Quantcast
Channel: GroenRijk Prinsenbeek nieuws
Viewing all 631 articles
Browse latest View live

Winterheide in pot

$
0
0
Winterheide in pot

Deze winterheide bloeit maandenlang en nu met twee prachtige kleuren in iedere pot

De winterheide waar het hier om gaat, heet Erica darleyensis (eigenlijk Erica × darleyensis). Er zijn namelijk meer heidesoorten die winterheide worden genoemd. Erica × darleyensis is een kruisingsproduct van twee soorten. Dat kun je zien aan die ‘×’ in de naam. De plant werd al meer dan 120 jaar geleden op de kwekerij van James Smith & Sons in Darley Dale, Derbyshire in Engeland tussen andere planten aangetroffen. Hij wordt sindsdien doorgekweekt. Deze kruisingssoort kreeg zijn naam pas in 1914 van de Engelse botanicus William Jackson Bean. De soort bestaat dus officieel meer dan 100 jaar. Dat ‘darleyensis’ stamt dus van de plaatsnaam Darley Dale. De ouders zijn Erica carnea en Erica erigena. De ouderplanten vormen een heel verrassende combinatie omdat E. carnea uiterst winterhard is en E. erigena juist niet. Maar de laatste is veel sierlijker. Erica × darleyensis heeft de gunstigste eigenschappen van beide ouders meegekregen. Dus heel winterhard en heel mooi. Uit dat eerste kruisingskind zijn weer diverse andere cultivars gekweekt. Die cultivars worden ook wel bij de grote algemene groep Erica-hybriden ingedeeld. Daarbij ontbreekt dan het woord ‘darleyensis’ in de naam.

 

Twee bloemkleuren bij elkaar

Het is niet zo dat bij de uitvoering van Erica × darleyensis die GroenRijk nu speciaal aanbiedt, de helft van de plant in de ene kleur en de andere helft in de andere kleur bloeit. Als je goed kijkt, zul je zien dat de kweker twee verschillende planten bij elkaar in één pot heeft gezet. Het gaat om hybriden, maar die zijn zo gekozen dat hun groei- en bloeieigenschappen (behalve qua kleur) perfect overeen komen. Ze bloeien dus even lang en even rijk en in dezelfde periode, alsof het om één plant gaat.

 

Nog meer ‘Darley Dale’
Die naam zit dus al verstopt in dat ‘darleyensis’, maar er bestaat zelfs een aparte Erica ‘Darley Dale’ binnen de grote groep Erica-hybriden. Die cultivar lijkt heel sterk op de oorspronkelijke kruisingssoort. Ze worden allebei ongeveer 40 cm hoog en breed, met heel fijn grijzig-groen blad en ze bloeien met massa’s paarsroze (heel licht), hangende bloempjes. Ze lijken zelfs zo sterk op elkaar dat wel wordt verondersteld dat het eigenlijk om dezelfde plant gaat.

 

Meer over de ouderplanten

Zoals genoemd zijn die ouders Erica carnea en Erica erigena. Het zijn allebei dopheidesoorten. Erica carnea wordt van oorsprong (de echte) winterheide, sneeuwheide, voorjaarsheide of ook wel vleeskleurige dopheide genoemd. In het wild komt deze soort voor in Midden- en Zuidoost-Europa, o.a. in de Alpen, Noord-Italië en de Balkan. Erica erigena wordt  reuzen-voorjaarsheide genoemd. Deze soort komt uit West-Ierland, Noordwest-Frankrijk, Noord-Spanje en Portugal. In de natuur hebben deze planten dus nooit kunnen kruisen. Daarvoor liggen de groeigebieden te ver uit elkaar. Ze verschillen ook qua uiterlijk heel sterk.

Erica erigena kan wel 125 cm hoog worden (die soort vormt open struiken). Erica carnea wordt niet veel hoger dan 25 cm. De tientallen cultivars van Erica × darleyensis worden gemiddeld 40 cm hoog. Ook qua winterhardheid houdt Erica × darleyensis het midden tussen beide soorten. Voor Nederland is de plant winterhard genoeg dankzij de inbreng van ‘papa’ E. carnea die makkelijk 20 graden vorst kan hebben. Erica × darleyensis en cultivars danken hun uitzonderlijke schoonheid en rijke bloei vooral aan hun gracieuze ‘moeder’ E. erigena. De officiële bloeitijd van de soort is december tot mei, maar de kwekers zien kans om de hybriden (zoals nu aangeboden) al in oktober in bloei te krijgen.

 

Andere bekende cultivars

Heel bekend en geliefd is ook ‘Silberschmelze’ die ook wel ‘Molten Silver’ wordt genoemd. Deze cultivar bestaat al sinds 1937. Hij bloeit met zilverachtig roomwitte bloemen. Het loof is ’s zomers grijsachtig groen, in de winter verkleurt het naar prachtig bronsgroen. Deze plant is even winterhard als ‘Darley Dale’, wordt ook 40 cm hoog en bloeit officieel (buiten) in de periode november-mei. ‘White Glow’ ziet er uit als een iets kleiner zusje van ‘Silberschmelze’. Ze heeft de zelfde bloeikleur. ‘Ghost Hills’ is ook een heel mooi. Dat wordt een breed opgaande struik met als officiële bloeitijd januari-april. Iets later in de tijd dus. De bloei begint paarsroze, maar de bloemen verkleuren naar warm paarsrood. Het struikje vertoont daardoor vaak tegelijkertijd bloemen in verschillende tinten. Bekende paarsrode bloeiers zijn ‘Kramer’s Rote’ (met bronsgroen loof) en ‘Phoebe’ (ook Winterbelles genoemd). ‘Furzey’ bloeit lila roze, maar de bloemen worden donkerder paars tijdens de bloei. ‘Eva Gold’PBR bloeit lichtroze, maar heeft goudgeel blad. 

 

Verzorging

GroenRijk verkoopt de Erica × darleyensis ‘met twee kleuren per pot’ gekweekt in grote, 15-cm potten.  Je kunt deze planten zowel binnen als buiten (op het terras of balkon) toepassen. Ze zijn in speciale heideplantengrond gekweekt. Laat ze daar lekker in staan. Zet de kweekpot (binnen of buiten) in een mooie, bijpassende sierpot. Heb je die niet, dan heeft GroenRijk daarin meer dan keuze genoeg. Giet met onthard of regenwater. Voorlopig hoef je de planten in de pot geen voeding in het gietwater te geven. Geef dat wel na de bloei – in de periode mei-juni – als je de planten buiten overhoudt. Na de bloei kun je de planten ook wat terugsnoeien. Zet de planten (binnen en buiten) op een lichte plek.

 

TIP

Alle heidesoorten houden van zure heideplantengrond, maar Erica × darleyensis is de enige die wel een klein beetje kalk in de grond verdraagt. Dat geldt ook voor de cultivars.

 

In kort bestek

Erica × darleyensis is een prachtige, rijkbloeiende winterheide die van late herfst tot voorjaar voor kleur zorgt. Bij GroenRijk koop je ze nu volop bloeiend met twee prachtige kleuren bij elkaar in iedere pot. De verzorging is heel eenvoudig. De plant staat graag (binnen of buiten) op een lichte plek. Giet liefst met onthard water of regenwater. In het voorjaar (na de bloei) even in vorm snoeien.

 

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl


Bijzondere orchideeën zijn de Woonplanten van de maand november 2016

$
0
0
Bijzondere orchideeën zijn de Woonplanten van de maand november 2016

Het aanbod aan orchideeën wordt steeds rijker. Centraal staan deze maand zes onontdekte schatten, die grenzen verleggen en buitenaards mooi zijn.

Spannende doorkijkjes 

Sprookjesachtige vormen en buitenaards mooie bloemen: orchideeën zijn volmaakte natuurlijke elementen om de sfeer van een andere wereld mee op te wekken. Je richt er een binnenruimte mee in die het gevoel geeft dat alles mogelijk is. De aparte semi-transparante opbouw van deze woonplanten – ijle stengel, zware kroon, bizarre sprieten – helpt om er spannende doorkijkjes mee te maken. Speel een beetje met spiegels en perspectieven en de bloemen lijken door de kamer te zweven. 

Mooie vervreemding

Bij deze stijltrend, The World Beyond,  horen waterachtige patronen met vlekken en spatten, maar ook halfedelstenen, kristallen en een sterrenhemel. Combineer de spectaculaire vormen van deze bijzondere orchideeën met glanzend porselein, iriserend glazuur, potten met kleurverloop en batikmotieven voor een extra dromerig effect. Vooral aparte kleuren als donkergroen, dieprood, lila en grijsgroen dragen bij aan het fantasievolle gevoel. De vervreemding wordt compleet als de ijle vormen van de woonplanten een contrast vormen met grillige takken in de buurt. 

Orchideeën en verzorging 

Als de lucht binnen heel droog is, bijvoorbeeld door centrale verwarming, kunnen de knoppen van orchideeën het beste dagelijks even worden verneveld. Dat voorkomt dat ze uitdrogen en niet meer opengaan. Voor alle orchideeën geldt dat ze het mooist blijven onder 'liefdevolle verwaarlozing'. Het volstaat om eens in de 10-14 dagen de kluit een half uurtje onder water met orchideeënvoeding laten staan, daarna goed laten uitlekken. Uitgebloeide bloemen even wegplukken, woonplant verder met rust laten. 

Vol & rijk 

Cymbidium lijkt helemaal niet op een klassieke orchidee, door de gulle hoeveelheid grasachtig blad. Dat maakt er een mooie volle woonplant van, waar een of meerdere takken uitkomen. Hieraan komen een lange reeks prachtige kelkachtige bloemen die twee tot drie maanden blijven bloeien. De bloemen kunnen geel, groen, oranje en roomwit zijn. Geef Cymbidium een lichte plek, maar hou hem uit de volle zon. 

  • In het wild groeit Cymbidium van het tropisch regenwoud tot in de Himalaya, ook op plaatsen met wintervorst. Er zijn ongeveer 70 soorten bekend.
  • Na de bloei de plant verpotten en in de tuin zetten (er mag een beetje vorst overgaan) maakt de kans op een nieuwe ronde bloemen het grootst. 
  • Cymbidium komt van het Griekse 'Kymbe' dat boot betekent en verwijst naar de holte in de lip van de bloem. 
  • De orchidee staat symbool voor moraal en deugd, in Azië is het een eer en een gebaar van respect om een Cymbidium te krijgen of te mogen geven. 


​Sierlijk & wulps

Paphiopedilum heeft hoog en mooi groen blad, wat deze plant ook zonder bloemen al heel aantrekkelijk maakt om naar te kijken. De bloemen mogen er echter zijn: roodbruin, geel of groen, met een mooie tekening en een sierlijke, wulpse vorm. De orchidee wordt ook wel Venusschoentje genoemd, omdat de lip de vorm van een fraaie slipper heeft. Het is een schaduworchidee die halfschaduw kan hebben, maar geen volle zon. Paphiopedilum houdt van frisse lucht, mits het niet te koud is. 

  • In het wild groeit deze orchidee vooral in Zuid-Oost Azië. 
  • De lip is in werkelijkheid een vliegenval die helpt andere Paphiopedilums te bestuiven.
  • De naam is afgeleid van Paphos, een stad op Cyprus, waar godin Aphrodite uit de zee rees en 'pedilion' dat in Oud-Grieks slipper betekent. Ironisch genoeg is er op heel Cyprus geen wilde Paphiopedilum te bekennen. 
  • De plant is in 1886 voor het eerst officieel omschreven en zorgde voor grote opwinding onder Victorianen, vanwege de wat… erotische uitstraling. 

Fotogeniek & klassiek

Cattleya is een tropische orchidee die alleen voorkomt in Zuid- en Midden-Amerika. Het zijn markante woonplanten, met een schijnknol waaraan slechts enkele dikke bladeren zitten. De bloemen zijn meestal 10 tot 20 cm in doorsnee, en variëren in kleur van wit over geel, oranje, groen, roze, paars, en prachtige pastelkleuren. Soms geuren ze heerlijk, wat Cattleya de bijnaam ‘Koningin van de Orchideeën’ heeft opgeleverd. De plant staat graag licht, maar niet in direct zonlicht. Kluit tussen dompelbeurten door bijna laten opdrogen. Cattleya gedijt op hoge luchtvochtigheid: zet de pot op een soort eilandje van vochtige kleikorrels.

  • De bloemen van Cattleya kunnen tot wel 15 cm groot worden.
  • Van alle orchideeën heeft Cattleya meest gevarieerde verschijningsvorm.
  • De uitdrukking 'catleyaën' ('faire catleya' of 'arranger les catleyas') is een eufemisme voor amoureus gefoezel door Odette en Swann in Marcel Prousts 'Op zoek naar de verloren tijd'. 
  • In de thriller 'Colombiana' heet de hoofdpersoon Cataleya en speelt de orchidee een hoofdrol in het plot. 

Opvallende kleuren 

Zygopetalum groeit in Zuid-Amerika op boomstronken, rotsen en op de bodem tussen bladeren. De bloemen zijn roodpaars, groenbruin en soms bijna blauw, sommige soorten geuren zoetig. Geef Zygopetalum een lichte standplaats, maar niet in direct zonlicht. Na de bloei de bloeistengel onderaan eruit snijden. Vanuit een nieuwe scheut geeft de orchidee weer bloemen. Daar is wel geduld voor nodig: het kan 8 tot 12 maanden duren. 

  • De naam is afgeleid van het Oud-Griekse 'zygon' dat juk betekent en verwijst naar de twee uitstekende kroonbladeren. 
  • Zygopetalum is een van de kleinste orchideefamilies: er zijn slechts 15 soorten bekend. Het aantal Zygopetalum hebriden is overigens vele malen groter. 
  • De meest voorkomende kleuren (paars, bruin en groen) en patronen (vlekken en delta's) zijn terug te vinden op elke Braziliaanse Fashion Week: de plant is elk jaar weer een nationale inspiratiebron.
  • In de Griekse mythologie is Zygo de 'eerstgeboren rivier' waar alle andere rivieren uit voort zijn gekomen. Het stroombeeld (ook bekend als de delta) in de lip van de orchidee verwijst daarnaar. 

Prachtige alien 

Brassia heeft gebogen stengels met 10 tot 15 groenachtige bloemen met een doorsnee van 15 tot 20 cm. De bloemen zelf zijn zwart-paars gevlekt en de witte lippen hebben aparte groene vlekken. Deze bovenaardse uitstraling maakt van Brassia een zeer opvallende orchidee, afkomstig uit de vochtige regenwouden van Midden- en Zuid-Amerika. De lange lintbloemen hebben hem de bijnaam spinorchidee opgeleverd. Ondanks het exotische uiterlijk is heerlijk geurende Brassia goed te houden in de huiskamer. 

  • Brassia is vernoemd naar de illustrator William Brass, die eind 18e eeuw van sir Joseph Banks de opdracht kreeg bijzondere orchideeën te verzamelen.
  • In het wild lokt de orchidee met haar spinnenvorm Spinnendoderwespen die in de lip steken en zo andere Brassia's bestuiven. 
  • Omdat de bloemen van Brassia zo fijn en licht zijn, bewegen ze al als je erlangs loopt. Om die reden wordt de orchidee in Zuid-Amerika ook wel 'Dansende dame' genoemd. 

Bloeiende miniboom 

Dendrobium onderscheidt zich van andere orchideeënsoorten door het trosje bloemen dat zich vormt bij de oksel bij elk blad. De bloemen geven een heerlijke geur. In het wild groeit deze orchidee zowel in de koele bergen van de Himalaya tot in de jungle van Nieuw-Guinea en de woestijn van Australië, dus een huiskamerklimaat kan hij makkelijk hebben. Dendrobium bloeit gemiddeld vier maanden en staat erom bekend nogmaals te bloeien bij wie een paar maanden geduld kan opbrengen.

  • Er zijn ongeveer 1200 verschillende soorten Dendrobium. 
  • De orchidee is bekend sinds 1799 toen Olof Schwartz hem voor het eerst beschreef. 
  • De naam komt van het Griekse dendron (boom) en bios (leven): in het wild groeit de plant als epifyt op bomen. 
  • Veel Dendrobiumsoorten staan erom bekend uitstekend tolueen (het belangrijkste ingrediënt van thinner) en xyleen (oplosmiddel voor harsen en vetten) uit de lucht te kunnen zuiveren. 

Woonplant van de maand

Bijzondere orchideeën zijn de Woonplanten van november 2016. De 'Woonplant van de maand’ is een initiatief van het Bloemenbureau. Maandelijks kiest het Bloemenbureau in overleg met vertegenwoordigers uit de sierteeltsector een plant die het opvallend goed doet bij de consument, of juist (nog) niet zo bekend is, maar wel potentie heeft om het goed te doen in de woonkamer.

Tuinplant van de maand november: Bergthee

$
0
0
Tuinplant van de maand november: Bergthee

Het wordt een kleurrijke herfst!

Wintergroen, prachtig verkleurend blad en aansprekende rode bessen – geen plant die zo haar best doet om je door de donkere dagen te slepen als bergthee. 

Sierlijke bessen tussen prachtig blad

Het eerste wat opvalt aan bergthee, ook bekend als Gaultheria procumbens, zijn de opvallende bessen. Ze zijn rood, roze of wit en blijven tot het voorjaar zitten. Ook het blad is schitterend. De ovaaltjes zijn het grootste deel van het jaar frisgroen en verkleuren in de herfst naar dieprood tot purper. Dit laat de kleur van de bessen extra fel uitkomen. De plant is een winterharde bodembedekker die in de volle grond in de breedte groeit. Bergthee staat echter ook prachtig in bakken en potten op het terras of een balkon. Bovendien kan de plant naar binnen voor een duurzame december-vibe die net wat zachter en subtieler is dan hulst.

De bloemen worden mooie bessen

Met bergthee is altijd wel iets te beleven. In het voorjaar vormt de plant mooie nieuwe frisgroene blaadjes. En in de zomer komen er kleine witte of lichtroze bloemen aan, in een sprookjesachtige klokjesvorm. Qua grootte zijn die niet spectaculair, maar ze geven bergthee toch weer een heel nieuw uiterlijk. De bloemen worden aan het einde van de zomer uiteindelijk de kenmerkende bessen. Die komen het best tot hun recht in arrangementen die het mogelijk maken om erop te kijken. Lage schalen, wijde lage potten of bakken of de plant in de volle grond zetten biedt de mooiste aanblik.

Groen tot in het voorjaar  

Bergthee hoort bij de heidekruidachtigen en is familie van wintergroene bikkels zoals heide en Rhododendron. Deze planten hebben allemaal een fijn wortelgestel en een sterke voorkeur voor zure, niet te droge grond. Inheems groeit bergthee op het noordelijk halfrond in Azië en Noord-Amerika. De vruchten zijn eetbaar voor sommige vogels en kleine dieren in de tuin. Na verloop van tijd bespaart de plant in de volle grond je onkruid wieden. Het is een eenkennige bodembedekker die haar eigen plekje graag beschermt tegen indringers.

Knappe multitasker

Uit het stevige blad van bergthee wordt wintergroenolie gewonnen. Deze wordt in de alternatieve geneeskunde ingezet als massageolie tegen onder andere reumatische pijnen. Wintergroenolie wordt tevens gebruikt bij de productie van snoep en medicijnen. In de inheemse groeigebieden wordt van het kleine blad ook vaak thee getrokken, wat de bijnaam bergthee heeft opgeleverd. De gekweekte tuinplant is niet geschikt voor consumptie.

Trivia

  • Bergthee ruikt heel lekker als je het tussen je vingers wrijft: warm en kruidig met een vleugje munt. 
  • In de tuin is het een perfecte match met bosbessen en bramen, omdat die van dezelfde grond houden.
  • De plant is genoemd naar botanicus Jean François Gaulthier (1708-1756).
  • Het tweede deel van de naam – procumbens – betekent 'plat' en wijst op de lage, brede groeiwijze van Gaultheria.
  • In Russische volksverhalen is bergthee een goede wintergeest, die mensen door de koude winter helpt en moed inspreekt dat het vanzelf weer lente wordt. 

Verzorgingstips

  • Bergthee groeit in de tuin zowel in de zon als in halfschaduw.
  • Een perfecte standplaats is onder bladverliezende heesters. De plant heeft het liefst volle zon in de winter en bescherming tegen uitdroging in de zomer.
  • Buiten wordt bergthee het liefst geplant met een ruime hoeveelheid tuinturf. Deze luchtige, zure en vocht vasthoudende grond zorgt voor een vlotte groei. Het zeer fijne wortelgestel heeft een uitgesproken hekel aan zware grond zoals klei. Wie toch klei heeft, mengt royaal humus door de bovenste bodemlaag.
  • Binnen blijft de plant het mooist op een lichte standplaats met een licht vochtige kluit, maar voorkom een voetbad.
  • Binnen gedijt bergthee 6-8 weken, daarna wil de plant graag naar buiten. Zet hem dan in de volle grond of in bakken.
  • Bergthee houdt niet van kalk, dus giet bij voorkeur met regenwater of gekookt afgekoeld water.

Bergthee

$
0
0
Bergthee

Bergthee ‘Big Berry’ is een wintergroene heester met vrolijke oranjerode bessen

Deze bergthee (Gaultheria procumbens ‘Big Berry’) is een laag, groenblijvend, langzaam bodembedekkend groeiend struikje. Hij wordt niet hoger dan 15 cm. Omdat hij absoluut niet woekert, wordt hij graag in tuinen en plantenbakken toegepast. De soort Gaultheria procumbens komt uit Amerika, maar hij heeft familieleden in het Himalaja-gebied, China, Taiwan, Japan en zelfs Nieuw-Zeeland. Je kunt bergthee ‘Big Berry’ in zijn kweekpot tijdelijk (gedurende zes tot acht weken) binnen neerzetten om er intens van te genieten. Dat kan natuurlijk ook op je balkon of terras. Kies er dan een gezellige sierpot bij. Na die periode kun je hem buiten in de tuin in de volle grond planten. Het wintergroene heestertje zal er in iets zure grond mooi dicht en bodembedekkend uitgroeien. Hij bloeit leuk met witte (soms iets roze) geurende bloempjes (in juni-juli) en vormt daarna de fraaie, oranjerode bessen die de planten nu hebben. Die bessen blijven ook buiten heel lang aan de planten, omdat vogels er niet zo dol op zijn. De bessen verschijnen mooi boven het blad. De takjes met bessen worden door bloemschikkers/sters ook graag in herfst- en kerststukjes verwerkt. De feestelijke kleur van de bessen vraagt daar gewoon om. Bovendien verkleurt het blad in het najaar gedeeltelijk naar paarsrood. Dat groen met paarsrood zorgt voor extra sierwaarde! Natuurlijk fantastisch om van je eigen planten takjes met bessen en zulk mooi blad te kunnen oogsten!

 

De soort Gaultheria procumbens is een bosplant

Deze soort groeit in het wild in centraal- en oostelijk Noord-Amerika (in het westen van Noord-Amerika groeit de grotere soort Gaultheria shallon). In het wild vormen de planten hele velden als onderbegroeiing in de bossen, ongeveer zoals bij ons de bosbesplanten in onze bossen. ‘Big Berry’ is een cultivar, een kweekproduct van deze wilde soort. Iedere bergthee houdt van zure grond, net zoals heide en Rhododendron. Dus plant hem buiten in speciale heideplantengrond (daar staat je plant in zijn kweekpot ook in). GroenRijk heeft dat speciale zure grondmengsel voor je in voorraad. Niet met beendermeel of vismeel bemesten (daar zit namelijk kalk in), maar geef in het voorjaar (en bij het inplanten) speciale heideplantenmest (heeft GroenRijk ook). Zet je je bergthee ‘Big Berry’ in een sierpot buiten, zorg dan wel dat daar een drainagegat in zit.

 

Je kunt lekkere thee van de blaadjes trekken

De Indianen in Noord-Amerika gebruik(t)en de plant medicinaal vanwege de ontsmettende eigenschappen. Er zit namelijk een mentholachtige stof in het blad. Het heeft een muntachtige smaak. Als je het blad wrijft, komt er een geur vrij die aan kauwgom doet denken. Lekker fris! Uit de bladeren wordt de zogenaamde wintergroenolie gewonnen die bij reuma de pijn verlicht. In Amerika wordt van de blaadjes vaak thee getrokken. Dat kun je ook proberen. De smaak doet nog het meest aan Maroc-muntthee denken. Best lekker!

 

Bergthee ‘Big Berry’ groeit heel rustig in de breedte uit

De plant vormt kruipende stengels waar het mooie, kleine, ovale, leerachtige blad aan korte stelen uit groeit. Het nieuwe blad loopt in het voorjaar donkergroen uit, maar verkleurt vanaf de nazomer voor een deel tot paars en zelfs rood. Die kleursamenstelling blijft de hele winter aan de planten. Pas als het nieuwe blad verschijnt wordt het oude blad geleidelijk afgestoten (ongeveer zoals een beuk dat doet). ’s Zomers verschijnen in de bladoksels alleenstaande, klokvormige, witte bloemen (soms staan ze ook in trosjes) die vaak wat roze kleuren en lekker geuren. De vele bessen die daarna verschijnen, zijn echt fel oranjerood. Ze kunnen buiten tot in het voorjaar aan de struikjes blijven, dus zorgt bergthee heel lang voor leuke winterkleur in je tuin of op je terras of balkon.

 

Uiterst makkelijke verzorging

Als bodembedekker uit het bos houdt je bergthee ‘Big Berry’ van lichte schaduw (bijvoorbeeld tussen en onder heesters). Snoei is normaal niet nodig. Als de planten zich te ver uitbreiden, kun je eenvoudig de kruipende stengels inkorten. Bergthee vormt een mooie, gesloten bodembedekking waarin onkruid geen kans meer krijgt. Geef in het voorjaar een lichte, kalkvrije basisbemesting (zie hierboven). Zorg dat de grond waarin je deze planten laat groeien, niet uitdroogt. De plant doet het ook goed in een ruime pot, bak of schaal, maar groeit daar op den duur wel uit. Zet je hem eerst een tijdje in pot in huis, kies dan een plek voor een raam op het oosten, westen of noorden, nooit in de felle zon op het zuiden.

 

TIP

Vind je de bergthee ‘Big Berry’ zo leuk dat je er wel een veldje van in je tuin zou willen hebben, plant dan 20-25 stuks per vierkante meter om binnen een jaar een gesloten bodembedekking te krijgen. Je kunt er nu ook nog mooi bolletjes (voor verwildering) tussen planten. Witte sneeuwklokjes zijn dan bijv. prachtig omdat die in het vroege voorjaar al bloeien als er nog rode bessen aan je ‘Big Berry’ zitten!

 

In kort bestek

Bergthee ‘Big Berry’ (Gaultheria procumbens) is een bodembedekkend, wintergroen heestertje dat van herfst tot voorjaar grote aantallen oranjerode bessen draagt. In een leuke sierpot tijdelijk ook zeer decoratief in huis (of op je balkon of terras). Daarna prachtig in je tuin. Het groene blad verkleurt in de herfst roodpaars en verspreidt bij kneuzing een heerlijk frisse geur. Je kunt er lekkere thee van trekken. Geurende, rozewitte bloempjes in de zomer.

 

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl

Winterheide, de kleurrijke bloeier

$
0
0
Winterheide, de kleurrijke bloeier

Winterheide is een kleurrijke bloeier die graag in de zon staat

Winterheide is een naam die aan verschillende in de winter bloeiende heidesoorten wordt gegeven. De soort die GroenRijk nu aanbiedt is de prachtige Erica × darleyensis. Die ‘×’ in de naam geeft aan dat het om een kruisingsproduct gaat. Geen natuurlijke soort dus. De plant werd omstreeks 1890 op de kwekerij van James Smith & Sons, Darley Dale, Derbyshire in Engeland gevonden. Het is een spontane kruising tussen de zeer winterharde Erica carnea en de nauwelijks winterharde Erica erigena. Het heeft een aantrekkelijke soort met de gunstige eigenschappen van beide ouders opgeleverd. Daarvan zijn weer tientallen cultivars gekweekt. De naam Erica × darleyensis (dus genoemd naar Darley Dale) kreeg de plant in 1914 van de Engelse botanicus William Jackson Bean die van 1922 tot 1929 curator van de beroemde Kew Gardens was. In 1914 publiceerde hij zijn befaamde naslagwerk ‘Trees and Shrubs Hardy in the British Isles’, waarin Erica × darleyensis voor het eerst wordt genoemd. Deze kruisingssoort bestaat dus officieel ruim 100 jaar. De cultivars worden ook wel bij de grote groep Erica-hybriden ingedeeld.

 

Bijzondere eigenschappen

Een van de eerste cultivars die uit Erica × darleyensis zijn voortgekomen, heet ook weer ‘Darley Dale’ Deze plant lijkt nog heel sterk op de soort zelf. Sommige taxonomen (plantennaamdeskundigen) denken zelfs dat het om dezelfde plant gaat. Dat is nog niet genetisch uitgezocht.  Het is een sterk, breed opgaand, vrij open struikje dat ca. 40 cm hoog wordt, goed groeit en grijzig groen blad heeft (heel fijne blaadjes die dicht tegen de twijgen aanliggen). Hij bloeit zeer rijk met massa’s licht paarsroze, hangende, urnvormige bloempjes. De officiële bloeitijd is december tot mei, maar de kwekers zien kans de planten al in oktober in bloei te krijgen. De plant dankt zijn schoonheid en rijke bloei vooral aan de afstamming van de gracieuze E. erigena.

 

Andere soorten winterheide

Behalve Erica × darleyensis wordt ook kruisingsouder  Erica carnea winterheide genoemd.  Maar die krijgt ook wel de namen sneeuwheide, voorjaarsheide of vleeskleurige dopheide. Erica carnea komt uit Midden- en Zuidoost-Europa: de Alpen, Noord-Italië, de Balkan. De andere kruisingsouder, Erica erigena, heeft de Nederlandse naam reuzenvoorjaarsheide. Deze soort komt uit West-Ierland, Noordwest-Frankrijk, Noord-Spanje en Portugal. In de natuur kan deze soort wel struiken tot 125 cm hoog vormen, terwijl Erica carnea niet veel hoger dan 25 cm wordt. Erica × darleyensis zit daar tussenin. De meeste cultivars daarvan halen ca. 40 cm. Ook qua winterhardheid houdt Erica × darleyensis het midden. Voor Nederland is de plant winterhard genoeg dankzij de inbreng van ‘papa’ E. carnea die niet maalt om 20 graden vorst. Alleen in extreem koude en erg natte winters kan E. × darleyensis het moeilijk hebben.

 

Andere cultivars

Net zo bekend als de bovengenoemde ‘Darley Dale’ is ‘Silberschmelze’ die ook wel ‘Molten Silver’ wordt genoemd. Deze cultivar bestaat al sinds 1937 en bloeit met zilverachtig roomwitte bloemen. Het loof is ’s zomers grijsachtig groen, in de winter kleurt het bronsgroen. Deze plant is goed winterhard, groeit net zo als ‘Darley Dale’, wordt ook 40 cm hoog en bloeit officieel (buiten) in de periode november-mei. ‘White Glow’ lijkt heel sterk op ‘Silberschmelze’, maar blijft iets kleiner. ‘Ghost Hills’ is ook een heel mooie, breed opgaande struik, maar de officiële bloeitijd is januari-april. De bloei begint paarsroze, maar verkleurt naar warm paarsrood. Het struikje vertoont daardoor vaak bloemen in verschillende tinten. Maar er zijn er veel meer, ook iets andere bloem- en bladtinten, zoals ‘Kramer’s Rote’, ‘Red Spring Surprise’, ‘Rosalena’, ‘Ilsengold’ en ‘Eva’.  Maar in feite zijn die namen niet zo belangrijk en worden ze ook lang niet altijd bij de planten aangegeven. Kies gewoon wat je mooi vindt. Rijk bloeien doen ze allemaal.  Je koopt deze planten nu (dankzij de kwekers) ook allemaal in bloei.  

 

Verzorging

GroenRijk heeft deze dopheide nu te koop in flinke 13 cm-potten. Je kunt ze zowel binnen als buiten (op het terras of balkon) toepassen. De meeste heidesoorten kunnen niet goed tegen kalk in de grond of in het gietwater. Houd daar rekening mee. Als je ze uit hun kweekpot haalt (als kamerplant hoeft dat niet) moet je ze in zure heideplantengrond planten (heeft GroenRijk ook voor je). En giet met onthard of regenwater. Plantenvoeding geven is nu niet echt nodig. Geef dat wel in de periode mei-juni als je de planten buiten overhoudt. Na de bloei kun je de planten wat terugsnoeien. Zet ze (binnen, maar ook als je ze buiten zet) op een lichte plek.

 

TIP

Het staat heel vrolijk als je deze bloeiende heide buiten in een plantenbak combineert met klimop, kleurige Skimmia en Pernettya, kleine conifeertjes enz. Bekleed de bak vanbinnen met noppenfolie. Dat isoleert geweldig tegen de winterse kou. Zorg wel dat de drainagegaten vrij blijven. Maak anders even gaten in de noppenfolie.

 

In kort bestek

Erica × darleyensis is een prachtige, rijkbloeiende winterheide die heel lang voor kleur zorgt. Dat kan in huis of buiten. De struikjes zijn voldoende winterhard voor ons klimaat. Bij GroenRijk koop je ze nu volop bloeiend. Je kunt kiezen uit verschillende kleuren: van zilverwit tot roze en zelfs paarsroze tot paarsrood. De verzorging is heel eenvoudig, maar giet liefst met onthard of regenwater, want deze heide heeft een hekel aan kalk.

 

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl

Hyacinten in pot

$
0
0
Hyacinten in pot

Ja, deze hyacinten in pot bloeien fantastisch op een lichte, niet te warme plek in je huis.

Met kerst en oud-en-nieuw prachtig bloeiende, heerlijk geurende hyacinten in huis! Dat kan! Niet op een vaasje, maar wekenlang bloeiend vanuit hun eigen bollen in een potje. Drie bollen per pot. Laat ze gewoon in hun potje staan. Zet het kweekpotje (doorsnee 12 cm) in een aardige sierpot op een lichte, niet te warme plek in je kamer, ‘et voilà’ (zeggen onze Vlaamse buren dan) het wordt al meteen feestelijk. De normale bloeitijd van hyacinten is april-mei, maar de kwekers hebben ervoor gezorgd dat de hyacinten nu al (kunnen) bloeien. ‘Voortrekken’ heet dat. Er zijn hyacinten met allerlei bloemkleuren, maar de soort die GroenRijk nu speciaal en heel aantrekkelijk aanbiedt, bloeit smetteloos wit. Die kleur past overal. Het is bovendien de kleur van de onschuld, vandaar de rasnaam ‘l’Innocence’ (‘de Onschuld’) voor deze witte hyacinten. Het is een van de geurigste hyacintencultivars.

 

Oorsprong: het Middellandse-Zeegebied

De wilde vorm van ‘onze’ hyacinten (Hyacinthus orientalis) stamt uit het oosten van het Middellandse-Zeegebied, met name uit de omgeving van Griekenland en Turkije. Die oorspronkelijke soort heeft violetblauwe bloemen, maar de witte vorm is ook al heel oud. Waarschijnlijk kwamen er ook in de natuur al witte mutaties voor. Later werden er ook andere afwijkende vormen doorgekweekt, met name gevuldbloemige rassen met een veel groter aantal bloemblaadjes per bloem. Wilde hyacinten bloeien veel minder rijk dan de nu gekweekte cultivars. De wilde hebben niet meer dan zes tot twaalf klokvormige bloempjes per tros, de gekweekte tot wel vijftig stuks trechtervormige, wijd openstaande bloempjes. De bloemen worden door de kwekers ‘nagels’ genoemd. De wilde vorm is wel veel vaker meerstelig, maar ook in cultuur worden bewust meerstelige rassen geteeld, de zogenaamde ‘Multiflora’-typen. Die vormen dus meer bloemtrosjes uit één bol. De planten vormen vanuit de geschubde bollen behalve bloeistengels smalle, groene, gootvormige bladeren, meestal niet meer dan zes tot acht. De bollen vormen maar moeilijk broedbolletjes waaruit de planten kunnen worden vermeerderd. Dus doen de kwekers dat vaak op een andere manier. Dat vormen van jonge bolletjes uit een oude bol wordt ‘verklisteren’ genoemd.

 

Al heel lang gekweekt

Al in de 15e eeuw kwamen er hyacinten(bollen) via de Turken naar Zuid-, Midden- en Noordwest-Europa. In de 16e eeuw zijn er al vier hyacintenrassen in Nederland bekend, die ook werden doorgekweekt. De verdere ontwikkeling ging vooral in Nederland snel. Rond het jaar 1700 werden er al meer dan 2000 verschillende rassen gekweekt. Net zoals voor tulpenbollen werden er ook voor hyacintenbollen op een gegeven moment krankzinnig hoge bedragen betaald. De bollen waren statussymbool geworden. Er werd grof geld in belegd en dus op een gegeven moment ook verloren (toen ook al crisis voor de investeerders). Mocht je in april/mei in Bretagne (Frankrijk) zijn, dan kun je daar net zoals in Nederland de hyacintenbollenvelden zien bloeien. Daar worden ze ook veel geteeld voor de parfumindustrie.

 

De naam hyacint stamt uit de Griekse mythologie

Net zoals bij de narcis (Narcissus was een Griekse jongeman die verliefd werd op zijn eigen spiegelbeeld en zijn aanbidsters niet zag staan) was ook Hyacinthus (Grieks: Hyakintos) een jongeman die ongelukkig aan zijn eind kwam. Hij werd door de god Apollo gedood. Na die daad rees er op de plek waar dat was gebeurd, een plant uit de grond met hyacintachtige bloemen. Doordat deze plant pas vrij laat in West-Europa bekend werd, onderging hij niet het lot van veel andere planten  die een met Maria of een christelijke heilige verbonden naam kregen met een bijpassend, daaraan ontleend verhaal. In de naam hyacint klinkt nog een wereldvisie uit de klassieke oudheid door.

 

Makkelijke verzorging

In pot voorgetrokken hyacinten (de bloeitijd is door de telers vervroegd) worden te koop aangeboden in het stadium dat ze net een beetje beginnen te kleuren. Ook bij GroenRijk kun je dus al zien dat de nu speciaal aangeboden hyacinten wit gaan bloeien. Hyacinten kunnen slecht tegen kou (zeker als ze uit de warme winkel komen), dus pak ze even goed in als je ze mee neemt en het buiten winters weer is. Zet het kweekpotje met de bollen thuis in een aardige sierpot en zet dat op een lichte, maar niet te warme plek. Als je dat doet zullen ze het langst bloeien en de meest intense geur verspreiden. Temperaturen rond 20 °C zijn prima. Geef ook regelmatig water, want de planten verdampen dat snel. Voel dus regelmatig even met een vinger of de potgrond nog iets vochtig is. Zo niet, water geven. Plantenvoeding geven is niet nodig. De bolletjes kunnen wekenlang bloeien. Doe ze daarna weg. Soms wordt geprobeerd ze over te houden en ze eventueel in de volle grond van de tuin te planten, maar dat is nooit erg succesvol. Ze zullen dan het jaar erop veel minder rijk bloeien (meer zoals de wilde vorm , met kleinere trossen met minder ‘nagels’ die verder uit elkaar staan). De natuurlijke bloeitijd is half april-half mei. Koop voor buitencultuur ‘droge’ bollen van de rassen die daar speciaal voor zijn bedoeld. Die kun je nu nog planten (tijdens vorstvrij weer). Maar ook voor die toepassing kun je beter ieder jaar nieuw bollen kopen.

 

TIP

In de bloementaal staat de hyacint voor vrede, toewijding en schoonheid. Mooie stille wens om (voor de feestdagen) in huis te halen of te geven!

 

In kort bestek

GroenRijk heeft deze week wit bloeiende hyacinten in de aanbieding die al per drie in een potje staan, kant-en-klaar bloeibaar in huis. Witte bloemen geuren vaak het sterkst. Dat zul je merken! De kleur begint net te komen, dus ook de geur. Daar zul je wekenlang plezier van hebben. Heerlijk om te hebben of te geven. Zet je hyacintenpotje licht en niet te warm. Verder alleen regelmatig water geven. Geniet van de smetteloze kleur en verrukkelijke geur!

 

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl

Mini kerstboom

$
0
0
Mini kerstboom

Ja, deze prachtige mini-kerstboom in pot kun je helemaal in je eigen stijl versieren

Een witte spar als kleine kerstboom! Hij heet Picea glauca ‘Conica’, een dwergvorm van de grote witte spar uit Canada. Daarom wordt de witte spar ook wel Canadese spar genoemd. De soort (Picea glauca) heeft naaldvormig blad: blauwgroene, stijve, bijna ronde naalden met fijne witte streepjes op de onder- en bovenkant en de jonge twijgen zijn ook wit (daaraan ontleent hij zijn naam). Dwergje ‘Conica’ is heel anders. Die heeft heerlijk zacht (kindvriendelijk) naaldvormig blad. Die niet-prikkende naaldjes zijn dun en lichtgroen, heel anders dan van de oorspronkelijke soort. De grote Picea glauca komt in Noord-Amerika voor van Alaska tot Newfoundland. Het is een bekende houtleverancier voor de papierindustrie. Het hout dat als ‘Quebec Spruce’ wordt verhandeld, is roomwit. Witte sparren worden in de natuur 30-50 meter hoog. Ze hebben een smalle kegelvorm  en de volwassen vorm produceert slanke, tot 6 cm lange, bruine bloeikegels. Die zul je bij mini ‘Conica’ niet gauw zien. Ook niet als die al vele jaren in een tuin heeft gegroeid. Want daar is deze kleinblijvende sparcultivar ook heel geschikt voor. De ‘Conica’s  die GroenRijk nu in kweekpot (doorsnee 19 cm) aanbiedt, hebben al de mooie kegelvorm, maar ze zijn nog jong. Gezonde planten!

 

‘Conica’ als mini-kerstboom

Een ideaal boompje voor wie weinig ruimte in huis heeft of geen zin in een kerstboom die te veel ruimte vraagt. Met een ‘Conica’ als kerstboom haal je wel de echte kerstsfeer in huis – de naaldjes geuren heerlijk naar een sparrenbos als ze (per ongeluk) worden gekneusd – maar je overdrijft nooit met een ‘Conica’ en je hebt veel minder spullen nodig om je boompje leuk op te sieren. Het is ook heel fijn om zo’n boompje cadeau te doen aan kleinbehuisde oudere mensen of patiënten die langdurig op bed moeten liggen. Dan hebben ze iets moois en nieuws om naar te kijken! Reken maar dat dat wordt gewaardeerd! Je moet wel even zorgen dat iemand het boompje zo nu en dan water geeft in de pot! En hij moet in huis natuurlijk in een leuke sierpot staan. Heb je die niet, dan kan GroenRijk je daar ook heel goed aan helpen.

 

Na Oud-en-Nieuw naar buiten

Het leuke van Picea glauca ‘Conica’ als kerstboompje-in-pot is dat je hem straks niet weg hoeft te doen. Hij heeft een prima wortelkluit en kan zo de tuin in als je die hebt. Hij groeit heel langzaam, blijft prachtig en zelfs heel oude exemplaren zijn na jaren meestal niet veel hoger dan zo’n anderhalve meter. Je kunt je ‘Conica’ straks ook in een grotere pot of flinke plantenbak overplanten en hem dan buiten op je terras of balkon toepassen. Deze cultivar wordt vanwege zijn prachtige vorm en makkelijke maat ook veel in heidetuintjes geplant  of als solitair in kleine tuinen. Derde optie: heb je geen tuin, balkon of terras, geef je ‘Conica’ dan naderhand aan iemand die dat wel heeft. Een prachtig cadeau!

 

Verzorging  

Zet je boompje in huis niet op een donkere plek. Hij heeft licht nodig om zich prettig te voelen en de winterzon is al niet zo sterk. Je kunt je voorstellen dat je boompje even schrikt als hij plotseling in je warme kamer (of in welke warme ruimte ook) staat. Hij gaat dan veel meer water verdampen. Dat is wel goed voor de luchtvochtigheid in je kamer, maar je boompje loopt de kans uit te drogen als hij dan niet regelmatig voldoende water krijgt. Als hij te droog komt te staan, zal hij zijn verdampingsoppervlak willen verkleinen en kan dan wat naaldjes laten vallen. Dat zal veel minder gauw gebeuren dan bij de bekende ‘gewone’ kerstboom (Picea abies – ook een spar), maar toch… Je moet dus zorgen dat de wortelkluit in de pot steeds voldoende vochtig blijft. Je hebt je boompje-in-pot natuurlijk – omdat hij binnen staat – in een sierpot zonder drainagegat gezet. Een teveel aan water kan dan niet weg. Overdrijf het water geven dus niet. Maak het niet kletsnat! Het is ook beter om de naalden niet met een of andere kleurspray (vaak goud of zilverkleurig) te bespuiten. Die lijm-, verf- of lakachtige  stof sluit de zogenaamde huidmondjes af (minuscule gaatjes in de bladnaaldjes waar de boom door ademt en water verdampt). Als dat gebeurt kan je boompje stikken en zal dan alsnog blad laten vallen. Volhangen met allerlei mooie kerstversiering kan natuurlijk wel. Dat kun je ook makkelijk weer weghalen als je je boompje straks buiten verder wilt laten groeien. Het is ook heel goed voor je boompje om de naaldjes zo nu en dan met een fijne waternevel te besproeien. Als je hem buiten uitplant, vindt hij het fijn als dat in lichtzure tot pH-neutrale grond gebeurt. Sparren groeien niet goed in kalkrijke grond. Als je tuingrond wel wat aan de kalkrijke kant is, kun je tuinturf door de grond in het plantgat mengen. Zet je je ‘Conica’ in een pot, plant hem dan in heideplantengrond. Dat heeft GroenRijk ook voor je. Plant je boompje ’s winters alleen buiten uit als het niet vriest. Plant je hem in de volle grond, dan mag ook de grond niet bevroren zijn. Er zijn ’s winters vorstvrije periodes genoeg. Picea glauca ‘Conica’ is overigens volkomen winterhard. Dat dankt dit dwergje aan zijn Canadese afkomst.

 

‘Conica’ is ouderplant van diverse kinderen

De meest bekende tuinvorm die weer uit ‘Conica’ is voortgekomen, is de bolvormig groeiende ‘Alberta Globe’ met heel fijne volgroene naaldjes. Een andere is ‘Laurin’, een kleine, smalle kegelvorm met donkergroene naaldjes met een blauwzweem. Deze vorm blijft nog kleiner dan ‘Conica’ en groeit heel langzaam: enkele centimeters per jaar. En zo zijn er meer.

 

TIP

Picea glauca ‘Conica’ hoef je niet te snoeien als je hem in je tuin zet. Dit conifeertje behoudt bijna altijd zijn prachtige, regelmatige vorm en behoudt ook de onderste takken. Hij blijft dus mooi gesloten en groeit langzaam. Een prachtboompje om te hebben, niet alleen als kerstboompje!

 

In kort bestek

Een prachtige dwergspar (Picea glauca ‘Conica’) als mini-kerstboom! Deze week te koop bij GroenRijk. Een ‘denneboompje’ met zachte, lichtgroene naalden en met wortelkluit in pot. Ideale maat. Om naar eigen idee te versieren. Na de feestdagen kan hij (in pot of in de volle grond) je tuin in. Dan heb je nog jarenlang plezier van hem. In de kamer licht zetten en regelmatig water geven. Eenmaal buiten geplant is het boompje volkomen winterhard.

 

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl

Nordmannspar

$
0
0
Nordmannspar

Zet de gezaagde Nordmannspar in een kerstboomstandaard en geef de boom regelmatig water en kerstboomvoeding

Je zou het vanwege zijn naam niet verwachten, maar de Nordmannspar (Abies nordmanniana) komt niet uit het noorden van Canada of Noord-Europa maar uit Noordoost-Turkije en het Kaukasusgebied even ten noorden van Turkije. In dat gebied worden deze sparren echte reuzen van soms wel 70 m hoog met een kaarsrechte, zware, gegroefde stam die er in de bossen daar bijstaan of ze er al sinds mensenheugenis groeien. Soms is dat ook echt zo. Deze prachtige naaldbomen kunnen namelijk honderden jaren oud worden. Opvallen doen ze vooral door het mooie, glanzende, donkergroene loof. Dat naaldvormige blad staat niet als een dubbele kam aan de twijgen, maar bedekt de twijgen geheel (ze liggen er overheen), waarbij de naaldjes iets naar voren wijzen. Aan de onderkant van ieder naaldje kun je twee zilverkleurige strepen ontdekken. Dat zijn huidmondstreepjes waardoor het blad ademt: gassen zoals stikstof en koolzuur worden erdoor uit de lucht opgenomen en zuurstof wordt erdoor uitgeademd.  Zo’n levende boom heeft daardoor een sterk reinigende werking op de lucht in de omgeving waar hij staat, ook als kerstboom in je huis of werkruimte. Zelfs als het een afgezaagd exemplaar is, zoals GroenRijk nu aanbiedt. Het zijn werkelijk schitterende sierbomen!

 

De Nordmannspar als kerstboom

Als kerstboom wordt de Nordmannspar steeds meer gewaardeerd. De naam – met dubbel ‘n’ – is een vernoeming van de Finse botanicus Alexander von Nordmann (1803-1866) De boom valt op vanwege de sterkte van de naaldvormige blaadjes. Die vallen lang niet zo snel af als bij de ‘gewone’ kerstboom en veel mensen vinden de donkergroene kleur en de glimmende naaldjes ook veel mooier. Als kerstboom worden van de Nordmannspar alleen jonge exemplaren van enkele jaren oud aangeboden. Oudere exemplaren worden al snel te groot. Een boompje van een jaar of zeven is al gauw 3-4 m hoog. Jonge Nordmannsparren bloeien nog niet. Dat gebeurt bij deze coniferen pas op latere leeftijd. Dan verschijnen de 12-15 cm lange bruine bloeikegels (4-5 cm dik). Die bestaan, zoals je ongetwijfeld weet, uit een centrale ‘pen’ met daaromheen schubben waartussen de zaden worden gevormd. Heel opvallend en kenmerkend bij de Nordmannspar zijn gepunte dekschubben die tussen de ‘gewone’ schubben door uit de kegel naar buiten steken. Maar dat zul je bij de jonge Nordmann-kerstboompjes dus nooit zien. De Nordmannspar heeft trouwens een andere opvallende eigenschap die je bij je kerst-Nordmann wel kunt zien: onder de regelmatig geplaatste takken zit vlak bij de stam vaak een kort extra zijtakje; bijna als een soort reserve voor als de grote tak het zou begeven.

 

Nogmaals de naam

Je las het hierboven al: de boom is genoemd naar Alexander von Nordmann. Nee, geen Duitser, maar een Fin. Een plant- en dierkundige (ook doctor in de geneeskunde) die o.a. in Berlijn studeerde, in Odessa (Oekraïne) doceerde en daar ook een hogeschool voor de tuinbouw stichtte. Hij deed veel onderzoek in de natuur in Zuid-Rusland, de Kaukasus en de Balkan. Heel veel planten uit die gebieden werden door hem voor het eerst beschreven, ook de Nordmannspar die hij in 1834 in Georgië ontdekte. Alexander werd geboren in een Fins dorpje met de naam Ruotzensalmi, midden tussen de oneindige Finse bossen en meren (het woongebied van de kerstman dus). De Nordmannspar wordt ook wel Nordmann’s den of zilverspar genoemd. Dat ‘den’ klopt niet. Deze soort, met z’n wetenschappelijke naam Abies nordmanniana, behoort tot het geslacht van de zilversparren (Abies). Het is dus zeker geen den, zoals ook de ‘gewone’ kerstboom geen den is, maar een spar. Die heet Picea abies. Uit die naam voel je de verwarring al opkomen. De gewone kerstboom is dus een spar (Picea) die aan zilversparren  (abies) doet denken. Echte dennen behoren tot het geslacht Pinus. De officiële Nederlandse naam van de ‘gewone’ kerstboom is Fijnspar of Gewone spar. Het is de soort die het in de bouw veel toegepaste vurenhout levert. Sparren en zilversparren komen allebei op vrijwel het gehele noordelijk halfrond van onze wereld voor.

 

TIP

Een groot voordeel (zeker met kinderen) is dat de naalden van een Nordmannspar niet prikken, maar zacht aanvoelen. Dat is een eigenschap van de meeste zilversparren.

 

Verzorging

Zet het ondereind van de afgezaagde stam vast  in een kerstboomstandaard waarin je water kunt gieten. Met de draaischroeven in de standaard kun je hem stevig verankeren. De boom kan dan doorgaan met het zuiveren van de lucht en zal niet zo gauw verdrogen. Doe ook kerstboomvoeding in het water (dat heeft GroenRijk voor je). Zet de boom liever niet op een erg warme plek (niet vlak bij de verwarming).

 

In kort bestek

De Nordmannspar (Abies nordmanniana) is een prachtige kleine (kerst)boom met mooi donkergroen, naaldvormig blad dat niet snel uitvalt. GroenRijk levert ze als kerstboom met een afgezaagde stam die je in een bakstandaard kunt vastzetten. Zorg dat je daar regelmatig water indoet (en kerstboomvoeding). Dan heb je tot in januari plezier van je mooie boompje met z’n glanzende, zacht aanvoelende naalden.

 

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl


Phalaenopsis, Woonplant van de maand december

$
0
0
Phalaenopsis, Woonplant van de maand december

In december is Phalaenopsis Woonplant van de maand. Deze oogstrelende orchidee met ranke stelen, glimmende bladeren en vlinderachtige bloemen brengt je stijl, klasse en een vleugje Azië.   

Bloemen als vlinders

Phalaenopsis, dat komt van het Griekse ‘phalaina’ (mot) en ‘opsis’ (gelijkend). En inderdaad, de bloemen van de Phalaenopsis lijken op vliegende motvlinders. Daardoor wordt de plant ook wel Vlinderorchidee genoemd. De bloemen zijn er in het paars, roze, zalmkleur, wit, geel en zelfs blauw (deze zijn geverfd) en hebben vaak een creatief gespikkeld of gestreept patroon. Bovendien heeft het hart van de bloem een uitstekende ‘onderlip’.

Helemaal uit Azië en Australië

De Phalaenopsis heeft behoorlijk wat reiservaring. De plant werd rond 1700 ontdekt in de tropische regenwouden van Azië en Australië en kwam met ontdekkingsreizigers mee naar West-Europa. De orchidee is van nature gewend om te groeien in bomen en op rotsen, maar vermaakt zich ook op jouw ventersbank of bureau.

Geniet lang van je Phalaenopsis

Zo houden jullie het samen leuk: zet de Phalaenopsis op een plaats met voldoende licht, maar vermijd felle zon tussen april en oktober. Als de wortels wit zijn geworden, wil de plant graag een slokje. Dompel de pot eens in de 7 tot 10 dagen ongeveer 10 minuten onder in lauw (regen)water zodat de wortels zich kunnen volzuigen met vocht. En als de verwarming aan staat, kun je de bladeren regelmatig besproeien. Bovendien kun je de plant bemesten met orchideeënvoeding. Van november tot en met februari een keer per maand, de rest van het jaar twee keer per maand. Daar wordt je Phalaenopsis blij van.

Leuk om te weten:

  • Veel orchideeën verspreiden een lichte geur, ze ruiken het sterkst bij zonsopgang.
  • De Phalaenopsis staat symbool voor verbondenheid, vrouwelijkheid, samenwerking, spiritualiteit, elegantie en eigenwaarde en is daarom een perfect cadeau.
  • Phalaenopsis voelt zich het allerprettigst bij een temperatuur tussen de 20°C en de 22°C. De minimumtemperatuur voor de plant is 16°C.
  • Wist je dat de Nederlandse schoenenontwerper Jan Jansen een Orchid Shoe heeft ontworpen, gebaseerd op de vormen van de orchidee?
  • Om de plant voor een tweede keer in bloei te brengen, knip je de tak boven het tweede oog (van onderaf geteld) af. Daarna zet je de plant op een koelere plaats neer en na ongeveer 2 maanden zet je de plant weer terug om te genieten van de mooie bloemen. Vergeet niet de plant dan weer regelmatig water te geven.
  • Niet zo veel ruimte? Er zijn steeds meer kleine Phalaenopsis verkrijgbaar.
  • Zelfs de wortels van de Phalaenopsis zijn het bekijken waard, een glazen plantenpot is dus een goed idee.
  • Phalaenopsis wordt door veel mensen als dé orchidee gezien. Alle Phalaenopsis zijn inderdaad orchideeën, maar niet alle orchideeën zijn Phalaenopsis. Andere orchideeën zijn bijvoorbeeld Cambria, Dendrobium, Oncidium en Vanda.
  • Phalaenopsis was een van de eerste tropische bloemen die verschenen in Victoriaanse bloemencollecties.
  • Voor de kust van Taiwan ligt Orchid Island, genoemd naar de Phalaenopsis die er rijkelijk bloeit.

Woonplant van de maand

De Phalaenopsis staat deze maand in het middelpunt van de belangstelling als Woonplant van december 2014. ‘Woonplant van de maand’ is een initiatief van het Bloemenbureau en komt tot stand met financiële steun van de Europese Unie. Maandelijks kiest het Bloemenbureau in overleg met vertegenwoordigers uit de sierteeltsector een plant die het opvallend goed doet bij de consument, of juist (nog) niet zo bekend is, maar wel potentie heeft om het goed te doen in de woonkamer.
Voor meer informatie zie: www.mooiwatplantendoen.nl

Facebook: mooiwatplantendoen
Twitter: @watplantendoen   

Tuinplant van de Maand december: Spar

$
0
0
Tuinplant van de Maand december: Spar

De spar kennen we al sinds jaar en dag als de meest gebruikte kerstboom. Met zijn fijne, een beetje prikkende naalden staat hij in menig huiskamer te pronken. Maar ook in de tuin is de spar een graag geziene, wintergroene conifeer, want dat is het eigenlijk. Door zijn mooie vorm kan de Tuinplant van de Maand december, samen met andere heesters en coniferen, beeldbepalend zijn in de tuin.

Van groot tot klein!

De spar (Picea omorika) is een zeer winterharde naaldconifeer. Wanneer de plant kegels draagt als hij groter is, zullen deze altijd onder aan de takken hangen. Vaak wordt een kerstboom zonder kluit aangeboden waardoor ze op een kruis of kerstboomstandaard geplaatst moeten worden. Steeds vaker zien we kerstbomen met kluit en zelfs miniatuurboompjes van de spar met een mooie conische vorm, de Picea glauca ‘Conica’. De spar kerstbomen zijn er in maten van 50 cm tot vele meters hoog, tot wel 50 meter aan toe. Bepalend voor de sierwaarde is vooral de bezetting van de takken met de naalden (eigenlijk de bladeren) en de vorm van de boom. Soms wil een kerstboom met kluit of een standaard met daarin water het vallen van de naalden nog wel een beetje uitstellen. Als tuinplant is een spar vooral heel bepalend in de tuin. Het aanplanten van een solitaire plant die kan doorgroeien is dan ook aan te bevelen.

Verzorging spar

Met een paar eenvoudige tips blijft de spar gezond en mooi. De spar in de tuin vraagt een vochtige, matig voedselrijke, enigszins zure grond om in geplant te worden en de plant kan zowel in de schaduw als in de vole zon staan.

Het laten hergroeien in de tuin van een spar met kluit vraagt enige zorg. Let bij het aankopen van de spar of er een voldoende grote kluit onder de boom zit en zet de boom bij voorkeur op een kerstboomstandaard met water erin en heesterchrysal. Omdat de planten 3 weken binnen hebben gestaan in droge, warme lucht is de overgang naar buiten niet altijd even gemakkelijk. Een vorstvrije periode is hierbij van belang om de plant in de tuin goed te kunnen laten wortelen. De verzorging van de miniatuur kerstboompjes in huis is vaak veel gemakkelijker. Geef de plant regelmatig water en zet hem op een lichte plek. Hoe koeler de plek hoe makkelijk en langer de plant goed blijft.

Snoeitips spar

Bij de meeste sparren, zeker de dwergsoorten, is het niet nodig te snoeien. Wanneer de grotere maten spar te fors van grootte worden of juist voller moet worden kan de plant wel gesnoeid worden, het beste in het voorjaar (april, mei). Gebruik hiervoor gewoon een heggeschaar en kort het einde van de takken met enkele centimers in. Dan blijft de vorm mooi symmetrisch en goed gevuld.

Meer informatie over Spar en andere tuinplanten vind je op Mooiwatplantendoen.nl.

Tuinplant van de Maand

De spar staat in december als Tuinplant van de Maand in de spotlights. ‘Tuinplant van de Maand’ is een initiatief van Mooiwatplantendoen.nl. Kwekers en groenspecialisten uit de sierteeltsector selecteren op verzoek van Mooiwatplantendoen.nl maandelijks een tuinplant met als doel te inspireren en te enthousiasmeren.

De vlinderorchidee

$
0
0
De vlinderorchidee

Zet de vlinderorchidee op een lichte plek en geef regelmatig water en speciale orchideeënvoeding

Orchideeën vormen een geweldige plantenfamilie. Ze zijn de jongste groep bloeiende planten die op Aarde is ontstaan. Dat werd een groot succes, want ze komen nu bijna overal ter wereld in honderden verschillende geslachten voor. De prachtige vlinderorchideeën (Phalaenopsis) die GroenRijk nu speciaal aanbiedt, vormen daarvan maar een heel klein deel: slechts één geslacht, maar wel met tientallen schitterend bloeiende soorten. Hun vormenrijkdom is enorm. Ze passen zich aan de meest uiteenlopende omstandigheden aan. Vaak wordt gedacht dat de exotische vlinderorchideeën uit een beperkt gebied in Zuidoost-Azië stammen, maar dat is niet zo. Vlinderorchideeën kun je vinden van China in het noorden tot Australië in het zuiden en van het Himalajagebied in Midden-Azië tot de Filippijnen en Papoea-Nieuw-Guinea in het oosten. Qua leefwijze lijken al die soorten vlinderorchideeën vaak totaal niet op elkaar. Het tropische type vlinderorchidee dat je nu bij GroenRijk kunt kopen, leeft in de natuur hoog in de kronen van de oerwoudreuzen. Het zijn zogenaamde epifyten. Maar ze voelen zich in jouw huis ook prima thuis. Het zijn om te verzorgen zelfs heel makkelijke planten en weinig planten bloeien zo lang en mooi (en steeds weer opnieuw!). GroenRijk heeft ze nu in de bloemkleuren wit, roze en paars en met liefst drie bloemtakken in de aanbieding.

 

De verschillende leefwijzen van vlinderorchideeën

De epifytische vlinderorchideeën groeien dus niet in de bodem van het oerwoud, maar ze hechten zich met hun wortelstokken op de takken en vooral in de takoksels van bomen in het (sub)tropische bos. Daar is voldoende zonlicht voor ze. Daar kiemen hun zaden. Ze tasten de bomen zelf niet aan. Ze halen geen voeding uit de sappen van de boom, maar leven van het afval dat zich in de takholtes verzameld: stof uit de lucht en uit regenwater, plantenresten, uitwerpselen van vogels enz.  Ze kunnen dus met heel weinig voedsel toe.  Maar het kan nog extremer: er zijn ook vlinderorchideeën die zelfs in vrij droge rotsspleten groeien. Die soorten komen in Noord-Australië voor. Dat zijn soorten die bijna geen wortels meer hebben, net genoeg om zich in zo’n spleet te verankeren. Al die soorten doen het ook goed in de speciale, ruige orchideeënpotgrond waarin ze worden opgekweekt.

 

Qua bouw zijn ze allemaal hetzelfde

Vlinderorchideeën vormen als hun zaad kiemt, een omhoog groeiende wortelstok waaruit per jaar een of twee grote, vlezige en dikke, groene bladeren verschijnen. Die blijven heel lang aan de plant, maar vallen wel een keer af. Als dat tijdens de bloeit gebeurt, is dat een teken dat je vlinderorchidee aan rust toe is. Dan moet je hem wat koeler zetten. Oudere planten – vlinderorchideeën kunnen heel oud worden – vormen soms wel tot tien bladeren. Vlinderorchideeën vormen geen zogenaamde pseudobulben, dat zijn bolachtige verdikkingen die bij andere soorten soms wel tussen de bladeren verschijnen. De prachtige Phalaenopsis-exemplaren die GroenRijk nu aanbiedt hebben liefst drie bloemtakken. Aan elke tak hebben of vormen ze een bloemtros die gemiddeld wel twee tot drie maanden kan blijven bloeien. Sommige verspreiden ook nog een heerlijke, zachte geur.

 

Eenvoudige verzorging

Zet je vlinderorchidee op een lichte plek, maar niet in de volle zon. Dus niet vlak achter een raam op het zuiden, waar het erg heet kan worden. Zet hem dan liever iets verder van het raam af. Gewone kamertemperaturen – 18-22 °C – voldoen prima. Ook een gewone luchtvochtigheid – 40-50% – is goed genoeg. Geef maximaal eenmaal in de week (of eenmaal per negen dagen) matig water. Geef pas opnieuw water als de potgrond bijna droog aanvoelt. Giet doorlekkend, overtollig water af. Vlinderorchideeën hebben een hekel aan langdurig natte voeten. Ze hebben ook maar weinig voeding nodig. Eenmaal in de maand wat speciale orchideeënvoeding in het gietwater is genoeg. Als een stengel is uitgebloeid, kun je hem op 20-25 cm boven de potgrond (boven het derde oog op de stengel) afsnijden. Dan vormt zich weer een nieuwe stengel die opnieuw tot bloei komt. Vlinderorchideeën kunnen vaak bijna eindeloos doorbloeien. Als een plant blad laat vallen, is dat een teken dat hij aan rust toe is. Zet hem dan wat koeler weg en geef matig water tot hij weer nieuwe bloeistengels begint te vormen. Die verschijnen vanuit de oksels van de bladeren. Dan weer lichter zetten. Al die tijd wel gewoon matig water blijven geven. Na enkele jaren kan het nodig zijn je plant te verpotten in een iets grotere pot. Doe dat dan in verse, al genoemde, ruige orchideeënaarde. GroenRijk heeft die ook voor je.

 

De naam Phalaenopsis

Deze naam betekent eigenlijk ‘op een vlinder lijkend’. Het Griekse phalaina betekent ‘mot’ of ‘vlinder’ en opsis betekent ‘lijkt op’. Het Nederlandse ‘vlinderorchidee’ is dus helemaal niet zo gek. In veel omschrijvingen kom je tegen dat de bloemen in de natuur – als ze door de wind worden bewogen – wel wat op rondfladderende vlinders lijken. Ze worden overigens ook wel maanorchideeën genoemd. De herkomst van die naam is onduidelijk.

 

TIP

Vlinderorchideeën doen het prima in normale omstandigheden in je woonruimte. Maar als de lucht er heel droog is – minder dan 40% op de hygrometer – kunnen jonge bloeiknopjes uitdrogen. Voorkom dat door ze dan zo nu en dan met een fijne nevel te besproeien.

 

In kort bestek

De prachtige vlinderorchideeën (Phalaenopsis) behoren tot de unieke soorten exotische orchideeën die meer bloeitakken per jaar kunnen geven. GroenRijk biedt ze nu aan met liefst drie bloeitakken. Kleurkeuze: wit, roze en paars. Grote bloemen. Ze doen het prima in normale huiskamercondities. Iedere bloemtros kan twee tot drie maanden bloeien. Fantastisch mooie, eenvoudig te verzorgen, uiterst dankbare planten.

 

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl

Goudpalm

$
0
0
Goudpalm

De bladeren van de goudpalm hebben een luchtzuiverende werking

De goudpalm (Dypsis lutescens, ook wel Chrysalidocarpus lutescens genoemd) is een omhoog gerichte vederpalm met prachtige, heldergroene, geveerde bladeren. De plant wordt meestal goudpalm genoemd, maar soms ook wel ‘Areca-palm’ of  ‘vlinderpalm’ (vertaling van de Engelse naam ‘Butterfly Palm’). Internationaal worden ook de  namen ‘Bamboo Palm’, ‘Golden Cane Palm’ en ‘Yellow Palm’ wel gebruikt. Deze vederpalm komt oorspronkelijk van het Afrikaanse eiland Madagascar, waar de planten in bosjes bij elkaar groeien in de kustgebieden. Daar kan hij wel 6-12 m hoog worden en vertakken de stammen zich soms. Hij vormt er sierlijk overhangende bladeren van wel 2-3 m lang. Als kamerplant in onze huizen blijft hij veel kleiner (groeit dan tot hoogten van ca. 150-200 cm en ook de bladeren worden veel minder lang: tot 100 cm). Hoewel de plant ook Areca-palm wordt genoemd is het geen Areca-soort, maar is het de enige soort in het geslacht Dypsis. De echte Areca-soorten komen vooral in Azië voor. De vederpalm waar we het hier over hebben, lijkt sterk op die Aziatische Areca-soorten en is er heel in de verte ook familie van is (hij behoort tot de familie van de Arecaceae). Officieel is de naam Dypsis lutescens. Maar de plant wordt vaak nog als Chrysalidocarpus lutescens  aangeboden, want zo heeft de goudpalm ook een tijdje officieel geheten. Deze varen heeft een uitstekende luchtzuiverende werking (Air so Pure).

De goudpalm groeit langzaam en vormt een uitdijende bos opgaand groeiende stengels die vanuit de wortels verschijnen en op de langen duur echte stammetjes kunnen vormen (maar dat duurt echt heel lang). Een goudplant kan heel oud worden. In onze woonkameromstandigheden groeit hij gemiddeld een aantal centimeters per jaar en zal hij regelmatig oude bladeren afstoten en nieuwe vormen. Op de stammetjes die zich vormen blijven de aanhechtingen van de oude bladeren als een soort lidtekens achter. Heel decoratief. In tropische en subtropische gebieden is het een graag geziene tuinplant die zich makkelijk aan allerlei omstandigheden aanpast. Bij ons is het een prachtige kamerplant die in ieder interieurtype past (modern en klassiek), maar ’s zomers naar buiten mag. Het is uiteraard een tropische plant. Hij verdraagt geen temperaturen beneden de 13 °C (ook ’s nachts niet). De beste temperatuur voor de goudpalm ligt tussen de 18 en 24 °C. Gewone kamertemperaturen zijn dus prima.

 

Eenvoudige verzorging

De goudpalm staat graag licht, maar niet de hele dag in de felle zon. De temperatuur op de standplaats mag dus niet te laag worden, maar te heet is ook niet goed. ’s Winters kan de plant wel de volle zon hebben. De lichtsterkte is dan veel minder. Zet hem ‘s winters dus gerust in een verwarmde serre waar de volle zon op staat, maar ’s zomers zal daar moeten worden geschermd. Als je hem ’s zomers buiten zet, moet je hem ook op een plek zetten waar niet de hele dag de volle zon op staat. Zorg dat de potkluit altijd vochtig blijft (ook ’s winters). De plant houdt niet van ‘natte voeten’, maar geef wel royaal water op de wortels en laat dat rustig uitlekken. Dat lekwater kun je dan naderhand weggooien of bij andere planten geven. Een flinke pot met onderschotel is bij deze plant daarom heel handig. Pas de watergift afhankelijk van de heersende temperatuur een beetje aan. Bij wat lagere temperaturen minder water geven. Een volwassen  plant verdampt als hij wat ‘groter is gegroeid’ (hij zal dan ca. 180 cm hoog zijn en in een pot van minstens 40 cm doorsnee moeten staan) gemakkelijk één liter water per dag bij normale kamertemperaturen. De goudpalm is daardoor ook een uitstekende luchtbevochtiger (maar dan moet hij zelf wel voldoende water krijgen natuurlijk). Geef je goudpalm om de paar jaar een ruimere pot en vul de ruimte rond de wortelkluit dan aan met verse, voedzame potgrond. Geef in de groeiperiode van de plant (van voorjaar tot herfst) om de veertien dagen wat vloeibaar plantenvoedsel in het gietwater (kies in dit geval plantenvoeding voor groene planten). Een goede luchtvochtigheid wordt ook op prijs gesteld, dus zo nu en dan lekker even het blad besproeien is prima. Daarmee haal je ook het stof van het blad waardoor hij nog beter kan ademen en de lucht zuiveren! De goudpalm is een sterke plant. Als je hem verzorgd zoals beschreven, kan hij generatieslang mee gaan.

 

Opvallende bloei

Hoewel de goudpalm als groene design- en bladplant wordt beschouwd, kan hij wel degelijk prachtig bloeien. Tussen de grote bladeren (met wel 40-60 smalle deelbladen aan weerszijden van de middennerf) verschijnen dan trossen gele bloemen die daarna besachtige vruchten vormen waar in de tropen vogels graag van eten (dat kan dus ook gebeuren als je de plant ’s zomers buiten zet). Uit de bessen kun je ook nieuwe planten opkweken. De kwekers vermeerderen de planten meestal door jonge grondscheuten los te nemen en apart op te kweken.

 

Een echte luchtzuiveraar

De goudpalm staat erom bekend dat hij vervuilde licht zuivert door de ongewenste deeltjes eruit te filteren. Het is wat dat betreft zelfs een van de best werkende planten. Om die reden is deze palm ook heel geschikt om in kantoor- en andere werkomgevingen te worden toegepast. De plant neemt de onzuivere deeltjes uit de lucht via het blad op en maakt daar onder andere bouwstof voor zichzelf van. Hij heeft er zelf geen last van. Heel bekend is dat de goudpalm met name gasvormige stoffen zoals xyleen en tolueen, benzeen en formaldehyde uit de lucht wegzuivert. Dit is o.a. gebleken uit onderzoek door de NASA. Deze palm komt qua luchtzuivering als beste uit de bus in het boek ‘How to Grow Fresh Air’ van NASA-onderzoeker dr. B.C. Wolverton die tientallen planten heeft getest voor toepassing in afgesloten ruimten met circulaire luchtzuivering, zoals in ruimtestations. Als tweede eindigde de stokpalm (Rhapis excelsa).

 

Echte Areca-palmen zijn er dus ook

Nederlanders met een Indische achtergrond kennen nog wel een echte Aziatische Areca-soort, namelijk de betelpalm (Areca catechu) die in Indonesië overal is te vinden. Het is de palm die bij het ‘sirih-pruimen’ wordt gebruikt. Daarvoor worden de betelnoten  fijngehakt met wat kalk en andere stoffen (gambir) in een stukje betelblad verpakt. Daar wordt op gekauwd. Het heeft een opwekkende werking, maar het kleurt de tanden rood.

 

TIP

Combineer – als je daar de ruimte voor hebt – met andere prachtige palmen voor nog meer exotische sfeer: Chamaedorea, Howea, Phoenix, maar ook Microcoelum zijn heel geschikt!

 

In kort bestek

De goudpalm (Dypsis lutescens, ook wel Chrysalidocarpus lutescens genoemd) uit Madagascar is een prachtige design-plant voor je living en werkplek, die de lucht zuivert van schadelijke stoffen. Deze omhoog groeiende, tropische, altijdgroene palm kan ook met grote gele trossen bloeien en vormt sierlijke, veerachtige bladeren van wel een meter. Hij kan een hoge leeftijd bereiken en de verzorging is eenvoudig. Past in elk interieur (klassiek of modern).

 

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl

Woonplant van de maand januari: Ficus benjamina

$
0
0
Woonplant van de maand januari: Ficus benjamina

Ficus benjamina is de woonplant van de maand januari. Groot, groen, effen, gevlamd – met Ficus benjamina haal je een geweldige binnenboom in huis om je door de donkere maanden te helpen.

Groene reus 

Om de leegte die je kerstboom heeft achtergelaten een beetje te vullen heb je aan Ficus benjamina een topper. Deze mooie, groene plant heeft vele gezichten en is zowel verkrijgbaar met een volle kruin vol kleine blaadjes als een wat meer gestileerde plant met groter blad. Het is ook nog eens een prima huisgenoot, want Ficus staat in de Top 10 van luchtzuiverende planten in een onderzoek van NASA. Bovendien is het een makkelijke plant, waar je amper omkijken naar hebt. Wel lekker warm inpakken als hij vanuit de winkel met je mee naar huis mag, want als subtropisch type is het een béétje een koukleum.  

Trendy groenmaker 

Ficus biedt niet alleen keuze uit verschillende kleuren groen en tekeningen van het blad. De plant wordt ook aangeboden met spannende stammen: spiraal, dubbele spiraal, koker, gevlochten, recht. Dat maakt hem niet alleen een echte blikvanger, maar ook een leuke dwarsligger die prima past de huidige interieurtrend vol opvallende en speelse vormen.  

Sterke uitstraling 

Wie zoekt naar een mooie groene persoonlijkheid, heeft aan Ficus een makkelijke huisvriend die jarenlang met je meegroeit. Door de speciale luchtzuiverende werking is het ook een ideale kantoorplant en het formaat maakt Ficus in een rijtje een effectieve binnenhaag of roomdivider. Heel hip is de plant presenteren in een verrassende pot, bijvoorbeeld een kunststof binnenpot met een geborduurde hoes of een pot met spannend reliëf. 

Verzorging Ficus benjamina

  • Ficus benjamina staat graag op lichte of halflichte plek en heeft een hekel aan tocht. 
  • De pot af en toe een kwartslag draaien laat de ficus mooi recht groeien. 
  • Zorg dat de potkluit niet uitdroogt, ficus houdt van lichtvochtige grond.  
  • Ficus houdt van eens per maand wat kamerplantenvoedsel bij een gietbeurt. 
  • Zet de plant gerust af en toe onder de douche of in een zomerse regenbui om het stof eraf te spoelen. 

Tropische beauty 

Ficus behoort tot de moerbeifamilie en groeit in het wild in Zuidoost-Azië en Australië. Daar kunnen ze tot wel 30 meter groot worden, binnen blijven ze een stuk handzamer. Het is één van de meest beschreven planten ter wereld. Er zijn ruim 800 soorten bekend en er wordt geschat dat er meer dan 3000 variëteiten bestaan. Omdat het zo'n mooie en makkelijke huisgenoot is, is het ook een van de populairste woonplanten ter wereld. 

Ficus trivia 

  • Op een Ficus benjamina kun je bonsaitechnieken uitleven, om de vorm nóg spannender te maken. 
  • De plant heeft beroemde familieleden, zoals de Ashvattha (‘Heilige ficus’). Door de bijzondere groeiwijze van deze ficus (wortels die naar boven groeien en takken naar beneden) worden aan deze variant bijzondere krachten toebedeeld.
  • Ficus is een van de eerste planten die zo'n 11.000 jaar geleden vanuit Azië in Europa werd gekweekt, voor de landbouw. 
  • In de zomer kan Ficus bij rustig weer het terras of het balkon op.
  • Ficus heeft zowel in het Boeddhisme als het Hindoeïsme een speciale spirituele betekenis en heeft ook als woonplant een inspirerende, rustgevende uitstraling. 

 Woonplant van de maand

Ficus benjamina is Woonplant van januari 2017. De 'Woonplant van de maand’ is een initiatief van Bloemenbureau Holland. Maandelijks kiest het Bloemenbureau in overleg met vertegenwoordigers uit de sierteeltsector een plant die het opvallend goed doet bij de consument, of juist (nog) niet zo bekend is, maar wel potentie heeft om het goed te doen in de woonkamer. 

Tuinplant van de maand Januari: Winterheide

$
0
0
Tuinplant van de maand Januari: Winterheide

De tuinplant van de maand januari is de Winterheide. Wie wel eens op de heide komt voor een heerlijke wandeling herkent vast het mooie, bijna oneindige tapijt van kleurige bodembedekkende planten met bloemetjes. Dat is Winterheide. Deze plant geeft in koude maanden veel kleur in de natuur, in de tuin of op het terras. Daarnaast is Winterheide ook na de bloei jaarrond een sieraad in de tuin. Groenblijvend, bodembedekkend en gemakkelijk!

Het geslacht Wintereide (Erica) behoort tot de familie van de Ericaceae net als de Calluna, Pieris, Rhododendron, Azalea of Gaultheria. Mooie planten om met elkaar te combineren omdat ze vrijwel dezelfde groeiomstandigheden en verzorging nodig hebben. De soorten Winterheide die in januari verhandeld worden zijn winterhard en ruim verkrijgbaar bij tuincentra, bloemenwinkels of bouwmarkten. De belangrijkste twee soorten Erica carnea (sneeuwheide) en Erica x darleyensis (dopheide) bloeien van december tot maart/april. De Erica carnea is wat compacter en de Erica x darleyenis is wat losser van groeiwijze.

Winterheide is mooi om in groepsbeplanting in borders of potten te gebruiken. De kleuren zijn roze, lila of wit. Naast de kleur van de bloemetjes kan ook het blad verschillend van kleur zijn. Groen, geel, oranje en bronskleurig zijn opvallende verschijningen.

Verzorging Winterheide

Belangrijk is dat de grond vochtig is en goed doorlatend. De planten doen het goed in de volle zon maar ook bij half schaduw. De planten laten zich graag combineren met andere zuurminnende planten als coniferen en planten uit de familie van de Ericaceae. Bruine, uitgebloeide bloemetjes kun je verwijderen door even je hand door de plant te halen. Dit zorgt ervoor dat de planten mooi blijven.

Snoeitips Winterheide

Op de heide spelen schapen een belangrijke rol om de planten kort te houden. Ze vreten de topjes van de planten, een soort snoeien dus. Het 'korthouden' van Winterheide in de tuin is dan ook een goed idee. Als de heide niet regelmatig wordt gesnoeid ontstaan alleen bloemen op lange houtige takken. Ze zijn dan minder mooi van vorm en missen hun mooie compacte bodembedekkende eigenschappen na verloop van tijd. Snoeien kan het beste in april of mei.

Meer informatie over Winterheide en andere tuinplanten vind u op Mooiwatplantendoen.nl

 

Kentiapalm

$
0
0
Kentiapalm

De kentiapalm is een sterke, prachtige, makkelijk te verzorgen tropische palm

De kentiapalm – er zijn twee nauwverwante soorten – is een tropische palm die stamt van het paradijselijke Australische eiland Lord Howe in de Stille Oceaan (tussen Australië en Nieuw-Zeeland). Beide soorten – meer Howea-soorten zijn er niet – lijken sterk op elkaar. Ze vormen een stam en donkergroene, geveerde bladeren. Bij de iets kleinere soort Howea belmoreana worden die tot 45 cm lang, maar bij de grotere soort Howea forsteriana, die GroenRijk nu speciaal aanbiedt, gaat de bladsteellengte wel tot 90 cm en bij de breed uitwaaierende geveerde bladeren zijn de deelbladeren 2-3 cm breed en tot wel 60 cm lang. Deze bladplanten koop je nu 95 cm hoog en met meer stammetjes bij elkaar in een kweekpot met een doorsnee van 19 cm. Elegante prachtplanten die langzaam groeien en heel oud kunnen worden.

 

De meest gekweekte soort

Howea forsteriana is de meest gekweekte soort omdat deze de minste verzorging nodig heeft. Als de beide hierboven genoemde soorten nog jong zijn, zijn ze moeilijk van elkaar te onderscheiden. Kleine verschillen zijn dat de stammetjes bij H. forsteriana onderaan niet verdikt zijn en de geveerde bladeren vertonen aan de onderzijde geschubde plekjes. Meer verschil is er niet, behalve  – na heel wat jaren – de uiteindelijke grootte: ze kunnen allebei tot zo’n 2,5 m hoog worden, maar H. forsteriana kan dan ook wel tot 3 m breed zijn. Kentiapalmen groeien langzaam en hoeven daardoor maar om de drie jaar te worden verpot. Je moet daarvoor een type pot gebruiken dat hoger is dan breed, anders kunnen de wortels onvoldoende ‘uit de voeten’. Potten breder dan 30 cm zul je nooit nodig hebben. Verpot je kentiapalm laat in het voorjaar in normale standaardpotgrond. GroenRijk heeft alle benodigde materialen voor je in voorraad.

 

De beste verzorging

Omdat dit een van de sterkste, altijdgroene palmsoorten voor binnen is, is de verzorging ook heel makkelijk. Je kunt Howea forsteriana een plek geven die licht tot iets meer beschaduwd is. Volle zon vlak bij een raam is niet nodig, maar ook dat verdraagt hij. Die flexibiliteit is een van de redenen waarom binnenhuisbeplanters en kantoortuininrichters deze plant zo graag gebruiken. Overigens stoppen kentiapalmen met groeien als ze te donker staan. Andere redenen voor de voorliefde voor deze soort zijn dat deze soort heel weinig last heeft van ziekten en plagen en dat het een heel goede luchtzuiveraar is. Bovendien verdraagt de plant vrij veel stof op het blad. Toch is het goed om de kentiapalm zo nu en dan lekker in de regen buiten te zetten, of het met lauw water te douchen. Het blad blijft dan mooi frisgroen. Spons de bladeren nooit af met een zogenaamd bladglansmiddel. Dat kan ze beschadigen. Als er geen kans op nachtvorst meer is, mag je kentiapalm trouwens de hele zomer buiten staan. Maar als hij binnen nogal donker stond, moet je hem dan wel aan het felle licht buiten laten wennen. Zet hem dan eerst op een bewolkte dag buiten en liefst ook eerst op een schaduwplek waar niet de hele dag de volle zon op staat. Kentiapalmen doen het goed bij normale kamertemperaturen, maar – het zijn tenslotte tropische planten – lagere temperaturen dan 13 °C verdragen ze niet. Ze vragen vrij veel water. Zorg dat de potkluit steeds vochtig blijft. De kweekpot mag niet in het water staan. Voor deze planten is een sierpot (met een drainagegat onderin) op een onderschotel het meest ideaal. Dan kun je een doorlekkend teveel aan gietwater zo nodig zelfs afgieten en kunnen de wortels niet gaan rotten. GroenRijk heeft de juiste potten voor je. Als de planten in rust zijn – tijdens de winterperiode – minder water geven. Als je ziet dat de groei weer begint, meer gaan gieten. Geef tijdens de groei om de twee weken wat vloeibare plantenvoeding in het gietwater of gebruik voedingsmiddelen die je bij de wortels in de potgrond steekt en die voeding afgeven als de plant erom vraagt. Ook die middelen heeft GroenRijk voor je. Makkelijk, dan hoef je alleen nog maar te gieten. Hoewel kentiapalmen lage luchtvochtigheden goed verdragen, is juist zo’n pot met onderschotel wel prettig voor ze, omdat daarop regelmatig wat water staat dat dan vlakbij de plant verdampt en zo de luchtvochtigheid rond de palm wat verhoogt.

 

Een prima luchtzuiveraar

Samen met o.a. de goudpalm (Dypsis lutescens) en de stokpalm (Rhapis excelsa) is deze kentiapalm (Howea forsteriana) een van de beste luchtzuiveraars. De plant haalt met zijn ademhaling (via de bladeren) vervuilende deeltjes en gassen uit de lucht en gebruikt die stoffen voor zijn groei. Per dag gaan er heel wat liters lucht door de bladeren heen: vuil erin en zuiver (met zuurstof) eruit. De kentiapalm is dus niet alleen heel mooi, maar ook nog eens heel goed voor je gezondheid.

 

Tropische uitstraling

Bijna alle palmen groeien uitsluitend in de tropen en subtropen.  De palmsoorten die bij ons vooral als kamerplanten binnenshuis worden toegepast, zijn niet de echte, hoge, boomvormige stamvormers die iedereen wel kent. Het zijn vooral soorten die onvertakt laag en struikvormig groeien of waarbij aan lage stammen hele bossen bladstelen ontspringen. Kentiapalmen behoren tot die laatste groep. Overigens zijn er meer dan 3400 soorten palmen bekend. Alle palmen hebben één ding gemeen: hun stammen of stammetjes hebben maar één groeipunt: de eindknop. Als die wordt beschadigd of verwijderd, sterft zo’n stam af. Daarom mag je als je dat nodig vindt, wel enkele bladeren verwijderen, maar je moet nooit de stammen gaan snoeien.

 

TIP

Kentiapalmen kunnen uiteraard bloeien en dus ook vruchten dragen, maar bij de potplanten komt dat zelden of nooit voor. Beschouw deze palmen dus maar als echte design- en elegante bladplanten. Je haalt er een vakantiesfeer mee in huis. Ook zonder te bloeien zijn ze fantastisch.

 

In kort bestek

GroenRijk heeft nu prachtige, elegante, tropische kentiapalmen (Howea forsteriana) van hoge kwaliteit in de aanbieding (potdoorsnee 19 cm; hoogte 95 cm). Deze palmen verdragen veel schaduw, maar ze mogen ook in de volle zon staan. Ze zijn heel makkelijk te verzorgen, kunnen heel oud worden en zuiveren de lucht in je living of op je werkplek. Zomer en winter groen. Ze mogen ’s zomers ook buiten staan. Ideale, sterke designplanten in elk type interieur.

 

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl


Peperomia's

$
0
0
Peperomia's

Peperomia’s zijn makkelijke, trendy kamerplanten

Peperomia’s hebben geen aparte, eigen, Nederlandse naam. Het zijn dus gewoon (op z’n Hollands) peperomia’s. De Duitsers noemen deze planten Zwergpfeffers (dwergpepers). Je kunt het ook niet over dé peperomia hebben, want er bestaan in de natuur meer dan 1000, misschien wel 1500 verschillende soorten. Ze komen in alle tropische en subtropische streken van de wereld voor, maar het overgrote deel stamt uit Midden-Amerika en het noorden van Zuid-Amerika.  Het zijn bijna allemaal leuke, ’s winters groenblijvende, maar lang niet altijd alleen maar groen gekleurde, vrij kleine planten. Meestal worden ze niet hoger dan zo’n 30 cm. Ze hebben soms betrekkelijk dikke, stevige stengels en vlezige bladeren, soms ook dradige, hangende stengels. Bij sommige, weinig gekweekte soorten zitten daar heel merkwaardige, glasachtige, doorzichtige delen (de zogenaamde ‘raampjes’) in. Niet bij de cultivars die GroenRijk nu aanbiedt overigens. Peperomia’s zijn voornamelijk epifyten, dus vaste planten die in de oerwouden op rottende, vermolmde houtresten en plekken met plantaardig afval groeien. Dat kan ook op nog levende planten en in boomkruinen zijn. Ze tasten de levende planten waarop ze groeien, niet aan. Het zijn dus geen parasieten. De meeste Peperomia’s zijn in ons klimaat kasplanten die vrij hoge luchtvochtigheden nodig hebben, maar gelukkig zijn er uitzonderingen die het in de normale omstandigheden in huis prima doen. Dat zijn voornamelijk cultivars van twee soorten: Peperomia clusiifolia en P. obtusifolia. En die heeft GroenRijk nu in diverse schitterende vormen, bladkleuren en bladmaten en inclusief de potten voor je klaar staan.

 

Familie van de pepers (de Piperaceae)

Of deze planten – of delen ervan – scherp kruidig smaken, weten we niet en dat gaan we ook maar niet proberen, maar familie van de bekende witte, zwarte, rode en tal van andere pepersoorten die we in de keuken gebruiken (Piper) zijn ze wel. Piper en Peperomia zijn zelfs de enige twee geslachten binnen de familie van de Piperaceae (van ‘pippali’, het Sanskriet-woord voor ‘lange pepers’). De meeste peperomia’s zijn van het vlezige type met vrij dikke, ovale tot hartvormige blaadjes die glad of gekreukeld kunnen zijn, groen en gestreept, gemarmerd of gevlekt. De bladkleuren kunnen ook sterk variëren: van bleekgroen tot donkergroen, maar ook felgroen, rood, geel en grijs komt voor. Bij sommige zijn de bladstelen rood. Bij de typen met hartvormig blad zit de steelaanhechting vaak iets uit het midden van het blad. Hoewel ze vooral als bladplanten worden gezien, is de bloei ook heel apart en prachtig om te zien. Ze vormen smalle, slangachtige, conische bloeikolven die zonder schutbladen boven de bladeren uitsteken. Iedere bloeikolf is bezet met honderden minieme bloempjes. Meestal zijn ze gelig wit tot geel en zelfs bruin. Bijzonder en mooi!

 

Een speciale selectie om uit te kiezen

GroenRijk heeft een prachtige selectie peperomia’s voor je klaar staan. Het gaat om internationaal geliefde cultivars van de soorten Peperomia clusiifolia en P. obtusifolia. P. clusiifolia is een vaste plant uit het Caribisch gebied (West-Indië). De soort P. obtusifolia komt in allerlei vormen voor in tropisch Zuid-Amerika, Midden-Amerika, naar het

noorden toe tot in Mexico en ook in het Caribisch gebied. Het zijn allemaal opgaand groeiende sterke vaste planten met stevige stelen en heel mooi blad. GroenRijk biedt nu een aantal selecties aan die gekweekt zijn in potten van l2 cm doorsnee, vol in het blad en tot 30 cm hoog. De gezondheid straalt ervan af. En – heel belangrijk – ze zijn groenblijvend, dus het hele jaar door mooi.

Er staan rassen voor je klaar met relatief groot, vlezig, volgroen, glad en glanzend blad, soms met een vage nerftekening, andere rassen zijn groen en kleinbladig (heel mooi!) of fraai getekend grijs met rode bladonderzijden. Prachtig om uit te kiezen en mee te combineren. De sierpotten waar ze in staan horen er bij aankoop bij. Ook leuk als cadeau! Het zijn inmiddels zeer trendy planten die helemaal passen bij de rustieke of zelfs industriële onopgesmukte woonsfeer van nu, maar ook in een klassiek interieur. Er zijn liefhebbers die er hele collecties van aanleggen en constant op zoek zijn naar nog meer soorten.

 

De verzorging

Al deze planten groeien binnenshuis makkelijk en vragen weinig zorg. Je kunt de planten in hun sierpotten – dus zoals je ze koopt – direct op een lichte plek zetten, maar liever niet in fel zonlicht. Hoe lichter de plek, des te sprekender de bladkleuren zich ontwikkelen. Dat geldt vooral voor de bonte cultivars. Matig gieten. Doe dat zo: geef steeds opnieuw water als de potgrond droog aanvoelt. De planten verdragen tijdelijke droogte, maar als het te lang duurt kunnen ze hun blad verliezen. Geef eens per maand wat vloeibare plantenvoeding in het gietwater (kies voeding voor bladplanten). Mocht je je peperomia’s willen overpotten, doe dat dan liefst in het voorjaar (als de groei weer begint). Herplant ze in gewone, iets zandige, goed doorlatende potgrond. Peperomia’s vinden het niet erg als ze een beetje nauw in hun pot komen te staan doordat de wortels verder uitgroeien. Dus je hoeft ze niet zo snel te verpotten. Er zijn liefhebbers die de – naar ons idee ook heel aardige – bloeikolven wegknippen omdat ze vooral van de bladeren willen genieten.

 

TIP

Peperomia’s zijn tropische planten. Ze verdragen geen lagere temperaturen dan ca. 13 °C. Gewone kamertemperaturen zijn prima. Als het erg warm en droog is in de kamer, is zo nu en dan even besproeien prima.

 

In kort bestek

GroenRijk biedt deze week een bijzondere selectie Peperomia’s aan: kleine kamerplanten met prachtig, vlezig, groen of roodbont blad uit (oorspronkelijk) vooral tropisch Midden- en Zuid-Amerika. Ze zijn heel makkelijk te verzorgen, passen in de meest moderne tot zelfs klassieke interieurs, vragen weinig en geven veel. Hoewel het bladplanten zijn, kunnen ze ook heel verrassend bloeien. Echte aanraders! .

 

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl

Lentebloeiers

$
0
0
Lentebloeiers

Deze prachtige lentebloeiers hebben weinig water nodig

Vrolijke, mooie bolgewasjes per soort op pot gekweekt! Kies maar uit! Het is al lente bij GroenRijk. Wat een kleurenfeest!  Daar wil je in jouw huis ook van genieten. Ze kunnen buiten staan (op het terras of balkon), maar daarvoor is het vaak nog net te koud. Je hebt er niets aan als de bloemen bevriezen! GroenRijk biedt je de keuze uit verschillende soorten nu bloeiende bolletjes. Kies voor witte, roze of blauwe heerlijk geurende hyacintjes (Hyacinthus), voor gele narcisjes (Narcissus) of blauwe druifjes (Muscari ). Of neem ze allemaal! Mooiere kleur en lekkerder bloemengeur kun je nu in je huis niet krijgen. Bloeiende bolgewasjes zijn echte voorboden van heerlijk voorjaarsweer en zon. Precies wat je nu nodig hebt. Je kunt er natuurlijk ook iemand anders blij mee maken. Zo’n bloeiend potje bolletjes is een maar wat graag gekregen (en gegeven) cadeau! Helemaal als je er een leuk sierpotje bij doet. Voordelige keus genoeg bij GroenRijk.

Witte, roze of blauwe hyacinten

Heerlijk om je kamer ook met geur op te fleuren! Zo’n potje met hyacinten is prachtig en je hele huis kan ernaar geuren. In elk potje bloeien drie bollen. De bolletjes steken in het potje altijd voor een deel boven de grond uit. Dat hoort zo bij hyacinten. De kwekers hebben de ingeplante bolletjes eerst zes weken op een donkere plek gehouden bij een temperatuur van maximaal 10 °C. In die periode zijn ze goed beworteld in vochtige grond. Daarna hebben ze de planten heel geleidelijk aan meer licht laten wennen en werd de grond nog steeds vochtig gehouden. Ze hebben koel gestaan tot er bloemknoppen zichtbaar werden. Daarna zijn ze warmer en nog lichter gezet. Dat zijn ze nu dus gewend. Zet je potje met hyacinten daarom ook thuis op een lichte plek in je warme kamer. De heerlijke bloemengeur zal dan door de hele ruimte trekken. Zorg dat de grond in het potje steeds iets vochtig blijft. Niet te nat maken. Je zult wekenlang plezier hebben van de bloemen. Als de bolletjes uiteindelijk  zijn uitgebloeid, kun je het potje op een minder prominente, maar wel lichte plek zetten tot je de bolletjes in het voorjaar (als de kans op vorst is geweken) buiten in de tuin uitplant. Bij witte hyacinten hebben de bollen een wat wittige huid, bij de andere bloemkleuren zijn ze bruiner. Voor kamercultuur zijn ze niet meer te gebruiken, maar in de tuin kunnen ze het voorjaar erop weer bloeien, al zijn ze dan vaak wat minder mooi. Om die reden worden de planten na de bloei vaak weggedaan. De bolletjes hebben namelijk de neiging om qua bloei naar de wilde vorm terug te gaan. Dat betekent: minder bloemetjes (die worden ‘nagels genoemd’) aan de stelen. De bloempjes zitten dan ook verder uit elkaar. Laat na de bloei de gootvormige bladeren in alle rust vergelen en afsterven als je de bollen een langer leven gunt. Als dat kan, gaat alle reservevoeding die in de bladeren zit opgeslagen namelijk naar de bol om te overleven.

 

Op glas?

Hyacinten werden vooral vroeger ook wel op speciale hyacintenglazen met water in bloei gebracht. Hier en daar zijn die glazen nog wel te koop. Maar het in bloei krijgen lukt alleen met daarvoor speciaal geprepareerde bollen en je had er al in oktober mee moeten beginnen om ze in deze tijd te zien bloeien. Dan maak je het jezelf met zo’n kant-en-klaar op pot gekweekt trio bloeiende hyacintenbollen van GroenRijk toch wel een stuk makkelijker. 

 

Gele narcisjes

Dat zijn heel vertederende bolgewasjes. Prachtige dwergnarcisjes met kleine trompetjes die behoren tot een van de vele narcissengroepen waarvan de bloemen lekker zoet geuren. Narcissus jonguilla ‘Trivithian’ is een goed voorbeeld, maar er zijn ook andere soorten en rassen waarbij de bloemen volgeel zijn. Het meest bekend zijn de grote gele trompetnarcissen zoals ‘Dutch Master’ en ‘Golden Harvest’, maar dat zijn soorten voor buiten. De sierlijke gele narcisjes die GroenRijk nu aanbiedt, staan in huis graag licht en je moet de potgrond iets vochtig houden. Na de bloei kun je ook deze bolgewasjes in het voorjaar in de tuin planten, maar ze zijn iets minder winterhard dan hun grote neven. Plant ze op een vochtig plekje waar niet de hele dag de zon op staat. Ze zullen er vanzelf verwilderen en zich vermeerderen. Als je ze een goed winterdek geeft (boven de in de grond overwinteren bollen) zullen ze nog jarenlang heel elegant en schitterend bloeien.

 

Blauwe druifjes, ook druifhyacintjes genoemd

Als blauw je lievelingskleur is, kies je natuurlijk voor het potje met blauwe druifjes. De bloemtrosjes lijken inderdaad wel iets op omgekeerde trosjes miniatuurdruiven. De meest bekende soort is Muscari armeniacum uit Macedonië, Roemenië en de Kaukasus. In het wild en in de tuin bloeit dit lieflijke bolgewasje in april-mei. Er zijn tal van cultivars uit ontwikkeld, ook wit bloeiende, maar de meeste hebben een blauwe tint behouden. De bolletjes in het potje hebben een speciale behandeling van de kweker gekregen. Daarom bloeien ze nu al. De bloempjes kunnen heel licht geuren. Houd ook bij de blauwe druifjes de grond in het potje iets vochtig (een paar keer per week even met je vinger voelen en water geven als dat nodig blijkt). Zet het potje op een lichte plek. Ook deze bolletjes kun je, als ze zijn uitgebloeid, in het voorjaar in de tuin planten en daar laten verwilderen. Dan kun je ook van blauwe druifjes nog jaren plezier hebben. Een plek in lichte schaduw bij heesters is in de tuin prima.

 

TIP

Zet de bloeiende potjes in huis zo neer dat je de zoete bloemengeuren goed kunt ruiken. Sommige geuren zijn heel licht, maar heerlijk.

 

In kort bestek

Het voorjaar begint nu al met bloeiende bolgewasjes voor in huis. Bijvoorbeeld met potjes bloeiende blauwe druifjes (Muscari). GroenRijk heeft nu ook potjes heerlijk geurende witte, roze of blauwe hyacinten en lieflijke, kleine trompetnarcisjes voor je. Heel makkelijk te verzorgen en de bolletjes kun je later in de tuin laten verwilderen. Voor echte meeneemprijsjes! Ook leuk als cadeau!

 

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl

Tuinplant van de maand februari: Voorjaarsbollen op pot

$
0
0
Tuinplant van de maand februari: Voorjaarsbollen op pot

Met voorjaarsbollen op pot vervroeg je het voorjaar in de tuin en in de huiskamer. Want wanneer het eerste beetje warmte zich aandient, schieten de bloemen uit het bolletje en groeien uit tot vrolijke, heerlijk geurende lentetoppers.  

Binnen het assortiment voorjaarsbollen op pot komen we bekende producten tegen zoals hyacinten (Hyacinthus), narcissen (Narcissus) en blauwe druifjes (Muscari). Allemaal geschikt om in de volle grond of in potten te planten.

Hyacint, narcis en blauwe druifjes

De hyacint is er in roze, wit, blauw, purper, zalm of zachtgeel. De bloemen aan de steel worden “nagels” genoemd en ruiken heerlijk. De bollen zijn er in een groot aantal variëteiten. Ook de narcis staat deze maand als voorjaarsbol in het zonnetje. Deze bol verschijnt als heerlijk geurende trosnarcis, met hele kleine of juiste megagrote trompetten of gevuldbloemigen. De belangrijkste kleuren zijn geel en wit. Daarnaast bestaan er tweekleurigen waarbij zalm en oranje in de bloem te zien is. Het blauwe druifje is een klein druifvormig bloemetje in meestal blauwe kleuren, maar er zijn ook witte of purperen versies. Blauwe druifjes hebben een lichte muskusgeur, wat verwijst naar de Latijnse naam Muscari. 

Verzorging voorjaarsbollen

Voorjaarsbollen stellen weinig eisen, ze kunnen zowel in de schaduw als in de zon staan. Zelfs bij temperaturen rond het vriespunt doen de bol-op-pot producten het heel goed. Zet u de bollen binnen neer? De plant verlangt dan een zo koel mogelijke plek, voor extra lang bloeiplezier. Zorg dat de potkluit nooit uitdroogt, maar maak de bollen ook niet te nat want dan kunnen ze gaan rotten. Voeding is eigenlijk niet nodig, de meeste voeding zit al in de bol.

Leuk weetje

Met hyacinten, narcissen en blauwe druifjes is iets bijzonders aan de hand. Ze hebben namelijk een koude periode nodig om in bloei te komen. Kwekers houden de bollen even voor de gek om ze eerder in bloei te krijgen. Dit doen ze als volgt: ze trekken de bollen in bloei in de kas bij hoge temperaturen nadat de voorjaarsbollen eerst een aantal weken geconfronteerd worden met lage temperaturen van 5-10 graden Celsius. De planten bloeien dan precies in februari en worden als het ware gefopt omdat ze denken dat het al voorjaar is.

Meer informatie over voorjaarsbollen op pot en andere tuinplanten vindt u op Mooiwatplantendoen.nl.

Woonplanten van de maand februari: Exclusieve palmen

$
0
0
Woonplanten van de maand februari: Exclusieve palmen

De palmfamilie is veelzijdig en nuttig. Palmen leveren kokos, dadels, olie, suiker, rotan, raffia en sago en hebben een belangrijke rol in de wereldeconomie. Als woonplant zijn ze hét symbool van de (sub)tropen.

Er zijn wel 200 geslachten en 3000 soorten, die groeien in de warme streken van Azië, Afrika, Amerika en Australië. De meeste palmen hebben een rechte stam met aan de top een kroon van veervormige of waaiervormige bladeren. Palmen worden altijd uit zaad vermeerderd en de productietijd hang af van de grootte van de plant. Hoe groter of ouder de plant is, des te langer de teeltduur.

Herkomst

De oorsprong van Livistona rotundifolia is Maleisië. Rotundifolia verwijst naar de ronde handvormige palmbladeren. Rhapis groeit in China en Zuidoost-Azië. Caryota, te herkennen aan zijn 'afgescheurde' bladeren, komt uit een gebied van India tot de Filipijnen. Cycas tenslotte, is eigenlijk geen palm maar behoort tot een van de oudste plantenfamilies, de Cycadaceae. Cycasachtigen kwamen miljoenen jaren geleden al voor, in het Carboon en Jura, ook bekend als de periode van de dinosaurussen. In de tijd dat Jezus de Kruisweg liep, werden de bladeren gebruikt om de weg mee te plaveien, vandaar dat de plant ook wel vredespalm wordt genoemd. Cycas komt in zuidelijke landen veel voor en is inheems in Zuidoost-Azië. De jonge bladeren rollen zich uit als die van varens. Cycas kan zeer oud worden, tot wel 1000 jaar, maar groeit uiterst langzaam.

Waar let u op bij de inkoop van exclusieve palmen?

  • Bij de inkoop van exclusieve palmen is het belangrijk te letten op het aantal planten per pot, omdat dit de dikte van de plant aangeeft. Meestal zitten er bij Cycas, Rhapis en Livistona hooguit een tot drie planten per pot en bij Caryota meerdere planten, zodat de plant meteen enig volume heeft..
  • Let daarnaast op de potmaat, hoogte en bladlengte van de plant, die samen iets zeggen over de leeftijd. Hoe ouder, hoe groter en hoe duurder een exclusieve palm is.
  • Bij het inkopen van exclusieve palmen dienen de planten vrij te zijn van ziekten en plagen, let vooral op wol-, dop- en schildluis. 
  • Wanneer exclusieve palmen te droog hebben gestaan, kan er spint in voorkomen, te herkennen aan grijsverkleuring van de bladeren. Bruine bladpunten worden veroorzaakte door een te lage luchtvochtigheid, geel blad door een te droge of natte kluit. 
  • De plant moet goed geworteld zijn, mag niet wiebelen in de pot en mag niet zo topzwaar zijn dat hij niet zelfstandig kan staan.
  • In de koude maanden is het verstandig exclusieve palmen in te hoezen omdat ze erg gevoelig voor kou zijn. 

Keuze assortiment 

Het assortiment binnen exclusieve palmen is beperkt. Kenmerkend is dat er geen variëteiten worden aangeboden, alle palmen zijn botanische soorten. 

  • Rhapis, ook bekend als bamboe- of stokpalm, kenmerkt zich door donkergroene, waaiervormige bladeren. De stelen lijken op een soort bamboestokken en zijn voorzien van bruine vezels, wat de plant extra decoratief maakt. 
  • Caryota of vissenstaartpalm, is heel opvallend door zijn bladuiteinden die lijken te zijn afgescheurd en zorgen voor een spannend silhouet. 
  • Livistona (Chinese waaierpalm) heeft grote samengestelde bladeren. Omdat die voor een groot deel met elkaar vergroeid zijn, lijken ze één groot blad te zijn. Livistona heeft stekelige bladstelen, wat deze palm extra bijzonder maakt.
  • Cycas (sagopalm, vredespalm) kenmerkt zich door stevige geveerde, donkergroene bladeren die als een rozet op een stam groeien. Wanneer de plant jong is, ziet de stam er als een bolletje uit. Oudere planten hebben massieve, dikke stammen die steeds hoger worden. In de handel worden zowel jonge als oudere Cycas planten aangeboden.

Verzorgingstips voor consumenten 

Alle palmen zijn 'easy care', dus makkelijk in de verzorging. Iedere exclusieve palm vraagt echter om een andere aanpak, omdat de planten allemaal anders groeien, verschillende bladdiktes en structuren hebben en van oorsprong uit andere gebieden komen. Om een goed advies te geven aan consumenten, kijkt u naar de palm in kwestie. 

  • Afhankelijk van de standplaats, de grootte van de plant en de dikte van de bladeren vraagt de plant meer of minder water. Hoe dikker en stugger de bladeren (Cycas en Rhapis) hoe minder water en hoe dunner en fragieler de bladeren (Livistona en Caryota), hoe meer water. De laatste twee worden bovendien graag af en toe gesproeid, zeker in de wintermaanden wanneer de verwarming in huis aan is waardoor de lucht extra droog wordt. In de voorjaars- en zomermaanden is een lichte regenbui ook heerlijk om deze planten op te frissen. Het voorkomt bovendien bladranden en bladpunten. 
  • Om exclusieve palmen lang gezond en mooi te houden, is een keer per vier weken plantenvoeding voldoende. 
  • Over het algemeen staan palmen graag op een matig lichte tot lichte standplaats, maar niet in de felle zon. Uitzondering is Cycas die eventueel in de zomermaanden buiten kan staan in de zon, nadat hij daar langzaam aan gewend is geraakt. Wanneer Cycas een nieuwe bladrozet aanmaakt, zal hij de oude, onderste rozet afstoten. Het aanmaken van nieuwe bladeren kan het best gebeuren op een lichte, zonnige plek buiten zodat de bladeren mooi compact worden. In de huiskamer zullen de bladeren langgerekter worden. 
  • Verpak exclusieve palmen in de koude maanden goed voor het transport naar huis: als tropische beauty's kunnen ze niet tegen kou. 

Verkoop- en presentatietips voor exclusieve palmen 

Een exclusieve palm is een statement plant die het beste met enige ruimte om zich heen kan worden gepresenteerd, om optimaal tot zijn recht te komen. Een sokkel kan daarbij effectief zijn. Exclusieve palmen zijn populaire cadeaus voor in een nieuw huis en een nieuwe onderneming, maar worden vooral gekocht door particulieren om decoratieve redenen. Motiverende verkoopargumenten zijn in dit geval de luchtzuiverende werking, de mogelijkheid om er een groene scheidingswand van te maken en de natuurlijke, tropische uitstraling. Exclusieve palmen passen bovendien in de trend om in de warme maanden woonplanten ook buiten toe te passen. 

Kamerhortensia

$
0
0
Kamerhortensia

De kamerhortensia staat graag op een lichte plaats

Grote tuinhortensia’s zijn heel bekend. Dat zijn die struiken met hun opvallende, vaak roze, blauwe of witte, bolle bloeiwijzen. Maar er zijn er ook met platte bloemschermen. Allemaal heel mooi en de planten bloeien heel lang. Het zijn allemaal vormen van de soort Hydrangea macrophylla (want hortensia’s heten wetenschappelijk officieel allemaal Hydrangea). Van die soort worden ook speciale rassen (cultivars) voor gebruik als kamerplant gekweekt. Die kunnen ook bolle of platte bloeiwijzen hebben en ze zijn er in verschillende maten. Het zijn midi- en mini-uitvoeringen van de tuinsoort. Op pot gekweekt worden de mini-kamerhortensia’s die GroenRijk nu aanbiedt, niet hoger en breder dan ca. 30 cm. De meeste kunnen naderhand (na de bloei) ook in de tuin worden uitgeplant. Dat kamerhortensia’s nu (in de winter) bloeien is te danken aan de kunde van de kwekers. Als je ze later in de tuin plant, worden ze op den duur vaak wel weer wat groter en ze zullen dan ook weer in de normale periode (juli) bloeien. Je  kunt er vele jaren plezier van hebben. Ook aan de mini-hortensia’s verschijnen de bekende grote ronde of platte bloemtuilen met soms een doorsnee van wel 15-20 cm. Een prachtig gezicht! Die tuilen bestaan uit een fors aantal aparte, viertallige bloempjes die elk ca. 2-3 cm groot zijn. GroenRijk biedt ze nu in diverse bloeivormen en kleuren aan. Bij hortensia’s is roze de van nature meest voorkomende bloemkleur.

 

De naam hortensia

De eerste die deze naam gebruikte was de Franse arts en botanicus Philibert Commerçon. Er wordt terecht verondersteld dat deze naam afkomstig is van en eerbetoon is aan een zekere Hortense. Daarvoor wordt bijna altijd de lieftallige Hortense, dochter van de Franse keizerin Josephine de Beauharnais aangewezen, maar dit is niet zeker. De naam kan evengoed verwijzen naar de toen bekende astronome Hortense Lepaute, maar nog waarschijnlijker naar de maîtresse van de bekende botanicus Bougainville. Philibert Commerçon kende ze allebei.

 

Verschillende bloemvormen

De planten met bolle bloemvormen die GroenRijk nu aanbiedt, komen bij kamerhortensia’s het meeste voor, maar er zijn dus ook prachtige cultivars met platte bloemschermen en zelfs seringbloemige rassen. De bolle bloemtuilen bestaan uit kleurrijke, steriele (onvruchtbare) bloemen die in de knop groen zijn, maar daarna hun kleur krijgen. De cultivars met platte bloemschermen worden ook wel ‘Teller’-hortensia’s, randbloeiers of (in Engelstalige gebieden) ‘Lace Caps’ (kanten mutsjes) genoemd (het Duitse ‘Teller’ betekent ‘bord’, dus: bordvormige bloemtuilen). Daarbij bestaan de bloemschermen of -tuilen uit een krans van opvallend gekleurde, steriele (onvruchtbare) randbloemen rond een hart met kleine fertiele (wel vruchtbare) bloempjes. Dit is de meest natuurlijke bloemvorm die ook veel bij andere Hydrangea-soorten voorkomt. Er is ook een serie dubbelbloemige ‘Teller’-(kamer)hortensia’s (o.a. ‘Vuurwerk’) met stervormige, gevulde randbloemen. Sinds 1992 bestaat er ook een derde bloemvorm, de ‘Seringbloemige hortensia’ of ‘Seringhortensia met geschulpte, steriele bloempjes in een bolle schijf, die inmiddels ook in diverse bloemkleuren wordt gekweekt. De bloemen met hun dikke, wasachtige bloemblaadjes geuren heerlijk zoet. Veel mini-kamerhortensia’s behoren tot de ondersoort Hydrangea macrophylla forma otaksa.

 

Een rijke bloeier bij uitstek

Mini-kamerhortensia’s zijn er in allerlei tinten (soms ook dubbelkleuren) wit, roze, rood, paars en blauw. De kleur van de bloemen wordt voor een deel beïnvloed door de zuurgraad (pH) van de (pot)grond waar ze in groeien. Bij sommige (niet alle!) cultivars die van nature roze of rood bloeien, kan de kleur blauw of paars worden als de grond erg zuur is. Dat is dan dus te beïnvloeden. Blauw bloeiende planten kunnen op dezelfde manier rode of roze bloemen krijgen als de (pot)grond neutraal (pH7) of kalkrijk (pH8 en meer) is (of wordt gemaakt).

 

Verzorging

Zet je mini-kamerhortensia in huis licht, maar niet in de felle zon. Geef twee keer per week water. Zorg dat de potgrond vochtig blijft. Gebruik liefst regenwater of onthard water (GroenRijk heeft alles wat je nodig hebt om water te ontharden). Giet overtollig uitlekkend water weg. Het is om die reden handig om je mini-kamerhortensia in een sierpot met losse onderschotel te zetten. Geef tweemaal per maand plantenvoeding (voor bloeiende planten) in het gietwater. Besproei het blad zo nu en dan met de nevelspuit. De beste temperaturen liggen tussen 12 en 22 °C, zeker niet warmer. De bloemschermen van de mini-kamerhortensia kunnen ook worden gedroogd. Je kunt dus driedubbel plezier van je mini-kamerhortensia hebben (eerst laten bloeien, daarna de bloemen afknippen en drogen en dan kun je je hortensia ook nog in de tuin planten).

 

TIP

Mini-kamerhortensia’s kunnen (we zeiden het al) als ze zijn uitgebloeid, heel goed in de tuin worden geplant (als het niet vriest en ook de grond niet bevroren is). Ze moeten soms even wennen, maar het lukt prima. De cultivars die voor de teelt van mini-kamerhortensia’s worden gebruikt zijn over het algemeen iets vorstgevoeliger dan de echte tuinrassen. Plant je mini-kamerhortensia daarom in de tuin niet op het oosten, waar de ochtendzon in het vroege voorjaar na nachtvorst de knoppen kan beschadigen. Een beschutte, niet te zonnige plek is het beste.

 

In kort bestek

Mini-kamerhortensia’s met de bekende bolle bloemschermen (Hortensia macrophylla) zijn er in diverse tinten roze, blauw en wit. Het is prachtig om de planten in deze tijd van het jaar bloeiend in huis te hebben. Bij GroenRijk staan ze voor je klaar. De verzorging is makkelijk: licht zetten (maar niet in de volle zon), niet laten verdrogen, vrij koel houden. Na uitbloei kunnen mini-kamerhortensia’s heel goed in de tuin worden geplant.

 

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl

Viewing all 631 articles
Browse latest View live


<script src="https://jsc.adskeeper.com/r/s/rssing.com.1596347.js" async> </script>