Last van de korte dagen? Met de vrolijke kleuren van cyclaam laat je je hele interieur bloeien en krijgt de vallende blaadjes blues geen vat op je.

Vrolijke vlaggetjes

Cyclaam mag er dan frêle uitzien, het is een sterke plant die uit een stevig knolletje komt.  En er valt van alles mee te beleven. De groene bladeren groeien in een rozet, zijn hartvormig en hebben vaak een mooie zilvergrijze of lichtgroene tekening. Tussen de blaadjes rollen zich ijle stengels uit waaraan dan waanzinnige bloemen komen, die als vlaggen omhoog staan. Ze kunnen glad zijn, franjes hebben of wijd uitstaan als een rokje en ze hebben kleuren waar de natuur extra haar best op heeft gedaan. 

De kleuren van Cyclaam - felpaars, knalrood, alle kleuren roze of een mix – maken deze woonplant een aanwinst voor de trend waarin kleur en gekkigheid je door de donkere dagen slepen. Met de speelse vorm van de planten kun je prachtige effecten bewerkstelligen en door in plantarrangementen met de kleuren aan de gang te gaan. Denk daarbij aan geborduurde of geweven hoezen voor potten of een kunststof pot waar je met hulp van een lijmpistool en oude knopen iets moois en persoonlijks maakt.

Expressief type

Cyclaam behoort tot de familie Primula (ook bekend als Sleutelbloem). De planten hebben van nature een enorme levenslust, groei- en bloeikracht. Het zijn echte volhouders en bovendien expressieve huisgenoten. Menen ze aandacht tekort te komen, dan laten ze meteen demonstratief hun kopjes hangen. Zet je ze in een schoteltje lauw water, dan staan ze er na een half uur alweer heel wat monterder bij. Zo krijg je echt een band met je plant.

Verzorging Cyclaam

• Cyclaam staat het liefst op een lichte, koele plek in de woonkamer.
• Water geven via een dompelbad of schoteltje. Wat de plant na een uurtje niet heeft opgezogen, kun je weggooien.
• Eens in de drie weken plantenvoeding geven.
• Zolang het niet vriest kan Cyclaam ook naar buiten.
• Door de uitgebloeide bloemen te verwijderen, stimuleer je Cyclaam om door te bloeien.

Afkomstig uit Perzië

Cyclaam is al heel lang bekend als sierplant. De soort die in het wild voorkomt in de bossen en op steenachtige berghellingen rond de Middellandse Zee van Spanje tot Iran is de oervorm van de kamerplanten van nu. Filosoof Plato omschreef de plant al in de 4de eeuw voor Christus en vroeger stond de knol van de plant bekend om haar laxerende werking. In Europa arriveerde Cyclaam in de 16e eeuw en werd onder andere in de botanische tuinen van de Engelse koningin Elisabeth gekweekt. Daarna raakte de bloeier even uit beeld, maar raakte in de 19de eeuw weer in de mode dankzij de Romantiek en is sindsdien nooit meer verdwenen.

Trivia Cyclaam

• Cyclaam, in het Grieks kykla, betekent ‘cirkel’ of ‘ronde schijf’ en verwijst naar de ronde knollen waar ze uit groeien.
• Vrijwel alle Cyclamen die hier bekend zijn als kamer- of tuinplant komen voort uit de Cyclamen persicum.
• De katholieke kerk beschouwde de cyclaam als symbool van Maria’s bloeiende hart.
• Cyclaam staat symbool voor het meevoelende, toegewijde hart en werd om die reden bij oude kloosters, ribats (de islamitische versie hiervan, een soort versterkt fort) en kerkhoven in de landen rond de Middellandse Zee aangeplant.
• In Japan is Cyclaam de heilige bloem van de liefde.
• Wie geduld heeft, laat Cyclaam na de bloei rusten en wordt getrakteerd op een tweede ronde bloemen.

De soort Gaultheria procumbens is een bosplant

Deze soort groeit in het wild in centraal- en oostelijk Noord-Amerika (in het westen van Noord-Amerika groeit de grotere soort Gaultheria shallon). In het wild vormen de planten hele velden als onderbegroeiing in de bossen, ongeveer zoals bij ons de bosbesplanten in onze bossen. ‘Big Berry’ is een cultivar, een kweekproduct van deze wilde soort. Iedere bergthee houdt van zure grond, net zoals heide en Rhododendron. Dus plant hem buiten in speciale heideplantengrond (daar staat je plant in zijn kweekpot ook in). GroenRijk heeft dat speciale zure grondmengsel voor je in voorraad. Niet met beendermeel of vismeel bemesten (daar zit namelijk kalk in), maar geef in het voorjaar (en bij het inplanten) speciale heideplantenmest (heeft GroenRijk ook). Zet je je bergthee ‘Big Berry’ in een sierpot buiten, zorg dan wel dat daar een drainagegat in zit.

Je kunt lekkere thee van de blaadjes trekken

De Indianen in Noord-Amerika gebruik(t)en de plant medicinaal vanwege de ontsmettende eigenschappen. Er zit namelijk een mentholachtige stof in het blad. Het heeft een muntachtige smaak. Als je het blad wrijft, komt er een geur vrij die aan kauwgom doet denken. Lekker fris! Uit de bladeren wordt de zogenaamde wintergroenolie gewonnen die bij reuma de pijn verlicht. In Amerika wordt van de blaadjes vaak thee getrokken. Dat kun je ook proberen. De smaak doet nog het meest aan Maroc-muntthee denken. Best lekker!

Bergthee ‘Big Berry’ groeit heel rustig in de breedte uit

De plant vormt kruipende stengels waar het mooie, kleine, ovale, leerachtige blad aan korte stelen uit groeit. Het nieuwe blad loopt in het voorjaar donkergroen uit, maar verkleurt vanaf de nazomer voor een deel tot paars en zelfs rood. Die kleursamenstelling blijft de hele winter aan de planten. Pas als het nieuwe blad verschijnt wordt het oude blad geleidelijk afgestoten (ongeveer zoals een beuk dat doet). ’s Zomers verschijnen in de bladoksels alleenstaande, klokvormige, witte bloemen (soms staan ze ook in trosjes) die vaak wat roze kleuren en lekker geuren. De vele bessen die daarna verschijnen, zijn echt fel oranjerood. Ze kunnen buiten tot in het voorjaar aan de struikjes blijven, dus zorgt bergthee heel lang voor leuke winterkleur in je tuin of op je terras of balkon.

Uiterst makkelijke verzorging

Als bodembedekker uit het bos houdt je bergthee ‘Big Berry’ van lichte schaduw (bijvoorbeeld tussen en onder heesters). Snoei is normaal niet nodig. Als de planten zich te ver uitbreiden, kun je eenvoudig de kruipende stengels inkorten. Bergthee vormt een mooie, gesloten bodembedekking waarin onkruid geen kans meer krijgt. Geef in het voorjaar een lichte, kalkvrije basisbemesting (zie hierboven). Zorg dat de grond waarin je deze planten laat groeien, niet uitdroogt. De plant doet het ook goed in een ruime pot, bak of schaal, maar groeit daar op den duur wel uit. Zet je hem eerst een tijdje in pot in huis, kies dan een plek voor een raam op het oosten, westen of noorden, nooit in de felle zon op het zuiden.

In kort bestek

Bergthee ‘Big Berry’ (Gaultheria procumbens) is een bodembedekkend, wintergroen heestertje dat van herfst tot voorjaar grote aantallen oranjerode bessen draagt. In een leuke sierpot tijdelijk ook zeer decoratief in huis (of op je balkon of terras). Daarna prachtig in je tuin. Het groene blad verkleurt in de herfst roodpaars en verspreidt bij kneuzing een heerlijk frisse geur. Je kunt er lekkere thee van trekken. Geurende, rozewitte bloempjes in de zomer.

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl

Cyclamen zijn knolgewassen die volledig zijn aangepast aan de hete, droge zomers en koude winters die in hun gebieden van herkomst heersen. Er zijn meer dan twintig verschillende soorten wilde Cyclamen bekend uit een gebied dat loopt van Spanje en Marokko tot Griekenland en Turkije/Syrië. In die laatste twee gebieden komen de meeste soorten in het wild voor. De knollen gaan ’s zomers in rust. Ze groeien liefst wat beschaduwd onder struiken en bomen. Van fel zonlicht houden ze niet. Pas als het licht wat minder fel wordt, komen de bloemen tot ontwikkeling. Bij de Patio Cyclamen is dat in de herfst, maar er zijn ook soorten die in het voorjaar bloeien.

Achterovergevouwen bloemblaadjes

Cyclamenbloemen staan geknikt aan de steeltjes boven het blad en hebben hun bloemblaadjes achterover naar boven omgevouwen, waardoor de stamper en meeldraden onderaan uithangen en zich ontbloten voor bestuiving door bezoekende insecten. Die komen op de verrukkelijke, zachte, zoete nectargeur af. Patio Cyclamen bloeien meestal in pasteltinten: lila, roze, zalmroze, maar ook in paars, rood en wit. De bloemen verschijnen boven vaak verrassend fraai, zilver getekend (gemarmerd) groen blad dat meer of minder duidelijk hartvormig is (het lijkt soms wel wat op klimopblad of is bijna rond). De verschillende bladvormen stammen van diverse soorten die in de loop der tijd door de kwekers met elkaar zijn gekruist.

Buiten of binnen – het kan allebei

Vanwege de fragiele schoonheid en de heerlijke, zoete honinggeur van cyclamen (ze geuren niet allemaal even sterk), is het heel leuk om te proberen de planten zo hoog te planten of te plaatsen dat direct oog- en neuscontact mogelijk is. Dat geldt zeker voor de relatief forse planten die GroenRijk nu aanbiedt. Je kunt ze heel goed in een leuke pot of bak planten. Patio Cyclamen zijn midi-cyclamen die speciaal zijn gekweekt om buiten op een aantrekkelijke plek op je terras of balkon te zetten. Maar ook  in de kamer bloeien ze graag! Zolang ze maar niet de hele dag in de volle zon staan. Als je de knollen zelf opnieuw inplant (bijv. in je tuin), moet je dat voorzichtig doen. Plant ze ca. 3 cm diep en iets schuin. Dan kan er nooit water op blijven staan en zullen de knollen niet gauw gaan rotten. Patio Cyclamen houden van iets kalk in de grond. Die grond moet goed voedzaam zijn (lemige grond is het beste). Meng daarom bij het inplanten wat compost door de grond. Strooi ieder jaar opnieuw wat kalk bij de knollen.

Wat is een Patio Cyclaam

• Een midi-cyclaam die het ook in pot, mand en bak prima doet; die heel lang en aan één stuk doorbloeit van eind augustus tot de vorst invalt; met bloemen in prachtige pasteltinten.
• Een  plant met mooi gemarmerd, fijn blad, die maar heel weinig verzorging vraagt.

Eenvoudige verzorging

Van felle zon houdt je Patio Cyclaam niet. Zet de pot of bak daarom in lichte schaduw, bijvoorbeeld in de wisselende schaduw onder  het blad van andere planten. Of op een licht beschaduwde plaats in huis. GroenRijk heeft passende sierpotten genoeg om uit te kiezen. Zorg dat de grond in de bak of pot niet uitdroogt, maar er mag ook na het gieten of een regenbui geen water in blijven staan. Er moet dus een drainagegat in de pot of bak zitten. Voor binnen is een pot met een losse onderschotel ideaal. Je hoeft geen plantenvoeding in het gietwater te doen. Giet niet op de knol zelf, maar er omheen.

In kort bestek

Een Patio Cyclaam is een bijzonder knolgewas dat rijk bloeit vanaf augustus tot de vorst invalt. De sierlijk knikkende, vaak zoet geurende bloempjes hebben omgeslagen bloemblaadjes in lila en lilaroze, paarse, rode of witte tinten. Het soms bijna hartvormige tot ronde, groene blad is vaak fraai zilvergemarmerd. De verzorging is uiterst eenvoudig. Ideaal voor de herfsttuin, op het balkon of terras en zelfs binnen als kamerplant.

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl

Ja, de kerstster staat graag op een lichte plaats, maar niet in de volle zon

Kerststerren of poinsettia’s worden al sinds 1834 in Europa gekweekt, maar bijna een eeuw lang zag men er niet zoveel in. De planten leken toen nog sterk op de wilde exemplaren die in Mexico groeiden. Ze hadden nog niet de mooie, grote schutbladen achter de bloemen die de planten tegenwoordig heel trots laten zien. Die verandering hebben we te danken aan de Duitse kweker Paul Ecke die in 1918 met het toen gloednieuwe ras ‘Oakleaf’ op de markt kwam. Dat was een sensatie en vormde wereldwijd aanleiding om ook met deze planten te gaan experimenteren. Dat leidde tot een volgende grote stap in de kerststerontwikkeling die vooral door de Amerikaanse kweker Paul Mikkelsen (uit Californië) werd gezet: de schutbladen werden niet alleen nog groter en kleurrijker, maar het lukte ook om de planten het hele jaar door in bloei te krijgen. Bij ons is de kerstster vooral een kleurrijke plant voor de donkere dagen in de laatste en eerste maand van het jaar gebleven. Maar wat een variatie is er nu. Een heel scala aan kleuren, volgroen en bont blad, allerlei kweekvormen, mini’s en maxi’s, struik- en stamvormen. De kwekers hebben zich uitgeleefd om kerststerren te creëren waar je niet omheen kunt. Die horen er rond de kersttijd absoluut bij. GroenRijk biedt nu een paar heel speciale aan tegen heel aantrekkelijke prijsjes.

Waar hebben we het eigenlijk over?
Over planten die officieel Euphorbia pulcherrima heten en vroeger behalve kerstster ook wel poinsettia werden genoemd. De wilde soort is een groenblijvende struik uit het tropische Mexico. Weinig vertakt, tot 120 cm hoog, met grote spits-eivormige, gesteelde bladeren (soms wat eikenbladachtig ingesneden). Aan de toppen van de twijgen verschijnen groepjes minieme groenig-gele bloempjes met daarachter de kleurrijke schutbladen. Bij de wilde planten vormen die schutbladen een enkele laag, bij veel gekweekte rassen zijn het er meer en geven ze een dubbele, gevulde bloemindruk. Aan de bloempjes kun je duidelijk zien dat het om een wolfsmelksoort gaat. Het witte melksap dat uit de takken komt als de plant wordt verwond, maakt dat nog eens extra duidelijk.

Wat GroenRijk nu aanbiedt is heel bijzonder
Het gaat om twee speciale, recent ontwikkelde en heel mooie cultivars: de rode kerstster ‘Tapestry’TM en de rood-witte ‘Ice Punch’TM. Het bijzondere van de framboosrood bloeiende ‘Tapestry’TM is het sublieme, klimop- of hulstachtige, bonte blad eronder. Dat is groen met wit en roomgele randen. Echt schitterend. Een goed vertakkende, rechtop groeiende, zeer rijk bloeiende plant die tot 40 cm hoog wordt en 30 cm breed. De kleurencombinatie van deze sterke plant is echt fantastisch. Dat geldt zeker ook voor ‘Ice Punch’TM. Daarbij is het ‘gewone’ blad volgroen, maar de schutbladen vertonen twee kleuren: kersrood met forse witte vlekken in het hart van elk blad. Die schutbladen zijn heel bijzonder en trekken enorm de aandacht. Dat hebben we al duidelijk gemerkt.

Eenvoudige verzorging
Zowel de rode ‘Tapestry’TM als ‘Ice Punch’TM kunnen je kamer makkelijk 3-4 maanden sieren. Daarna zou je plant zelfs  nog in de tuin kunnen zetten, maar ze zijn niet winterhard. Daarom worden ze meestal weggedaan als ze stoppen met bloeien. De planten doen het prima bij normale kamertemperaturen, als ze maar voldoende water krijgen. Zorg dat de temperatuur ook ’s nachts niet te sterk zakt (niet onder 15 °C). Eigenlijk is het heel eenvoudig: als jij de temperatuur in huis lekker vindt, vindt je kerstster dat ook. Geef steeds opnieuw water als de potgrond waarin ze staan, droog aanvoelt. Doorlekkend gietwater afgieten. Laat dat niet onder in de pot staan Tîjdens de bloei hoef je de planten geen voedsel te geven. Zorg dat je je kerstster goed verpakt vervoerd als het koud weer is. Zet hem na thuiskomst niet in de volle zon, maar wel op een lichte plek.

Kerststerren zijn kortedagplanten
Dat betekent dat ze een periode met weinig licht nodig hebben om te kunnen gaan bloeien. De planten die nu worden aangeboden hebben zo’n periode net achter de rug en tonen al schutbladen met een volle kleur. Enkele van de kleine bloempjes in het hart zijn al open. Ze zitten ook goed in het blad en hebben stevige stengels. Dat is de beste fase voor aankoop, want ze hebben hun hele bloeitijd nu nog voor zich. De forse potmaat (13 cm) duidt op stevige planten.

TIP
Het witte wolfsmelksap dat bij beschadiging uit de stengels komt, is giftig. Het kan irritaties geven. Je kunt het ‘bloeden’ stoppen met een brandende lucifer (of kaarsvlam).

In kort bestek
GroenRijk heeft nu twee uitzonderlijke kerststerren (poinsettia’s) voor je: de prachtige Euphorbia ‘Tapestry’ met framboosrode schutbladen en bont blad met (room)witte vlekken en/of de groenbladige ‘Ice Punch’ met kersrode, witgevlekte schutbladen. Allebei heel apart en mooi! Om met de kerst en daarna nog maandenlang van te genieten. Gewone kamertemperaturen zijn prima. De verzorging is eenvoudig. Echte rijkbloeiende aanraders!  

Ja, de mini kerstster staat graag op een lichte plaats zonder direct zonlicht

De kerstster (Euphorbia pulcherrima) wordt soms nog bij haar oude naam Poinsettia genoemd. In Midden-Amerika, met name Mexico, waar de planten in het wild groeien, worden het grote struiken. Als ze bloeien vallen ook daar de felgekleurde schutbladeren op, maar die zijn bij de wilde soort wel een stuk kleiner dan bij de planten die wij als kerstster kennen. GroenRijk heeft nu leuke mini-kerststerren voor je in de aanbieding. Eigenlijk zijn dat baby-plantjes die al wel rijk bloeien. Met hun 12 cm zijn het miniaturen van de grote kerststerren op stam die gemakkelijk 60 cm hoog kunnen zijn. Juist dat kleine is heel aantrekkelijk en geeft een eigen sfeer. Ze zijn heel mooi en hebben diverse kleuren waarmee je prachtig kunt combineren. Vroeger was er alleen de rode, nu zijn ze er ook met roze, witte en crème schutbladeren rond de minieme groengele bloempjes.

Kerststerren zijn een wolfsmelksoort
Dat kun je zien als je de baby-kerststerren zou doorkweken en ook zou gaan snoeien. Dan zul je zien dat er kleverig, wit melksap uit de takken komt. Dat melksap sluit na enige tijd open snoeiwonden af. Net zoals bloed verdroogt het tot een korst. Zo beschermt de plant zichzelf tegen gevaarlijke indringers en infecties. Er wordt vaak gedacht dat kerststerren wegwerpplanten zijn, maar die bestaan niet in de natuur. Je kunt de baby-kerststerren met wat zorg heel goed overhouden en ze tot volwassen planten opkweken waar je jaren plezier van kunt hebben. Dat is wat de kwekers zelf ook doen. Het proberen waard en nog leuk ook!

Goede verzorging is niet moeilijk
Kerststerren zijn sterke planten, maar ze horen wel in de tropen thuis. Ze hebben een hekel aan kou (met vorst weten ze geen raad), maar vreemd genoeg hebben ze ook moeite met vrij hoge temperaturen. Ideaal is een kamertemperatuur van 18-2 °C. Voorkom grote temperatuurschomme-lingen. Je kerstster kan daarop reageren door zijn blad te laten vallen. Dat doet hij zeker bij te lage temperaturen, maar ook als hij op de tocht of te lang nat staat. Zet je plantjes op een lichte plek, maar niet in direct fel en heet zonlicht (dus niet voor een raam pal op het zuiden), maar ook niet boven een radiator of dicht bij een kachel. Geef niet te veel water – kerststerren hebben een hekel aan ‘natte voeten’ – maar zorg wel dat de potgrond nooit helemaal uitdroogt. Voel gewoon even met een vinger op de potgrond of deze wat droog aanvoelt. Als dat zo is kun je opnieuw water op kamertemperatuur geven. En giet overtollig (doorgelekt) water af (uit de pot of van de onderschotel). De plantjes vinden het ook lekker als je het blad zo nu en dan benevelt (met fijne waterdruppeltjes uit een nevelspuit). Dat houdt de lucht wat vochtiger. Door te droge lucht kunnen de bladranden geel of bruin worden. De planten staan in kleine 6 cm-potjes en hebben het voedsel uit het beetje potgrond dat erin zit, vrij snel verbruikt. Geef daarom eens per week vloeibare plantenvoeding in het gietwater. Als je ze wilt overhouden, kun je ze het beste overplanten in een wat grotere pot met meer potgrond zodat ze goed door kunnen groeien. Geef dan na de bloei (tot mei) minder water. Het is dan hun rustperiode. Vanaf mei weer meer water geven en dan ook weer wekelijks plantenvoeding. Zet de planten tijdens de zomer op een beschuit, niet te warm plekje buiten. Vanaf oktober een zogenaamde kortedag-behandeling geven (zie hieronder). Die hebben ze nodig om weer te kunnen bloeien.

Kortedagplanten
Een kerstster gaat pas bloeien als hij eerst een periode met weinig licht (korte dagen) heeft meegemaakt. Die eigenschap maakt het voor kwekers mogelijk om de natuurlijke bloeitijd te variëren. Ze laten ze ca. acht weken lag iedere dag veertien uur in het donker staan. Dat is de kortedag-behandeling. Daarna gaan de schutbladeren ronde de bloempjes kleuren en die kleurige bladeren sieren de planten weken- tot maandenlang.

TIPS

• Zorg dat je het kleverige, witte melksap uit de planten niet aan je handen krijgt. Als je er daarna mee in je ogen zou wrijven of je krijgt het sap in je mond, kan dat vervelende irritatie geven.
• Als de planten na een beschadiging erg bloeden, kun je wondjes dichtschroeien met een brandende lucifer.
• Vervoer de plantjes goed ingepakt. En thuis pas uitpakken. Kou tijdens het vervoer kan funest zijn.

In kort bestek
De kleurrijke mini-kerststerren die GroenRijk nu aanbiedt zijn aantrekkelijke baby-planten die al trots hun prachtig getinte schutbladen rond de bloemschermen laten zien. Ze doen het uitstekend op een lichte, tochtvrije plek in huis en bij normale kamertemperaturen. Zet ze in een leuk overpotje, geef regelmatig (niet te veel!) water en eens per week wat plantenvoeding. Dan heb je er een hele tijd plezier van. 

Naast de bekende kerstboom zijn er drie mooie groenblijvende planten die we tot kerstplant kunnen omtoveren: Buxus, Laurus en Chamaecyparis. Voor de deur, in de tuin of op het balkon geeft u deze permanente planten een gloedvolle metamorfose met sfeerverlichting en kerstversiering.

Buxus, Laurus en Chamaecyparis

Buxus staat ook bekend onder de namen ‘palmboompje’ en ‘buksboom‘. De altijd groene takjes symboliseren het leven, heel toepasselijk met Kerstmis. Deze wintergroene en bladhoudende heester geeft structuur aan een tuin, balkon of terras, juist ook in de winter. Bovendien vangen de bladeren van de Buxus fijnstof uit de lucht op. Nog een mooie karaktertrek van de Buxus: u kunt de plant in bijna elke gewenste vorm knippen. 

De bekendste conifeer voor de kerstperiode is Chamaecyparis lawsoniana ’Ellwoodii’. Deze plant, die ongeveer 1,25 meter hoog wordt, is heel geschikt voor potten of bakken. ’Ellwoodii’ heeft een opgaande piramidevorm en is grijsblauw van kleur. In z’n jeugd heeft de plant opstaande twijgen en dunne, blauwe naaldjes. Oudere planten hebben meer toppen en de volwassen vorm heeft schubjes. 

De Laurus of laurier leent zich ook goed om te decoreren met kerstversiering, vooral de bol- of piramidevormen. De altijd groene Laurus nobilis heeft een statige uitstraling, hetgeen verwijst naar het woordje nobilis. En wanneer u de blaadjes nog wilt gebruiken in tijdens het koken, dan heeft u die altijd bij de hand. 

Verzorging kerstplanten

Alle drie de planten vragen een standplaats in de halfschaduw tot volle zon. Zet de planten in een goed doorlatende, vochtige grond en geef ze regelmatig water. De Buxus, Laurus en Chamaecyparis krijgen in het voorjaar graag extra voeding zodat ze goed doorgroeien en gezond blijven. Dat geldt met name voor de planten die in potten staan. In principe zijn de Buxus en Chamaecyparis goed winterhard. De Laurus kan enkele graden vorst verdragen maar bescherm de plant bij strenge vorst of haal hem naar binnen. 

Snoeitips kerstplanten

Alle drie de kerstplanten lenen zich goed voor vormsnoei en worden ook vaak in bijzondere vormen aangeboden. Vooral van Buxus en Laurus kunt u prachtige bollen, piramides of cilindervormen maken. De beste periodes om de planten te snoeien zijn juni en einde september. Eigenlijk is snoeien alleen nodig als de planten echt te groot worden en om ze goed in vorm te houden. 

Helemaal 'feestdagen', maar toch net even anders, want Amaryllis brengt als woonplant zowel verstilling en luxe in je interieur, om lang van te genieten. 

Winterwonder 

Stijlvolle en sensuele Amaryllis is verkrijgbaar in vele variëteiten en rijke aardse kleuren. Grote kracht van deze woonplant is haar gedaanteverwisseling. Uit een bol komt een holle, statige stengel waaraan gladde knoppen komen. Die openen zich tot volumineuze kelken met fluweelachtige bloemblaadjes in wit, zalm, rood, roze of zelfs groen. De bloemen kunnen tot wel 20 cm breed worden. Heel spectaculair, vooral omdat je al die pracht niet verwacht uit die gestileerde steel, al helemaal niet in de wintermaanden. 

Mix groot en klein 

Afhankelijk van de variëteit draagt  de plant een enkele of een dubbele bloem. Er is ook een mini en een reuzenvariant, en eentje met speciale trompetvormige bloemen. Door verschillende Amaryllisplanten bij elkaar te zetten, kun je een mooie hoek creëren die groen en kleur biedt, zonder de rest van de kamer te overheersen. 

Interieur m/v 

In de nieuwe woonstijl waarin alles om balans tussen mannelijke en vrouwelijke elementen draait, is Amaryllis door de bijzondere vorm van de plant een toepasselijke keuze. De woonplant maakt het mogelijk om groen in het interieur te brengen zonder het te overheersen en de combinatie van de gladde steel met de zachte bloem past ook weer in het thema. Kies als basis ook een mix, zoals geperforeerd metaal in pastelkleuren of kunststof met een aaibaar profiel om het gevoel van emancipatie in het interieur te benadrukken.  

Verzorging Amaryllis 

• Amaryllis staat graag licht, maar niet in de volle zon. 
• Je koopt Amaryllis kant en klaar in een pot, alle voeding zit in de bol, je hoeft 'm alleen water te geven. 
• Er worden ook Amaryllisbollen aangeboden die in kaarsvet zijn gedoopt, daar hoef je helemaal niets aan te doen, die komen met een beetje geduld zelf uit, als ze eraan toe zijn. 

Thuis in het regenwoud 

Amaryllis behoort tot de familie Narcis en kent meer dan 70 soorten. Van nature komen ze voor in de (sub)tropische gebieden van Mexico en de Caraïben tot het noorden van Argentinië, de allereerste planten ontstonden vermoedelijk in Brazilië. In Europa werd de plant rond 1800 voor het eerst gekweekt. 

Amaryllis trivia 

• De wetenschappelijke naam voor Amaryllis is Hippeastrum. Dat komt uit het Grieks en betekent  'ridderster', verwijzend naar de stervormige bloembladeren.
• Over de naam wordt door wetenschappers al eeuwen gekibbeld, omdat er ook een Zuid-Afrikaanse Amaryllis is. De naam is echter zo ingeburgerd dat alleen puristen de plant nog aanspreken met Hippeastrum.  
• Amaryllis staat symbool voor trots en betoverende schoonheid, maar staat ook voor warmte  tijdens de donkere dagen.
• De rode variant doet het goed met kerst, de andere kleuren zorgen voor fleur richting voorjaar.  
• Volgens een Mexicaans sprookje woont in elke bloem een goede fee die helpt een liefdeswens te vervullen, als je de plant aan een ander geeft. 

Ja, de Hyacint staat graag op een lichte plaats en geef de plant tijdens de bloei regelmatig water

De verrukkelijke geur die hyacintenbloemen verspreiden zijn absoluut de belangrijkste reden waarom iedereen ze heel graag in huis haalt. Hun toptijd ligt tussen Kerstmis en Pasen. De bollen worden dan bloeiend en voorgetrokken (zoals dat heet) aangeboden. Dat ‘voortrekken’ is een kwekerstruc om de bollen eerder in bloeit te krijgen. Hun natuurlijke bloeitijd valt in april-mei. De planten komen oorspronkelijk uit Klein-Azië, waar ze nu nog (violetblauw bloeiend) in het wild voorkomen. De wilde vorm bloeit veel minder rijk dan de zogenaamde Hollandse hyacinten die we nu vooral kennen. De Turken brachten de bollen naar Europa nadat ze in 1483 Constantinopel (nu Istanboel) hadden veroverd. Uit ca. 1600 zijn er berichten dat men in Holland al vier typen hyacinten kende. Er werd toen dus al voorzichtig mee gekweekt, maar dat veranderde al snel toen de bollen veel geld waard bleken. De Hollandse kwekers hadden de bollen via Italië en Frankrijk te pakken gekregen en gingen ermee aan de slag. Rond 1700 waren er al meer dan 2000 verschillende rassen die gretig aftrek vonden.  Toen kwam ook de verdere verspreiding van de bollen op gang. Maar niet alleen vanuit Nederland. Al in 1740 werd er in Berlijn een druk bezochte Hyacinten-tentoonstelling georganiseerd op basis van bollen die door uit Frankrijk gevluchte Hugenoten waren meegenomen. Toch bleven Nederlandse kwekers hun stempel op de hyacintenteelt drukken met steeds nieuwe rassen, waarvan enkele tot de dag van vandaag wereldwijd worden  gevraagd, bijv. de beroemde paarsblauw bloeiende Hyacinthus orientalis ‘Delfts Blauw’.

Bij de meeste soorten en cultivars – ook bij ‘Pronto Ze zijn er nu in allerlei typen en vormen. GroenRijk biedt ze bloeiend in 13 cm-potten gekweekt, in verschillende kleuren aan. Als je ze nu koopt heb je ruime keuze. De meeste hyacinten worden op bloemkleur verkocht, maar er zijn honderden rassen zoals ‘Delfts Blauw’ die wel degelijk een eigen naam hebben. We noemen er een paar: ‘Jan Bos’ met rode bloemen, ‘Blue Jacket’ (blauw), ‘l’Innocence’ (wit), ‘Pink Pearl’ (roze), ‘Tubergen’s Scarlet’ (felrood), ‘Ostara’ (blauw) enz. Maar er zijn ook zalmkleurige (‘Amsterdam’, ‘Oranje Boven’), paarse (‘Lord Balfour’) en zelfs gele rassen (‘City of Haarlem’). Ook zijn er typen met enkele bloemen en gevuldbloemige rassen. Veel minder bekend zijn de zogenaamde Multiflora-hybriden die ook wel worden voorgetrokken. Dat zijn  rassen die bloeien met een flink aantal kleine bloemtrosjes uit dezelfde bol. De vroegere Romeinse hyacinten die met heel fijne, witte bloempjes bloeien, worden bijna niet meer voor huiskamergebruik gekweekt. Die zijn ook lastiger voor te trekken. Voor de buitencultuur (in de tuin) zijn nog veel meer rassen verkrijgbaar dan er voor binnen gebruik worden voorgetrokken. Die koop je in de herfst als droge bollen.

Hyacinten hebben geschubde bollen en vrij smal, enigszins gootvormig blad. Per bol worden meestal niet meer dan zes tot acht bladeren gevormd en één of meer bloeistelen (de wilde vorm is vaak meerstelig). De naam Hyacinthus stamt uit de Griekse mythologie en was de naam (Hyakintos) van een Griekse jongeman die ‘uit minnenijd’ door de god Apollo werd gedood. Zoals in zoveel mythologische verhalen schoot daarop op de plek waar de jongeman had gestaan een even fraai bloeiende plant op, die uiteraard zijn naam kreeg.

Verzorging
De meeste in pot voorgetrokken hyacinten worden te koop aangeboden als ze net een beetje beginnen te kleuren. De verzorging is heel eenvoudig. Zet het potje met de in bloei komende planten op een lichte, maar liefst koele plek. Laat ze gewoon in hun kweekpotje staan en zet dat in een aardig sierpotje. Zo behandeld blijven ze het langst mooi en geuren het sterkst. Een heel warme woonkamer is dus wat minder geschikt. Gewone kamertemperaturen zijn prima. Hyacinten kunnen van alle in pot voorgetrokken bolgewasjes de meeste warmte aan. Geef regelmatig water, want ze verdampen het snel. Plantenvoeding hoef je niet te geven. De bollen (er zitten er bij GroenRijk drie in een kweekpotje) bloeien wekenlang. Als ze zijn uitgebloeid, kun je ze wegdoen. Je krijgt ze daarna namelijk nooit meer zo goed in bloei en de planten hebben dan (als overhouden al lukt) de neiging een beetje naar de wilde vorm terug te gaan met kleinere trossen en minder bloempjes. Daarom heeft het ook niet veel zin om de bollen in de tuin te planten als ze zijn uitgebloeid. Van in de tuin groeiende hyacinten worden de bollen pas in juli gerooid en vervolgens droog en op een luchtige plek bewaard. Ze worden in het najaar geplant. Maar ook dan is het voor een rijke bloei beter om ieder najaar verse bollen te kopen. Bij de hyacinten worden de afzonderlijke bloempjes in de tros ‘nagels’ genoemd.

TIP
In zuidelijke landen in Europa (met name in Frankrijk) worden hyacinten wel geteeld om de bloemen te oogsten voor de productie van geurende oliën, parfums, zeep e.d.

In kort bestek
De hyacinten die GroenRijk deze week aanbiedt, zijn per drie in een potje opgekweekt en speciaal voor deze tijd van het jaar in bloei getrokken. De kleur is al duidelijk zichtbaar, de geur moet zich nog in alle volheid ontwikkelen. Van bloeiende bollen in dit stadium heb je nog wekenlang plezier. Leuk om te hebben, te krijgen en te geven. Zet ze licht, niet te warm. Regelmatig water geven. That’s all! Vul uw hele huis met heerlijke hyacintengeur en geniet van hun kleur!

Door zijn intens blauwe kleur en de mooie klokvormige bloemen laat de gentiaan ons wegdromen over alpenweides, de plek waar hij van nature groeit. Het assortiment gentiaan is flink ontwikkeld en er komen witte, roze, blauwe en tweekleurige variëteiten in voor. Een prachtige vaste plant voor in potten of in de volle grond. 

Gentiaan

Het assortiment gentiaan (Gentiana) valt op door zijn compacte groei en rijke doorbloei. Vanaf juli tot en met oktober staat deze plant te pronken. Vooral de blauwe kleur is bij de gentiaan flink doorontwikkeld, met hemelsblauwe, licht- en donkerblauwe en paarsblauwe variëteiten. Van oorsprong komt de gentiaan uit de bergstreken van het noordelijk halfrond en de Andes. Maar naast de bekende blauwe kleuren is het assortiment laatste jaren verder ontwikkelt er komen witte, roze, gestreepte en tweekleurige variëteiten in voor.

Wist je dat?

De naam gentiaan is ontleend aan Gentius, koning van Illyrië, die de genezende eigenschappen ontdekt zou hebben. De wortels van enkele soorten worden gebruikt voor de bereiding van likeur (Suze), voor het bittermiddel ‘amarum’, als geneesmiddel en als eetlustopwekkend middel.

Verzorging gentiaan

Gentiaan houdt van een plekje in de volle zon tot halfschaduw. Qua grond stelt de plant wel wat bijzondere eisen. Een vochthoudende, beetje schrale grond is belangrijk, dat heeft de plant in het wild ook. Veel soorten vragen ook een kalkhoudende en goed doorlatende grond. Een mengsel van zand, klei, potgrond en steenslag kunt u goed zelf maken voor gentianen in potten. Let er vooral bij vorst op dat de grond niet verzadigd is met water. De wortels zouden dan kapot kunnen vriezen. Dek gentianen dus af, maar zorg er wel voor dat de aarde goed kan doorluchten.

Help de gentiaan de winter door

De gentiaan is goed winterhard en zal in de winter bovengronds afsterven en ondergronds in rust blijven. Om de plant gezond en bloeirijk te houden is het belangrijk om hem met rust te laten. Lekker op zijn plekje laten staan dus. Geef in het voorjaar wat plantenmest om de bloei te bevorderen en u heeft jaren plezier van deze bijzondere planten!

Ja, de kerstster staat graag op een lichte plaats, maar niet in de volle zon

Kerststerren of poinsettia’s worden al sinds 1834 in Europa gekweekt, maar bijna een eeuw lang zag men er niet zoveel in. De planten leken toen nog sterk op de wilde exemplaren die in Mexico groeiden. Ze hadden nog niet de mooie, grote schutbladen achter de bloemen die de planten tegenwoordig heel trots laten zien. Die verandering hebben we te danken aan de Duitse kweker Paul Ecke die in 1918 met het toen gloednieuwe ras ‘Oakleaf’ op de markt kwam. Dat was een sensatie en vormde wereldwijd aanleiding om ook met deze planten te gaan experimenteren. Dat leidde tot een volgende grote stap in de kerststerontwikkeling die vooral door de Amerikaanse kweker Paul Mikkelsen (uit Californië) werd gezet: de schutbladen werden niet alleen nog groter en kleurrijker, maar het lukte ook om de planten het hele jaar door in bloei te krijgen. Bij ons is de kerstster vooral een kleurrijke plant voor de donkere dagen in de laatste en eerste maand van het jaar gebleven. Maar wat een variatie is er nu. Een heel scala aan kleuren, volgroen en bont blad, allerlei kweekvormen, mini’s en maxi’s, struik- en stamvormen. De kwekers hebben zich uitgeleefd om kerststerren te creëren waar je niet omheen kunt. Die horen er rond de kersttijd absoluut bij. GroenRijk biedt nu een paar heel speciale aan tegen heel aantrekkelijke prijsjes.

Waar hebben we het eigenlijk over?
Over planten die officieel Euphorbia pulcherrima heten en vroeger behalve kerstster ook wel poinsettia werden genoemd. De wilde soort is een groenblijvende struik uit het tropische Mexico. Weinig vertakt, tot 120 cm hoog, met grote spits-eivormige, gesteelde bladeren (soms wat eikenbladachtig ingesneden). Aan de toppen van de twijgen verschijnen groepjes minieme groenig-gele bloempjes met daarachter de kleurrijke schutbladen. Bij de wilde planten vormen die schutbladen een enkele laag, bij veel gekweekte rassen zijn het er meer en geven ze een dubbele, gevulde bloemindruk. Aan de bloempjes kun je duidelijk zien dat het om een wolfsmelksoort gaat. Het witte melksap dat uit de takken komt als de plant wordt verwond, maakt dat nog eens extra duidelijk.

Wat GroenRijk nu aanbiedt is heel bijzonder
Het gaat om twee speciale, recent ontwikkelde en heel mooie cultivars: de rode kerstster ‘Tapestry’TM en de rood-witte ‘Ice Punch’TM. Het bijzondere van de framboosrood bloeiende ‘Tapestry’TM is het sublieme, klimop- of hulstachtige, bonte blad eronder. Dat is groen met wit en roomgele randen. Echt schitterend. Een goed vertakkende, rechtop groeiende, zeer rijk bloeiende plant die tot 40 cm hoog wordt en 30 cm breed. De kleurencombinatie van deze sterke plant is echt fantastisch. Dat geldt zeker ook voor ‘Ice Punch’TM. Daarbij is het ‘gewone’ blad volgroen, maar de schutbladen vertonen twee kleuren: kersrood met forse witte vlekken in het hart van elk blad. Die schutbladen zijn heel bijzonder en trekken enorm de aandacht. Dat hebben we al duidelijk gemerkt.

Eenvoudige verzorging
Zowel de rode ‘Tapestry’TM als ‘Ice Punch’TM kunnen je kamer makkelijk 3-4 maanden sieren. Daarna zou je plant zelfs  nog in de tuin kunnen zetten, maar ze zijn niet winterhard. Daarom worden ze meestal weggedaan als ze stoppen met bloeien. De planten doen het prima bij normale kamertemperaturen, als ze maar voldoende water krijgen. Zorg dat de temperatuur ook ’s nachts niet te sterk zakt (niet onder 15 °C). Eigenlijk is het heel eenvoudig: als jij de temperatuur in huis lekker vindt, vindt je kerstster dat ook. Geef steeds opnieuw water als de potgrond waarin ze staan, droog aanvoelt. Doorlekkend gietwater afgieten. Laat dat niet onder in de pot staan Tîjdens de bloei hoef je de planten geen voedsel te geven. Zorg dat je je kerstster goed verpakt vervoerd als het koud weer is. Zet hem na thuiskomst niet in de volle zon, maar wel op een lichte plek.

Kerststerren zijn kortedagplanten
Dat betekent dat ze een periode met weinig licht nodig hebben om te kunnen gaan bloeien. De planten die nu worden aangeboden hebben zo’n periode net achter de rug en tonen al schutbladen met een volle kleur. Enkele van de kleine bloempjes in het hart zijn al open. Ze zitten ook goed in het blad en hebben stevige stengels. Dat is de beste fase voor aankoop, want ze hebben hun hele bloeitijd nu nog voor zich. De forse potmaat (13 cm) duidt op stevige planten.

TIP
Het witte wolfsmelksap dat bij beschadiging uit de stengels komt, is giftig. Het kan irritaties geven. Je kunt het ‘bloeden’ stoppen met een brandende lucifer (of kaarsvlam).

In kort bestek
GroenRijk heeft nu twee uitzonderlijke kerststerren (poinsettia’s) voor je: de prachtige Euphorbia ‘Tapestry’ met framboosrode schutbladen en bont blad met (room)witte vlekken en/of de groenbladige ‘Ice Punch’ met kersrode, witgevlekte schutbladen. Allebei heel apart en mooi! Om met de kerst en daarna nog maandenlang van te genieten. Gewone kamertemperaturen zijn prima. De verzorging is eenvoudig. Echte rijkbloeiende aanraders!  

Ja, de Anthurium is een sterk bloeiende plant die symbool staat voor het onbetaalde werk dat mantelzorgers uit liefde doen voor een ander

Bloemen en planten geven betekent iets! Zeker als ze met een speciale bedoeling worden gegeven. Dat geldt helemaal voor de Anthurium. De Anthurium is ieder jaar hét symbool van de mantelzorg. Waarom? Heel eenvoudig: in de bloemen van een Anthurium zie je precies uitgedrukt wat de mantelzorg inhoudt. De bloemen verschijnen aan sterke stelen boven prachtig, hartvormig(!) of pijlvormig, vaak heel mooi getekend blad. Sterk, flexibel en veerkrachtig, net zoals mantelzorgers. Maar het gaat vooral om de bouw van de bloemen. Die bestaan uit een vaak wat gekromde, soms spiraalvormige bloeikolf (daar kun je ouderdom of een leven met problemen in zien) met daar omheen een prachtig gekleurd, beschermend schutblad. Dat is de mantel die afschermt en beschut. Een mooier symbool voor mantelzorg is er bijna niet. Anthurium’s (ze zijn familie van de flamingoplanten) zijn bovendien heel sterk en ze bloeien heel lang. Iedere bloem blijft minstens acht weken mooi. De verzorging is makkelijk.

10 november is het de ‘Dag van de Mantelzorg 2015’!

Wil je jouw waardering voor een speciale mantelzorg(st)er laten zien? Geef een Anthurium!

Anthurium’s kunnen heel verschillend zijn: de glanzende schutbladen kunnen knalrood zijn of wit, roze, zalmkleurig of paarsachtig, groot, uitbundig, of heel bescheiden. Wat je maar het meest passend vindt voor de persoon waarvoor hij is bedoeld. Ook het blad kan heel verschillend zijn: fraai getekend of volgroen. Dat hangt van de soort of het ras af. GroenRijk heeft keuze genoeg. De planten komen allemaal van een Nederlandse topkweker op Anthurium-gebied die al meer dan 25 jaar de meest fantastische planten selecteert en ontwikkelt. Ook dit jaar zijn enkele daarvan speciaal als Mantelzorgplant geselecteerd. Onder andere de Anthurium ‘Nano Red’® (met felrode schutbladen en een rode bloeikolf) en de ‘Princess Amalia Elegance’ (met witte, roze overlopen schutbladen en een iets lichter rode bloeikolf).  Die worden nu tegen een even speciale prijs (€ 5,99) door GroenRijk aangeboden. Ze staan in grote potten met een doorsnee van 14 cm. De genoemde rassen hebben prachtig, volgroen blad. Echt schitterende planten!

Dé Mantelzorgplant
Dit is hét symbool van de ‘Dag van de Mantelzorg’, waarin GroenRijk en de bovengenoemde Anthurium-kweker samenwerken met Mezzo, de landelijke Nederlandse vereniging die opkomt voor iedereen die zorgt voor een ander. Dat kan een familielid zijn, een buurman of -vrouw, een vriend of vriendin of wie ook. Tachtig procent van alle zorg wordt thuis gegeven door meer dan 3 miljoen mantelzorgers en zorgvrijwilligers. Mezzo zorgt voor de belangenbehartiging en ondersteuning van al die mensen en kent en heeft contacten met alle organisaties en overheden op dit gebied.

Verzorging van de Mantelzorg-Anthurium
Anthurium’s zijn van oorsprong tropische planten uit de oerwouden van Zuid-Amerika. Daar heerst wisselende schaduw. Zet daarom ook een Mantelzorg-Anthurium nooit in de volle zon, maar wel op een lichte plek. Bijvoorbeeld in een vensterbank op het noorden, oosten of westen. Geef 1 à 2 keer per week water en eens in de zes weken plantenvoeding. De Anthurium kan met een beetje regelmatige zorg het hele jaar door bloeien. Iedere bloem houdt het wel acht weken vol. De bloemen volgen elkaar op. Het zijn stijlvolle, sterke planten. Gewone huiskamertemperaturen zijn prima. De kweker heeft door de jaren heen zijn planten zo geselecteerd dat ze meer kou kunnen hebben dan de Anthurium’s uit de tropen.

Iets meer over Anthurium’s
In het tropische oerwoud groeien Anthurium’s in de bosbodem of epifytisch op bomen. Ze hebben daarom maar een klein wortelstelsel, eigenlijk een wortelstok waar de bladeren en bloemen rechtstreeks uit opschieten. Er zijn heel wat wilde soorten, maar die worden lang niet allemaal gekweekt. De bekendste (gekweekte) zijn de hybriden uit de Anthurium Andreanum Groep met hart- tot pijlvormige bladeren en die uit de Scherzerianum Groep met smallere lancetvormige bladeren. Beide hebben de bekende, wasachtig glanzende, kleurrijke bloem-schutbladen. Een soort die minder om de bloemen, maar vooral om het prachtige, breed-hartvormige blad wordt gekweekt, is Anthurium crystallinum.

TIP: Planten in huis zijn niet alleen mooi, ze zijn ook gezond. Ook Anthurium’s produceren zuurstof, ze zuiveren de lucht en vormen gezondmakende, kalmerende ionen die ze afstaan aan de lucht in de ruimte waar ze staan. Een Mantelzorg-Anthurium helpt dus zorgen.

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl 

De sterke Dracaena ‘Bicolor’ heeft prachtig gekleurd, gestreept blad en past in elke woonstijl

De Dracaena marginata ‘Bicolor’ heeft een enorm aantrekkelijke, bijna exotische, sterke vorm en is daarmee een uitgesproken designplant voor ieder type interieur, van klassiek tot retro en techno. Het is bovendien een makkelijk te verzorgen plant die GroenRijk speciaal deze week met twee maten in één pot aanbiedt. Heel decoratief! Deze Dracaena vraagt bovendien weinig onderhoud, stelt weinig eisen (is heel gauw tevreden) en heeft prachtig bont blad (groen met smalle bordeauxrode randjes). De vorm van de plant doet aan palmen of ananassen op stam denken. Dracaena-soorten komen voor van de Canarische tot de Kaap-Verdische eilanden in de Atlantische Oceaan, in grote delen van tropisch west- en oost-Afrika en Madagascar, in zuid-Azië en op eilanden in de Indische Oceaan. Alle Dracaena’s behoren tot de familie der lelieachtigen (Liliaceae). De soort Dracaena marginata waar de cultivar ‘Bicolor’ toe behoort, stamt van het tropische vulkanische eiland Réunion ten oosten van Madagascar in de Indische Oceaan. Het fraai in de lengte gestreepte, puntige, lancetvormige blad van ‘Bicolor’ is behalve heel mooi ook op een andere manier heel aantrekkelijk. Via die toef glanzende bladeren aan de top van het stammetje zuivert deze plant namelijk ook de lucht in de ruimte waar hij staat (van voor ons gevaarlijke stoffen) en brengt hij vocht in de lucht.

De ontwikkeling van deze Dracaena

Jonge planten hebben de vorm van een bos opstaande, sierlijk overhangende bladeren. Ieder jaar groeit die bladertoef naar boven toe uit en vormt zich daaronder een stammetje dat steeds langer wordt. Op een gegeven moment kan deze zich ook gaan vertakken en vormen zich meer toeven bladeren aan de einden. Als de plant zo ver is, begint hij al aardig volwassen te worden en kan hij ook gaan bloeien. Er ontstaat dan uit een plek vlak naast de groeikern een bloeistengel met losse trossen groene tot roomkleurige bloemen die heerlijk kunnen geuren. Er kan dan ook zaad worden gevormd. Dracaena ‘Bicolor’ kan heel oud en hoog worden, dus misschien ga je dat met jouw exemplaar nog beleven. Overigens is de ‘Bicolor’ die je nu bij GroenRijk koopt, niet uit zaad ontstaan, maar opgekweekt uit ‘droge’ stengelstukken – een soort stekken die ‘Ti-plant’ worden genoemd – die, als ze in speciaal geprepareerde aarde worden gestoken, bij temperaturen van 21-24 °C bewortelen en dan ook bladeren gaan vormen. Dat is ook bij bonte soorten en cultivars eerst groen. De speciale bladkleuren ontstaan pas als het geheel wat ouder is.

De verzorging van je Dracaena

Zet je ‘Bicolor’ op een iets beschaduwde tot lichte plek, maar absoluut niet in fel, direct zonlicht. De bladeren verschroeien/verbranden anders gemakkelijk. Als je de plant op een te donkere plek zet, kan het zijn dat de bladkleur lichter wordt. Zet hem dan wat lichter. In een wat lichtere ruimte zal je Dracaena sneller groeien. ‘Bicolor’ houdt van gewone kamertemperaturen (16-24 °C), de minimum-nachttemperatuur mag ook ’s winters niet beneden de 12 °C zakken. Dracaena’s houden niet van langdurig ‘natte voeten’. Zorg dat de pot waarin je ze zet, goed draineert (een gat onderin). Een teveel aan water moet echt weg kunnen, want Dracaena’s zijn gevoelig voor wortelrot. Zet de pot liefst op een schotel en giet overtollig gietwater af. Dat kun je weer bij andere planten gebruiken. Geef één keer per week lauwwarm water. Geef tijdens de groeiperiode – van begin lente tot einde herfst – iedere maand een lichte dosis kamerplantenvoeding in het gietwater. Het is ook aan te raden om vooral ’s winters – als de lucht in huis erg droog is – het blad wekelijks met lauwwarm water te besproeien. Daarmee verwijder je meteen ook het stof van het blad, waardoor de luchtzuiverende werking van je Dracaena ‘Biocolor’ optimaal blijft. Ook het zo nu en dan met een natte spons afnemen van de bladeren wordt zeer op prijs gesteld.  Een ideale luchtvochtigheid is 40-60% op de hygrometer.

Dracaeana’s kunnen heel oud worden. Dus zul je op een gegeven moment moeten verpotten

Dat hoeft pas als de planten met hun wortels de pot helemaal hebben gevuld. Doe het in de lente als de groei weer begint.  Kies een iets grotere pot (met drainagegat) en vul rond de wortelkluit op met een aardemengsel voor kamerplanten (dat heeft GroenRijk voor je). Het is voor de afwatering handig als je een laagje grind onder in de pot aanbrengt.

Dracaena’s  worden ook wel drakenbomen of drakenbloedbomen genoemd

Die naam komt van het Griekse woord drakaina, wat vrouwelijke draak of slang betekent. Er bestaan tientallen soorten van. Vroeger werden ook de Cordyline’s tot de Dracaena’s gerekend. Ze lijken inderdaad wel wat op elkaar, maar men kwam erachter dat er toch grote verschillen zijn. Dracaena’s bijvoorbeeld hebben geelachtige (soms zelfs oranje) wortelstokken. Ze vormen geen uitlopers. Codyline’s doen dat wel en die hebben witte wortels.  

De beroemdste drakenbloedboom ter wereld

Dat is ‘El Drago Milenario’ in het stadje Icod de los Vinhos op de zuidwestelijke helling van de Teide-vulkaan op het Canarische eiland Tenerife. Deze boom wordt ‘Milenario’– de duizendjarige – genoemd, maar hij is ‘pas’ vierhonderd jaar oud. Hij ziet eruit als een paddenstoelvormige, hoge boom, maar het is geen boom. Het is – dat noemden we al – een lelieachtige plant (van de soort Dracaena draco) in een enorme maat. Als de stam wordt verwond, stroomt daar wit sap uit dat aan de lucht oranjerood verkleurt. Vandaar de naam ‘drakenbloedboom’. De grotten bewonende oerbewoners van Tenerife – de Guanchen – balsemden er hun doden mee. Vroeger groeiden er veel meer exemplaren van deze ‘boom’soort op Tenerife en elders. Vrij recent zijn ze ook aangetroffen in Marokko.

TIP

Dracaena ‘Bicolor’ vindt het heerlijk om ’s zomers lekker in een regenbui buiten te staan. Dek de potkluit dan wel af met folie om te sterke inwatering te voorkomen.

In kort bestek

Deze week heel speciaal bij GroenRijk: Dracaena marginata ‘Bicolor’, een prachtige sterke drakenboom of drakenbloedboom in twee maten bij elkaar in één pot. De ‘kronen’ smalle bladeren boven de ranke stammen zijn groen met smalle rode randjes. Heel decoratief! Deze Dracaena is zeer sterk, kan heel oud worden, is makkelijk te verzorgen en past in iedere interieurstijl. Hij zuivert bovendien met zijn bladeren de lucht in de ruimte waar hij staat! Een echte aanrader!

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl

De perfecte kickstart van het jaar heeft stoere stammen, prachtige bladeren en trendy kleuren:  Dracaena is een echte statementplant met een exotische uitstraling. 

Kamerklassieker 

Op zoek naar een opvolger voor de kerstboom? Dracaena is een flamboyante kamerklassieker die de sfeer in huis mooi groen houdt. Met desgewenst een vleugje geel, goud, roze of rood, want er is ruime keuze in verschillende opvallende bladtekeningen. Wat alle Dracaena's gemeen hebben, is dat het schitterende planten zijn die gaan van binnenboom tot tafelmodel, zodat er altijd wel een plekje voor te vinden is. Pak 'm wel even lekker warm in als hij mee naar huis mag, want als tropisch type vindt Dracaena het al te koud als het onder de 10°C komt. 

Dracaena? Doen! 

Makkelijke huisgenoot Dracaena slaat vocht op in de stam en is dus bestand tegen een keertje vergeten om water te geven. 
Clean type Volgens de NASA Clean Air studie is Dracaena een van de planten die de luchtkwaliteit in huis helpt te verbeteren. 
Tropische uitstraling Dik, dun, vertakt, bossig, gevlochten: de combinatie van spannende stammen en schitterende bladeren geeft Dracaena een eigentijdse, botanische uitstraling. 

Oergroen 

In het wild groeit Dracaena vooral in Afrika en op nabijgelegen eilanden als Madeira, de Canarische Eilanden en de Kaapverdische Eilanden. Al komen er ook een paar soorten voor in Zuid-Azië en eentje in Centraal Amerika. Er zijn variëteiten die echt op een boom-met-stam lijken, maar ook robuuste struikvormen die als haag dienen. Ze kunnen heel oud worden en sommige soorten krijgen in het wild een heel aparte vorm, die rechtstreeks uit de oertijd lijkt te komen. 

Knappe draak 

• Héél Game of Thrones: Dracaena is afgeleid van het Griekse 'drákaina' wat vrouwtjesdraak betekent (ideaal cadeau voor een potentiële drakenmoeder of – vader, dus). 
• De naam verwijst naar de hars van de dracovariëteit. Die is helderrood, waar namen als drakenplant of drakenbloedboom vanaf zijn geleid. De hars wordt gebruikt in de verfindustrie. 
• De plant is het symbool van Tenerife. In Icod de los Vinos staat de grootste én oudste Drakenboom ter wereld, El Drago Milenario genaamd (de duizendjarige draak). Dat is een tikje overdreven, de plant is eerder tussen de 250 en 350 jaar oud. 

Verzorging 

• Dracaena staat graag licht om de bladtekening mooi te houden, maar liever niet in de volle zon.
• Pas water geven als de kluit wat is indroogt en liever geen water in de pot laten staan. 
• In de lente en zomer om de zes weken kamerplantenvoeding geven, in herfst en winter niet voeden. 
• Dracaena kan niet tegen kou, laat de temperatuur niet onder de 10-13°C komen. 

Woonplant van de maand

Dracaena is Woonplant van januari 2018. De 'Woonplant van de maand’ is een initiatief van het Bloemenbureau. Maandelijks kiest het Bloemenbureau in overleg met vertegenwoordigers uit de sierteeltsector een plant die het opvallend goed doet bij de consument, of juist (nog) niet zo bekend is, maar wel potentie heeft om het goed te doen in de woonkamer. 

Mooiwatplantendoen.nl is een initiatief van Bloemenbureau Holland en laat consumenten ervaren dat je je lekkerder voelt met planten om je heen.

Nieuw jaar, nieuwe plek voor een prachtplant!

De een kan geen afscheid nemen van de feestdagen, de ander probeert de boom al weken het huis uit te staren. Feit is: nu moet hij écht weg. De dagen worden langzaamaan weer langer en de drie koningen zijn ook al bijna gepasseerd. Maar hoe leuk: samen met het nieuwe jaar en je goede voornemens hebben we ineens volop ruimte voor een nieuwe showstopper. Kerstboom eruit, kamerplant erin. Welkom 2018!

Berg de ballen op en ontwar de lampjes (ja, doen, anders sta je volgend jaar je tijd te verdoen met ontknopen) en laat vorig jaar definitief achter je. En dan: aan de slag! Wordt het een grote of worden het meerdere kleintjes, welk soort blad, met kleur, makkelijk te verzorgen? We koppelen je graag aan je droomplant. Simpel door de flowchart te volgen. En kies je een oogverblindend exemplaar dat genoeg heeft aan zijn eigen groen of wil je er een die je helpt herinneren aan je goede voornemens? Die hangen we er namelijk gewoon in! Of ga je all the way en creëer je een zen plantenaltaar? Nieuw jaar, nieuwe mogelijkheden. Wat een feest dat het eindelijk januari is!

Het is net iets uit een sprookje: als alles nog kaal is, bloeit de bladhoudende heester Camellia japonica (ook bekend onder de consumentennaam Camelia of Japanse roos) al uitbundig. Kou noch sneeuw houden deze winterbloeier tegen, in de eerste vier maanden van het jaar schittert de plant met grote roosachtige bloemen tot wel 12 cm doorsnee. De combinatie met het grote, glimmende donkergroene blad maakt het een aansprekende verschijning voor iedereen die behoefte heeft aan groen en kleur op het terras, in de tuin of op het balkon. 

Keuze assortiment 

Van de sierlijke Camellia japonica zijn wel 2000 verschillende cultivars, variërend van enkelbloemig tot halfgevuld- of gevuldbloemigen. De meest voorkomende kleuren zijn rood, wit en roze, maar er komen ook lila, zalmkleurige en tweekleurige planten voor. 

Camellia trivia 

• De plant siert al sinds de 11de eeuw Chinees porselein en schilderijen. 
• De oudste Camellia in Europa staan in het Portugese Campo Bello en zijn zo'n 470 jaar. 
• Door de unieke bloeitijd is het een van de meest geschilderde tuinplanten, omdat de tuin in de winter en het vroege voorjaar verder nog weinig inspiratie biedt. 
• In China is de Camellia een gelukssymbool voor het Chinese nieuwjaar (dat valt dit jaar op vrijdag 16 februari). 

Herkomst 

De Camellia japonica komt, zoals de naam al aangeeft, uit Japan en is ook inheems in Taiwan en Korea. Daar groeit de plant bij voorkeur op beboste hellingen tussen de 300 en 1100 meter. De winterbloeier is familie van de theeplant Camellia sinensis en kwam via handelsreizigers in de 18de eeuw Europa terecht. 

Verzorgingstips voor de consument 

• De Camellia japonica staat bij voorkeur op zure, lichtvochtige grond die een plensbui makkelijk afvoert. 
• De plant staat het liefst op een beschutte plek in halfschaduw. 
• Hoewel de Camellia winterhard is, kan hij bij felle of lange vorst beter worden afgedekt om vorstschade te voorkomen.
• Voorkom uitdroging, vooral in als de plant in een pot of kuip staat. 
• In maart en juni een beetje bijmesten helpt de plant nieuwe knoppen aan te maken. 
• De Camellia hoeft niet te worden gesnoeid. 
• De Camellia japonica laat zich goed combineren met andere zuurliefhebbers zoals coniferen, Rhododendron, Erica, Skimmia en Gaultheria.

Verkoop- en presentatietips voor de Camellia

Benadruk het unieke van de vroege bloei door de plant in een winterse ambiance te presenteren en zet meerdere kleuren door elkaar heen om een grotere impact te maken. In de aanloop naar het Chinese nieuwjaar (16 februari) is met wat Chinese lampions of een print van een oude Camellia-afbeelding makkelijk een oosterse styling te creëren die qua kleur een geweldige blikvanger is tussen het vroege voorjaarsassortiment. Geef kort uitleg over de symboliek, zet er een schaal gelukskoekjes bij en Camellia wordt meteen een die-mag-mee-plant. 

Tuinplant van de Maand

De Camellia is Tuinplant van januari 2018. De 'Tuinplant van de Maand’ is een initiatief van Bloemenbureau Holland. Maandelijks kiest het Bloemenbureau in samenwerking met vertegenwoordigers uit de sierteeltsector een plant met een geweldige uitstraling of bijzondere eigenschappen om extra onder de aandacht te brengen. De ene keer wordt een groene ster in het zonnetje gezet, de andere keer een onontdekte schat die meer bekendheid én een plek verdient in de tuin, op het terras of op het balkon. Omdat iedereen blij wordt van meer groen.  

Mooiwatplantendoen.nl is een initiatief van Bloemenbureau Holland en laat consumenten ervaren dat je je lekkerder voelt met planten om je heen.

Graslelies en peperplantjes zijn prachtige, sterke kamerplanten die weinig vragen

Groene planten zijn heel rustgevend. Twee soorten die al heel lang hun waarde hebben bewezen zijn de graslelie (Chlorophytum) en het peperplantje (Peperomia). Van beide bestaan tientallen soorten en kweekvormen of cultivars. GroenRijk heeft als speciale aanbieding in deze week twee van die cultivars uitgekozen: de schitterend groen/wit gestreepte Chlorophytum comosum ‘Ocean’ en de donkergroene Peperomia obtusifolia ‘Green’. Beide zijn leuke, ijzersterke planten die niet meteen hun bladeren laten verslappen als je een keertje vergeet ze water te geven. De graslelie wordt in Duitsland zelfs wel ‘Sekretärinnenblume’ genoemd omdat niet iedere secretaresse altijd tijd heeft om naar de planten op haar werkplek om te zien. Deze planten hebben daar alle begrip voor. Dat geldt dus ook voor de peperplantjes. Beide bezitten namelijk een slim systeem om heel zuinig met water om te kunnen gaan. De Peperomia’s slaan dat op in hun vlezige, leerachtige bladeren, de Chlorophytum’s in hun dikke wortels. En als je weet dat ze ook niet graag in de volle zon staan, begrijp je hun uithoudingsvermogen.

Chlorophytum commosum ‘Ocean’, de bonte graslelie

Deze grasleliecultivar wordt ook wel ‘zebragras’ genoemd. Hij heeft lange, smalle, felgroene bladeren met witte buitenranden en is sinds 2002 op de markt. De groene oervorm van deze Chlorophytum werd ca. 1850 uit Zuid-Afrika in Europa ingevoerd (‘chlorophytum’ betekent ‘groene plant’). Die zie je bijna niet meer. Wel de wit gestreepte kweekvormen zoals de prachtige, sierlijke ‘Ocean’. Hét kenmerk van Chlorophytum’s is dat de planten zelf wel 60 cm hoog kunnen worden, maar dat ze lange, elegant overhangende bloeistengels kunnen vormen waaraan eerst kleine witte bloempjes verschijnen, gevolgd door  jonge plantjes (‘kindplantjes’). Een fantastisch gezicht, zeker als je ‘Ocean’ als hangplant toepast of in ieder geval zorgt dat die lange stengels met kindplantjes kunnen hangen. Want die gaan komen!      

Verzorging van graslelie ‘Ocean’

Zet (of hang) je ‘Ocean’ op een lichte plek, maar zeker niet in direct zonlicht. Fel zonlicht kan de bladeren verschroeien. Bij te weinig licht worden de witte bladstrepen minder helder. ‘Ocean’ doet het prima bij normale kamertemperaturen (18-25 °C), maar verdraagt lagere temperaturen ook (minimaal 2 °C). Het is een sterke plant. Geef tijdens de groei twee tot drie keer per week water (op kamertemperatuur), in de winter (als de plant in rust is) eenmaal per week. Overtollig water afgieten om rotten van de wortels te voorkomen. Geef één keer per veertien dagen plantenvoeding in het gietwater. Je ‘Ocean’ vindt het heerlijk om regelmatig besproeid te worden (met lauw water). Dat verwijdert ook meteen het stof van de bladeren. Omstreeks mei-juli worden de kleine, witte bloempjes gevormd. De wortelkluit neemt bij deze planten vrij snel in omvang toe. Hij groeit dan uit de pot. Plant hem dan over in een grotere pot (met

gewone potgrond) en doe daar een laagje hydrokorrels onderin. Als de bladeren bruin worden is de lucht te droog of hij heeft te warm gestaan (bijvoorbeeld boven radiatoren) of in te fel licht.

Peperomia obtusifolia ‘Green’, het peperplantje

Er zijn liefst 1600 soorten Peperomia’s uit de natuur bekend. Een klein deel daarvan is ook in cultuur, wat weer tal van kweekvormen heeft opgeleverd, waaronder allerlei bontbladige. De echte soorten stammen allemaal uit Midden- en Zuid-Amerika, het Caribisch gebied en zelfs uit Florida in de USA en ze verschillen sterk van elkaar, maar één kenmerk hebben ze gemeen: de eigenaardige wormvormige, lange, dunne, witte of roomkleurige bloeiaren zonder schutbladen die laat in het voorjaar tot begin herfst verschijnen. Hoewel deze planten tot de bladplanten worden gerekend, bloeien ze dus wel degelijk. Peperomia obtusifolia-cultivars vormen vlezige, vrij dikke, glanzende, ovale tot omgekeerd eivormige bladeren aan vrij lange stengels. De planten worden niet hoger dan 30 cm. Als de planten bloeien steken de 5-7 cm lange bloeiaren boven de bladeren uit. Het zijn leuke, makkelijke en sterke planten die heel oud kunnen worden. Ze behoren allemaal tot de familie van de Piperaceae, waartoe ook de witte en de zwarte peper behoren, maar met Peperomia’s kun je je eten helaas niet kruiden.

Verzorging van peperplantje ‘Green’

De planten worden in een kweekpot (doorsnee 12 cm) verkocht. Pot hem over in een sierpot met onderschotel waarin overtollig gietwater kan weglopen. Giet dat water een halfuurtje na het water geven uit de schotel. Peperomia’s houden niet van langdurige nattigheid bij hun wortels. Ze laten dan hun blad vallen. Geef daarom pas water als de potgrond droog aanvoelt (even met een vinger voelen). De planten verdragen korte droogteperiodes heel goed. Zet de plant op een warme, lichte plek, maar niet in fel, direct zonlicht. Gewone kamertemperaturen zijn prima (18-25 °C). Zorg dat de nachttemperaturen ’s winters niet onder 13 °C zakken. Geef van april tot oktober eenmaal per maand vloeibare plantenvoeding in het gietwater.

TIPS

Chlorophytum commosum ‘Ocean’ is, net zoals alle andere graslelies, een uitstekende luchtzuiveraar. De plant neemt vervuilende gassen en stoffen uit de lucht op en zorgt dus voor schonere lucht in huis. De Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA heeft ze op de lijst met luchtzuiverende planten voor toepassing in ruimtestations gezet.

Peperomia’s waren in april 2016 nog ‘woonplant van de maand’. In Brazilië worden Peperomia’s beschouwd als geluksbrengers.

In kort bestek

Deze week heeft GroenRijk twee ijzersterke bladplanten in de aanbieding: de bonte graslelie Chlorophytum commosum ‘Ocean’ en het volgroene peperplantje Peperomia obtusifolia ‘Green’. Planten waar je vanzelf van gaat houden. De ene sierlijk en gracieus, de andere compact en glanzend. Allebei heel aantrekkelijk. Zet ze licht, maar niet in fel zonlicht en geef regelmatig water. Het zijn dankbare planten, ook bij mensen met wat minder groene vingers. 

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl

Een vlinderorchidee staat graag licht, bloeit enorm lang en heeft regelmatig speciale orchideeënvoeding nodig

Orchideeën zijn heel bijzonder. Ze vormen een van de jongste plantenfamilies op aarde, maar ook een van de meest veelzijdige en meest verspreide. Orchideeën komen, behalve in de poolgebieden, overal ter wereld voor. Wetenschappers schatten dat de eerste orchideeën ca. 84 miljoen jaar geleden zijn ontstaan. Er zijn geen resten gevonden in oudere aardlagen. Hoe ze zich zo snel en in zo veel vormen over de hele wereld hebben kunnen verspreiden, is nog steeds een raadsel, want er waren soms brede oceanen tussen de groeigebieden van nauw verwante geslachten. Orchideeën hebben zich aan de meest uiteenlopende groeiomstandigheden aangepast, van tropische oerwouden tot koude toendra’s en hete woestijnen en van een grondloos leven hoog in boomkruinen tot wortelend in moerassen en bijna kale rotsspleten. Het lijkt wel of hun flexibiliteit geen grenzen kent. Van de vele vormen behoren de vlinderorchideeën die GroenRijk nu aanbiedt, tot de allermooiste.

Vlinderorchideeën komen uit tropisch Zuidoost-Azië

Het geslacht van de vlinderorchideeën (Phalaenopsis) heeft zich in Azië verspreid van de Himalaja tot de Filippijnen en verder in tropisch Noord-Australië. Iets ten oosten van Taiwan in de Stille Oceaan ligt een eilandje dat vanwege het overweldigend voorkomen van Phalaenopsis, orchidee-eiland (Orchid Island) wordt genoemd. Een eldorado voor orchideeënliefhebbers. Maar ook thuis kun je van de rijke vlinderachtige bloei van deze schitterende orchideeën in al hun verscheidenheid genieten. GroenRijk heeft ze nu in diverse bloemkleuren en in een schitterende kwaliteit – met liefst drie bloemtakken! – voor je klaarstaan.

Het zijn geweldige kamerplanten

Er bestaan ruim zestig soorten van het geslacht Phalaenopsis. Ook binnen dit geslacht blijkt hoe makkelijk de planten zich aan de omstandigheden aanpassen. De meeste soorten groeien als epifyten in de boomkronen in de tropische regenwouden van Azië. Ze wortelen daar niet in de volle grond, maar houden zich met hun wortels aan de takken vast en halen hun voedsel uit de lucht en uit regenwater. Ook in veel koelere, vochtige laaglandbossen komen vlinderorchideeën voor (weer andere soorten) en in Australië groeien ze zelfs in vrij droge rotsspleten (dan zijn het zogenaamde lithofyten).

Wel steeds dezelfde bouw

Hoe groot de groeiplaatsverschillen ook zijn, de bouw van een Phalaenopsis is steeds dezelfde. Uit de top van een omhoog groeiende wortelstok verschijnen per jaar een of twee dikke, vlezige bladeren die heel lang aan de plant blijven, maar uiteindelijk wel een keer afvallen. Gebeurt dat tijdens de bloei, dan is de plant mogelijk aan een rustperiode toe. Zet hem dan wat koeler. Doe dat ook als hij is uitgebloeid. Wel water blijven geven.

Tijdens de rust ontwikkelt je Phalaenopsis vanzelf nieuwe bloeistengels en bladeren. Onder goede omstandigheden kunnen oudere planten wel 5-10 bladeren krijgen. De knolachtige verdikkingen die andere soorten orchideeën soms hebben (pseudobulben), ontbreken bij Phalaenopsis. Tussen de bladeren verschijnen een of meer stengels – bij de  nu aangeboden planten hebben ze er dus drie! – waaraan zich de trossen of aren bloemen ontwikkelen. Iedere bloem bloeit wekenlang voor hij verwelkt. Elke bloemtros (aan één enkele tak) bloeit in totaal gemiddeld twee tot drie maanden! Een ongelooflijke prestatie! Daar komt bij dat sommige typen ook nog heerlijk geuren!

De naam vlinderbloem

Phalaenopsis komt van het Griekse phalaina dat ‘mot’ of ‘vlinder’ betekent; opsis betekent ‘gelijkend op’, dus de naam betekent ‘gelijkend op een vlinder’. Bij de meeste soorten is dat direct duidelijk voor wie de bloemen ziet. Als de bloemen in de tropische natuur in een zuchtje wind bewegen, is het net of er een groep vlinders vliegt.

Verzorging

Geef je vlinderorchideeën een lichte standplaats, maar niet in fel zonlicht. Ze voelen zich tijdens de bloei het lekkerst bij een temperatuur van 18-22 °C. Eenmaal per week matig water geven is meestal genoeg. Giet overtollig water altijd uit de pot of van de schotel: Phalaenopsis heeft een hekel aan voortdurend natte voeten. De wilde soorten vragen vaak een hoge luchtvochtigheidsgraad, maar de planten die je bij Groenrijk koopt doen het prima bij een normale 50% op de hygrometer. Geef eens per maand (tijdens de bloei) wat speciale vloeibare orchideeënvoeding in het gietwater. Dat is precies op de bijzondere menueisen van deze orchideeën afgestemd.  Na de bloei de stengel op ca. 20-25 cm boven de potgrond afsnijden. Er vormt zich dan weer een nieuwe knop. Na 2-3 jaar kan verpotten nodig zijn. Doe dat dan niet in gewone potgrond, maar in speciale, grove orchideeënaarde. GroenRijk heeft alles voor je orchideeën, ook het speciale, vloeibare orchideeënvoedsel.

TIP

Zet je Phalaenopsis in een sierpot met bijpassende onderschotel. Die combinatie is erg handig. GroenRijk heeft een uitgebreid assortiment potten, ook van dit type, in voorraad.

In kort bestek

Vlinderorchideeën (Phalaenopsis) doen het heel goed in normale woonkameromstandigheden. Ze bloeien schitterend en ongelooflijk lang. De verzorging is heel makkelijk. Het zijn dankbare, sterke planten. Je kunt jaar-in-jaar-uit maandenlang van hun bloemen genieten. Geef ze wel speciale orchideeënvoeding! Vlinderorchideeën zijn ook een graag gekregen geschenk.

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl

De Kerst is nog maar net achter de rug, of we kunnen ons hart alweer ophalen aan bloeiende voorjaarsbollen in alle soorten en maten. De start van het officiële tulpenseizoen wordt in Nederland en België gevierd met de jaarlijkse Nationale Tulpendag (altijd op de 3e zaterdag van januari). We zien bloeiende voorjaarsbollen steeds eerder verschijnen. Afgelopen december waren de hyacintenbollen op pot en de tulpenbossen niet aan te slepen!

Het nieuwe tulpenseizoen

Met de Nationale Tulpendag wordt de start van het nieuwe tulpenseizoen gevierd, dat doorgaans zo’n honderd dagen duurt.  Al die tijd zijn de fleurige bloeiers in allerlei kleuren en bijzondere vormen ruimschoots verkrijgbaar. En dit jaar lijkt het tulpenseizoen langer dan ooit, met de vroege start aan het eind van afgelopen jaar. Zowel Bloemenbureau Holland als Fleurop, gespecialiseerd in het verzenden van boeketten, signaleren de massale vraag naar tulpen als vervanger van de kerstboom, maar ze prijkten in menig huishouden vaak ook al in een mooie vaas op de kersttafel. In totaal zijn er meer dan 3.000 soorten tulpen, van dubbelbloemige tot gefranjeerde en lelievormige tulpen. Ook het kleurenpalet is heel afwisselend en wordt nog altijd steeds gevarieerder: van (bijna) zwart tot wit-groen en van rood-geel gevlamd tot zachtroze.

Hyacinten, sneeuwklokjes, blauwe druifjes en narcissen

Fervente tuiniers die liever de seizoenen volgen kunnen vanaf nu wel langzaamaan lentebloeiers in huis halen. Denk aan bloeiende sneeuwklokjes in een pot, glas of houten bakje, maar ook aan hyacinten en blauwe druifjes. Die bloeien in de natuur immers ook vroeg in het jaar. Daarna wordt het zoetjesaan tijd voor bossen tulpen of bloeiende tulpenbollen in pot of bak. Er zijn namelijk zowel vroeg als laatbloeiende tulpen, die de tuin achtereenvolgens van maart tot mei opvrolijken.  

Tips voor tulpenboeketten

In een vaas bloeien tulpen relatief kort, meestal hooguit een week, maar omdat ze van januari tot eind april zo overvloedig voorradig zijn, zijn ze in deze periode voordelig geprijsd.

Zo zorg je ervoor dat je bos tulpen zo lang mogelijk meegaat:

• Rol de tulpen, voordat je ze op hun definitieve plek zet, eerst in een krant en laat ze op een koele plek minstens een uur in schoon water met snijbloemenvoedsel staan.
• Snij met een schoon en scherp mes het witte uiteinde van de steel schuin af en schik de bloemen in een schone vaas met schoon water en snijbloemenvoedsel.
• De tulpen groeien altijd nog door; houd daar rekening mee bij de keuze van de vaas en de manier waarop je ze schikt of ze combineert met andere snijbloemen.
• Narcissen en tulpen gaan niet samen in een vaas, omdat narcissen een stof afscheiden die de houdbaarheid van de tulpen niet ten goede komt.
• Zet de tulpen niet in de volle zon, niet naast of boven de verwarming, bij een schaal met fruit of in de tocht. Zet ze indien mogelijk ’s avonds op een koelere plek.

Kies in ons tuincentrum nabij Breda nu uit het grote aanbod bloeiende voorjaarsbollen

‘Magic Colours’-bladbegonia’s zijn verrassend anders en mooi

De naam ‘Magic Colours’-bladbegonia’s staat voor een hele serie opvallende, eigenzinnige, kleurrijke begonia’s die het in je huis geweldig zullen doen. Ze zijn best een tikkeltje exotisch. Je zou ze zo op een Algerijnse markt of in India kunnen verwachten. Die uitstraling hebben ze: Bohemian style, vrij, nieuwsgierig, een beetje uitdagend, maar vooral heel mooi met hun verassende bladvormen en prachtige kleuren en bladtekeningen. Een feest om te zien!

Het plantengeslacht Begonia telt zes groepen met in totaal meer dan 1000 soorten die onderling enorm verschillen (bloeiende en botanische begonia’s, knolbegonia’s, bladbegonia’s enz.). Van die soorten bestaan weer duizenden cultivars en hybriden (kruisingsproducten), waarvan de meeste vooral om hun bloemen worden geteeld, maar bij bladbegonia’s gaat het vooral om de vaak prachtige bladeren. Dat geldt zeker voor de planten  uit de ‘Magic Colours’-serie. Die kunnen soms ook fraai bloeien, maar die bloempjes vallen meestal snel af. Het zijn dus echte bladplanten!

Begonia Rex Groep

Binnen de grote groep bladbegonia’s bestaan weer ondergroepen De belangrijkste daarvan is de Begonia Rex Groep. De ‘Magic Colours’-bladbegonia’s behoren tot die Begonia Rex Groep. Het zijn hybrideplanten die voornamelijk van Begonia rex afstammen, een soort die in het wild in Assam (noordoost-India) voorkomt. Al die planten groeien uit dikke wortelstokken, waaruit de opvallend gekleurde en gevormde bladeren aan 15-30 cm lange stelen verschijnen. Ook die stelen zijn soms fraai (bijvoorbeeld felrood) gekleurd.

Om je een idee van die ‘Magic Colours’ te geven

De (Nederlandse) kweker van de ‘Magic Colours’ komt regelmatig met verrassende nieuwe combinaties van bladvormen en -kleuren. We doen een greep uit het vele dat er al is. De namen doen er niet erg toe, maar we noemen ze toch om niet helemaal het spoor in dat veld vol variaties kwijt te raken (het gaat dus om bladkleuren): ‘Baronessa’ zilverwit met groen en daarop witte spikkels; ‘Red Tango’ paars met donker-groengrijs; ‘Jolly Silver’ zilver met grijs; ‘Pinkpop’ rozepaars met witte band; ‘Red Kiss’ zwart met rood; ‘Jive’ groen met zwarte randen; ‘Hugh McLaughlan’ paars met zilver en donkerder nerven; ‘Dark Mambo’ paarszwart; ‘Etna’ purper met rode vlekken; ‘Fedor’ zilver met paars en groene nerven; enz. GroenRijk heeft uit het vele dat er is een schitterend aanbod samengesteld. Niet alleen met die mooie, sprekende bladkleuren en bladtekeningen, maar ook met heel verschillende bladvormen, soms gaafrandig soms alsof ze uit iets veel groters zijn losgescheurd, zo onregelmatig. Maar steeds is de basisvorm hartvormig rond tot gerekt en puntig. Ook de plantvormen zelf zijn heel mooi en juist regelmatig. De planten staan vol in blad.

Zo verzorg je ‘Magic Colours’ goed

Zet de bladbegonia die je koos op een lichte plek, maar niet in langdurig, fel, direct zonlicht. Dat moet

je vooral tijdens de zomermaanden vermijden, omdat de instraling dan veel sterker is. Als een plant tijdelijk wat donkerder staat overleeft hij dat ook wel, maar dat kan ten koste gaan van de mooie bladtekening. Gewone kamertemperaturen (18-23 °C) zijn prima. Tijdens de winterrust mag de temperatuur tot 16 °C dalen. Bladbegonia’s kunnen slecht tegen droge lucht. Dus besproei je plant regelmatig met een nevelspuit, of zet hem met pot en al in een schaal met water op een laagje grind. Doordat het water uit de schaal verdampt blijft de lucht rond de plant vochtig en je kunt goed zien wanneer er weer water moet worden bijgevuld. Geef regelmatig water. Tussen de gietbeurten in mag de potgrond wat indrogen. Hoe lichter de plant staat des te meer water heeft hij nodig. Tijdens de winterrust mag je wat minder vaak gieten. Vaak worden de planten ook eens per week met pot en al gedompeld. Dat houdt in: de plant wordt in een bak lauwwarm water gezet en als de potkluit zich vol water heeft gezogen, de plant weer droog zetten en even uit laten lekken voor je hem weer op zijn normale plek zet. Als je dat doet, hoef je niet apart water te geven. Aangeraden wordt om met zo zacht mogelijk water te gieten: regenwater of onthard water is prima. Geef je planten één keer in de twee weken wat plantenvoedsel. Dat kan bijvoorbeeld vloeibare plantenvoeding zijn die je in het gietwater doet, of gebruik voedingsstaafjes of andere voedingsmiddelen die je in de potgrond steekt en die automatisch voedsel afgeven als de plant er om vraagt. GroenRijk heeft ook op dat gebied alles voor je in voorraad wat je maar nodig zou kunnen hebben.

Verplanten/verpotten is niet gauw nodig

Dat hoeft eigenlijk pas als de wortelstok het hele oppervlak van de pot bedekt. Maar als je gaat verpotten, doe dat dan liefst in maart. Kies een iets grotere, maar niet diepere pot en gebruik gewone standaard potgrond. Plant je ‘Magic Colours’-plant daarin even diep als hij eerder stond. Bladbegonia’s vormen tamelijk oppervlakkig groeiende wortelstokken, daarom worden ze ook vaak in vrij platte bakken of schalen geplant. De wortels zijn nogal teer. Druk  tijdens het verpotten de grond rond de wortels daarom liever niet met je vingers aan. Het trucje om dat zonder wortelbeschadiging te doen, is door flink op de potrand te tikken. De potgrond verdicht zich dan ook.

TIP

Tijdens de zomer kan je ‘Magic Colours’-plant ook op een licht beschaduwde, beschutte plek buiten staan. Maar zorg dat hij daar niet op de tocht staat.

In kort bestek

De  prachtige ‘Magic Colours’-begonia’s zijn super-bladbegonia’s met schitterend gekleurde en gevormde bladeren. Sfeervol en heel decoratief, zelfs bijna exotisch ‘Bohemian style’. Dankbare planten die heel oud kunnen worden. Ze groeien uit een wortelstok en zijn makkelijk te verzorgen. Zet ze licht en geef ze water en regelmatig een beetje voeding. Meer vragen ze niet. Planten om echt van te genieten! Nu bij GroenRijk.

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl

Met uitbundige bloemen, fraai groen blad en een puur-natuur-uitstraling helpen winterbloeiers je stralend februari door, richting lente! 

Voor wie hunkert naar het voorjaar, maar toch echt nog een stukje winter moet uitzitten: woonplanten die lak hebben aan de seizoenen en nu al eigenwijs bloeien in geuren en kleuren. De botanische beauty's van februari zijn primula, asbloem en jasmijn, in uitstraling vrij te vertalen als uitgelaten, romantisch en sereen. Ze kunnen allemaal goed tegen het wat droge binnenklimaat in huis en zijn makkelijk in de omgang: als je af en toe een rondje geeft, blijven ze groeien en bloeien.  

Februari's trio 

Primula biedt vrolijke bloemen in rood, roze, wit, paars, lila en blauw die binnen alles opvrolijken als het buiten nog guur is. 
Asbloem dankt haar naam aan de groene blaadjes die aan de onderkant donzig grijs zijn. Dat groen met asgrijs laat de prachtige bloemen in wit, blauw, lila, paars, roze, rood én tweekleurig extra mooi uitkomen.  
Jasmijn is een sierlijk struikje met donkergroen blad en stralende stervormige witte bloemen die heerlijk ruiken. De lange ranken houden van wikkelen, klimmen en slingeren. 

Uit alle windstreken 

Wilde primula’s komen vaak voor in de bergen van het noordelijk halfrond, er groeien zo’n vijftien soorten in de Europese Alpen. Asbloem is komen overwaaien vanuit de Canarische Eilanden. En jasmijn is een (sub)tropische plant die met voldoende vocht en warmte ook goed gedijt in een huisklimaat. 

Bloeiende symboliek 

Primula is afgeleid van primus (eerste) omdat het een van de eerste bloeiers van het jaar is. Daar is ook de betekenis van de plant op gebaseerd, deze winterbloeier staat voor een nieuw begin, groei en hoop. Asbloem heet officieel Senecio cruentus en dankt haar betekenis aan haar volle ronde bloemenkruim die staat voor bescherming. En volgens de bloemensymboliek haal je met jasmijn puurheid en kracht in huis. Nét wat je nodig hebt voor de laatste loodjes richting voorjaar. 

Zo halen winterbloeiers de lente 

• Winterbloeiers staan graag licht, maar niet in de volle zon. 
• De kluit mag licht vochtig zijn, wateroverlast liefst voorkomen. 
• Eens in de twee weken plantenvoeding geven helpt winterbloeiers voldoende groei- en bloeikracht te houden.
• Uitgebloeide bloemetjes kun je gewoon wegplukken.

De geur van jasmijn is rustgevend en kalmerend volgens onderzoek van de Heinrich Heine Universiteit in Düsseldorf. Dat maakt jasmijn een ideale slaapkamerplant 

Style ze in je eigen smaak 

Ondanks dat winterbloeiers primula, asbloem en jasmijn in vorm nogal verschillen, kun je ze mooi samen stylen, bijvoorbeeld allemaal in wit, primaire kleuren of pasteltinten. Voor leuk thuiskomen gaat er niets boven een rijtje primula's in knalkleuren om je te begroeten. Hou je meer van een ingetogen sfeer, dan gaan de lichte bloemen en het grijze blad van asbloem prachtig samen met jasmijn.  

Woonplant van de maand

Winterbloeiers zijn woonplanten van februari 2018. De 'Woonplant van de maand’ is een initiatief van het Bloemenbureau. Maandelijks kiest het Bloemenbureau in overleg met vertegenwoordigers uit de sierteeltsector een plant die het opvallend goed doet bij de consument, of juist (nog) niet zo bekend is, maar wel potentie heeft om het goed te doen in de woonkamer. 

Mooiwatplantendoen.nl is een initiatief van Bloemenbureau Holland en laat consumenten ervaren dat je je lekkerder voelt met planten om je heen.