (dubbele) bloemen. Dat is heel bijzonder. Ze lijken niet meer op de klokvormige bloemen van Petunia’s, waar Calibrachoa’s verre familie van zijn. De meeste liefhebbers vinden ze meer op mini-roosjes lijken. Daar hebben ze inderdaad veel van weg. Soms is dat zelfs in de naam herkenbaar, zoals bij de cultivar ‘Double Red Rose’. Het is een fantastisch gezicht om deze planten maandenlang en overdadig rijk te zien bloeien. Ze zijn op verschillende manieren en door verschillende kwekers ontwikkeld in zowel Japan als de USA. Zoals je misschien weet stammen de oorspronkelijk klokvormig en enkelbloeiende Calibrachoa’s uit Midden- en Zuid-Amerika (vooral uit Peru, Brazilië en Chili). Daaruit werden in Japan verschillende rassen ontwikkeld die later onder de naam ‘Million Bells’ in de USA werden geïntroduceerd. Uit die rassen ontstonden op verschillende plekken – de herkomst is niet altijd even duidelijk – de gevuldbloemige rassen waarvan GroenRijk er nu een aantal aanbiedt.

Veel verschillende namen en groeivormen
Natuurlijk heten ook de dubbelbloemige Calibrachoa’s nog steeds Calibrachoa, maar er bestaan inmiddels hele gevuldbloemige series met namen zoals ‘Superbells’, ‘Mini Famous Double’ enz. (Er bestaan ook enkelbloemige ‘Mini Famous’-rassen.) Een andere nieuwe ontwikkeling is dat er ook al Calibrachoa-series zijn waarbij de planten met behoud van hun eigenschappen uit zaad worden voortgekweekt (de ‘Kabloom’-serie bijvoorbeeld). Dat was tot voor kort onmogelijk. Door de fantastische eigenschappen van Calibrachoa’s heeft de halve wereld zich op deze succesplanten gestort en dan zie je snelle ontwikkelingen, maar ook ontstaat al gauw een oerwoud aan benamingen waar niemand meer de weg in weet. Planten met verschillende namen lijken dan soms zo sterk op elkaar dat het mogelijk om dezelfde planten gaat, maar waar verschillende kwekers rechten op claimen. Trek je daar niets van aan. Kijk en kies wat je mooi vindt. Daar gaat het om.

Let zeker bij de dubbelbloemige Calibrachoa’s behalve op de bloemen ook op de groeivorm. Het zijn soms wat minder uitgesproken ‘hangers’ dan de meeste enkelbloemige Calibrachoa’s. Sommige dubbelbloemige vormen groeien tot wel 60 cm hoog, andere blijven lager en vormen halfhangende ranken (‘mounding trailing’ wordt dat genoemd), andere vormen echt lange ranken. Rijk bloeien doen ze allemaal. Er worden veel nieuwe rassen aangeboden waarvan de gekweekte, verhandelbare aantallen nog vrij klein zijn en je kunt niet altijd zien hoe de planten zich zullen ontwikkelen. Vertrouw wat dat betreft maar op de informatie die je bij aanschaf in de GroenRijk-tuincentra krijgt. ‘Hangende groeiwijze’ is ook echt ‘hangende groeiwijze’.  Die planten zijn dan ideaal voor bloembakken, sierpotten, hanging baskets enz.

Goede verzorging
Ook dubbelbloemige Calibrachoa’s hebben weinig verzorging nodig. Ze bloeien onafgebroken door tot de vorst er in het najaar een eind aan maakt. Je hoeft geen uitgebloeide bloemen weg te halen. Dat doen de planten zelf. Ze zijn zogenaamd ‘zelf-schonend’. Zet of hang je dubbelbloemige Calibrachoa liefst op een zonnige plek, maar iets schaduw verdraagt hij ook. De wortels mogen niet te lang kletsnat blijven. Geef dus niet te vaak en de veel water. Geef pas weer water als het toplaagje potgrond droog aanvoelt. Als je de plant in de volle grond van je tuin zet – dat kan ook – moet de grond daar goed doorlatend zijn. Extra water geven is dan vaak onnodig. De planten verdragen vrij veel droogte en warmte. Geef planten in potten eens per veertien dagen wat plantenvoedsel in het gietwater. Als de planten voedseltekort krijgen, tonen ze dat door vergeling van het normaal volgroene blad. Calibrachoa’s groeien graag in pH-neutrale grond (pH 7). Te zure of te kalkrijke grond verdragen ze slecht. Normale standaard potgrond is prima. Op de oorspronkelijke groeiplekken in Zuid-Amerika zijn Calibrachoa’s wintergroene, meerjarige planten. Voor onze streken worden ze eenjarig gekweekt. Koop dus elk jaar nieuwe. Als de planten er na enkele maanden wat ‘magerder’ gaan uitzien, kun je een snoeischaar pakken en de ranken een stuk inkorten. Dat zet de planten aan tot nieuwe vertakking en rijkere bloei, zeker als je ze dan ook nieuw voedsel geeft. Een of twee weken daarna zie je de bloei dan al weer rijker worden. Sommige liefhebbers maken er een gewoonte van om die ‘snoei voor rijke herbloei’ in de nazomer te doen.

TIP
Er worden ook dubbelbloemige Calibrachoa’s aangeboden met drie bloemkleuren in één pot. Bijvoorbeeld Calibrachoa Trixi® ‘Petticoat’. Dat uit drie stekken samengestelde plantentotaal bloeit uitbundig met gele, roze en paarse bloemen. Schitterend en heel kleurrijk!

In kort bestek
Dubbelbloemige (gevuldbloemige) Calibrachoa’s zijn prachtige bloeiers. Hun bloemen – aan sierlijke ranken – lijken meer op kleine roosjes dan op de klokvormige petuniabloemen waar ze familie van zijn. Ze bloeien overdadig en ononderbroken van de zomer tot ver in de herfst. Ze vragen minder verzorging dan petunia’s en verdragen meer droogte en warmte. Uitgebloeide bloemen weghalen hoeft bij deze zonminnaars niet. Nu bij GroenRijk!

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl.

Deze siersalie behoort tot de top-100 van de meest gewilde vaste planten in de tuin. Ontwerpers van moderne borders en onderhoudsarme plantenvegetaties in de trant van Piet Oudolf en anderen, zullen hem niet gauw overslaan. Sinds de beroemde Oost-Friese vasteplantenkweker Ernst Pagels deze Salvia met de naam ‘Ostfriesland’ in 1955 introduceerde, heeft deze plant een ware zegetocht over de (tuin)wereld gemaakt. Hij blijft heel lang mooi, vraagt heel weinig verzorging, bloeit maandenlang uitbundig met prachtige donkerpaarsblauwe lipbloemen in dichte aren aan de einden van de bloeistengels en hij is ijzersterk. Een combinatie van eigenschappen die ideaal is voor een moderne of klassieke tuin, van Engelse gemengde border tot een golvend, bloeiend, prairieachtig geheel zoals tuincomponist Piet Oudolf die maakt (bekend van o.a. de inmiddels beroemde ‘High Line’ in New York).

 
Salvia nemorosa

Salvia nemorosa, de bossalie, is een zeer lang levende vaste plant die inheems is van Midden- en Oost-Europa tot in Zuidwest-Azië. Het is een van de meer dan 900 eenjarige, tweejarige en meerjarige soorten die de wereld kent. Er bestaan ook tropische saliesoorten (in Centraal- en Zuid-Amerika). Salvia nemorosa groeit vanuit een stevige, korte wortelstok en vormt enigszins grijsgroene, iets gerimpelde bladeren met fijne kartelranden. Als hij bloeit steken de bloeistengels met kleine lipbloemen in dichte (schijn)aren daar bovenuit. Bij de wilde soort worden die aren soms wel tot 100 cm hoog. Er zijn cultivars uit ontwikkeld die 40-80 cm hoog kunnen worden. Salvia nemorosa ‘Ostfriesland’ wordt gemiddeld 50 cm of iets hoger, maar bloeit met massa’s bloeistengels. De hoogte hangt een beetje van de omstandigheden af. ‘Ostfriesland’ bloeit vanaf juni tot zelfs in september aan één stuk door. De naam ‘Salvia’ komt van ‘salvus’ (= ‘gezond’). Die algemene naam slaat eigenlijk op het bekende keukenkruid Salvia officinalis (de tuinsalie, die eigenlijk geen vaste plant, maar een halfheester is) dat al sinds duizenden jaren ook als medicinale plant wordt gewaardeerd. De soortnaam ‘nemorosa’ betekent ‘uit de bossen of bosranden’. Dan weet je meteen wat de natuurlijke verblijfplaats van deze soort is. Vandaar ook de soortnaam bossalie. Hoewel ‘Ostfriesland’ best wat lichte schaduw verdraagt, groeit hij toch het liefst op een zonnige plek. In het najaar sterft de plant bovengronds af, leeft tijdens de winter in zijn wortels ondergronds door en duikt in het voorjaar met nieuwe scheuten weer vrolijk op. 

Weinig zorg nodig

Salvia nemorosa ‘Ostfriesland’ is zo’n plant die zichzelf wel redt. Daar hoef je maar weinig aan te doen. Plant hem in goed doorlatende, voedzame, normale tuingrond en liefst (zie boven) op een zonnige plek, maar in heel lichte schaduw mag het ook. Als hij maar een paar uur direct zonlicht per dag krijgt, is het goed. Zorg dat de grond nooit helemaal uitdroogt. Dit is ook een van die planten die mogelijk nog eens gaat bloeien als je de bloeistengels na de eerste bloei licht terugknipt. Maar laat de stengels en het afstervende blad wat later in het jaar – als de plant zich voorbereidt op de winter – gerust zitten. Ze zorgen tijdens de winter voor bescherming van de doorlevende wortels eronder. Haal dat afgestorven materiaal pas in het voorjaar weg als de nieuwe scheuten op uitlopen staan. Geef dan ook een goede organische basisbemesting (bijv. met gedroogde koemestkorrels). Daar heeft de plant dan weer tijden genoeg voedsel aan. 

Ernst Pagels

De man die ‘Ostfriesland’ ontwikkelde was de bekende en unieke vasteplantenkweker en enorme plantenliefhebber Ernst Pagels die in 2007 op 93-jarige leeftijd stierf. Hij had zijn kwekerij in Leer in Oost-Friesland in Duitsland (tussen Emden en Papenburg, niet ver van de Nederlandse grens). Hij had veel vrienden in de Nederlandse tuinenwereld die regelmatig bij hem kwamen ‘buurten’ omdat het er altijd gezellig was en om te zien welke nieuwe planten ‘hij nu weer ontwikkelde’. Pagels deed daar nooit geheimzinnig over. Een kring van vrienden heeft zijn kwekerij (inmiddels een stichting) omgevormd tot een meer-generaties-kijktuin die een bezoek zeker waard is.

Andere S. nemorosa-cultivars

Dat zijn er tientallen. We noemen de in 1956 geïntroduceerde ‘Mainacht’ die bijna zwartblauw bloeit (mei-augustus) en makkelijk 60 cm hoog wordt. De violetroze bloeiende ‘Amethyst’ wordt nog hoger (60-80 cm). ‘Viola Klose’ (paarsblauw) blijft veel lager: 40 cm, net zoals de compact blijvende ‘Blaukönigin’ (blauwviolet). Heel bekend is ook de zuiver blauw bloeiende ‘Blauhügel’ (50 cm). Bijzonder is de vrij nieuwe ‘Caradonna’ (donker-blauwviolet) die bovendien donkerpaarse stengels heeft (65 cm). ‘Rose Queen’ bloeit roze (70 cm). De afwijkende ‘Pusztaflamme’ (60 cm) bloeit met roodpaarse, gevulde, propachtige, onvruchtbare bloemen die – anders dan bij ‘Ostfriesland’ – geen vlinders en bijen aantrekken.

TIP

Salvia nemorosa ‘Ostfriesland’ komt het beste over in losse groepen (van minstens drie planten) tussen andere vaste planten zoals zonnehoed (Echinacea), klokjesbloemen (Campanula), kattenkruid (Nepeta), ooievaarsbekken (Geranium) enz. Pak een plant en combineer al in je karretje bij GroenRijk wat je mooi bij elkaar vindt passen.

In kort bestek

Salvia nemorosa ‘Ostfriesland’ vormt een mooie ‘heuvel’ en bloeit heel lang en rijk (juni-september) met donkerpaarsblauwe bloemen die aan aren boven het grijsgroene, fijne blad uitsteken. Hoogte ca. 50 cm. Hij groeit graag in de zon (maar verdraagt lichte schaduw) en in normale, voedzame tuingrond. Deze langlevende vaste plant trekt vlinders en bijen aan. Ook  een goede snijbloem. Nu heel aantrekkelijk geprijsd bij GroenRijk.

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl

Er zijn niet veel planten die zo’n aantrekkingskracht op vlinders hebben als de vlinderstruik. Met de lange bloemaren, in prachtige kleuren, is de vlinderstruik een sieraad in de tuin. Deze tuinplant bloeit ook nog eens lekker lang door, tot laat in de nazomer, zodat ook dan de tuin er kleurrijk uit blijft zien. De Tuinplant van de Maand augustus kan daar voor zorgen!

Kleurenpracht op en om de plant

De vlinderstruik (Buddleja) is een bladverliezende heester die bloeit van juli tot oktober. Het assortiment vlinderstruiken is groot. Met fascinerende kleuren in wit, blauw, roze of lila is de plant een opvallende verschijning in de tuin. De bloemgrootte kan variëren van 10- wel 30 cm. De hoogte kan variëren van 0,50 tot wel 4 meter! Wel handig om dit van te voren te bepalen wanneer de plant in de tuin gezet wordt. Overeenkomst tussen alle soorten is dat ze allemaal, de naam zegt het al, kleurrijke vlinders aantrekken die op de honinggeur van de bloemen afkomen. En wie wil er nou geen vlinders in zijn tuin? Het geeft het ultieme “tuingevoel” voor zowel volwassenen als kinderen. Vlinderstruiken zijn, naast in de volle grond, ook geschikt om toe te passen in potten en bakken.
 

Verzorging

Met een paar eenvoudige tips blijft de vlinderstruik gezond en mooi:

• Belangrijk is een standplaats in de halfschaduw tot volle zon, de vlinderstruik houdt van warmte.
• Zet de plant op een goed doorlatende, vochtige grond en geef de planten regelmatig water.  
• Geef de planten in het voorjaar extra voeding zodat ze lang en rijk blijven bloeien en gezond blijven.
• Wanneer uitgebloeide bloemen weeggenomen worden kunnen er na 3-4 weken weer nieuwe bloemen gevormd zijn waardoor de plant extra lang sierlijk blijft.
• In principe is de vlinderstruik goed winterhard, wanneer wel op het juiste moment gesnoeid worden. Bij te vroeg in de winter snoeien kunnen de takken invriezen.

Snoeitips

• “Korthouden” van de vlinderstruik is heel belangrijk. Hierdoor groeien ze goed, geven ze veel bloemen en blijven ze jong en gezond. Wanneer de plant niet gesnoeid wordt kunnen ze de ruimte ontnemen van andere planten of om zelf lekker van de zon te kunnen genieten. De takken kunnen flink van formaat zijn, gebruik dus een goede snoeischaar of houtzaag.
• De beste periode om te snoeien is eind februari of begin maart. Eerder is niet verstandig omdat de takken dan kunnen invriezen.
• Handige tip bij de hoge soorten is om deze tot kniehoogte terug te snoeien. De lagere soorten kunnen nog korten worden teruggenomen. Wees dus niet bang de vlinderstruik flink te snoeien, de planten geven weer volop nieuwe scheuten en bloeien weer rijkelijk in de zomer en de herfst.

Meer informatie over de vlinderstruik en andere tuinplanten vind je op Mooiwatplantendoen.nl.
 

Tuinplant van de Maand

Vlinderstruik staat in juni Tuinplant van de Maand in de spotlights. ‘Tuinplant van de Maand’ is een initiatief van Mooiwatplantendoen.nl. Kwekers en groenspecialisten uit de sierteeltsector selecteren op verzoek van Mooiwatplantendoen.nl maandelijks een tuinplant met als doel te inspireren en te enthousiasmeren.

'Prikkelend zomergevoel'

Niets vat het hoogzomergevoel zo goed samen als cactussen: hot, bestand tegen zinderende temperaturen en helemaal on-trend met grafische stijlen. Geen plant zo decoratief en surrealistisch als de cactus. En er zijn veel soorten! Er kunnen zelfs schitterende bloemen verschijnen. Mammilaria zijn bloeiende cactussen. De Echino is bolvorming met prachtige gelijkmatige ribbels. Gymnocalycium lijkt te zijn opgebouwd uit groene kogels en heeft een trechterbloem. En Cereus groeit als een zuil die in het wild wel tien meter kan worden. De afwijkende vormen en volumes van deze woonplanten sluiten mooi aan bij de huidige stijltrend waarin traditionele grenzen vervagen. Voorbeeld daarvan is dat in huis zowel binnen en buiten, als wonen en werken, steeds meer in elkaar overlopen. 

Ontdek de plek

Je kunt de cactus overal in huis een mooi plekje geven. Zowel in de woonkamer, slaapkamer, als badkamer vindt hij zijn plekje. Het herkenbare en tropische uiterlijk van de cactus komt het best tot zijn recht bij gladde en functionele materialen zoals hout, gespoten kunststof met een glad oppervlak en keramiek met een dessin of reliëf. De bijzondere vormen van cactussen gaan goed mee met de populaire grafische zwart-witpatronen van nu. De cactus prikkelt je zintuigen en houdt daarmee jou als de ruimte actief. Een ideale woonplant dus ook voor op je bureau!

Zowel warm als koud

In het wild groeit cactus in Afrika en Midden en Zuid-Amerika, zowel in koude hooggebergtes als in de tropische Cariben. Hoewel cactussen vaak worden geassocieerd met de woestijn, zijn er maar een paar die tegen die extreme droogte kunnen. De meeste groeien in gebieden met 5-50 cm neerslag per jaar. De grootste cactus ter wereld is de Sagaura, die maar liefst 1 meter dik en 20 meter hoog kan worden!

De doorns zijn het eigen ecosysteem van cactus. In de natuur beschermen ze tegen aanvreten door dieren, nachtelijke kou en felle zon. Daarnaast zorgen ze voor een beetje afkoeling, dauwabsorptie en afvoer van neerslag. Heb je een stekel opgelopen? Een grote haal je er uit met een pincet, bij fijne stekels smeer je de huid in met olijfolie, dan wrijf je ze er zo uit. Hulp nodig? Kom langs in ons tuincentrum in %locations%. 

Verzorging van de cactus

Het zal je niet verbazen: vrijwel alle cactussoorten staan het liefst in het licht en hebben liever iets te weinig dan teveel water: een voetbad is meestal funest. Cactussen hebben een groot wortelstelsel waarmee ze vocht opslaan in hun wortels, bladeren en stengels en zo zelf hun voeding reguleren. In het algemeen staan ze naast licht ook graag warm. Eén keer per maand water geven is beter dan elke week een beetje: de kluit mag uitdrogen. 

Ons tuincentrum in %locations% staat deze maand volledig in het teken van de Cactus. Kom langs voor inspiratie, tips en advies. 

Ideale herfstbloeiers deze prachtige bolchrysanten: bolle struikjes, maandenlang letterlijk overdekt met bloemen. En geen gedoe met inplanten of verpotten. Zet ze gewoon in hun kweekpot ergens neer: altijd geweldig kleurrijk. Door bijna niets te evenaren. Ze bloeien aan één stuk door. Je kunt ze zo op het terras, het balkon, of op een speciale in de tuin zetten. Nog mooier is het natuurlijk als je de kweekpot in een fraaie sierpot zet (dan staat de plant bovendien steviger). En zet hem goed in het zicht. Succes gegarandeerd. Bolchrysanten zijn ook altijd uiterst welkom als cadeau; met zo’n plant kun je overal aankomen. Zelfs bij bloemenliefhebbers zonder groene vingers, want de verzorging is kinderlijk eenvoudig. Van een bolchrysant heb je echt maandenlang plezier. De planten bloeien uitbundig door tot de vorst er in de herfst een eind aan maakt. Bolchrysanten zijn overigens niet altijd alleen maar bol: ze worden ook wel op stam gekweekt of de kwekers hebben ze een piramidevorm gegeven. Het kan allemaal en bij GroenRijk is keuze te over!

Al 500 jaar voor onze jaartelling werden er chrysanten geteeld. Eerst in China, meer dan 1000 jaar later ook in Japan  en pas sinds de 17e eeuw in Europa. Vooral in Engeland en Frankrijk werd het meteen een geliefde bloem. Tegenwoordig worden chrysanten overal ter wereld in gigantische verscheidenheid geteeld.

Alle chrysanten zijn composieten: iedere bloem bestaat uit een groot aantal kleine bloempjes. Er bestaan enkelbloemige en dubbelbloemige chrysanten. De laatste hebben veel meer bloemblaadjes. De bloemkleuren zijn vooral paars, rood, oranje, roze, geel en wit. Nog iets: sinds het (over)grote geslacht Chrysanthemum werd opgedeeld in een aantal aparte geslachten, behoren bolchrysanten tot het geslacht Dendranthema.

Uiterst eenvoudige verzorging

Zet een bolchrysant op een lichte plek buiten. Voeding geven mag je vergeten. Controleer wel regelmatig even of de potgrond nog vochtig is, ook tijdens regenachtig weer. Dat klinkt misschien gek, maar vaak is de buitenste bloemenlaag zo vol en gesloten dat regenwater langs de buitenkant van die bloemenbol wegstroomt en dus niet in de pot bij de wortels terecht komt. Dan kan de plant dus alsnog verdrogen en dat moet je voorkomen.

Te veel koude regen of gietwater op de bloemen kan de bloemen laten ‘smetten’, ze kunnen dan verbruinen. Geef daarom altijd water op de potgrond en niet op de bloemen. Als je dat doet, zul je ook merken dat het soms niet maar één plant in een pot is, vaak is het een zogenaamde ‘toef’ (dan heeft de kweker een aantal planten bij elkaar in een pot gezet, die samen de bloeiende bol vormen). Dat hangt af van het gebruikte bolchrysantenras, ook van de kweker en zelfs van de kweekwijze. Er zijn namelijk bolchrysanten die in de kas zijn opgekweekt en andere die uit de buitenteelt komen. GroenRijk biedt nu een prachtig assortiment aan met verschillende bloemvormen (groot en klein, gevuld en enkel) en in heel veel kleuren. Het gaat om forse planten (hoogte tot 50 cm) die in grote 19 cm-potten groeien: planten van hoge kwaliteit.

Ze willen graag licht en niet te koud staan

Dat is eigenlijk vreemd, want bolchrysanten zijn zogenaamde kortedagplanten. Ze bloeien als de dagen korter worden, dus in de herfst als er iedere dag iets minder licht is. Bolchrysanten kunnen niet tegen vorst. Zelfs temperaturen dicht bij het vriespunt vinden ze al afschuwelijk. Zet ze dus tijdelijk even binnen op een koele, lichte plek binnen als er lage temperaturen of nachtvorst zijn voorspeld. Dan heb je nog veel langer plezier van je planten dan je anders al zou hebben. Een temperatuur binnen van zo’n 15 °C is prima. De planten bloeien dan gewoon door. Bolchrysanten zijn in principe vaste planten, maar het is heel lastig om ze goed de winter door te krijgen. Daarom worden ze eenjarig gekweekt. Bovendien zullen ze in een volgend jaar minder goed bloeien. GroenRijk adviseert dan ook om van je planten te genieten zolang ze bloeien (de komende maanden dus!) en volgend jaar gewoon nieuwe te kopen.

Chrysanten zijn in Oost-Azië heilige bloemen

De Chinezen telen dus (zie boven) al bijna 2500 jaar (twee-en-een-half-duizend jaar!) chrysanten. Het is er zelfs dé nationale bloem. Bij de Koreanen en Japanners is het niet veel anders: daar is de heilige chrysant absoluut onmisbaar bij allerlei tempelceremonies en andere plechtige of feestelijke gebeurtenissen. De naam chrysant betekent ‘goud-bloem’. De geur verdrijft insecten. De sappen werken sterk antiseptisch (ontsmettend). In Oost-Azië wordt de chrysant als een van de geneeskrachtigste kruiden beschouwd die de natuur daar heeft opgeleverd. Hij geldt er bovendien (misschien juist daarom) als symbool voor een lang leven. Wat kun je nu mooier geven!

TIP

Zet je je bolchrysant in hun kweekpot in een leuke bijpassende overpot, zorg dan wel dat daar een drainagegat onderin zit. GroenRijk heeft ook op dat gebied een ruime keuze!

In kort bestek

Chrysanten zijn al enkele duizenden jaren in cultuur. Een van de mooiste vormen van deze rijke herfstbloeier is de bolchrysant die GroenRijk nu in een enorm scala aan bloemvormen en kleuren aanbiedt. De prachtige planten bloeien maandenlang door (tot de vorst er een eind aan maakt). De verzorging is uiterst eenvoudig: zet ze op een lichte plek op je terras of balkon en laat de potgrond niet uitdrogen. Bescherm je bolchrysant ook tegen koude regen. 

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl

De Nederlandse naam voor het vaste plantengeslacht Platycodon is ballonklokje en dat terwijl de naam Platycodon eigenlijk ‘plat klokje’ betekent. Dat lijkt een tegenstelling, maar is het niet. De plant heeft namelijk iets heel bijzonders: als de prachtige bloemen bloeien zijn dat inderdaad platte klokjes, maar in knop zijn het net ballonnetjes. Die zijn dik opgezwollen en gevuld met lucht. Waarom dat zo is, weet niemand. Een verklaring zou kunnen zijn dat die lucht een isolerende, beschermende functie heeft. Deze plant is trouwens ook om andere redenen bijzonder. Het is een van de weinige geslachten waarvan maar één soort bekend is: Platycodon grandiflorus, ofwel het platte klokje met de grote bloemen. Om de een of andere reden doet deze plant, als hij bloeit, veel mensen aan gentianen denken, maar hij is ingedeeld bij de familie van de klokjesbloemen, de Campanulaceae.

Uit Japan en Noord-China

Deze niet-wintergroene vaste plant groeit in de natuur op de noordelijke eilanden van Japan en in Noord-China op grazige, open berghellingen, waar de omstandigheden wel iets weg hebben van laaggelegen Alpenweiden. Zon en wind hebben er vrij spel en wilde dieren grazen er. De wilde soort Platycodon heeft grote blauwe bloemen en wordt bloeiend ca. 70 cm hoog. Het ovaal-langwerpige blad heeft een wat blauwige of grijsachtig groene kleur en het is aan de randen gezaagd. De bladstand verschilt sterk. Aan één plant kunnen de bladeren per twee tegenover elkaar staan (gepaard), maar de bladeren staan ook wel in kransen en wat hoger aan de bloemstengels zelfs verspreid. De planten zijn dus heel variabel. Ze bloeien in juni-augustus en ze komen heel laat in het voorjaar pas boven de grond. Dat is logisch als je weet hoe koud het dan in Noord-China nog kan zijn. Dus er hoeft niets aan de hand te zijn als er half mei nog geen leven aan de plant te zien is. De dikke, vlezige penwortel waarin de plant zich in het najaar terug trekt, bewaart het leven zorgvuldig tot de omstandigheden goed genoeg zijn om weer uit te lopen.

Die penwortel is tevens de reden dat wat oudere planten zich moeilijk laten verplanten. De meeste wortelgewassen houden daar niet van. De jonge exemplaren die GroenRijk voor je heeft, zijn in potjes gekweekt. Die kun je met kluitje en al probleemloos planten. Als je een groep Platycodon’s wilt planten, wordt aangeraden er 11 per m2 te planten.

Diverse cultivars

Er zijn diverse cultivars in de handel, die geen van alle even hoog worden als de oorspronkelijke, wilde soort. Ze halen hooguit 60 cm. Ze bloeien wel allemaal in dezelfde periode (juni-augustus) en hebben bijna allemaal ongeveer dezelfde kenmerken. Platycodon grandiflorus ‘Albus’ bloeit wit (met lichtblauwe aders), ‘Mariesii’ licht lilablauw,  ‘Pink Star’ roze, ‘Misato Purple’ paars. De cultivar ‘Perlmutterschale’ (‘Mother of Pearl’, paarlemoer roze) wijkt heel weinig af van ‘Shell Pink’ (deze rassen zouden zelfs  identiek kunnen zijn). Een duidelijke afwijkeling is ‘Sentimental Blue’ die hemelsblauwe bloemen heeft, maar slechts 15 cm hoog wordt, de violetblauwe cultivar ‘Apoyama’ haalt de 20 cm. ‘Double Blue’ en ‘Double White’ hebben gevulde (dubbele) bloemen. De cultivars met voldoende steellengte geven uitstekende snijbloemen. 

Makkelijke verzorging

Plant Platycodon in voedzame, goed doorlatende en diep losse grond (de penwortel moet goed kunnen uitgroeien). Kies een zonnige groeiplek (niet in de schaduw van bomen of struiken) en laat de planten met rust als je ze eenmaal hebt geplant. Schoon het afgestorven loof in het voorjaar op. Geef tijdens langdurig droge periodes voldoende water en in het voorjaar een goede, organische basisbemesting. Voor de rest is het alleen maar genieten van de prachtige bloemen van deze planten. Ze zijn vooral mooi in groepen of gecombineerd met andere vaste planten. Ballonklokjes vormen een nette pol en woekeren niet. Maar als je ze in een groepje met tussenruimtes van ca. 30 cm plant, zullen ze een mooie, gesloten groep vormen. Ze doen het ook goed in plantenbakken, mits op een zonnige plek en als je ervoor zorgt dat de potgrond niet uitdroogt.

TIP

Platycodon is in de border uitstekend te combineren met soorten zoals de bloedrode ooievaarsbek (Geranium sanguineum), marjolein (Origanum), ganzenbloem (Potentilla ‘Gibson’s Scarlet’), lage teunisbloemen (Oenothera macrocarpa) en lage siergrassen.

In kort bestek

Ballonklokjes (Platycodon) zijn prachtig bloeiende (juni-augustus) vaste planten met grijsachtig blauwgroen blad en grote, vrij platte klokjesbloemen in blauwe, roze of witte tinten. In knop lijken de bloemen op ronde, opgeblazen ballonnetjes. Platycodon’s groeien graag in diep losse, goed doorlatende, voedzame grond in zon tot lichte schaduw. Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl.

Struikheide is er in verschillende, prachtige kleuren en bloeit tot in november. De struikheides die naar de naam Beauty Ladies luisteren, zijn zogenaamde knopbloeiers. De wilde struikheide (Calluna vulgaris) die einde zomer/begin herfst de heidevelden paars kleurt, vertoont – als je goed kijkt – van plant tot plant allerlei verschillende tinten en kleurnuances. Die worden al eeuwenlang door de sierplantenkwekers geselecteerd en als aparte rassen op kleur doorgekweekt. Sinds het eind van de vorige eeuw is daar een heel nieuwe groep struikheiderassen bijgekomen: de knopbloeiers. Dat zijn heideplanten die een heel apart verschijnsel vertonen dat ook in de natuur voorkomt: het zijn struikheideplanten waarbij de bloemknoppen niet helemaal opengaan. De bloemen blijven als het ware in de knop steken. Die bloemknoppen zijn net zo mooi gekleurd als de open, urnvormige bloempjes bij andere struikheideplanten. Qua kleur maakt het dus niets uit of een heideplant een knopbloeier is of niet. Wel voor de bloeiperiode. Die is namelijk veel langer doordat insecten de bloemknoppen niet kunnen bestuiven. Daardoor verwelken de kleurrijke bloemknoppen veel later dan gewone struikheidebloemen. Dat ontdekten de kwekers op een gegeven moment ook en daar maken ze nu met groot succes dankbaar gebruik van. Knopbloeiers bloeien nog als de andere struikheideplanten allang zijn uitgebloeid!

 

Prachtig en bijzonder: Calluna Beauty Ladies

Uit de knopbloeiers hebben de kwekers nieuwe series planten met uitzonderlijke eigenschappen ontwikkeld. Een van de beste is de Beauty Ladies-serie. In die serie hebben de planten allemaal ook eigen namen per tint, zoals ‘Miranda’ en ‘Anouk’, ‘Merlyn’ en ‘Venetia’, maar in feite worden ze op kleur aangeboden. Ze zijn er met roze, paarse, roodachtige en zilverwit getinte bloemen. Er zitten zelfs tinten bij die in andere struikheideseries nog nooit zijn vertoond. Heel donker paars bijvoorbeeld. Sommige kwekers maken ook kleurcombinaties, bijv. drie planten met drie verschillende bloeitinten samen in één pot. Maar dat kun je zelf ook als je exemplaren met verschillende knopbloemkleuren koopt. De planten hebben allemaal mooie, heel fijne blaadjes. Die zijn meestal volgroen, maar je ziet de blaadjes bijna niet als de planten bloeien, zoveel knopbloemen staan er dan aan de einden van de takjes. Acht weken lang bloei is heel gewoon en dat betekent: kleur tot in november! Knopbloeiers van de Beauty Ladies-serie groeien mooi rechtop en de bloemkleuren zijn helder en vol. De groei-eigenschappen zijn erg goed. Het zijn zeer sterke planten. Als de zon er lekker op schijnt, kun je bovendien die heerlijke, zomerse heidegeur opsnuiven!

De verzorging is heel eenvoudig

Je zet je ‘Beauty Ladies’ zeer waarschijnlijk op een leuke plek buiten. Dat kan in de potjes waar ze in staan, maar je kunt ze ook in bakken planten. Zet ze dan wel in heidegrond, niet in gewone potgrond.  Lekker in de zon en goed in het zicht! Dan geniet je er optimaal van! Als je zo’n pot met heide in een passend gevlochten mandje zet, is het rustieke sfeertje helemaal compleet! Dat wordt veel gedaan. Maar je moet wel weten dat het planten zijn die je niet hoeft weg te doen als ze zijn uitgebloeid. Het zijn in feite heestertjes die in ons klimaat thuishoren en het dus ook buiten in de volle grond van je tuin goed kunnen doen. Met één voorwaarde: die grond moet wel een beetje zuur zijn. Kalk verdragen ze niet. Vandaar dat we voor heidesoorten die in potten groeien, speciale, goed doorlatende heideplantengrond aanraden (die hebben we volop voor je in voorraad). Meng flink wat tuinturf door de grond in de plantgaten als je je Beauty Ladies in de volle grond plant. Dat maakt de grond ook zuurder. Als de grond te kalkrijk is, kan het blad van planten met groen loof geel verkleuren (chlorose). Dan hebben die planten het moeilijk. Dat moet natuurlijk niet. Heideplanten die je met geel blad koopt – die zijn er ook – hebben van nature geel blad. Ook heide met bronskleurig blad komt voor.

Je Beauty Ladies kunnen volgend jaar opnieuw uitbundig bloeien

Dan moet je ze wel in maart even snoeien. Snoei eraf wat er in het jaar daarvoor is bijgegroeid (de bloeitopjes van de takjes). Dan gaat het goed. En geef na de snoei een lekkere organische bemesting, bijvoorbeeld compost of gedroogde koemestkorrels. Niet met beendermeel mesten, want daar zit vrij veel kalk in. Je koopt je ‘Beauty Ladies’ bij GroenRijk nu in potten van 11 cm doorsnee. Een flinke maat die toont! Als je er naderhand (als ze zijn uitgebloeid) voor kiest om ze in een andere pot of bak over te planten, moet je wel zorgen dat er in die nieuwe pot een drainagegat zit (en denk dan dus ook aan die heideplantenpotgrond).

Inheems in heel West- en Zuid-Europa

Struikheide komt in het wild voor van Noorwegen tot Portugal en van Portugal tot West-Turkije. Natuurlijk verschilt de winterhardheid van de planten met hun plek van herkomst. De knopbloeiers uit de Beauty Ladies-serie zijn oorspronkelijk in Noord-Duitsland ontwikkeld en daardoor volkomen winterhard.

TIP

Beauty Ladies combineren in de volle tuingrond ook perfect met allerlei andere planten die van zure grond houden, zoals Rhododendron, Pieris, azalea’s, Erica, Sarcococca en Skimmia.

In kort bestek

Struikheideplanten (Calluna vulgaris) uit de Beauty Ladies-serie zijn knopbloeiers: speciale struikheiderassen die in knopstadium bloeien. Zulke planten bloeien veel langer door: tot in november! GroenRijk biedt ze nu in diverse bloemtinten aan: o.a. prachtig roze, paars en zilverwit. Het zijn winterharde, meerjarige heestertjes. Plant je ze naderhand in je tuin, dan bloeien ze volgend jaar weer. Zorg dan wel voor zure grond. Kalk verdragen ze niet. Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl.

De Hebe Donna ‘Emma’ is een groenblijvende plant die tot ver in het najaar schitterend bloeit. Hebe’s worden ook wel struikveronica’s genoemd. Er zijn uit de natuur meer dan honderd soorten bekend. Het zijn groenblijvende halfheestertjes, net zoals lavendel, rozemarijn, heiligenbloem enz. Ze bloeien van juli tot in de herfst de vorst invalt (oktober/november). Ze zijn matig tot redelijk winterhard. Bijna alle soorten stammen uit Nieuw-Zeeland, enkele uit Zuid-Amerika (Chili en zelfs de Falkland Eilanden). De soorten en cultivars die in Europa verhandeld worden, behoren bijna allemaal tot de grote groep Hebe Andersonii-hybriden. Dat zijn hoofdzakelijk dwergtypen die groen of bont blad hebben, ze kunnen groot-, medium- of kleinbladig zijn en de bloeitijden verschillen. Er zijn ook smal- en breedbladige typen. Daarbinnen zijn door de kwekers weer aparte groepen ontwikkeld. De bontbladige Hebe’s worden ook wel Allerheiligentypen genoemd omdat hun hoofdbloei rond de christelijke feestdag van Allerheiligen (1 november) valt. Dat zijn vaak vrij kleine planten die in 9 tot 12 cm potten worden aangeboden. De tweede, veel grotere groep is die van de winterharde, bladhoudende Hebe’s, waar ook Hebe Donna ‘Emma’ toe behoort, die GroenRijk nu aanbiedt. Die planten zijn vaak wat groter en worden dan ook in 9 tot 17 cm potten aangeboden. Maar het zijn nog steeds dwergtypen die ca. 50-70 cm hoog worden.

Hebe Donna ‘Emma’

Binnen de hierboven genoemde groep winterharde, bladhoudende Hebe’s zijn ook weer heel wat speciale series met bijzondere kenmerken door de kwekers ontwikkeld. Zo zijn er bijv. cultivars die onder de merknaam Addenda® in de periode juli t/m oktober bloeiend worden aangeboden voor balkon- en terrastoepassingen. Die planten worden volwassen 15 tot 40 cm hoog. De planten uit de serie waar ‘Emma’ toe behoort, de Donna Hebe’s worden wat groter (50 tot 70 cm) en ook die bloeien van juli tot in november (als het nog niet vriest). De Donna Hebe’s lijken verder heel sterk op de Addenda®’s. Hebe Donna ‘Emma’ bloeit warm lilapaars. Andere cultivars in deze serie zijn o.a. ‘Julia’ (lichtpaars), ‘Lisa’ (felpaars),  ‘Anna’ (paars) en ‘Britta’ (blauwpaars). Hebe Donna ‘Emma’ heeft middelgroot, groen blad en ook middelgrote bloeiaren. De hele plant maakt een mooie, verfijnde indruk. Bij deze Hebe’s is er een soort koppeling tussen de bladgrootte en de maat van de bloeiwijzen. Hoe groter het blad, des te groter de bloeiaren (maar dan zijn het er ook minder). ‘Emma’ zit in de middenmoot. ‘Emma’ kun je in een pot, kuip of bak planten, maar ook in de volle grond van je tuin. Ze staat mooi in de border, past ook tussen rotsplanten en zelfs op de droge oever bij een vijvertje. Leuk is dat de meeste Hebe’s met groen blad – dus ook ‘Emma’ – vrij goed bestand zijn tegen zoute lucht. Ideaal dus voor tuinen (of balkons) dicht bij de kust.

‘Emma’ is makkelijk te verzorgen

Vaak wordt een pas gekochte Hebe eerst enkele weken in huis gehouden (met de kweekpot in een sierpot) om van dichtbij van de bloemen te genieten. Maar ze houden niet van een te warme omgeving. Zet ‘Emma’ daarom dan liefst in een koele kamer op een lichte, zonnige plek. Dat laatste (zonnig zetten) geldt ook als je ‘Emma’ buiten neerzet. Dat kan in pot op je terras of balkon, maar ook in de volle grond van je tuin. De Hebe’s met klein tot middelgroot blad zoals ‘Emma’ zijn redelijk winterhard. Ze kunnen de hele winter buiten blijven als je ze een beetje beschut neerzet of inplant. Alleen bij strenge vorst moet je even voor extra bescherming zorgen. Zet je ‘Emma’ in een sierpot buiten, let er dan op dat er een drainagegat in de pot zit. Planten in pot tijdens de groei regelmatig plantenvoeding geven. Eenmaal per twee of drie weken is genoeg. Zorg dat de (pot)grond niet uitdroogt. Als de grond nog vochtig aanvoelt, hoef je nog geen water te geven. Dus regelmatig even voelen. Hebe’s houden niet van langdurig (te) natte grond. Hebe’s zoals ‘Emma’ zijn wintergroen, maar daardoor ook matig winterhard. Het zijn halfheesters en die kunnen wat invriezen. Door de winterse kou aangetaste Hebe’s kun je in het voorjaar (april) snoeien. Maar snoei altijd tot boven een sterke nieuwe groeiknop en niet tot in de sterk verhoute delen van het struikje. Anders loop je de kans dat hij niet meer uitloopt. Dus alleen wegknippen wat is aangetast. Wil je ‘Emma’ combineren met andere planten, denk dan bijv. aan purperklokje (Heuchera), varens en ezelsoor (Stachys byzantina).

TIP

Hebe’s laten hun uitgebloeide bloemen niet vallen. Die verdrogen aan de plant en dat is minder mooi. Het is mooier om uitgebloeide bloemen regelmatig weg te knippen.

In kort bestek

Hebe Donna ‘Emma’ is een makkelijk, tot laat in de herfst prachtig paars bloeiend, groenblijvend dwergheestertje (mooi blad!). Tot 70 cm hoog. Doet het goed in een pot op terras of balkon of in de volle tuingrond. Ze mag eerst ook gerust een paar weken binnen staan (licht en koel). Geef regelmatig water en tijdens de groei ook om de paar weken plantenvoeding. ‘Emma’ is redelijk winterhard, maar tegen strenge vorst beschermen.

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl.

Grassen zijn populair in de tuin en zeker het bijzondere lampepoetsergras. Met zijn langwerpige bladeren en bloeiende aren staat de Tuinplant van de Maand september prachtig in de tuin of op het balkon. De gebogen en opgaande lijnen van deze grassoort zijn zowel in de zomer als in de winter aantrekkelijk om te zien. Lampepoetsergras is er in meerdere variëteiten, met kortere en langere aren.

Mooie donkere aren

Lampepoetsergras (Pennisetum) behoord tot de uitgebreide familie van siergrassen. Lampepoetsergras wordt ook wel Borstelveergras genoemd. Wanneer je de plant ziet met zijn mooie donkere aren spreken deze namen voor zich. Van oorsprong komt de plant voor in Australië en Oost-Azië. De bruinachtige, cilindrische bloeiwijzen kunnen wel 25 cm lang zijn en bloeien in juli tot en met  september. De wuivende aren op de plant zijn bijzonder sierlijk in de zomer, maar ook in de winter wanneer ze met rijp en sneeuw bedekt ook decoratief zijn. Lampepoetsergras is een polvormende grassoort met daaruit lange sierlijke, platte bladeren van waaruit de grasaren komen. Het Latijnse woord Pennisetum is een samenstelling uit de woorden penna (= veer) en seta (=varkenshaar) en verwijst naar deze bloeiwijzen.

Verzorging

Met een paar eenvoudige tips blijft de borstelveergras gezond en mooi. De plant staat in de tuin graag op een zonnige standplaats maar ook iets in de schaduw doet hij het goed. Zorg ervoor dat de grond niet uitdroogt, zeker in periodes van lang aanhoudende droogte. Constant te natte wortels houdt de plant echter ook niet van. Ondanks dat de plant goed winterhard is, kan hij bij een strenge en langdurige vorstperiode wel een beetje bescherming gebruiken. Laat daarom in het najaar en de winter uitgebloeide aren en blad aan de plant zitten, dit dient dan als bescherming en verwijder dit pas in het vroege voorjaar in maart. Weldra vormt zich weer nieuw blad en in de zomer weer volop nieuwe “borstels”.

Snoeitip

Om in het voorjaar weer een mooie plant te krijgen is het verstandig na de winter, begin maart, de plant tot op 20 cm boven de grond terug te knippen. Hij is dan de winter door zijn eigen bescherming met blad en oude bloemaren goed doorgekomen en kan weer volledig opnieuw gaan groeien en bloeien.

Groene en bloeiende hangplanten zijn de woonplanten van de maand september 2016

Verrassend door hun positie: hangplanten zijn ideaal om een kamer op spannende hoogte een extra dimensie te geven.

The sky is the limit

Met groene en bloeiende hangplanten is het eenvoudig aparte effecten in perspectief te creëren. Ze zijn een verrassend element op hoogtes waar je niet zo snel groen verwacht. En dat sluit goed aan bij de huidige stijltrend van semitransparante materialen en planten met een ongebruikelijke uitstraling. Het groen biedt rust en laat tegelijk licht door. De vorm van de planten neigt vaak naar buitenaards. De bloemen zijn op het surrealistische af. En de bladdessins doen soms denken aan de Melkweg. Zo dragen bloeiende hangplanten bij aan het gevoel dat alles mogelijk is, ook binnen een heel andere wereld creëren. Speel met spiegels en gekleurde spots om de vibe van een groene sterrenwacht neer te zetten. Hier vind je een aantal voorbeelden van hangplanten, maar er is natuurlijk nog veel meer keuze. Bij je tuincentrum hangt een keur aan grillige vormen, spannende sprieten en welvende bladeren te wachten om het bij je thuis mooier te maken.

Groen, warm en spannend

Materialen die hierbij horen mogen tot de verbeelding spreken. Denk aan opvallend glanzende potten, ingelegd met halfedelstenen of kristallen of hangers gemaakt van koorden of metaal met changeant finish die in het licht steeds van kleur verandert. Dat soort elementen past schitterend bij de kleuren van deze woonplanten van de maand, die variëren tussen alle tinten groen, met paars, rood en roze. Deze komen terug in de hangplanten én hun prachtige bloemen. Voor het meest indrukwekkende en onwerkelijke effect hang je verschillende bloeiende hangplanten bij elkaar, op diverse hoogten.

Alien beauty

Het eerste wat opvalt is de grillige, uniek gelaagde bladweelde die royaal aan alle kanten naar beneden valt. Alsof dat niet al indrukwekkend genoeg is, bloeit Aeschynanthus ook nog eens met dieprode bloemen die verstopt zitten in bijna paarse kokertjes. Apart en een beetje geheimzinnig met gevoel voor drama, dus. Aeschynanthus heeft graag op een lichte plek, maar hangt liever niet in direct zonlicht. In de winter is eenmaal per week water geven voldoende, in de zomer tweemaal per week. In het algemeen geldt liever iets te weinig dan veel te veel water.

• De naam spreek je uit als Eskinántus.
• Aeschynanthus wordt ook wel lipstickplant genoemd, vanwege de opvallende rode bloemen.
• Tijdens de bloei en op een heel lichte plek heeft deze hanger iets meer water nodig.
• In het wild groeit de plant in Maleisië waar de lianen wel anderhalve meter kunnen worden.

Lichte waterval

De schitterende grijze sluier van Tillandsia usneoides laat licht door, maar dempt tegelijk alle felheid van buiten. Zeer decoratief, perfect voor gedeeltelijke verhullingen en spelen met dimensies. Deze plant hangt graag licht, maar niet in vol zonlicht. Deze tillandsia heeft geen wortels en absorbeert vocht en voeding via speciale schubben op de gekrulde, smalle bladeren. Twee keer per week benevelen met kalkarm water, liefst regenwater. Als de plant niet binnen vier uur weer droog is, de volgende nevelronde minder water gebruiken.

• Tillandsia usneoides wordt ook wel Spaans mos genoemd.
• De bloemetjes zijn niet erg indrukwekkend, maar geuren wel heerlijk.
• In het wild groeit Tillandsia van het zuiden van de Verenigde Staten tot Argentinië op boomstammen en soms zelf aan elektriciteitsdraden.
• Volgens een Indiaanse legende is Tillandsia het haar van een prinses die op de dag van haar huwelijk door vijanden werd vermoord. De rouwende bruidegom sneed haar haar af en hing het in een boom, de wind verspreidde het over het land.

Groene Rorschachtest

Kronkelende stengels, bloemen met een bizarre vorm: Ceropegia woodii geeft al snel het gevoel dat je naar een buitenaards wezen kijkt. De stengels zijn dun als draad, de hartvormige blaadjes zitten er als bedeltjes aan en de bloemen doen aan een opengewerkte lantaarn denken, vandaar zijn bijnaam: Lantaarnplant. Het blad is prachtig grijsgroen gepatroneerd met precies de spatvlekken en waterachtige patronen die passen bij de huidige geheimzinnige stijltrend.

• Kan op een lichte plek, maar ook in half schaduw hangen. Matig water, kluit mag tussen gietbeurten een beetje indrogen.
• Ceropegia woodii is inheems in Zuid-Afrika, Swaziland en Zimbabwe, en bekend sinds 1881.  
• De naam komt van Keros (was) en pege (bron): naamgever Carl Linnaeus vond de bloem lijken op 'een fontein van was'.
• In het wild vormen de bloemen een val voor vliegjes die voor de bestuiving zorgen.

Natuurlijk kunstwerkje

Tradescantia groeit gul en grillig, met lancetvormige bladeren waarin een vleugje rozerood of paars, maar ook zilver en goud kan zitten. De bloemen zijn paarsblauw, wit of roze. Prachtig levend materiaal om te combineren met een spiegel voor een grenzeloos effect. Matig water geven, voetbad voorkomen, kluit mag tussen de gietbeurten iets indrogen. De bonte soorten mogen wat lichter staan, om te voorkomen dat het blad terug naar groen verkleurt.

• Tradescantia wordt ook wel Vaderplant genoemd.
• John Tradescant was een tuinman in dienst van de Engelse koning Karel I.
• Tradescantia is inheems in de Amerika's, van Zuid-Canada tot Noord-Argentinië.
• Als de plant bruine bladranden krijgt, is de luchtvochtigheid te laag.

Zwevend sprookje

Deze seventies ster maakt een enorme comeback als groen gordijntje met ontelbare fijne blaadjes die iets van naaldjes weghebben. Asparagus oogt licht en luchtig en tegelijk zacht en sierlijk. Het is een van de weinige hangplanten die eerst omhoog groeit en daarna pas in hoge bogen gaat hangen. Door de lichte structuur van de stengels en bladeren lijkten ze door de lucht te zweven. Asparagus wil geen volle zon, maar wel een lichte hangplaats. Regelmatig water geven, voetbad voorkomen en eens per maand even vernevelen.

• Asparagus ziet er frêle uit, maar kan zo snel groeien dat de wortels de pot breken.
• Water geven is spannend bij dit exemplaar: de kluit mag een beetje uitdrogen, maar te droog betekent in een mum van tijd een bruine wolk in huis hebben: opletten, dus.
• De plant bloeit zelden, maar als ie bloeit hebben de piepkleine bloemetjes een zware, jasmijnachtige geur.
• Hoewel de sierasperge verwantschap met de groente suggereert is niets aan deze plant eetbaar.

Warrig & wild

Rhipsalis is eigenlijk een cactus, maar dan zonder de stekels. Het is een snelle groeier die in lange ranken naar beneden langt. Diepgroen van boven, wat ijler aan de uiteinden, prachtig voor spannende doorkijkjes. Hangt graag op een lichte plek en kan zelfs volle zon hebben, maar gedijt ook op wat minder licht. De kluit mag tussen gietbeurten een beetje indrogen. Hangt Rhipsalis in de zon dan heeft hij wat meer water nodig. Groeien de ranken te lang, dan zijn ze simpelweg terug in model te knippen.

• Rhipsalis is een van de betere luchtzuiverende planten om in huis te hebben.
• Inheems in regenwouden in Midden- en Zuid-Amerika, Afrika en op een paar eilanden in de Indische Oceaan.
• De plant staat ook bekend als Rotskoraal, er zijn wel 60 verschillende soorten van.
• De naam is afgeleid van oud-Grieks voor 'vlechtwerk', met dank aan het uiterlijk van de plant.

Binnenwingerd

Cissus heeft prachtige groene bladeren met gekartelde randjes en hechtrankjes die fraai kunnen hangen, maar ook vrolijk langs een hanger omhoog kunnen klimmen. Ideaal voor wie verrassende effecten op zekere hoogte wil bewerkstellingen. Deze hangplant is er een uit de druivenfamilie en groeit met mooie ranken. Cissus kan zowel in de zon als in halfschaduw hangen en is bestand tegen droge lucht. Kluit niet laten uitdrogen, maar voetbad voorkomen: daar kunnen de wortels niet tegen.

• Cissus komt van het Griekse Kissos dat klimop betekent: de plant kan naast mooi hangen ook goed klimmen.
• In het wild groeien deze planten vooral in de tropen.
• De plant wordt ook wel Koningswingerd genoemd.
• Cissus groeit vanuit de pot omhoog en buigt in hoge bogen naar beneden, het is een mooie volumineuze hangplant.

Sprookjesachtige realiteit

Buisvormige felrode bloemen in bizarre vormen. Ze groeien aan een beetje vreemde sluik hangende stengels met kleine hartvormige blaadjes. Die weer paarse haartjes hebben: wie zoekt naar vervreemdende effecten haalt een Columnea in huis. Zonder bloemen heeft de plant heeft een verstillend effect op zijn omgeving, wat de komst van de opvallende bloemen des te verrassender maakt. Kluit mag tussen gietbeurten in iets indrogen, de plant groeit in het oerwoud onder het bladerdak en hangt ook binnen het best in halfschaduw. Een paar uur licht kan hij hebben, volle zon niet.

• Columnea is genoemd naar de 16de eeuwse botanist Fabio Colonna (in het Latijn was dat Fabius Columnus).
• De plant is inheems in tropisch Amerika en de Cariben
• De aparte bloemvorm is afgestemd op zijn natuurlijke bestuiver: de lange dunne snavel van de kolibrie past er precies in.
• De plant combineert prachtig met Aeschynanthus: ze lijken een beetje op elkaar en toch ook weer niet. 

Violen willen regelmatig water en voeding. Daardoor bloeien ze lang en rijkelijk. Violen komen over de hele wereld voor. Het zijn soms tweejarige, soms vaste planten, maar ze zijn er zelfs als half verhoutende struikjes. In meer dan 400 wilde soorten, nog meer ondersoorten en duizenden cultuurvormen. Sommige worden al honderden jaren gekweekt vanwege de prachtige, vaak meerkleurige bloemen. Daarmee is trouwens bij veel soorten iets unieks aan de hand. In het voorjaar verschijnen bij die planten onvruchtbare bloemen die dus geen zaad geven, maar later in het seizoen volgt dan een tweede bloeigolf met bloemen die rijkelijk zaad vormen. Die soorten wilde violen zaaien zichzelf daardoor heel gemakkelijk uit. Andere zijn juist heel moeilijk te kweken. De groot- en kleinbloemige violen die GroenRijk nu aanbiedt stammen uit een lange kwekerstraditie waarbij met heel veel soorten werd gekruist. Bijna iedereen houdt van deze violen, in welke vorm en kleur ook. Het zijn eigenlijk allemaal hybriden met heel wisselende eigenschappen waarvan het overgrote deel tegenwoordig wordt ingedeeld in de Viola Wittrockiana Groep.

Nederlanders waren (en zijn) de violenkwekers bij uitstek

Wat violen betreft hebben vooral de Nederlanders in het verleden (tegenwoordig vooral de Britten) een geweldige traditie opgebouwd. De tulp mag eeuwenlang dé Nederlandse bloem bij uitstek zijn geweest, maar meteen daarna volgde het viooltje op een eervolle tweede plaats. Er is enorm mee geëxperimenteerd. Violen waren de lievelingen van de Nederlandse kwekers. Op oude schilderijen is goed herkenbaar dat vroeger onder andere veel met het prachtige, kleine, driekleurige viooltje werd gekruist (Viola tricolor). Wie dat viooltje in akkerranden en bermen in het wild ziet bloeien, zal het opvallen dat ze zo verschillend kunnen zijn. Daarvan is bij het kweken dankbaar gebruik gemaakt. Met als gevolg dat er nu een variatie aan rassen bestaat die zijn weerga bijna niet heeft. Rassen met enorme verschillen. Van vertederende mini-bloeiers tot echte reuzen. Van gevoelige types tot violen die zich van een beetje kou niets aantrekken (de zogenaamde IJsviolen). Van violen met de beroemde ‘gezichtjes’ zoals bij de Aalsmeerse Reuzen tot de grote, ronde, vaak een-, maar ook meerkleurige Hollandse en Zwitserse Reuzen. Veel is ook gekruist met het hoornviooltje (Viola cornuta) uit de Pyreneeën met zijn gespoorde bloemen en met Viola gracilis uit Noordoost-Griekenland. Beide hebben van nature prachtige violette bloemen. Ook het geurende Maarts viooltje (Viola odorata) heeft bij diverse kruisingen een rol gespeeld. En zo is er nog veel meer met violen gebeurd.

Hybridenseries

Voor welke violen je nu ook kiest – de keuze is groot en je kunt ze nu heel makkelijk per zes in een handige draagtray bij GroenRijk bemachtigen – ze behoren bijna altijd tot bepaalde hybridenseries met binnen zo’n serie wel bloemkleurverschillen, maar verder gelijke eigenschappen qua bloeitijd, bladvorm en -kleur, grootte enz. Misschien valt je bij de planten in de draagtrays de grote gelijkvormigheid op. Dat komt door een heel speciale kweektechniek die zulke zogenaamde F1-hybriden oplevert. Het is overigens niet belangrijk om dat te weten. De planten worden vooral op bloemgrootte en kleur aangeboden. De specifieke namen (die hebben ze trouwens vaak wel) zijn veel minder belangrijk. Kies gewoon wat je mooi vindt! GroenRijk zorgt ervoor dat je planten van hoge kwaliteit koopt.

Toepassing en  verzorging 

Violen hebben veel vocht nodig en staan liever wat koeler dan warm. Zon mag best, maar niet de hele dag. Plant ze in voedzame (pot)grond in de tuin of in potten, bakken of schalen. Zorg dat de (pot)grond niet uitdroogt. Geef planten in pot of bak eens per veertien dagen plantenvoeding. In verse standaard potgrond zit al voeding voor de eerste zes weken.

TIP

Plant (of zet) violen zo neer dat je ze goed kunt zien. Het zijn kleine, enorm lang bloeiende juwelen waar je maximaal van kunt genieten. Helemaal als je de uitgebloeide bloemen regelmatig weghaalt. Dan bloeien ze nog veel langer!

In kort bestek

Lieflijke, vrolijke, prachtige, tere of uitbundige violen, groot- en kleinbloemig, nu bij GroenRijk van hoge kwaliteit, uiterst aantrekkelijk geprijsd, plantklaar meeneembaar in handige draagtray en in een enorm kleurengamma. Ze bloeien als de beste, onverstoorbaar, maandenlang, in pastel of felgekleurd. Viooltjes zijn er voor iedereen en elke smaak.

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl.

Rijk bloeiende bosviolen in een handige hangpot! Ophangen en klaar, of beter: kleur! Daar is het nu een prima periode voor! Je zult er maandenlang plezier van hebben. Bosviolen zijn leuke, lage (15 cm), bloemrijke, wintergroene planten met hartvormige blaadjes met iets gekartelde randen. Boven dat blad verschijnen de prachtige, kleine bloemen in flinke aantallen. De planten bloeien bovendien enorm lang door. Zeker als je regelmatig de uitgebloeide bloempjes wegknipt. Zo’n hangpot met viooltjes is ook een leuk cadeau. Je weet dan zeker dat je iets geeft waar de ontvanger heel lang plezier van heeft. Door de neutrale kleur en strakke vorm van de pot past deze echt overal en in iedere tuinstijl.

Hang de pot licht, maar niet in de volle zon

Bosviolen houden niet van fel, direct zonlicht. Een lichte tot iets beschaduwde plek in de tuin is het beste. Ze hebben maar weinig verzorging nodig. Geef ze één keer per week water. Controleer de vochtigheid van de grond in de pot door even met een vinger te voelen. Doe wat plantenvoeding in het gietwater (kies voeding voor bloeiende planten: GroenRijk heeft het in voorraad).

Bosviolen kunnen maandenlang doorbloeien. Bovendien kunnen ze goed tegen niet al te best weer, als het maar niet té lang nat blijft. De pot waarin ze hangen is goed gedraineerd. Je hoeft dus niet bang te zijn dat er te veel water in het mandje blijft staan. Bosviolen verdragen zelfs enkele graden (nacht)vorst. Als het harder gaat vriezen, moet je het mandje even op een koele plek binnen zetten/hangen tot het weer beter wordt (’s winters zijn er vorstvrije periodes genoeg). 

Wat ‘bosviolen’ eigenlijk zijn

Onder de honderden verschillende violen bestaat een echte soort bosviool die ook officieel zo wordt genoemd: dat is Viola silvestris (‘silvestris’ betekent ‘uit het bos’) die (wel vrij zeldzaam) in heel West-Europa voorkomt en met warmblauwe bloemen (blauw waar iets rood in zit) bloeit.

De bosviolen die GroenRijk nu aanbiedt hebben een andere achtergrond. Dat zijn hybriden (kruisingsproducten) met een genetische afstamming van verschillende soorten. Heel belangrijk daarbij zijn de hoornviooltjes (Viola cornuta) die als kenmerk een ‘hoorn’ (cornutus) aan de achterkant van het onderste (hangende) bloemblaadje hebben. Daar kun je die afstamming aan herkennen. Hoornviooltjes komen oorspronkelijk uit de Pyreneeën. Er is enorm veel mee gekruist. Daardoor is er een Viola Cornuta Groep van violenrassen ontstaan, waar de bosviolen dus bij horen.

Bosviolen worden meestal op kleur verkocht. Er zijn wel rasnamen, maar die worden veel minder vermeld en gebruikt. Met de kleurrijke rassen die GroenRijk nu voor je in voorraad heeft, kun je je tuin geweldig opvrolijken. Een ‘hangplek’ voor de planten is gauw gemaakt of heb je misschien al.

Bosviolen zijn meerjarig

Bosviolen zijn vaste, blijvende, kruidachtige planten. Je kunt ze daarom volgend voorjaar vanaf april gerust uit hun hangpot halen en in de volle grond van je tuin planten. Dan zul je er ook zo nog jaren plezier van hebben. Zorg wel dat ze vooral tijdens de winter daarna niet in langdurig natte grond staan, anders kunnen de wortels wegrotten. In de tuin geplant bloeien de planten dan meestal van mei tot september. De late bloei van de planten die je nu koopt wordt bereikt door kwekerskunde. Door allerlei maatregelen en de juiste rassenkeuze is de bloeiperiode van veel planten namelijk te manipuleren. Dat doen ze braaf gedurende één seizoen, daarna herstellen ze hun oude ritme weer en bloeien zoals we hierboven hebben genoemd. De hangpot hoef je niet weg te doen als je volgend voorjaar je bosviolen eruit haalt. Maak hem schoon en zet er bijv. zomerbloeiers in (in verse potgrond). Dat is duurzaam materiaalgebruik!

TIP

Heel leuk: de bloemen van  bosviolen zijn eetbaar. Je kunt de kleurrijke bloempjes dus letterlijk door de sla mengen. Leuk en lekker! Maar alleen als garnering staan ze ook heel vrolijk. Het proberen waard! Bloempjes genoeg! Ze smaken lekker friszoet.

In kort bestek

Bosviolen zijn vrolijke, kleurrijk bloeiende violen die tot de groep hoornviooltjes (Viola Cornuta Groep) behoren. De hangpotten met bosviolen die GroenRijk nu aanbiedt bloeien nog maandenlang door. Je kunt de planten in het voorjaar bovendien in je tuin planten, want bosviolen zijn meerjarig. Geef regelmatig water (niet te nat!) en doe daar eens per week plantenvoeding in. Uitgebloeide bloemen wegnemen verlengt de bloeitijd.

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl.

De Patio Cyclaam is in het najaar zeer geschikt voor op het terras, balkon en in de border. Patio Cyclamen zijn lieflijke herfstbloeiers met een uitzonderlijke schoonheid. Echt planten die een plek direct in het zicht meer dan verdienen. De bloemvorm is subliem. De bloemen groeien kort nadat het blad verschijnt, direct uit de knol. Ze verschijnen bijna bedremmeld met gebogen kopjes aan iele steeltjes. Dat heeft iets vertederends. Ze kunnen bovendien heerlijk zoet geuren (naar honing). Cyclamen hebben – net zoals veel andere knolgewassen – ook iets heel merkwaardigs. De platte knol lijkt de eigenlijke plant te zijn. Daaruit groeien de bladeren, bloemen en wortels. In feite is het zelfs niet de knol die de levende plant vormt, maar de huid van de knol waarin de spruiten voor de wortels en bovengrondse scheuten zitten. Dus eigenlijk is het dat dunne huidje van de knol waar de hele plant uit ontstaat. De knol zelf bestaat bijna helemaal – op dat huidje na – uit opgeslagen voedsel voor de plant. Daardoor kunnen cyclamen ook buiten de grond groeien en bloeien (als zogenaamde droogbloeiers).

Cyclamen zijn knolgewassen die volledig zijn aangepast aan de hete, droge zomers en koude winters die in de gebieden van herkomst heersen. Er zijn meer dan twintig verschillende soorten wilde Cyclamen bekend uit een gebied dat loopt van Spanje en Marokko tot Griekenland en Turkije/Syrië. In die laatste twee gebieden komen de meeste soorten in het wild voor. De knollen gaan ’s zomers in rust. Ze groeien liefst wat beschaduwd onder struiken en bomen. Van fel zonlicht houden ze niet. Pas als het licht wat minder fel wordt, komen de bloemen tot ontwikkeling. Bij de Patio Cyclamen is dat in de herfst, maar er zijn ook soorten die in het voorjaar bloeien.

Achterovergevouwen bloemblaadjes

Cyclamenbloemen staan geknikt aan de steeltjes boven het blad en hebben hun bloemblaadjes achterover naar boven omgevouwen, waardoor de stamper en meeldraden onderaan uithangen en zich ontbloten voor bestuiving door bezoekende insecten. Die komen op de verrukkelijke, zachte, zoete nectargeur af. Ze bloeien meestal in pasteltinten: lila, roze, zalmroze en wit. De bloemen verschijnen boven vaak verrassend fraai, zilver getekend (gemarmerd) groen blad dat meer of minder duidelijk hartvormig is (het lijkt soms wel wat op klimopblad of is bijna rond). De verschillende vormen stammen van diverse soorten die in de loop der tijd door de kwekers met elkaar zijn gekruist.

Buiten of binnen – het kan allebei

Vanwege de fragiele schoonheid en de heerlijke, zoete honinggeur van cyclamen (ze geuren niet allemaal even sterk), is het heel leuk om te proberen de planten zo hoog te planten dat direct oog- en neuscontact mogelijk is. Dat geldt zeker voor de relatief forse planten die GroenRijk nu aanbiedt. Je kunt ze heel goed in een leuke pot of bak planten. Patio Cyclamen zijn midi-cyclamen die speciaal zijn gekweekt om buiten op een aantrekkelijke plek op je terras of balkon te zetten. Maar ook  in de kamer bloeien ze graag! Zolang ze maar niet de hele dag in de volle zon staan. Als je de knollen zelf opnieuw inplant (bijv. in je tuin), moet je dat voorzichtig doen. Plant ze ca. 3 cm diep en iets schuin. Dan kan er nooit water op blijven staan en zullen de knollen niet gauw gaan rotten. Patio Cyclamen houden van iets kalk in de grond. Die grond moet goed voedzaam zijn (lemige grond is het beste). Meng daarom bij het inplanten wat compost door de grond. Strooi ieder jaar opnieuw wat kalk bij de knollen.

Wat is een  Patio Cyclaam

• Een midi-cyclaam die het ook in pot, mand en bak prima doet;
• die heel lang en aan één stuk doorbloeit van eind augustus tot de vorst invalt;
• met bloemen in prachtige pasteltinten.
• Een  plant met mooi gemarmerd, fijn blad,
• die maar heel weinig verzorging vraagt.

Eenvoudige verzorging

Van felle zon houdt je Patio Cyclaam niet. Zet de pot of bak daarom in lichte schaduw, bijvoorbeeld in de wisselende schaduw onder  het blad van andere planten. Of op een licht beschaduwde plaats in huis. GroenRijk heeft passende sierpotten genoeg om uit te kiezen. Zorg dat de grond in de bak of pot niet uitdroogt, maar er mag ook na het gieten of een regenbui geen water in blijven staan. Er moet dus een drainagegat in de pot of bak zitten. Voor binnen is een pot met een losse onderschotel ideaal. Je hoeft geen plantenvoeding in het gietwater te doen. Giet niet op de knol zelf, maar er omheen.

TIP

Als je de knol van je Patio Cyclaam in de volle grond plant (bijv. onder heesters) moet je hem ’s winters met een laagje bladaarde erboven tegen vorst beschermen.

In kort bestek

Een Patio Cyclaam is een bijzonder knolgewas dat rijk bloeit vanaf augustus tot de vorst invalt. De sierlijk knikkende, vaak zoet geurende bloempjes hebben omgeslagen bloemblaadjes in lila en roze, zalmkleurige of witte tinten. Het klimopachtige, groene blad is vaak fraai zilvergemarmerd. De verzorging is uiterst eenvoudig. Ideaal voor de herfsttuin, op het balkon of terras en zelfs binnen als kamerplant.

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl.

Kamerhortensia’s zijn uiterst dankbare, kleurrijke planten voor een lichte plek in huis

Kamerhortensia’s zijn speciale vormen van de tuinhortensia’s met hun bolle of platte bloemschermen die iedereen wel kent. Vanwege hun enorme bloemenweelde spreken ze heel veel mensen heel sterk aan. In de tuin zijn ze al sinds de 18e eeuw zeer geliefd, sinds enkele tientallen jaren zijn ook de vormen die speciaal voor toepassing in huis zijn bedoeld, zeer in trek. Het gaat in alle gevallen om cultivars van de soort Hydrangea macrophylla die uit Japan stamt. Dat is de zogenaamde boerenhortensia. Hortensia’s behoren dus tot het geslacht Hydrangea, maar worden hortensia’s genoemd omdat in 1771 de Franse plantkundige Philibert Commerson de toen voor Europa nieuwe planten opdroeg aan een fraaie dame die Hortense heette. Vermoed wordt dat het om Hortense, de dochter van Josephine de Beauharnais ging. Josephine was de geliefde van Napoleon.

Kamerhortensia’s zijn volop bloeiend te koop tussen februari en juni, maar dankzij ver ontwikkelde kwekerskunst ook veel later in het jaar, zoals nu. De aanvoer gaat soms tot in november door. Daarna zijn ze er even niet meer. Pas in februari begint een nieuwe ronde. Ze worden in verschillende kweekpotmaten aangeboden, van 8 cm doorsnee tot wel 15 cm diameter. De planten die GroenRijk nu aanbiedt, zijn in 14 cm-potten gekweekt: een prachtige maat die volle, rijk bloeiende planten oplevert. Om enorm van te genieten.

Kamerhortensia’s zijn er in allerlei kleuren. Het meest voorkomend zijn roze, rood, blauw en wit/crèmewit. Maar ze zijn er ook met dubbelkleuren, bijv. roze/wit en blauw/wit. Opvallend is dat veel planten tijdens de bloei langzaam van kleur veranderen. Blauwe bloemen worden dan bijv. roze, donkerrood wordt lichter en roze bloemen worden soms zelfs heel mooi geschakeerd warmgroen waarin nog allerlei andere tinten te herkennen zijn. Ook verkleuring naar lichtgroen komt voor, vooral bij lichter gekleurde bloemen. Meestal is het zo dat je plant er na enkele weken anders uitziet dan toen je hem kocht, maar vaak zijn ze dan net zo mooi (sommige liefhebbers vinden de bloemen dan zelfs mooier, omdat er dikwijls veel meer kleurschakeringen in voorkomen). Reken bij de kwaliteit die GroenRijk nu biedt, maar op vier tot zelfs acht bloemschermen per plant.

Verschillende bloeivormen

Niet alleen de bloemkleuren, ook de bloeivormen kunnen bij Hydrangea macrophylla, dus ook bij kamerhortensia’s, sterk verschillen. Meestal gaat het om de gevuldbloemige, bolle bloeiwijzen die helemaal uit steriele bloemen bestaan, maar er zijn ook andere vormen. Bijv. de zogenaamde Teller-vormen die ook wel ‘randbloemigen’ worden genoemd. Die vormen een vrij plat bloemscherm met vruchtbare, kleine bloemen in het midden, met daaromheen een rand grotere ‘lokbloemen’. Hortensiabloemen geuren heel licht en zoet en de planten hebben mooi groen blad. De kamerhortensia’s blijven mooi compact, ook als je ze naderhand in je tuin plant. Want dat kan ook. Voor de echte plantenkenners: de wat kleinere kamerhortensia’s (we bedoelen: kleiner dan de meeste tuinvormen) behoren tot de ondersoort (eigenlijk ‘vorm’) Hydrangea macrophylla forma otaksa.

Makkelijke verzorging

Kamerhortensia’s  staan graag op een lichte plek in huis. ’s Zomers liever niet in de felle middagzon, maar in deze tijd van het jaar is het licht al niet zo fel meer. Dat kunnen ze best hebben. Je kunt je hortensia nu dus gerust voor het raam zetten, ook voor een raam op het zuiden, maar liever niet vlak boven de verwarming. Ze drinken veel water. Geef minstens 3 à 4 keer water per week (op de grond in de pot, niet op het blad en zeker niet op de bloemen). Op zonnige plekken zul je zelfs vaker water moeten geven. Je merkt vanzelf of dat nodig is als de potgrond droog aanvoelt. Dus regelmatig even voelen. Als het blad plotseling slap hangt, moet je de wortelkluit (in pot) even snel ‘dopen’(in een bak lauw water onderdompelen), zodat de kluit zich weer vol kan zuigen met water. Na uitlekken kun je hem dan weer in zijn overpot zetten. Geef tijdens de bloei eens per week wat vloeibare plantenvoeding in het gietwater. GroenRijk heeft de juiste soorten plantenvoeding voor al je planten in voorraad. Als je jouw hortensia koopt, bloeit hij al volop en dat is juist goed. Want anders dan veel andere soorten bloeiende kamerplanten is het geen voordeel als er nog veel bloemen in knop zijn. Bij de kweker komen hortensia´s namelijk het beste in bloei, in huiskameromstandigheden minder. Vandaar dat ze volop bloeiend worden aangeboden.

Zoals gezegd, kun je een kamerhortensia na de bloei in de volle grond van je tuin planten, maar wacht daarmee tot het voorjaar (mei) met de planten die je nu koopt. Het wordt winter en dan kunnen hortensia´s die uit huis komen, buiten makkelijk bevriezen. Je moet ook nooit inplanten in bevroren grond of als het vriest.

De meeste hortensia’s (ook kamerhortensia’s) bloeien op het tweejarige hout. Om geen bloemknoppen weg te snoeien bij planten die je in je tuin plant, moet je niet diep snoeien. Aan de takken zie je in het voorjaar een oud donker onderste gedeelte met daarboven een lichter deel. Snoei dat lichte deel niet dieper dan halverwege en altijd boven een dubbele knop (twee knoppen –ook ogen genoemd – op de zelfde hoogte aan de stengel bij elkaar). Snoei liefst direct na de bloei (als de hele plant is uitgebloeid).

Het overhouden van kamerhortensia’s in huis is heel lastig als je (nog steeds in huis) volgend jaar dezelfde rijke bloei verwacht. Dat is meestal niet zo. Dus wil je (of kun je) hem niet in je tuin planten, doe hem dan na de bloei weg.

TIP

Kamerhortensia’s houden van iets zurige grond. Meng daarom lekker veel turfmolm of tuinturf door de grond in het plantgat als je ze buiten in je tuin in de volle grond plant. In de tuin zullen ze eerder in het jaar bloeien dan ze nu doen.

In kort bestek

Kamerhortensia’s (speciale kleine vormen van de boerenhortensia; Hydrangea macrophylla) zijn uitbundig bloeiende, prachtige planten voor in huis. Ze zijn er in roze, blauw, rood, wit, dubbelkleuren enz. Een feest van kleur in huis! Voor een lichte, niet te warme plek. Vooral veel water geven (potgrond niet laten uitdrogen) en van ze genieten. Uitgebloeide planten kun je in het voorjaar in je tuin planten. Dan heb je er nog jaren plezier van. Ook een cadeauplant waar je mee aan kunt komen!

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl.

De prachtige bladheester Leucothoe, is een beauty in de tuin, op het terras of op het balkon. De mooi gekleurde bladeren brengen vooral in het najaar en de winter kleur in de tuin, solitair of wanneer ze gecombineerd worden met planten als Skimmia, struikheide of bergthee. De tuinplant van de maand oktober mag er dus wezen met zijn opvallende verschijning!

Prachtige bladkleuren

Leucothoe is een wintergroene bladhoudende heester met een compacte groeiwijze die vooral opvalt door zijn prachtige bladkleuren. De plant bloeit in mei met een klein wit bloemetje, maar daar is het eigenlijk niet om te doen. De jonge bladeren zijn in het vroege voorjaar soms frisgroen, paars of felrood. Naarmate het groeiseizoen vordert verkleuren ze van bronskleurig naar opvallend rood, waardoor ze prachtig te combineren zijn met andere planten in de tuin. Het assortiment Leucothoe is aantrekkelijk. Er zijn veelkleurig gevlekte soorten met decoratief blad, bijna roodbladige variëteiten en planten met bijna gekrulde bladeren.  

Verzorging

Met een paar eenvoudige tips blijft de Leucothoe gezond en mooi. Belangrijk is een standplaats in de schaduw of halfschaduw, deze tuinplant is geen echte zonaanbidder. De plant vraagt een humusrijke, zure, vochtige grond en verdraagt beslist geen droogte. Geef de planten dus regelmatig water en zorg dat de grond nooit uitdroogt. In het voorjaar extra voeding geven zodat de planten gezond en sterk blijven. Gebruik hiervoor speciale meststof voor heideachtigen (Ericaceae), die houden de grond voldoende zuur. Een laag schors rondom de planten aanbrengen zorgt daar ook voor,  staat ook nog eens decoratief en zorgt ervoor dat de grond minder snel uitdroogt. Leucothoe is matig winterhard en moet soms in de winter beschermd worden tegen vooral gure oosten wind en bij periodes waarin vorst en dooi regelmatig afwisselen.

Snoeitips

In principe worden de planten van Leucothoe niet bijzonder groot, maximaal 1x1 meter en is snoeien dus alleen noodzakelijk om de plant wat te verjongen of lelijk geworden delen te verwijderen. Het beste is te snoeien na de bloei in het late voorjaar. Bij te vroeg in de winter snoeien kunnen de takken invriezen.

Meer informatie over Leucothoe en andere tuinplanten vind je op Mooiwatplantendoen.nl.

Tuinplant van de maand

Leucothoe staat in oktober als Tuinplant van de Maand in de spotlights. ‘Tuinplant van de Maand’ is een initiatief van Mooiwatplantendoen.nl. Kwekers en groenspecialisten uit de sierteeltsector selecteren op verzoek van Mooiwatplantendoen.nl maandelijks een tuinplant met als doel te inspireren en te enthousiasmeren.

Schitterend getekend blad en een mooie volle plant: Aglaonema is de perfecte opener van het we-gaan-lekker-weer-naar-binnen-seizoen.

Prachtige bladmotieven

De bladen van Aglaonema hebben schitterende kleuren met fijnzinnige tekeningen. De lichtgroene varianten zijn het bekendst, maar de woonplant is ook verkrijgbaar met een zilveren, gele en rode gloed. Met al die verschillende dessins past Aglaonema prima bij mensen voor wie druk niet snel 'te druk' is, maar juist fijn. En in de hippe stijltrend vol prints en patronen, waarin niet genoeg prikkels kunnen zitten. Denk voor een basis aan gelakt of gevlochten materiaal, of kunststof met reliëf, om de levendigheid extra aan te zetten.  

Plant in Memphisstijl

Om contrasten te creëren die niet met elkaar botsen, zet je een paar verschillende Aglaonema in verschillende formaten bij elkaar. Dit heeft een levendig en kleurrijk effect, terwijl de gelijke plantvormen en bladeren tegelijk een rustpunt bieden. Wie toch meer speelsheid wil toevoegen, kiest voor potten in trendkleuren als rood, blauw en groen. De mix is een eigentijdse update van de Memphisstijl uit de jaren tachtig. Combineer Aglaonema bijvoorbeeld met open gevlochten materiaal, jungleprints, camouflagemateriaal of potten met uitgerekte en vervormde dessins.

Uit het regenwoud

In het wild groeit Aglaonema in de subtropische regenwouden van Thailand, Indonesië en Maleisië. Daar gedijt de plant onder het bladerdak van grotere bomen en struiken, die ervoor zorgen dat de zon Aglaonema amper kan bereiken. De plant behoort tot de familie Araceae, oftewel Aronskelken. Aglaonema's hebben bont blad en blijven over het algemeen redelijk klein. Naast het prachtige blad is het sterkste punt van deze plant dat hij in vergelijking met andere bladplanten erg makkelijk te onderhouden is. Aglaonema kan tegen een stootje, verdraagt vergeetachtige watergevers en stelt je niet snel teleur. Dat maakt hem ook voor beginnende plantenliefhebbers een echte aanwinst.

Aglaonema & verzorging

In de natuur groeit Aglaonema onder bomen, daarom staat deze woonplant ook thuis het best in halfschaduw tot schaduw. Gun hem wel een beetje daglicht, op alleen kunstlicht redt hij het niet. Onregelmatig water geven is geen probleem. De kluit mag licht vochtig zijn, maar geen voetbad hebben. In de winter mag de aarde zelfs een beetje indrogen. De plant twee keer per week benevelen verkleint de kans op spint. En door de bladeren af en toe aan beide kanten even af te stoffen of met een vochtige doek af te nemen, kunnen ze beter ademen. Dat is niet alleen goed voor Aglaonema, maar ook voor het binnenklimaat in de kamer waar hij staat.

• Als mooie bladplant heeft Aglaonema een luchtzuiverende werking en draagt dus bij aan een gezonder kamerklimaat.
• De naam komt uit het Grieks en is samengesteld uit agláos (schitterend) en néma (draad). Dit duidt op de glimmende meeldraden van de bloemen.
• Aglaonema bloeit nogal bescheiden: de bloemen zitten onder het blad en groeien op een kolf, omgeven door een schutblad, met vrouwelijke bloemen aan de basis en mannelijke bloemen hogerop. De mannelijke bloemen hebben de piepkleine glanzende meeldraden waar de plant haar naam aan dankt.
• Omdat de bloemen niet veel voorstellen en Aglaonema er veel energie in steekt, kunnen ze het beste worden weggeknipt, om de sierwaarde van de plant te sparen.
• Aglaonema is de rode draad in de hitfilm 'Léon: de gelijknamige hoofdrolspeler koestert hem en Mathilda geeft de plant aan het einde van de film een nieuwe kans.

Woonplant van de maand

Aglaonema is Woonplant van oktober 2016. De 'Woonplant van de maand’ is een initiatief van het Bloemenbureau. Maandelijks kiest het Bloemenbureau in overleg met vertegenwoordigers uit de sierteeltsector een plant die het opvallend goed doet bij de consument, of juist (nog) niet zo bekend is, maar wel potentie heeft om het goed te doen in de woonkamer.

Voor meer informatie zie: www.mooiwatplantendoen.nl
Facebook: mooiwatplantendoen
Twitter: @watplantendoen
Mooiwatplantendoen.nl is een initiatief van Bloemenbureau Holland en laat consumenten ervaren dat je je lekkerder voelt met planten om je heen.

Aglaonema’s zijn zeer decoratieve designplanten met grijze, roomkleurige en groenbonte bladeren

Aglaonema’s zijn schitterende planten uit de aronskelkfamilie (Araceae). De meeste van de ruim vijftig soorten groeien in het tropische deel van Azië, van het Filippijnse eiland Luzon tot Vietnam, Thailand, Birma (Myanmar), Sri Lanka en Indonesië. Het zijn bladplanten met vaak indrukwekkend getekende, grote, bonte bladeren. Ze groeien rechtop en vormen korte stammetjes waaruit aan de toppen de lancetvormige tot ovale bladeren groeien aan stelen die vaak ongeveer even lang zijn als de bladeren zelf (tot zo’n 30 cm). Het zijn planten die op de oerwoudbodem in het groene schemerlicht van de vochtige tropische wouden groeien. Ze kunnen daardoor met weinig licht toe. Voor kamerplanten (en dat zijn Aglaonema’s bij ons) is dat een ideale herkomstsituatie, want voor veel planten is er in huis in feite te weinig licht.

De soorten die wij in Europa als kamerplanten toepassen, worden tussen de 30 cm en 1 m hoog. In de tropen komen ook veel hogere, meer boomachtige Aglaonema-soorten voor. Behalve dat ze prachtig blad hebben kunnen sommige gekweekte soorten ook heel aantrekkelijk bloeien. Dan verschijnen aan aparte stelen kleine, aronskelkachtige bloeiwijzen tussen de bladeren.  Die witte of geelachtige bloeiwijzen bestaan uit een schutblad rond een bloeikolf, met op die bloeikolf grote aantallen, heel kleine bloempjes. Soms worden die ook in huis door insecten bevrucht (die brengen het stuifmeel over). Dan worden bij die planten prachtig gekleurde vruchten gevormd (oranje of rode bessen).

Algemene verzorging van Aglaonema’s in huis

Het liefst staan ze op een warme plek met zo vochtig mogelijke lucht (dus niet pal boven de verwarming; heb je vloerverwarming, zet je Aglaonema dan niet direct op de vloer). Houd je hygrometer in de gaten; laat de luchtvochtigheid zeker niet onder de 50 zakken. Een verdampingsbakje met water in de buurt of veel sproeien (water over de bladeren vernevelen) is dus wel nodig. Een pot met onderschotel – waarin water kan blijven staan – is voor deze planten ideaal. Geef water als de potgrond wat droger begint te voelen. Als je giet of sproeit, doe dat dan met lauwwarm, kalkvrij water. Kalkvrij water krijg je door te ontharden (GroenRijk heeft daarvoor prima middelen in voorraad) of gebruik regenwater dat je buiten opvangt. Laat altijd een gietertje gevuld met water binnenstaan, zodat dat kamertemperatuur krijgt. Dat is goed genoeg. De planten gaan in deze periode van het jaar (de herfst) min of meer in rust. Hun echte groeiperiode valt tussen april en augustus. Geef ze dan om de veertien dagen vloeibare (kalkvrije; dat heeft GroenRijk ook voor je) plantenvoeding in het gietwater. In normale concentratie. Tijdens de winter hoef je eigenlijk geen voedsel te geven.

De planten verdragen lichte schaduw tot zelfs halfschaduw. Ze mogen zeker geen direct fel zonlicht krijgen. We gaan het koude jaargetijde weer in: zorg dat de luchttemperatuur ook ’s nachts niet beneden de 15-18 °C zakt.

Mocht je je Aglaonema vanwege de groei willen verpotten, doe dat dan in maart-april in een wat grotere, vooral bredere pot. Aglaonema’s wortelen niet zo diep. Zorg dat er onder in de pot scherven komen voor een goede waterafvoer. De planten houden van een wat zure, luchtige potgrond, bijv. heideplantengrond of gewone potgrond waar je turfmolm doorheen mengt.

Enkele soorten en cultivars

GroenRijk heeft een fraaie keuze gemaakt uit o.a. de volgende soorten die in een grote kweekpot (doorsnee 14 cm) worden aangeboden:
Aglaonema commutatum: deze soort heeft donkergroen blad dat langs de nerven een grijze tekening vertoont. Hij kan bloeien en heeft dan groenwitte schutbladen rond de bloeikolven. Na de bloei verschijnen vaak glanzende, rode bessen. Er zijn drie ondersoorten en diverse rassen zoals ‘Treubii’ (met smaller blad dat meer lichtgrijs is getekend) en ‘Pseudobracteatum’. Bij de laatste zijn de bladstelen geelachtig wit, hebben de groene bladeren een opvallende grijsgroene en roomwitte vlekkentekening en de met bladlittekens bezette stammetjes hebben ook een witte tekening. Nog meer wit in het blad hebben o.a. ‘Silver King’ en  ‘Silver Queen’.

Aglaonema costatum: een lage soort (30 cm hoog). De brede, donkergroene bladeren hebben een witte middennerf en vertonen veel witte vlekjes.

Aglaonema crispum: deze soort wordt ook nog wel (verouderde naam) A. roebelinii genoemd. Hij wordt tot 1 m hoog, vormt een duidelijke stam en heeft groen, grijsgevlekt blad. Ook deze vormt vaak rode bessen na de bloei.

Aglaonema modestum heeft wasachtige, golvende groene bladeren. De cultivar ‘Variegatum’ heeft bovendien gele vlekken.

Aglaonema pictum: bij deze soort maakt het groene blad (met grijsgroene vlekken) een fluwelige indruk. Heel mooi en stamvormend! Die stam wordt langzaam grijs. Ook bij deze soort golven de bladeren iets. Die bladeren zijn 12-15 cm lang. Er bestaat van deze soort een cultivar ‘Tricolor’ waarbij naast de geelgroene basiskleur  ook nog zilverwitte vlekken in het blad zitten.

TIP

Als Aglaonema’s gaan bloeien, doen ze dat in de zomer of het begin van de herfst. Daarna kunnen er bessen verschijnen die heel lang aanblijven. Je kunt van deze planten vele jaren lang plezier hebben en ze staan mooi in iedere interieurstijl: van klassiek tot de ruige, grijze technostijl!

In kort bestek

Aglaonema’s zijn schitterende meerjarige kamerplanten waarvan de soorten uit de tropische oerwouden van Zuidoost-Azië stammen. Ze worden vooral om hun groen met grijze en roomwitte bladeren gewaardeerd, maar ze kunnen ook aronskelkachtig bloeien en dan oranje of rode bessen vormen. 30-100 cm hoog. Geef regelmatig water, besproei het blad, niet in fel zonlicht zetten en de luchttemperatuur niet onder 15 °C laten zakken. Echte designplanten!

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl.

Bosviolen zijn langdurige bloeiers en in deze wandhanger een echte blikvanger aan de muur
Ieder huis en iedere tuin, schuur of garage heeft muren. Met deze hangers kun je letterlijk iedere voldoende lichte plek opvrolijken met rijk bloeiende bosviolen! Kale wand? Violen ertegen. Moet je eens zien wat een verschil. Zo’n fleurige hanger is ook een leuk cadeau voor een familielid, vriendin of vriend. Iedereen wordt er vrolijk van. En voor de prijs waarvoor we nu deze planten inclusief wandhanger kunnen aanbieden, kun je ze niet bij GroenRijk laten hangen. Nu maar € 6,99 voor zo’n prachtige, hangende groep violen! Bosviolen zijn leuke, lage (15 cm), bloemrijke, wintergroene planten met hartvormige blaadjes met iets gekartelde randen. Boven dat blad verschijnen de vertederende, kleine bloempjes in grote aantallen. De planten bloeien bovendien enorm lang door. Zeker als je regelmatig de uitgebloeide bloempjes wegknipt. 

Hang je violenhanger op een lichte plek, maar niet in de volle zon

Bosviolen houden niet van fel, direct zonlicht. Een lichte tot iets beschaduwde plek is het beste. Ook buiten. Ze hebben maar weinig verzorging nodig. Geef ze bij droog weer één keer per week water. Doe daar eens per veertien dagen wat plantenvoeding in (kies voeding voor bloeiende planten: GroenRijk heeft het in voorraad). Deze violen kunnen maandenlang doorbloeien. Bosviolen kunnen buiten goed tegen niet al te best weer, als het maar niet té lang nat blijft. De drainage moet goed zijn en dat is in deze hangers prima voor elkaar. Bosviolen verdragen zelfs enkele graden nachtvorst. Als het echt veel harder gaat vriezen, moet je ze even op een koele plek binnen ophangen (in de schuur bijvoorbeeld) tot het weer beter wordt. Maar de kans dat dat nodig is, is dankzij de klimaatverandering niet zo groot meer. 

Wat ‘bosviolen’ eigenlijk zijn

Er bestaan in de wilde natuur honderden soorten violen. Ze komen vooral op het noordelijk halfrond voor, enkele ook in zuidelijker delen van de wereld, o.a. Australië. De bosviolen van GroenRijk zijn hybriden (kruisingsproducten) met de beste eigenschappen van de verschillende soorten waaruit ze zijn ontstaan. Het belangrijkst daarbij zijn de hoornviooltjes (Viola cornuta) die als kenmerk een uitstekend ‘hoorntje’ (cornutus) aan de achterkant van het onderste (hangende) bloemblaadje hebben. Daar kun je die afstamming aan herkennen. Hoornviooltjes komen oorspronkelijk uit de Pyreneeën. Er is enorm veel mee gekruist. Daardoor is er een Viola Cornuta Groep van violenrassen ontstaan, waar de bosviolen dus bij horen, waarvan niemand meer precies weet hoe hun afstamming is.

Bosviolen worden meestal op kleur verkocht. Er zijn wel rasnamen, maar die worden veel minder vaak vermeld en gebruikt. Met de kleurrijke rassen die GroenRijk behalve voor deze hangers ook nog voor je in voorraad heeft, kun je ook prachtige combinaties maken. Dat staat heel leuk! Ook binnen! Maar dat is een ander verhaal.

Bosviolen zijn meerjarig

Het zijn redelijk winterharde vaste planten. Je kunt ze daarom vanaf april gerust in de volle grond van je tuin planten en er nog jaren plezier van hebben. Door hun verblijf buiten in de hanger, zijn ze dan al helemaal afgehard. Dat is trouwens wel een goede tip: als je je wandhanger met violen koopt, komen ze uit het warme tuincentrum. Hang ze dan niet meteen buiten op als het daar vriest. Dat zou nu theoretisch al kunnen. Anders krijgen ze een klap van de kou. Daar gaan ze niet dood aan, maar ze moeten er wel even van herstellen. Bij ‘gewoon’ najaarsweer is het geen probleem. Eenmaal buiten gewend zijn ze voldoende ‘afgehard’ om definitief buiten te groeien. Lichte nachtvorst kunnen ze dan wel hebben. Je kunt ze in het voorjaar ook in de volle grond van je tuin planten. Het zijn overblijvende (meerjarige) vaste planten. Zorg wel dat ze de winter daarop niet in lang nat blijvende grond staan, anders kunnen de wortels wegrotten. In de tuin bloeien de planten dan meestal van mei tot september. De vroege (of late) bloei van de planten die je nu koopt wordt bereikt door kwekerskunde. Door allerlei maatregelen en de juiste rassenkeuze is de bloeiperiode van veel planten namelijk te manipuleren.

TIP

De bloemen van  bosviolen zijn eetbaar. Je kunt de kleurrijke bloempjes dus letterlijk door de sla mengen. Als garnering staan ze ook heel vrolijk. De bloempjes smaken lekker friszoet.

In kort bestek

De leuke hangers vol bosviolen die GroenRijk nu aanbiedt, bloeien maandenlang door. Volop vrolijke kleur tegen je schutting, schuur, garage of huis! Het zijn hoornviooltjes (Viola Cornuta Groep). Je kunt ze als ze zijn uitgebloeid in je tuin planten, want ze zijn meerjarig. Matig water geven (niet laten uitdrogen!) en doe daar eens per veertien dagen wat plantenvoeding in. Uitgebloeide bloemen wegnemen verlengt de bloeitijd.

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl.

Er zijn diverse bloemkleuren in Cool Wave^TM ontwikkeld

Cool Wave^TM-violen zijn er inmiddels in verschillende schitterende kleuren: wit met violet en wit met ijsblauwe randjes aan de bloemblaadjes, planten die in twee tinten citroengeel bloeien, een volgeel ras en een met helderwitte bloemen. Aan andere kleuren wordt door de kwekers hard gewerkt. GroenRijk doet er alles aan om deze nieuwe violen in zoveel mogelijk tinten voor je te bemachtigen.

Internationaal zijn ze een enorm succes

Dat komt ook doordat Cool Wave^TM-violen zo winterhard zijn. En ze groeien zowel goed op zonnige als op lichtbeschaduwde plekken. Van een regenachtige periode of een paar weken slecht weer raken ze ook niet erg onder de indruk. Groei en bloei zijn dan even wat minder, maar zodra het weer beter wordt, zetten ze een ongelooflijke inhaalspurt in. Je weet niet wat je ziet met deze violen! Van nature bloeien ze de hele lente en tijdens de herfst. In gebieden met een wat zachter klimaat of tijdens zachte winters in ons klimaat, gaan ze zelfs ’s winters gewoon door. Ze verlengen dus vrij gemakkelijk het seizoen waarin je van je tuin geniet!

Ook geweldige bodembedekkers

Door de rankende, spreidende groei zijn Cool Wave^TM-violen niet alleen geweldige potplanten, maar ook in de volle grond van je tuin doen ze het fantastisch. Daar worden het echte bodembedekkers die door de dichte vertakking bloementapijtjes van wel een meter doorsnee kunnen vormen. Doordat ze halfschaduw goed verdragen, kan dat ook onder heesters. En je hebt er qua zorg nauwelijks omkijken naar. Het enige waar je voor moet zorgen is dat de wortels niet uitdrogen. Naar de bloemen kijken doe je vanzelf!

Makkelijke verzorging    

GroenRijk biedt deze planten in royale 23 cm-potten aan. Laat je ze daarin staan, dan is de voeding die in de kweekgrond in de pot zit, na enkele weken door de planten opgebruikt. Daarom moet je al vrij snel eens per veertien dagen plantenvoeding in het gietwater geven. Laat de potgrond niet uitdrogen. Voel regelmatig even met je vinger in de pot. Hoe snel je steeds opnieuw water moet geven, hangt voor een groot deel af van de standplaats: hoe zonniger, des te vaker. Planten die in de volle grond van je tuin groeien, kunnen voldoende voedsel uit die grond halen. Als je wilt, kun je uitgebloeide bloemen wegnemen, maar dat hoeft niet per se. Ze verdragen veel meer kou dan de meeste andere violen. Overwinteren is geen enkel probleem. In de zomer zijn de planten even in rust, dan bloeien ze weinig of niet. Maar begin herfst gaan Cool Wave^TM-violen er weer uit alle macht tegenaan! Ze groeien goed in iedere normale, goed doorlatende tuingrond. Wil je ze verpotten, doe dat dan in gewone standaard potgrond. Geef planten die je in de volle grond van je tuin zet, in het voorjaar een goede organische basisbemesting. GroenRijk heeft alles in voorraad voor een goede verzorging van je planten.

In kort bestek

De nieuwe, enorm bloemrijke, ongekend sterk rankende Cool Wave^TM-hangviolen (ze vormen ranken tot 60 cm lang, vol bezet met bloemen) bloeien het hele voorjaar en opnieuw in de herfst en zelfs tijdens zachte winters. GroenRijk biedt ze in diverse kleuren kant-en-klaar in pot aan. Ze doen het ook geweldig als bodembedekker in de volle grond. Kies zelf voor een violentapijt of een violenwaterval! IJzersterke planten. Makkelijke verzorging.

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl