Plukplanten en moestuinen zijn ongekend populair en groenteplanten zien er vaak ook prachtig uit, zodat het mes aan twee kanten snijdt. Aan de ene kant inspelen op groeiende belangstelling voor gezond, duurzaam en plantaardig voedsel, aan de andere kant een decoratieve hoek aan productieve groene planten met vruchten, waarmee het goed kweken en lekker koken is. Mei is een goede maand om groente in bakken, potten of de volle grond te planten. 

Keuze assortiment

De groenteplanten in de selectie voor mei zijn allemaal vruchtdragend. Denk daarbij bijvoorbeeld aan komkommer, paprika, peper, tomaat, pompoen en courgette. De meeste groenteplanten worden al met wat eetbare vruchten aangeboden. Er zijn klimplanten, struikvormen en dwergplanten verkrijgbaar, maar ook speciale consumentgericht concepten als Pluck, Snacker® Funfoods of Pick-&-Joy. Van alle groenten zijn meerdere soorten verkrijgbaar: verschillende kleuren peper en paprika, tomaten van Roma tot tros en komkommers van maatje snack tot joekel. De voorgekweekte planten produceren in de zomerperiode volop vruchten en bieden zo al die tijd plukplezier en een echte 'versbeleving'.

Groenteplanten trivia

 • Is het nu groente of fruit? De tomaat, paprika, komkommer en peper zijn vanuit culinair en tuinbouwkundig oogpunt groenten, al zal een enkele purist blijven roepen dat het vruchten zijn. 
• Groenteplanten gedijen ook prima in de vensterbank: ze groeien omhoog, zodat ze weinig ruimte nodig hebben.
• Paprika bevat 2 x zoveel vitamine C als sinaasappelen en is ook rijk aan vitamine E, B1 en B2. 
• De augurk is nauw verwant aan de komkommer en op dezelfde manier te kweken. 

Herkomst

 Paprika en peper zijn zo nauw aan elkaar verwant dat ze zelfs dezelfde naam hebben: Capsicum annuum. Paprika komt van oorsprong uit Zuid Amerika, de peperplant groeit in India en Zuidoost Azië. 
De tomaat (Solanum lycopersicum) behoort tot een grote familie waar onder andere ook de aardappel bij hoort. Tomaten zijn inheems in Midden-Amerika, de voorvaderen van de Maya’s en Inca’s kweekten ze al.
De komkommer (Cucumus sativus) komen uit India, waar ze al ruim 3000 jaar voor de vrucht gekweekt worden. De planten zijn via de Middellandse Zee met de Romeinen mee naar West-Europa gekomen.

Verzorgingstips

• Een groenteplant kan na aanschaf het best in de volle grond of in een ruimere pot of bak worden geplant, zodat hij ruimte heeft om te groeien en optimaal vruchten te produceren. 
• Groenteplanten staan het liefst zonnig, beschut en uit de wind.
• Stokken, rekjes of gaas helpen de groenteklimmers omhoog te groeien. 
• Door regelmatig zijscheutjes (dieven) weg te halen, investeert de plant zijn energie vooral in zichzelf en in zijn vruchten. 
• Voor alle groenteplanten geldt dat ze veel water nodig hebben: de kluit mag niet uitdrogen, maar staat ook liever niet met de wortels in het water. 
• De planten groeien snel en verbruiken veel energie, zodat eens in de twee weken plantenvoeding nodig is om op krachten te blijven.

Deze Mandevilla ‘Diamantina’ Topaze Vermillion is een helderrood bloeiende klimplant die graag op een warme plaats in een ruime pot tegen een klimsteun groeit

Deze week staan bij GroenRijk schitterende, exotische klimplanten uit Zuid-Amerika in de schijnwerpers.  Planten die daar in de natuur tot wel 4 à 5 m hoog in de bomen kunnen klimmen. Als kuipplant op het terras en zoals je ze nu bij GroenRijk kunt kopen – tegen een klimpiramide in pot gekweekt – blijven ze een stuk lager. Het gaat om de  Mandevilla ‘Diamantina’ Topaze Vermillion, een al in 2012 geïntroduceerde, sterk verbeterde Mandevilla-cultivar die jarenlang maar beperkt verkrijgbaar was.  Een exotische plant die van vroeg in de zomer tot ver in het najaar bloeit met schitterende, grote, zacht geurende, prachtig helderrode trompetbloemen met een warm geel hart. Deze klimplant  is ’s winters makkelijk (vorstvrij) over te houden en zal na iedere winter weer geweldig gaan bloeien.

Mandevilla’s behoren samen met o.a. de Dipladenia’s tot een groep klimheesters die op enkele plaatsen in de tropische bergwouden van Brazilië, Argentinië, Bolivia en Peru voorkomt. De verschillen zijn zo klein dat de diverse soorten alleen door experts te onderscheiden zijn. Daardoor ontstaat er vaak verwarring tussen. De enige echte Mandevilla is Mandevilla laxa  uit Argentinië en Bolivia, die – verrassend genoeg – ook wel Chileense jasmijn wordt genoemd. Daar bestaan inmiddels enkele cultivars van, maar de afkomst qua soort is daarbij lang niet altijd duidelijk. Heel wat cultivars die Mandevilla worden genoemd, zijn eigenlijk Dipladenia’s, wat een veel groter geslacht is met meer soorten. Veel Dipladenia-cultivars bloeien in allerlei tinten tussen zuiver wit, roze en warmrood. Van binnen zijn de bloemen soms geel tot geelroze. Dat laatste geldt ook voor Mandevilla ‘Diamantina’ Topaze Vermillion, hoewel dat geen Dipladenia is. Al deze bloemkleuren zijn perfect om mee te combineren, maar onze Topaze Vermillion springt er qua helderheid van de warme kleur echt uit. Het is een aandachttrekker die een opvallende plek op je balkon of terras verdient.. Er bestaat ook een Mandevilla ‘Diamantina White’ die zuiverwit bloeit, maar vrij zeldzaam is. Mandevilla ‘Diamantina’ is inmiddels namelijk uitgegroeid tot een hele groep cultivars die qua vorm en grootte verschillen en verschillende bloeikleuren hebben. Deze planten vertakken zich beter dan de Dipladenia’s (vaak cultivars van Dipladenia sanderi) en blijven beter op kleur.

Schitterende klimheesters

De warmrode, trompetvormige bloemen van Dipladenia ‘Diamantina’ Topaze Vermillion doen aan die van de oleander denken. De grote bladeren (met een duidelijke middennerf ) zijn prachtig, zacht glanzend en donkergroen. Na de bloei verschijnen bij de planten in de natuur van de Zuid-Amerikaanse oerwouden sigaarvormige vruchten aan de planten. Bij de gekweekte planten gebeurt dat zelden. Maar dan weet je dat het wel kan (als de bloemen toevallig door een of ander insect worden bestoven).

Verzorging

Mandevilla’s hebben net zoals Dipladenia’s een klimsteun nodig waar ze tegenaan moeten worden geleid. Geef je Mandevilla ‘Diamantina’ Topaze Vermillion voldoende ruimte, dan bloeit hij rijker. In de zomer (vanaf half mei) staat hij liefst buiten op een zonnige tot licht beschaduwde plek. Geef regelmatig water (de potkluit niet laten uitdrogen), maar zorg wel dat overtollig water kan weglopen. Deze planten houden niet van ‘natte voeten’. Geef eens per veertien dagen plantenvoeding in het gietwater. Als in het najaar de buitentemperatuur onder 10 °C zakt, de plant binnen zetten. Grote kans dat hij dan nog steeds bloeit. Laat hem op een lichte, vorstvrije plek overwinteren bij temperaturen tussen 10 en 16 °C. Deze groenblijver moet je ook ’s winters (matig) water blijven geven. In het voorjaar de buigzame, slappe scheuten inkorten voor hij weer naar buiten gaat. Even opletten tijdens het snoeien: het melksap uit de plant kan huidirritaties geven. Eventueel ook in het voorjaar verpotten in een iets grotere pot met wat verse, voedzame kuipplantengrond om de oude kluit heen. Mandevilla’s zijn planten waar je jarenlang plezier van hebt! GroenRijk heeft alles wat je voor hun verzorging nodig hebt.

Nog even over de naamgeving

Mandevilla is een vernoeming van de Britse diplomaat Henry Mandeville (1773-1861). ‘Diamantina’ is een geregistreerde Amerikaanse handelsnaam voor een aantal Mandevilla-cultivars. Met de naam die achter dat ‘Diamantina’ wordt aangegeven, wordt iets over vorm en kleur vastgelegd.

TIP: De Mandevilla waarvan de cultivar ‘Diamantina’ Topaze Vermillion afstamt, komt  oorspronkelijk uit hoger gelegen gebieden in Argentinië en Bolivia en is daardoor robuuster dan veel soorten die uit de hitte van het tropische regenwoud afkomstig zijn.

In kort bestek

Mandevilla ‘Diamantina’Topaze Vermillion’ is een exotische, schitterend bloeiende, groenblijvende  klimheester. Een afstammeling van planten uit hoger gelegen gebieden in Zuid-Amerika. De grote rode trompetbloemen verschijnen van de vroege zomer tot de late herfst. Ze kunnen zacht geuren. Je kunt deze planten gemakkelijk koel en licht vorstvrij laten overwinteren. Je zult er jarenlang plezier van hebben. Nu bij Groenrijk met klimsteun in pot gekweekt te koop.

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl

Sereen, geheimzinnig en fascinerend, dat zijn Bonsai, Ficus Ginseng en Dracaena lucky bamboo, de Zenplanten voor een mindful mei.  

Alles in harmonie 

Duizenden jaren zentraditie zijn samen te vatten als de combinatie van balans, eenvoud en natuurlijke schoonheid. Met planten als Bonsai, Ficus Ginseng en Dracaena lucky bamboo creëer je een sfeer van vrede en verstilling in huis, zeker als je het interieur een beetje minimalistisch houdt. Zenplanten zijn de woonplanten van mei, omdat de 'adem van de aarde' in die maand alles wat groeit en bloeit tot wasdom brengt. Op die positieve chi (energie) kun je de rest van het jaar door!  

Bonsai 

In het Japans betekent bonsai letterlijk 'boom in pot'. Houtachtige planten worden door knippen en snoeien tot miniatuurbomen gecreëerd waarbij het uiterlijk wordt bepaald door de essentie van de plant. Noem het maar de kunst van het weglaten. De moderne bonsaistijl is ontstaan in de 18de eeuw toen bonsaimeesters besloten dat  innerlijke van de plantensoort in kwestie leidend moest zijn voor de gehele compositie.  

Ficus ginseng

De grillige vormen van Ficus ginseng zien er altijd weer anders uit, van welke hoek je er ook naar kijkt. De fraaie wortels worden in China gekweekt (de plant is inheems in het Verre Oosten) voor ze in de kas tot bonsai worden gesnoeid. Daar is een meesterhand voor nodig en zo ziet deze robuuste groene haiku er ook uit: alsof je er de wijsheid van jaren mee in huis haalt.  

Dracaena lucky bamboo

 Deze opvallende blikvanger is ideaal als focus voor meditaties (je kunt er naar blijven kijken!) en verkrijgbaar met rechte en spiraalvormige takken. Je zou het op het eerste gezicht niet zeggen, maar hij is verre familie van de asperge en inheems in Kameroen. Dracaena lucky bamboo is mateloos populair in China. Daar wordt hij als geluksbrenger gegeven bij nieuwjaar, een nieuwe onderneming of een nieuw huis.  

Haiku

Groen zo zen dat het 
Zwijgend naar de hemel reikt  
Tijd is eindeloos

Bedrieglijke eenvoud 

Zenplanten vinden hun oorsprong aan het einde van de 14de eeuw, toen Zen boeddhisten sobere tuinen van  uitzonderlijke schoonheid inrichtten om te mediteren. Centraal stond eerbied voor de natuur. De eenvoud is bedrieglijk: wie aan de gang gaat met Zenplanten, ziet al snel dat ze diepte brengen en steeds interessanter worden, hoe langer je er naar kijkt. 

Verzorging 

• Alle Zenplanten staan graag op een lichte plek, zonder volle zon. 
• Bonsai en Ficus Ginseng hebben graag een lichtvochtige kluit zonder voetbad. Dracaena lucky bamboo mag altijd in een  laagje water staan. 
• Eens in de drie, vier weken wat plantenvoeding volstaat. 
• Zakt de temperatuur niet onder de 15°C, dan kunnen deze planten ook het terras op. 

Zen-styling

 Hou het rustig: neutrale kleuren, natuurlijke materialen als basis, met bijvoorbeeld een paar mooie stenen erbij. En geef Zenplanten de ruimte: dit is geen groen materiaal om hoekjes mee te maken, dit zijn intrigerende solisten die in hun eentje het best tot hun recht komen. Water is een belangrijk element in deze stijl, Dracaena lucky bamboo staat dan ook erg mooi in een transparante schaal als bassin, #fengshui. 

Als je deze zomerbloeiers in hun terraspot regelmatig vloeibare plantenvoeding geeft, bloeien ze extra rijk en lang

Deze mix van fleurige zomerbloeiers in hun grote terraspot (doorsnee 29 cm) is prachtig  in je tuin, op je terras of op je balkon. Je kunt ze zo meenemen en neerzetten. Zet ze op een zonnig plekje buiten. We hebben diverse mooie soorten voor je gecombineerd, o.a. Bacopa, Fuchsia’s en Petunia’s, ook de sterke, ongelooflijk rijk bloeiende Mini-Petunia’s of Calibrachoa’s en nog veel meer. De planten bloeien de hele zomer en herfst door – tot de vorst er in de late herfst een eind aan maakt. Er is gekozen voor vrolijke en vertederende, mooie, warme, sterke en zachte bloemkleuren. Dus heel veel keus. Ze zullen je nooit vervelen. De keuze bestaat uit planten die  omhoog groeien, of juist sierlijk overbuigen en gaan hangen. Als je de potten op de grond zet, zullen de bloeiende ranken van sommige soorten zelfs over de grond uitgroeien en kunnen vanuit de pot hele bloementapijten ontstaan. Zet je ze hoger, dan kan het een bloemenwaterval worden. Wat jij wilt. Je hebt gegarandeerd succes met de zomerbloeiers die GroenRijk nu voor je heeft klaarstaan. Je kiest gewoon je eigen kleurenbeeld dat als een geweldige blikvanger zal werken.

Met deze planten kun je overal een rijk bloeiend wereldje creëren

De mooiste combinaties zijn al voor je gemaakt met een afwisseling van groeivormen, blad- en bloemvormen en kleuren. Met planten die uitstekend bij elkaar passen.

Iets meer over enkele soorten die in je terraspot kunnen groeien:

Petunia’s groeien in het wild in Argentinië en Brazilië. Met de soorten die daar vandaan komen is enorm veel gekruist. Ze bloeien overdadig met de bekende kelkvormige, grote of kleinere bloemen (dat hangt van het ras af) aan lange, rankende, afhangende of kruipende stengels. Een nadeel van de heel oude rassen was dat de bloemen moeilijk tegen slecht weer konden. Na een flinke regenbui konden de bloemen zelfs verbruinen. De kwekers zijn daarom op zoek gegaan naar sterkere vormen en die zijn gevonden. Een zeer succesvolle groep daarvan zijn de Surfinia’s. Dat is dus geen aparte plantensoort die op petunia’s lijkt, zoals vaak wordt gedacht. Het zijn echte petunia’s met veel betere eigenschappen. Daarom hebben ze een eigen groepsnaam gekregen. Ze bloeien nog rijker, zijn minder weergevoelig en daardoor veel sterker. Net zoals alle andere petunia’s zijn het directe familieleden van de tabaksplanten (het Braziliaanse woord ‘Petum’ betekent ‘tabak’). Maar het wordt nog ingewikkelder. Want wat we Mini-Petunia’s noemen zijn wel verre familieleden van de echte petunia’s, maar ze behoren tot het geslacht Calibrachoa. De planten in dat geslacht lijken wel op kleinbloemige petunia’s en ze groeien op dezelfde manier, maar ze zitten genetisch totaal anders in elkaar. Ze zijn ook minder dorstig dan de echte petunia’s en je hoeft de uitgebloeide bloempjes er bij Calibrachoa’s niet uit te halen. Dat doen ze zelf: ze laten ze verschrompelen en stoten ze dan af. Ook zijn ze nauwelijks weergevoelig. Allemaal grote voordelen van deze rijke bloeiers. GroenRijk heeft ze nu in tal van kleuren voor je klaar staan.

Bacopa’s  bloeien van mei tot in oktober met een stroom aan witte bloempjes. Ze bestaan overigens ook in het blauw en roze. Ze groeien met overhangende stengels die zich schitterend over de rand van een hanging basket of plantenbak – of zoals nu een terraspot –  kunnen draperen. In de volle grond geplant gedraagt een Bacopa zich als rijk bloeiende bodembedekker. Eigenlijk is de echte wetenschappelijke naam van wat we Bacopa noemen Sutera cordata. Het cordata slaat op de fijne, hartvormige groene blaadjes van deze planten die oorspronkelijk uit Zuid-Afrika komen en daar als vasteplanten leven. Hier worden ze eenjarig gekweekt, maar je kunt ze vorstvrij en koel laten overwinteren. Daar moet je in het najaar maar over beslissen. Eerst kun je maandenlang van hun bloemenzee genieten.

Fuchsia’s zijn er in duizenden vormen. De meeste soorten stammen uit Zuid-Amerika, maar ook in Nieuw-Zeeland komen ze voor. In de praktijk zul je zelden de echte soorten zien, het gaat bijna altijd om veredelde cultivars, waaraan genetisch zoveel is ‘gesleuteld’ dat hun afkomst vaak niet meer is vast te stellen. Het zijn echt door mensen ‘gemaakte’ planten die helemaal voldoen aan wat wij mensen willen. Juist daardoor zijn ze al eeuwen zo geliefd. Fuchsia’s zijn niet of nauwelijks winterhard, maar ze kunnen – als je ze koel (vorstvrij) laat overwinteren – anders dan veel andere zomerbloeiers wel heel oud worden en jartenlang meegaan. Liefhebbers hebben soms tientallenjaren lang dezelfde planten – waar ze dan ook intens van houden en trots op zijn. Zo’n traditie kun je zelf ook beginnen. Bij GroenRijk vind je er jouw favoriete planten voor.

Makkelijke verzorging

De kweker heeft de planten in de terraspot in normale, bemeste potgrond geplant. Na een week of zes is de voeding uit die grond verbruikt en moet je eens per week wat plantenvoeding in het gietwater doen. Niet te veel, omdat anders met name de petunia-achtige planten te veel blad gaan ontwikkelen. Je wilt tenslotte vooral bloemen zien. Geef bij normaal (niet te heet of te zonnig) weer om de paar dagen water op de potgrond (niet op de planten). Bij warm weer moet je vaker gieten. Laat de potgrond in ieder geval niet helemaal uitdrogen. Haal regelmatig uitgebloeide bloemen die aan de planten blijven zitten, weg. Dan bloeien ze beter en langer door.

TIP: Zet de potten niet te hoog. Het mooiste is als je erop en niet er van onderaf tegen de bloeiende planten aan kunt kijken.

In kort bestek

GroenRijk biedt nu rijk en langdurig bloeiende planten – zoals Bacopa’s, Fuchsia’s, Petunia’s en Calibrachoa’s – in leuke combinaties kant-en-klaar in terraspotten! Ze laten je genieten van stromen kleur tot ver in de herfst. Prachtig op je balkon, terras of ergens anders in je tuin. Een heerlijk bezit en een welkom cadeau! Heel makkelijk te verzorgen. Schitterende kleuren en heel veel combinaties. Maak het mooi bij je thuis!    

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl

De lavendel ‘Essence Purple’ is verzot op zon en warmte

Bij lavendel draait alles om geur en kleur. Lavandula angustifolia ‘Essence Purple’ biedt alles wat je maar van een lavendel zou willen. Rijke bloei, intens violette/donkerpaarse, ook blauwpaars genoemde bloemen, enorm geurend en een compacte groeivorm. Hij bloeit zelfs eerder dan  de bekende ‘Hidcote’. Kortom heel veel voordelen van deze ‘echte-lavendel-cultivar’. Er zijn namelijk veel andere soorten die vaak minder goede eigenschappen hebben. De ‘echte lavendel’ (Lavandula angustifolia) heeft smalle blaadjes en draagt paarsblauwe bloemen aan de toppen van de stengels. Veel soorten lavendel hebben grijsachtig blad. Dat duidt op hun zuidelijke herkomst. Het grijs maakt ze beter bestand tegen langdurig fel zonlicht. Dat geldt zeker voor Lavandula angustifolia en zijn vele variëteiten en cultivars, zoals ‘Essence Purple’. Variëteiten zijn spontaan in de natuur ontstane mutaties, cultivars zijn kweekvormen met speciale eigenschappen. Lavandula angustifolia ‘Essence Purple’ wordt nu door GroenRijk in lila potten aangeboden.

Herkomst

De heerlijk geurende lavendel is al sinds zeer oude tijden in tal van soorten en variëteiten bekend uit de natuur van de landen rond de Middellandse Zee. Heel vroeger gingen de mensen in Zuid-Europa de bergen bij de kusten in om deze planten te zoeken vanwege hun helende eigenschappen en om hun eten te kruiden. Later – toen de bevolkingsdichtheid toenam – begon men ze ook te telen. In Zuid-Frankrijk (het vroegere Zuid-Gallië van de Kelten) dat heel lang Occitanië heeft geheten en al heel vroeg een cultureel hoog ontwikkeld gebied was, gebeurt dat al sinds de Romeinse tijd en nog eerder. Het is er nu een topcultuur. Wie de velden bloeiende lavendel daar  in het golvende land ooit heeft gezien en geroken, vergeet dat nooit meer.

Lavandula ‘Essence Purple’ heeft veel te bieden

Een groot voordeel van deze lavendel is de compacte groei. De planten worden maar 30-45 cm hoog en ze vertakken heel goed. Goede vertakking betekent: veel bloemen. Door de sterke kleur vallen ze dan ook extra op. En ook vanwege de geur zul je ‘Essence Purple’ niet gauw over het hoofd zien. De planten bloeien vol en rijk in de periode juni-september. Ze hebben zilvergrijs, fijn  blad en groeien mooi rechtop. Deze planten verwilderen niet snel en je kunt ze heel goed snoeien. Ze zijn in het huidige klimaat ook in onze streken goed winterhard (Nederland heeft inmiddels een klimaat dat vergelijkbaar is met dat van het Loire-gebied in Frankrijk een halve eeuw geleden) en ze blijven in zachte winters wintergroen (ze behouden hun blad). Plant ‘Essence Purple’ altijd op een zonnige plek in voedzame, pH-neutrale tot kalkrijke, goed doorlatende grond. Zit er te weinig kalk in de grond (zure grond), voeg die dan toe. Geef dan ook ieder voorjaar een goede kalkbemesting. Hoewel de planten aardig wat droogte kunnen hebben, mag de grond natuurlijk nooit helemaal uitdrogen. ‘Essence Purple’ vraagt verder weinig extra voeding of verzorging op één ding na: je moet de planten ieder voorjaar vrij kort snoeien om ze niet te sterk te laten verhouten en ze jong te houden. Dat moet wel op de juiste manier gebeuren, want snoei je te kort, dan lopen ze niet goed meer uit. Zorg bij het snoeien in het voorjaar dat er altijd groen aan de plant overblijft. Het is bovendien aan te raden om in de herfst – na de bloei – de uitgebloeide bloemen af te knippen (de stelen met een beetje groen iets inkorten). Dan houden de planten langer hun mooie blad.

Alle lavendels groeien graag op een zonnige plek

Dat heb je hierboven al gelezen, maar misschien nog belangrijker is dat die plek vooral ’s winters niet te lang nat blijft. De grond moet goed gedraineerd zijn. Te lang natte grond is funest voor deze halfheesters (half verhoutende struikjes) omdat de wortels dan kunnen wegrotten.  Als de planten het naar hun zin hebben en goed worden gesnoeid, kunnen ze makkelijk 5-8 jaar oud worden en mooi blijven.

Eetbare bloemen!

Niet alleen de bloemen, maar ook de bladeren van lavendel bevatten een aroma dat culinair niet onderdoet voor tijm en daar ook wel een beetje op lijkt. Het is nog wat minder algemeen bekend, maar lavendel wordt al sinds oude tijden in de keuken toegepast. Een paar takjes met wat blad geven een heerlijke smaak en geur aan BBQ-gerechten, stoofschotels, gebraden vlees, in salades, bij vis enz. De smaak is vrij zoet. Maar gebruik het met mate, anders wordt de smaak al gauw te sterk. Voordat je gerechten serveert waarbij je lavendel hebt gebruikt, moet je wel eerst even de takjes verwijderen. Wat je ook kunt doen: een paar losse takjes op de BBQ gooien. De geur is verrukkelijk! Natuurlijk kun je de bloemen ook voor potpourri’s (geurpotjes) gebruiken. Je kunt er ook lekkere thee van trekken en het is heerlijk als smaaktoevoeging aan een kop warme chocolade. Zo zijn er nog wel meer mogelijkheden: ook het maken van kruidenboter samen met wat dille, bonenkruid en salie wordt wel aangeraden.

In kort bestek

Lavendel ‘Essence Purple’(een Lavandula angustifolia-cultivar) staat bekend als de rijkst bloeiende lavendel met diep violette bloemen, maximaal 45 cm hoog, uitstekend winterhard en met een heerlijke, opvallend sterke geur. Bloei van juni tot in september. Voor een plek in de zon en pH-neutrale tot kalkrijke grond. Verdraagt vrij veel droogte. Na de bloei de uitgebloeide bloemen wegknippen en in het voorjaar snoeien. Ook voor culinaire toepassingen en haagjes. Nu in een forse maat bij GroenRijk te koop. Prachtplanten!

Bijenweelde^® Rozen zijn onweerstaanbaar voor bijen en zweefvliegen

Sinds enkele tientallen jaren wordt het steeds duidelijker dat insecten het moeilijk hebben. Elke dag sterven er soorten uit die dus voor altijd verloren zijn. Niet alleen in onze westerse wereld, maar wereldwijd. Wetenschappers waarschuwen dat door het verdwijnen van insecten ook de bestuiving van planten gevaar loopt. Ze dringen erop aan dat we de insecten moeten helpen, zeker de vele bijensoorten die er nog zijn en die voor de bestuiving van veel van onze voedselgewassen zorgen. Daarom  zijn de rozensoorten die GroenRijk nu aanbiedt, de Bijenweelde^® Rozen, een prachtig initiatief. Die bevatten volop voedsel – nectar en stuifmeel – voor de bijen. Aan de sterk gevulde rozensoorten – dus soorten met bloemen die vol zitten met bloemblaadjes – hebben bijen niets. Als die rozen al nectar bevatten, kunnen de bijen er niet bij. Die nectar en dat stuifmeel weten ze wel te vinden in meer natuurlijke rozensoorten met minder bloemblaadjes en een goed zichtbaar en bereikbaar hart met stuifmeeldraden, een stamper en nectarklieren waarin het door bijen gezochte zoete vocht wordt gevormd waar ze zich mee volzuigen. Het gaat om enkele (niet gevulde) en halfgevulde rozensoorten en -rassen. Het Bijenweelde^®-assortiment werd speciaal ontwikkeld voor de bijen, maar deze struikrozen bloeien zo mooi en rijk dat ook wij er ons hart zondermeer aan kunnen ophalen. Sierwaarde en geur hebben deze rozen volop, maar het zijn daarnaast echte bij-vriendelijke nutsplanten die in tuinen en parken een enorm belangrijke bijdrage aan het behoud van een gezonde natuur leveren. Deze vrij kleine struikrozen passen perfect tussen andere beplanting. Vanwege hun enorm goede ziekteresistentie (spuiten hoeft niet meer)  worden deze zeer weinig onderhoud vragende rozen ook steeds vaker in het openbaar groen toegepast. Er is echt een omslag aan de gang in denken over groen en groenbeheer. En dus ook over tuinen.

Waarom speciaal Bijenweelde^® Rozen bij GroenRijk?

Ook wij hebben gezien welke geweldige mogelijkheden deze rozen bieden. Deze groep rozen is sterk, gezond en uiterst makkelijk te onderhouden. Het worden geen grote planten. Ze blijven compact. De meeste worden ongeveer 40-60 hoog en breed. Ze reageren goed op alle soorten snoei; ze lopen altijd weer uit. Ze kunnen worden toegepast in perken, borders en bloembakken, rotstuinen, vakbeplanting en zelfs potten. Ze combineren geweldig met andere plantengroepen, zoals vaste planten, heesters, een- en tweejarige planten, bloemenmengsels, zomerbolgewassen enz. Ze bloeien rijk en langdurig, vanaf de vroege zomer en tot de vorst er laat in de herfst een eind aan maakt. De hoofdbloei valt in de zomer. Op sommige plekken hebben ze door het zachte weer zelfs in de winter nog bloemen laten zien. Ze zijn uitstekend bestand tegen ziekten. Alle nu aangeboden rassen tonen een overdaad aan kleur. De enkele of halfgevulde bloemen verschijnen in grote trossen (clusters) en zijn weinig weergevoelig. Het blad is groen, heel gezond en glanzend. De bladtinten verschillen iets per cultivar. Maar het mooiste is misschien dat de bloemen onweerstaanbaar zijn gebleken voor alle soorten bijen, hommels en zweefvliegen.

Bijenweelde^® Rozen bestaan al tien jaar

Er is in die tijd volop mee geëxperimenteerd. Langzaam ontstond het groeiende assortiment voor een deel aan de hand van de bijen zelf. Die lieten duidelijk hun voorkeuren zien en daarop hebben de kwekers hun activiteiten gebaseerd. De rassen die GroenRijk nu aanbiedt, worden allemaal geweldig bevlogen. De struikjes laten in de herfst hun bladeren vallen. Bottels (vruchten) worden niet gevormd.

Om u een idee te geven van het prachtige aanbod dat er inmiddels is, kunnen de volgende Bijenweelde^® Rozen model staan:

Bijenweelde^® Rood: grote clusters omhoog gerichte rode bloemen die in wat koele periodes het donkerst zijn; opvallende gele meeldraden, licht geurend, donkergroen glanzend blad.

Bijenweelde^® Wit: zuiverwitte, halfgevulde bloemen in grote trossen, harten opvallend met gele meeldraden rond een rood centrum (prachtig!), donkergroen glanzend blad, de bloemblaadjes zijn zeer goed bestand tegen regen

Bijenweelde^® Licht Rood: dit was het eerste Bijenweelde^®-ras. Bij dit ras viel op hoe graag deze bezocht werd door bijen, hommels en zweefvliegen. Daar zijn de kwekers verder mee aan de slag gegaan. Dit ras groeit bossig en compact, vormt lichtrode enkele bloemen met een geel hart en gele meeldraden; bloeit zeer rijk. Donkergroen glanzend blad. Dit ras wordt ook als bodembedekkende roos toegepast.

Bijenweelde^® Abrikoos: tweekleurige bloemen: licht abrikooskleurig, naar het hart toe lichter, met een geel hart. Heel mooi. Donkergroen, glanzend blad. Dit ras groeit iets meer rechtop dan de andere.

Bijenweelde^® Geel: zeer grote trossen citroengele, halfgevulde bloemen met in het hart gele meeldraden. Afhankelijk van de temperatuur lijkt het geel van de bloembladen soms iets roze. Olijfgroen glanzend blad.

Bijenweelde^® Roze: roze bloemen met gele meeldraden in het hart. Donkergroen glanzend blad.

Alle Bijenweelde®-rassen zijn uitstekend bestand tegen onder andere schimmelziekten. De bloemen hebben meestal een doorsnede van ongeveer 3 cm. In het United Kingdom worden deze rozen Bees’ Paradise Roses^® genoemd.

Verzorging

Plant Bijenweelde^® Rozen altijd in goed gedraineerde, losse, rijke grond op een luchtige, liefst zonnige plek. Snoei de planten in het voorjaar terug tot op 15 cm. Ze zullen daarna weer prima uitlopen en van juni tot in de herfst bloeien. Verwijderen van clusters uitgebloeide bloemen zorgt voor nog meer en langere nabloei. Deze rozen zijn uitstekend winterhard.

In kort bestek

De Bijenweelde^®  Rozen die GroenRijk deze week speciaal aanbiedt, zijn met hun prachtige grote trossen enkele en halfgevulde bloemen vol nectar onweerstaanbaar voor bijen, hommels en zweefvliegen. Deze oersterke, kleine (40-60 cm), ziektevrije struikroosjes die heel veelzijdig toepasbaar zijn, leveren daarmee een grote bijdrage aan de instandhouding van een rijke insecten- en plantenwereld. Nu met zes bloemkleuren verkrijgbaar. Vrijwel geen verzorging nodig. Ideaal te combineren met heesters, vaste planten enz.. Ook voor een kleine tuin.

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl

Deze sterke hortensia’s bloeien enorm lang en rijk

Het type hortensia’s waaraan GroenRijk deze week speciaal aandacht geeft, wordt wel boerenhortensia genoemd (in Vlaanderen ook bolhortensia), maar hij heet officieel Hydrangea macrophylla. De volksnaam hortensia dankt de plant naar wordt aangenomen – niemand weet het echt zeker – aan Hortense Eugénie de Beauharnais die van 1806 tot 1810 koningin van Holland was. Ze was de echtgenote van de eerste Nederlandse koning Louis Bonaparte, een broer van de toenmalige Franse keizer Napoleon Bonaparte. Ooit gaven de biologen Von Siebold en Smith de geslachtsnaam Hortensia aan de Hydrangea, maar dat is lang geleden. De naam Hydrangea komt uit het Grieks en betekent ‘watervat’. Die naam danken de planten aan de enorme hoeveelheden water die ze opzuigen en verdampen. De soortnaam macrophylla komt uit het Latijn en betekent ‘groot blad’. De boerenhortensia is dus eigenlijk het ‘grootbladig watervat’. GroenRijk biedt deze prachtige planten nu in een grote kweekpot aan (doorsnee 23 cm).

Een Japanse soort met verschillende vormen

Er zijn tientallen soorten hortensia’s, afkomstig uit Noord- en Zuid-Amerika en Azië. Hydrangea macrophylla stamt uit Japan. De eerste exemplaren van die soort werden in de 18^e eeuw in Europa ingevoerd. Er bestaan diverse ondersoorten van met bolronde of platte bloemschermen,, maar ook dubbelkleurige, doorbloeiende en zelfs seringvormige bloeiers. Die bolronde (ook gevuldbloemige genoemd) bloemschermen bestaan uit een ronde cluster steriele (niet vruchtbare) bloempjes. Die kunnen dus geen zaad vormen.

De typen met een plat bloemscherm worden randbloeiers, Teller-vormen of lacecaps genoemd (Teller is het Duitse woord voor ‘eetbord’ en lacecap (Engels) betekent letterlijk ‘kanten mutsje’). Het platte bloemscherm van die hortensiavormen heeft een buitenrand met steriele bloemen. In het midden van de bloeiwijzen zijn de bloemen van Teller-typen wel vruchtbaar. Die kunnen dus wel zaad vormen.

Deze week worden vooral de min of meer bolrond bloeiende vormen in diverse kleuren door GroenRijk aangeboden. GroenRijk heeft een aantal van de beste en mooiste voor je geselecteerd. Je zult behalve verschillen in bloeikleur, ook bladverschillen tussen de planten zien en zelfs in de bloemen – die kunnen bijvoorbeeld gladde of gekartelde bloembladrandjes hebben.

Er bestaan meer dan 500 kweekvormen van deze hortensia’s

De meeste vertonen witte, roze, rode of blauwe bloemkleuren. Dat geldt ook voor de cultivars die GroenRijk nu aanbiedt. Goed om uit te kiezen! De kleur is in sommige gevallen te beïnvloeden. Planten met roze bloemen kunnen blauw gaan bloeien. Dat gebeurt als ze in zure grond worden gezet of als er ijzer of aluminium in die grond zit (dat wordt er dan ook soms bij gedaan om blauwe bloemen te krijgen). Bij wit bloeiende planten kunnen de bloemen tijdens het groeiseizoen roze of roder worden, maar dan beginnen ze hun bloei het jaar erop wel weer wit. Als jouw blauw bloeiende hortensia roze wordt, kun je dat met speciale mest (in het najaar geven) verhelpen. Die speciale mest is NPK 10+8+35+3% magnesium en extra aluminiumsulfaat. GroenRijk heeft het voor je in voorraad.

Verzorging

Hydrangea macrophylla-typen laten zich ook uitstekend in pot kweken en houden. Je kunt ze in hun kweekpot in een leuke sierpot zo op je terras of balkon zetten. Dan heb je er extra veel plezier van. Maar je kunt de planten die GroenRijk nu aanbiedt natuurlijk ook meteen in de volle grond van je tuin planten. Maar dan moet je wel weten dat deze hortensia’s wat vorstgevoelig kunnen zijn. Een aanrader: laat de uitgebloeide bloemen gewoon de hele winter aan de plant zitten. Die geven wat extra bescherming tegen vorst bij de gevoelige toppen van de scheuten. Wat sneeuw of rijp op zo’n bloemscherm staat prachtig. Vooral in het vroege voorjaar kan vorst schade geven aan de zich ontwikkelende, sappige nieuwe scheuten. Later in het voorjaar kun je de oude bloemen dan vlak eronder (daar zit een nieuwe bloeiknop) afknippen. Knip de stengels even boven die nieuwe knoppen door. Je kunt de knoppen duidelijk zien zitten.

Geef de plant voeding als de nieuwe bloemknoppen beginnen te groeien. Je kunt de bemesting tot in juli maandelijks herhalen. Zeker bij planten die in een pot groeien, is dat belangrijk. Vergeet ook niet op tijd water te geven. Hortensia’s zijn zoals gezegd behoorlijk dorstig.

Als de plant op den duur te groot wordt, kun je er ieder voorjaar enkele van de oudste takken kort bij de grond uitknippen. Dat stimuleert bovendien de groei van nieuwe takken en in de loop van enkele jaren verjong je zo de hele plant, waardoor hij rijk blijft bloeien. Deze manier van snoeien wordt dan ook verjongingssnoei genoemd.

Inplanten

Wanneer je je hortensia in de tuin wilt planten, moet je een voldoende ruim plantgat maken (op een licht beschaduwde plek) en de grond die je rond de wortels in het gat terugbrengt, verrijken met goede compost. Maak de wortels aan de buitenkant van de kluit rondom iets los voor je de plant in het plantgat zet. Dat bevordert een goede doorgroei. Zorg dat de grond na het inplanten vochtig blijft.

In kort bestek

De hortensia’s met bolle bloeiwijzen die GroenRijk nu speciaal aanbiedt, zijn sterke, enorm rijk bloeiende heesters die eigenlijk Hydrangea macrophylla heten. Ze zijn er nu in een grote potmaat (doorsnee 23 cm) en rijk bloeiend in allerlei prachtige roze, witte en blauwe tinten. De verzorging is makkelijk en zowel in pot als in de volle grond bloeien ze geweldig. Vergeet niet op tijd water te geven. De bloemen laten zich ook heel goed drogen.

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl

Voor een pluktuin met klimfruit als bramen, frambozen, blauwe bessen en druiven is niet veel ruimte nodig. Deze planten groeien omhoog, langs een muur, schutting, rek of pergola en gedijen zelfs op een balkon. Ze bieden mooi blad en bloesems in de voorzomer.

Met klimfruit creëer je makkelijk een pluktuin 

Gedurende de zomer zelf ontstaan er vruchten, die dan in de nazomer en herfst kunnen worden geoogst. Er is dus altijd wat te beleven met klimfruit. Fruit zien groeien (en uiteindelijk lekker opeten) is een leuke en leerzame ervaring voor kinderen en past in de trend van willen weten waar je eten vandaan komt. Met wat je zelf niet opeet, maak je de vogels in het najaar blij.

Keuze assortiment 

Het assortiment klimfruit biedt ruime keuze, speciaal geselecteerd voor juni zijn de stekelloze braam (Rubus fruticosus), framboos (Rubus idaeus), druif (Vitis vinifera) en blauwe bes (Vaccinium corymbosum, ook bekend als trosbosbes). Alle planten komen voor in vele verschillende variëteiten, waaronder compacte vormen die heel geschikt zijn voor plekken met weinig ruimte. Door veredeling zijn ze sterker, productiever en gemakkelijker in het onderhoud dan voorheen. Er zijn enkele speciale consumentenlabels, zoals 100% Fruit, Fit&Juicy en Big Taste Experience. 

Klimfruit trivia 

• Braam is een verbastering van het oude Germaans woord bram-bezi, dat in het Duits brombeere werd, in het Nederlands braambes, in het Engels Braembel en in het Frans (f)ramboise. Braam is zo’n beetje de Europese oerbes. 
• Blauwe bes wordt vaak verward met bosbes (Vaccinium myrtillus), maar is wat groter, geeft niet af én heeft in de herfst blad dat prachtig vuurrood verkleurt. 
• De frisse sappige framboos staat ook bekend als ‘de kaviaar onder het fruit’ en wordt internationaal gezien als een van de lekkerste bessen die er is.
• Van Oost-China tot Zuid-Europa heeft de druif al zo’n 9000 jaar speciale status als basis van wijn. Door veredeling (en een vleugje klimaatverandering) gedijt de plant tegenwoordig ook in koelere streken, zoals Nederland, Engeland en Scandinavië. 

Verzorgingstips

• Klimfruit kan in bakken, potten of de volle grond en staat het liefst op een zonnige plek waar het niet donkerder wordt dan halfschaduw. De zon is nodig om de vruchten te laten rijpen. 
• Bramen, frambozen en blauwe bessen houden van een humusrijke, lichtzure grond, druif heeft liever een kalkhoudende grondsoort. 
• Laat de kluit niet uitdrogen, de planten verbruiken veel vocht bij de groei van de bessen.
• Zorg voor houvast om tegenop te kunnen klimmen, zoals een rek, frame of pergola. 
• In het groeiseizoen elke twee weken plantenvoeding geven, afgestemd op het fruit in kwestie. 
• De meeste klimfruitsoorten zijn zelfbestuivend, zodat er niets hoeft te worden gedaan om vruchten te krijgen.
• Snoeien in de late winter of het vroege voorjaar.

Met de stralende bloemen en verrassende vormen van Potchrysant als plant zet je meteen de toon voor een vrolijke zomer. 

Fashionista 

Potchrysant ken je als snijbloem, maar is op pot of schaal ook een geweldige woonplant. De charme zit in de bossige look en de schitterende bloemen. Die kunnen meerdere kleuren hebben, op bloeiend  vuurwerk lijken en zowel heel 'funky fashionista' als heel klassiek zijn. De frisse kleuren maken van Potchrysant als plant een verrassende zomerse persoonlijkheid die je huis én je tuintafel opvrolijkt.  

Gouden bloem 

De naam komt uit het Grieks: 'chrysos' betekent goud en 'anthemon' is bloem.

3 redenen om Potchrysant in huis te halen 

• Je weet niet wat je ziet: pompons, linten, vormen die op totaal andere bloemen lijken, Potchrysant houdt het graag spannend.
• Potchrysant is een heerlijke natuurlijke luchtverfrisser met een lichtkruidige 'groene' geur. 
• Makkelijk in de omgang, bloeit lang, niet erg veeleisend – de ideale zomerbloeier voor binnen. 

Bloem met status 

Potchrysanten worden al sinds de 15de eeuw voor Christus vereerd in China. Ze hadden daar zoveel aanzien dat alleen edelen toestemming kregen om ze in huis en in hun tuin te hebben als kruid. Je vindt de bloemen terug op oud porselein en schilderijen. In de 8ste eeuw haakte Japan in, waar de keizer Potchrysant uitriep tot nationaal symbool. Het keizerlijk zegel is erop geïnspireerd en de monarchie staat er bekend als de Potchrysantentroon. Potchrysant is een van de weinige planten die zich vanuit het Verre Oosten via Noordoost-Europa westwaarts heeft verspreid en gedijt in iets koelere streken. 

Zo hou je Potchrysant mooi 

• Potchrysant bloeit lang en rijk op een lichte plek. 
• Laat de kluit niet uitdrogen, Potchrysant is een stevige verdamper.  
• Trakteer hem elke twee weken op wat plantenvoeding voor een rijke bloei .
• Als je uitgebloeide bloemen weghaalt, oogt de plant mooier en kunnen nieuwe knoppen beter uitkomen. 

Pittig stylen

Potchrysant is geen plant voor een neutrale basis, hij kan wat hebben. Speel met potten in de kleur van de bloemen, zet ze in hagelwit of inktzwart of laat hem sprankelen in polkadots of andere motieven. Het mag een beetje knallen, met deze enthousiaste zomerbloeier. 

In 2018 vindt de Nationale Tuinweek plaats van 9 t/m 17 juni. Met als afsluiter op 16 en 17 juni het Open Tuinen Weekend. Wat kun je verwachten van de Nationale Tuinweek dit jaar?

‘Groene’ evenementen door het hele land

In meer dan 20 regio’s worden tijdens de Nationale Tuinweek ‘groene’ evenementen georganiseerd. Van workshops tuinfotografie, lezingen over de insectvriendelijke tuin, het bezoeken van een bijentuin en nog véél meer. Neem vooral een kijkje op de site van de Nationale Tuinweek voor een volledig overzicht van de evenementen van dit jaar. Er is vast een leuk evenement bij jou in de buurt te vinden!

Bezoek de mooiste tuinen

In het weekend van de Nationale Tuinweek is het Open Tuinen Weekend. Op 16 en 17 juni zijn er vele prachtige tuinen geopend zodat u de mooiste groene paradijsjes kunt ontdekken. Wat dacht je van een wandeling door een sierlijke Japanse tuin of een moestuinroute met proeverij? Tijdens het Open Tuinen Weekend zijn er vele opties.

Leuk uitje voor Vaderdag

Voor alle groenliefhebbende vaders is het mooi meegenomen dat het Open Tuinen Weekend op Vaderdag valt. Want zo liggen er genoeg groene uitjes voor handen!

Thema’s voor de Tuinweek van 2018

De thema’s voor de tuinweek van dit jaar zijn:

• ‘Moestuinieren, eten uit eigen tuin’
• ‘Tegel eruit, plant erin!’

De Nationale Tuinweek is een initiatief van vereniging Groei & Bloei met als doel een groenere omgeving te creëren. Het vergroenen van steden en dorpen levert naast een bijdrage aan de biodiversiteit ook voor een betere waterberging. Dit initiatief wordt door veel groene instanties, waaronder vele tuincentra, ondersteund.

Voor meer informatie, bekijk de website van Groei & Bloei.

Het zijn doordragers én hangers

Alle aardbeiplanten zijn meerjarig. Ze blijven meer jaren productief. Alleen vormen ze na een paar jaar steeds minder vruchten. Dan worden ze meestal vervangen.

Er zijn bij de aardbeien twee hoofdgroepen te ontdekken: planten die eenmaal per jaar vruchten dragen (junidragers) en doordragers.  Daarnaast zijn er wel meer groepen, zoals bosaardbeien, maar die zijn iets minder bekend.

De eenmaal dragende rassen vormen in vrij korte tijd hun bloemen en daarna al hun vruchten. Daar oogst je dan zo’n vier weken van. Daarna stoppen ze en heb je er de rest van het jaar weinig meer aan. Dan zijn ze alleen maar mooi groen. Dat is trouwens  niet helemaal waar, want je kunt heel lekkere thee van aardbeibladeren trekken. Heerlijk samen met wat munt. Want aardbeienblad is eetbaar! Ook mooi als eetbare garnering of door de sla. En met wat honing: hhmmm!

Doordragers hebben een ander vruchtgedrag. Die vormen vier tot vijf maanden lang steeds nieuwe bloemen – dus minder tegelijk dan de eenmaal  dragende rassen, maar je hebt er daardoor veel langer plezier van. Bij doordragers zie je bloemen en vruchten tegelijk. Doordragers vormen een andere rassengroep dan de eenmaal dragende aardbeien.

Maar er zijn meer verschillen: de aardbeien in de potten die GroenRijk nu aanbiedt zijn niet alleen doordragers, maar ook hangaardbeiplanten. Voor de vruchten en de smaak maakt dat niet uit, maar hangaardbeien hebben een wat andere groeivorm. Die maken veel langere en sierlijk uit de pot hangende stengels waaraan de bloemen en vruchten verschijnen. Doordat de heerlijk sappige vruchten zwaarder zijn gaan de stengels met vruchten hangen. Onder de mooie witte bloempjes staan ze meestal nog rechtop. Net zoals bij de drietallige bladeren: elk blad – eigenlijk een samengestelde bladschijf – bestaat uit drie aparte deelblaadjes.

Weet je dat aardbeien ook geneeskrachtig zijn?

Als je te lang in de zon hebt gezeten – beter van niet, maar het kan gebeuren – krijg je last van zonnebrand. Leg dan schijfjes aardbei op de rode plek (of gebruik een geplette aardbei) en je hebt er veel minder last van. Het branderige gevoel verdwijnt. Omdat aardbeien bijzondere looistoffen bevatten, zijn ze ook heel geschikt om wonden te helen of zweertjes te genezen. Aardbeisap heeft ook een sterk bloedreinigende werking. Oergezond dus en omdat jij je aardbeien in de hangpot niet met pesticiden bespuit, ben je daar helemaal zeker van! En het klinkt misschien raar, maar je kunt je aardbei gerust mét het kroontje opeten! Dat is namelijk heel gezond voor je maag en ingewanden! Zonde om dat weg te gooien (zoals bijna iedereen nog doet). Het kroontje smaakt een beetje naar spinazie.

Hoe je de planten in hun pot het beste kunt verzorgen

Het zijn vrij grote potten. Ze hebben bij GroenRijk een doorsnee van liefst 21 cm. Dat is meer dan gemiddeld. Dat betekent dat de planten in hun speciaal door de kweker toegepaste potgrond goed kunnen wortelen en heel gezond uitgroeien en leven. Door de wat grotere potmaat blijft de potgrond ook wat langer vochtig. Hang de pot op een lichte, liefst zonnige plek ergens tegen een wand, schutting, muur, paal, balk of wat ook. Als hij maar kan hangen. Zorg dat de potgrond niet uitdroogt. Geef de planten als je ermee thuiskomt, meteen voor de eerste keer water en giet opnieuw als de potgrond wat droger begint aan te voelen (even met je vinger voelen). Maak de grond in de pot niet kletsnat. Als de wortels te lang nat zijn of zelfs vrij langdurig onder water staan, worden ze bruin en gaan ze dood. Maar geef bij langdurig droog weer wel extra water. Zorg daarom altijd dat overtollig water onder uit de pot kan weglopen.

Je hangaardbeiplanten kunnen enkele jaren meegaan. Vergeet niet om regelmatig te mesten. Geef wekelijks een portie kaliumrijke plantenvoeding. Die mag ook vloeibaar zijn en met het gietwater worden gegeven. Liefst organische mest. GroenRijk heeft de goede soorten voor je in voorraad. In het late najaar verbruinen de bladeren langzamerhand, maar de planten kunnen de winter prima overleven als je de pot een beetje beschermd. In het voorjaar lopen ze dan weer uit en begint een nieuwe ronde bloemen en vruchten.

In kort bestek

Heerlijk maandenlang zelfgeteelde aardbeien snoepen! Dat kan met de grote potten met doordragende hangaardbeien  (Fragaria) die GroenRijk deze week aanbiedt. Pot ophangen op een zonnig plekje, regelmatig water en kaliumrijke voeding geven en smullen maar. 4 tot 5 maanden lang en volgend jaar van de zelfde planten opnieuw, want je kunt ze prima laten overwinteren. Oergezond, leuk en lekker. Kinderen vinden  dit ook geweldig.

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl

Een feest van  bloemen

Dat zuidelijke temperament zit vooral in het gedrag van de bloemen. De portulakplanten die GroenRijk nu aanbeidt, zijn veel beter aan ons klimaat aangepast dan de wat oudere rassen die soms ook nog worden aangeboden. Die bloeiden alleen rijk bij zuidelijke, felle zon. De portulak van GroenRijk bloeit al bij minder zon en daardoor ook veel eerder op de dag dan de oude rassen. Portulak-bloemen doen aan kleine roosjes denken. De Engelsen en Amerikanen noemen deze plant dan ook ‘Moss Rose’. Ze blijven vrij laag (tot 30 cm) en bloeien van juni tot september, of beter gezegd: tot de eerste nachtvorsten er een eind aan maken. Je moet dan wel regelmatig de uitgebloeide bloemen weghalen. Dan gaat de vorming van de stroom aan bloemen gewoon door. De kleuren van de bloemen zijn heel opvallend: rood, geel, wit, lila, paars, roze en zelfs nog diverse tinten daar tussenin. Ze hebben allemaal gele hartjes. De stengels zijn soms iets rood tussen het grijzig groene blad. In iedere schaal zijn minimaal drie kleuren bloemen gecombineerd. Je kunt dus uit verschillende prachtig bloeiende samenstellingen kiezen. 

Zo’n schaal is fantastisch op je balkon of terras

Ideaal voor een vochtige tot droge, zelfs warme standplaats. Dat mag best pal op het zuiden zijn. Hoewel je aan de hand van de wat verdikte,  vetplantachtige blaadjes zou kunnen verwachten dat het echte droogteplanten zijn, is het toch beter ze wel regelmatig water te geven. De planten doen het dan veel beter. Maar het is waar, dankzij het vocht dat de planten in hun verdikte blaadjes en stengels opslaan, kunnen ze droge perioden goed overleven. Zo houden ze het uit waar andere bloeiers allang zouden verwelken, maar helemaal zonder water redden ze het uiteraard niet. De (pot)grond mag tussen twee gietbeurten in wel wat droog worden en je kunt ook gerust een paar weken met vakantie zonder dat er iemand naar je portulakplanten omkijkt. Ook de Osmocote in de potgrond houdt je planten supergezond.

Ook zonder schaal zijn portulaks heel veelzijdig toepasbaar

Portulakplanten zijn ook prachtig voor de rotstuin, als randplanten langs een pad, voor een plek vooraan in de border enz. Heel veelzijdig toepasbaar dus. Dat is goed om te weten, zeker als je ze eenmaal hebt gehad en hebt gemerkt hoe makkelijk en sterk deze planten zijn. Dan wil je ze niet meer missen. Bovendien zijn ze perfect in plantenbakken of zelfs in een hanging basket (samen met hangende planten) als je daar beplanting voor zoekt.

Omring je met zomerse kleur

GroenRijk heeft nog veel meer vrolijke zomerbloeiers voor je in voorraad, zoals vlasleeuwenbekjes (Linaria reticulata), Gazania, kleinbloemige Petunia (ook Mini-Petunia of Calibrachoa) en lage Zinnia’s. En natuurlijk een enorme keuze aan fuchsia’s. Of vlijtig liesjes als je planten voor een schaduwplek zoekt.  Het is een uitgebreid gezelschap. Sommige hebben onverwachte eigenschapen. Als je bijv. Mexicaanse madeliefjes (Erigeron karvinskianus) in je tuin plant, krijg je ze daarna altijd weer terug; die zaaien zich overal uit). Nog meer zomersuggesties: Nemesia, Nierembergia in wit en paars, en de strandviolier (Malcolmia). Je kunt er naar hartelust mee combineren. Zet laagblijvende zomerbloeiende planten die je in een pot of bak toepast, altijd wat hoger, bijvoorbeeld op een buitentafel. Dan kijk je er wat directer op en geniet je er nog meer van.

In kort bestek

Nu bij GroenRijk: zonminnende portulakplanten. Vrolijk en rijk bloeiend kant-en-klaar in schalen van 27 cm doorsnee. Minstens drie kleuren per pot. Portulakplanten (Portulaca grandiflora) bloeien van mei tot september met gele, rode, roze, paarse of lila bloemen boven fijn, vetbladachtig blad. Goed bestand tegen droogte. Door de schaal ideaal op balkon en terras. Makkelijk te verzorgen dankzij voedende Osmocote in iedere schaal. 

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl

Coreopsis grandiflora’s zijn prachtige, middelhoge, en in de zomer weelderig geel bloeiende, weinig eisende vaste borderplanten

In het geliefde plantengeslacht Coreopsis, dat soms wel ‘meisjesogen’ wordt genoemd vanwege de vaak sprekende bruine harten in de bloemen, komen zowel eenjarige als meerjarige soorten voor. De meest gekweekte soort is de eenjarige Coreopsis tinctoria uit Noord-Amerika met gele, oranje tot zelfs paarse randbloemen. Randbloemen, want iedere Coreopsis is namelijk een composiet, een plant met samengestelde bloemen. Alle planten die zulke bloemen vormen worden door de plantkundigen tegenwoordig in de familie van de Asteraceae (composietenfamilie) ondergebracht. Net zoals bij zonnebloemen bestaat het bloemhart uit een verzameling echte bloempjes die zaad kunnen voortbrengen, met daaromheen kleurrijke lokbladen of randbloemen – ook straalbloemen genoemd – die bestuivende insecten moeten lokken. Coreopsis’sen worden dan ook graag door nectar en stuifmeel verzamelende insecten bezocht. De Coreopsis die GroenRijk deze week speciaal voor het voetlicht brengt, is niet de eenjarige Coreopsis tinctoria, maar een eveneens uit Noord-Amerika afkomstige vaste of meerjarige soort, namelijk Coreopsis grandiflora. Een eigen Nederlandse naam heeft deze soort niet. Het zijn heel mooie planten die in de zomer (juni-september) zeer rijk bloeien. Ze doen het fantastisch in de volle grond van je tuin, waar ze op een zonnige plek ieder jaar weer hun zachtgele bloemen boven het grijzig-groene loof zullen uitsteken. Het zijn ook zeer gewilde snijbloemen.

Je koopt deze planten nu bloeiend bij GroenRijk, gekweekt in grote potten van 19 cm doorsnee. Een prachtige kwaliteit vol bloeistengels. Iedere bloem staat apart op een eigen, ranke steel. De bladeren zijn groen met een iets grijzig waas, wat altijd duidt op een voorkeur voor zonnige, open groeiplekken en prairieachtige omstandigheden. Dat klopt helemaal met de natuurlijke herkomstgebieden. Deze Coreopsis verdraagt dan ook aardig wat droogte. Bodemeisen worden nauwelijks gesteld. Eigenlijk zijn alle grondsoorten – behalve zeer zure grond – geschikt als deze maar goed doorlatend zijn. Van de soort Coreopsis grandiflora bestaan diverse cultivars die vrij sterk op elkaar lijken, met als bekendste de kweekvorm ‘Sonnenkind’ die half gevulde gele bloemen vormt met eveneens gele harten. De naam ‘meisjesogen’ is bij deze planten dus wat minder toepasselijk. Evenals van de echte soort is het blad voornamelijk lancetvormig (ook wel speervormig genoemd). De bladeren staan tegenover elkaar aan de stengels. De planten zijn goed winterhard en redelijk groenblijvend in de winter. De groeihoogte kan – afhankelijk van de omstandigheden – variëren van 35-50 cm (bloeiend). Er bestaat overigens ook een Coreopsis verticillata ‘Grandiflora’, een heel andere plant met grotere stervormige bloemen.

Verzorging

Alle cultivars van Coreopsis grandiflora zijn vrij compact en bossig groeiende planten die in feite weinig zorg nodig hebben. Ze kunnen zich langzaam vanuit de randen van de pol uitbreiden. Het zijn echte polvormers die absoluut niet woekeren. Geef tijdens perioden van langdurige droogte voldoende water, maar echt dorstig zijn deze planten niet. Ze verdragen vrij droge grond. Ze vragen ook niet al te veel voeding, maar kunnen wel op de plek waar ze groeien de bodem uitmergelen. Die wordt dan voedselarmer en dan zie je de planten zwakker worden. Daarom is het aan te raden om de planten om de 2 à 3 jaar op te nemen, de jonge worteldelen (met stengels) los te scheuren, het oude hart weg te doen, en de jonge randdelen op een nieuwe plek opnieuw in te planten. Op die manier kun je enorm lang van deze planten genieten. Het is trouwens een methode die uitstekend werkt bij veel polvormende planten die in hun kern verouderen. Geef je vaste Coreopsis-planten in ieder geval elk voorjaar – wanneer de planten weer nieuwe groeischeuten beginnen te vertonen – een goede organische basisbemesting met compost, potgrond of dergelijk materiaal. Breng dat boven de wortels en op de bodem om de plant heen aan. Bij Coreopsis mag je er ook beendermeel doorheen mengen, maar doe dat nooit bij planten die van zure grond houden.

Suggesties voor combinaties met andere borderplanten

Vanwege de lange en rijke zomerbloei zijn Coreopsis-soorten en -cultivars bijna onmisbaar in een mooi bloeiende  border. Ze gaan uitstekend samen met andere bekende planten zoals ereprijs (Veronica ‘Blauriesin’), tuinsalie (Salvia nemorosa) en jakobsladder (Polemonium caeruleum).

TIP

Coreopsis grandiflora-bloemen staan ook heel mooi – en behoorlijk lang – op de vaas. Het zijn geweldige snijbloemen. Vanwege hun natuurlijke vorm en heldere kleur combineren de bloemen fantastisch goed met andere, vooral blauw bloeiende snijbloemen. 

In kort bestek

Coreopsis grandiflora is een prachtige, rijk en langdurig (juni-september) bloeiende vaste borderplant uit de Noord-Amerikaanse prairies. Hij vormt een stroom aan gele, halfgevulde bloemen die aan ijle stelen boven het grijzig-groene blad verschijnen. De planten groeien uitstekend in iedere enigszins droge  tot normale bodem, verdragen vrij veel droogte en stellen ook verder weinig eisen. Ideale borderplanten, 35-50 cm hoog. Bovendien fantastische snijbloemen.

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl

Zeer decoratief, opvallend en buitengewoon makkelijk in de verzorging, er is veel te zeggen voor vetplanten als Echeveria, Crassula, Kalanchoe, Aeonium, Aloe, Haworthia en Rhipsalis.

Het zijn allemaal succulenten, wat wil zeggen dat ze het vermogen hebben om vocht op te slaan in hun wortels, stengels en dikke bladeren. Hiermee kunnen ze drogere periodes, zoals bijvoorbeeld een vakantie, moeiteloos doorstaan. Vette planten zijn extra in trek omdat ze door hun aparte, soms grillige vormen uitstekend passen in de aanhoudende trend om botanicals een sfeerbepalende rol te geven in interieurs. 

Herkomst 

De meeste vette planten komen uit de tropen en subtropen en zijn ooit ontstaan in droge gebieden, zoals steppen, bergachtige streken en halfwoestijnen in Afrika en Zuid- en Midden-Amerika. Het zijn taaie rakkers die in de natuur ook in een warm, schraal zeeklimaat kunnen overleven. 

Het assortiment vette planten bestaat vooral uit decoratieve bladplanten, al zitten er ook bloeiende exemplaren tussen, zoals Kalanchoe. De planten vallen vooral op door hun unieke vormen: Haworthia en Aloë hebben een hoog oergehalte, Echeveria is een feestje in sierlijke rozetten, Rhipsalis lijkt op koraal, Sansevieria is trots en onverwoestbaar, Crassula is een gestileerd miniboompje. Ze combineren onderling geweldig en worden zowel gemend als op naam aangeboden. 

Verzorgingstips

• Vette planten staan graag warm en licht. 
• Het beste is een vette plant in één keer een flinke hoeveelheid water te geven en hem dan een paar weken te laten indrogen. 
• Rustig aan met plantenvoeding, eens in de maand een klein beetje volstaat. 
• In de zomermaanden kunnen vette planten ook worden ingezet op de tuintafel. 

De charme van de olijf (Olea) zit in de combinatie van de knoestige stam en de altijd zilvergroene blaadjes. Dankzij zijn karakteristieke uitstraling brengt de plant onmiddellijk zuidelijke sfeer op het terras of balkon, die doet denken aan de landen rond de Middellandse Zee waar olijfbomen overal groeien.

In mei en juni bloeit de olijf met crèmekleurige geurende bloemen, die daarna olijven opleveren. Deze kunnen worden gegeten, wat van de olijf zowel een sierboom als een plukboom maakt. 

Keuze assortiment

De bekendste olijf is de Olea europaea, een Europese plant. Er zijn honderden cultivars die zich onderscheiden in olijfproductie, manier van groeien en de omgeving waarin ze het best gedijen. Als tuinplant komt de olijf ‘Lessini’ het meest voor: die is goed bestand is winterse omstandigheden en niet heel gevoelig voor ziekten. 

Olijf trivia 

• In de Griekse mythologie schenkt Pallas Athene haar wijsheid in een olijfboom aan de stad Athene. Om die reden staat er nog altijd een olijfboom op de Acropolis.

• Een olijftak staat symbool voor vrede en geluk, en werd in oude culturen vaak geofferd aan de goden. 

• De aparte kleur heeft een eigen naam opgeleverd: olijfgroen. 

Herkomst

De wetenschappelijke naam Olea is afgeleid van het Latijnse 'oliva' dat weer uit het Griekse 'elaia' komt en zoveel betekent als 'olijffruit'. Uit fossiele resten valt op te maken dat de plant al 20-40 miljoen jaar op aarde groeit. De olijf heeft zich zo'n 6000 jaar geleden verspreid vanuit Armenië naar zuidelijk Europa waar de bomen overal voorkomen. De olijf wordt alleen maar mooier en knoestiger naarmate hij langer leeft: hij kan wel 1000 jaar worden. Olijfbomen worden al eeuwenlang gekweekt voor de consumptie van olijven en olijfolie. 

Verzorgingstips

• De olijfboom staat graag warm en zonnig. 

• De kluit mag altijd lichtvochtig zijn, maar het water moet wel weg kunnen lopen. 

• Krullende bladeren zijn een teken dat de plant te nat staat. 

• Zeker de wat grotere exemplaren kunnen vorst tot -5°C verdragen, bij nog lagere temperaturen de plant afdekken met vliesdoek.

• Wordt de olijf ingezet als kuipplant – let op goede drainage – dan kan hij beter vorstvrij overwinteren. 

• In het groeiseizoen van maart tot september een beetje plantenvoeding geven, liever iets te weinig dan veel te veel. 

• Snoeien in het vroege voorjaar om de vorm mooi te houden én de groei te stimuleren. 

De bromelia in Big Bag is puur, rustiek, natuurlijk. Helemaal jouw stijl!

Steeds meer plantenliefhebbers kiezen heel bewust voor eerlijk en onopgesmukt echt. Zeker ook in hun interieur. Laat maar zien hoe je bent. Is het werkelijk wat het lijkt, dan is het goed. Hout is hout, graniet is graniet, beton is beton. Ook een plant moet helemaal zichzelf kunnen zijn. Zonder tierelantijnen. Een kamerplant hoeft niet per se in een potje te staan. Dat kan op duizend andere manieren. Wat dat betreft is er grote vrijheid. Die hoef je alleen maar te pakken. GroenRijk doet je deze week een voorstel. Kom kijken hoe het met planten anders kan. Er staat een rijk aanbod bromelia´s op je te wachten: prachtige planten uit de serie Bromelia Green Rituals. Alleen die naam al heeft iets ‘oers’, iets geheimzinnig echts, iets eerlijks. En de Big Bags waarin de planten groeien, laten dat ook zien. Zo’n kleurrijke plant in die leuke plunjebaalachtige Big Bag misstaat nergens, maar trekt wel de aandacht omdat hij net even anders is. Verrassend en toch helmaal niet opdringerig. Hij is er gewoon en de bromelia van je keuze doet het er fantastisch in. Daar is geen potje voor nodig.

De familie van de bromelia’s

De bromelia-achtigen of Bromeliaceae vormen een enorme plantenfamilie met talrijke geslachten uit tropische en subtropische gebieden.  Het zijn meestal rozetvormende planten – ze vormen een bladerkrans – en ze zijn van veel andere bloeiende en zaadvormende planten te onderscheiden door hun mogelijkheid om voedingsstoffen en water niet alleen via hun wortels, maar ook (of soms zelfs alleen) via hun bladeren op te nemen. Die bladeren zijn vaak prachtig gekleurd of getekend en de planten bloeien altijd in bijzondere vormen. Er zijn – net zoals bij de orchideeën – epifytische bromelia-achtigen (die op bomen groeien) en terrestrische soorten (die met hun wortels in de volle grond groeien. Ook zijn er soorten die met hun wortels in rotsspleten groeien, de zogenaamde lithofyten. En alweer net zoals de orchideeën vormen ze een heel jonge plantenfamilie die zich tot een enorme vormenrijkdom heeft ontwikkeld. Ze zijn pas 65 miljoen jaar geleden ontstaan. Het zijn dus in de evolutie van het leven op onze planeet heel moderne planten. Het heeft geen zin om hier op al die vormen in te gaan, maar om je een idee van hun verscheidenheid te geven, volgen hierna enkele geslachten waarvan je bij GroenRijk vaak wel planten kunt vinden of die je wel kent. In alfabetische volgorde:  Aechmea, Ananas, Billbergia, Cryptanthus, Dyckia, Guzmania, Neoregelia, Nidularium, Tillandsia, Vriesea. Er is ook het geslacht Bromelia dat zijn naam heeft gegeven aan de hele familie.

Geen bladstengels

Bromelia-achtigen hebben geen bladstengels, maar ze vormen een rozet van lancet- of zwaardvormige, soms aan de randen gestekelde bladeren. Bij sommige geslachten vormt zo’n bladerrozet een koker waarin de plant in de natuur regenwater vasthoudt. Ideaal in droge perioden en helemaal als je op een boomtak groeit en je je wortels alleen maar gebruikt om je aan zo’n tak vast te houden. Want – opnieuw net zoals orchideeën – epifytische bromelia’s tasten hun gastheer niet aan, ze verzamelen zelf hun voedsel uit lucht en regenwater. Leuk om te weten: sommige epifytische soorten gaan via hun wortels wel voedsel uit de grond halen als ze daarin groeien. De kwekers/telers maken daar vaak dankbaar gebruik van. Bij veel soorten zijn de bladeren bedekt met kleine schubben die helpen om vocht en voedsel uit lucht en water te halen. Zelfs zijn er soorten die de stoffen opnemen die vrij komen uit insecten die in het water in de bladerkoker verdrinken. Bromelia’s maken niet zelf vloeistoffen aan die die lijkjes ontbinden, zoals echte vleesetende planten wel doen.

De bloei

Diverse bromelia-achtigen kunnen in bijna ieder seizoen bloeien. De bloemen zijn vaak heel opvallend met heldere kleuren. Vaak staan er minstens zo sterk gekleurde (meestal rode of roze) schutbladen omheen. De bloemen kunnen millimeterklein zijn, andere bloeien aan stengels die wel 10 m hoog zijn. Er is geen andere plantenfamilie met zo’n variatie aan bloeiwijzen. En als we het over kleuren hebben: groen, paars, rood, geel, wit, crème en roze zijn rijk vertegenwoordigd. Voor de kwekers is dat ideaal. Hun kleurenpalet om mee te ‘spelen’ is bijna oeverloos. De planten bloeien overigens niet zo lang –  dan moet je aan een aantal weken denken – waarna ze langzaam verwelken. Maar ook dat stadium is vaak heel mooi. Op één uitzondering na – het geslacht Dyckia – sterft een bladrozet bij bromelia’s na de bloei langzaam af, maar dat duurt maanden. In die tijd vormen ze nieuwe zijscheuten, die kunnen worden afgenomen om apart te worden uitgeplant om een nieuwe cyclus te beginnen. Bij grotere soorten – die weinig worden geteeld; je vindt ze vooral in de natuur – kan het soms wel 20 jaar duren voor ze gaan bloeien. De soorten die GroenRijk nu in de Big Bags aanbiedt, bloeien meestal al en vertonen maximaal kleur. Prachtige planten!

Verzorging

Zet je bromelia in zijn Big Bag op een lichte plek in huis, maar ’s zomers niet in fel zonlicht. ’s Winters verdragen de planten wel direct zonlicht. Als de dagen in het najaar korter worden, stoppen de meeste soorten met groeien en gaan ze een rustperiode in. Zorg dan dat de temperatuur niet onder 13 °C zakt. Normaal verdragen de planten gewone kamertemperaturen (18-22 °C) prima. Maar besproei het blad wel regelmatig om de luchtvochtigheid op peil te houden. ’s Zomers tijdens een zacht regenbuitje buiten zetten is prima. Na afloop wel de Big Bag afdrogen! Zorg dat bij kokerbromelia’s de koker steeds met water is gevuld. Laat de grond in de Big Bag tussen twee gietbeurten wat opdrogen, voor je opnieuw – heel matig – water geeft. ’s Winters net genoeg water geven om de kluit niet helemaal te laten uitdrogen. Geef tijdens de groeiperiode regelmatig sterk verdunde plantenvoeding in het gietwater.

TIP: Gebruik voor het water geven liefst regenwater of onthard water. Dat voorkomt dat er lelijke kalkvlekken op je planten ontstaan.

In kort bestek

Nu bij GroenRijk: Bromelia Green Rituals, niet in een potje maar in Big Bags. Diverse soorten met allerlei prachtige kleuren in hun bladeren en bloemen. Pure planten: rustiek, eerlijk en natuurlijk. Fantastisch om te hebben, geweldig om te krijgen. Helemaal jouw stijl! Deze bromelia’s zijn makkelijk te verzorgen. Ze vragen weinig en geven veel. Echt planten van deze tijd!

Deze Portulaca bloeit met diverse kleuren in één pot en staat graag in de volle zon

Portulak (Portulaca grandiflora) zorgt voor vrolijke zomersfeer. GroenRijk biedt deze planten aan in een kleurrijke combinatie: diverse vrolijke bloemkleuren bij elkaar in één pot. Portulak is een van die heerlijke planten die je meteen aan het zonnige zuiden doen denken. Wat ze uitstralen is pure vakantiesfeer! Daar hoef je dus niet voor op reis. Portulak stamt dan ook uit het warme, tropische deel van Zuid-Amerika: uit Brazilië, Argentinië en Uruguay. Pure passie! En een werveling van kleur. Bovendien verdragen deze planten met hun vetplantachtige eigenschappen aardig wat droogte. Ook dat is een groot voordeel van deze vrolijke bloeiers! Dus wil je iets fleurigs en makkelijks laten bloeien op je balkon of terras (in de border kan natuurlijk ook)? Kies dan voor portulak!

Een feest van  bloemen

Dat zuidelijke temperament zit vooral in het gedrag van de bloemen. Vroeger bloeiden deze planten alleen rijk bij veel licht en felle zon. Maar de kwekers hebben ze aangepast. De lukte steeds beter. De nieuwste rassen bloeien nu ook geweldig bij minder zon en daardoor ook veel eerder op de dag dan de oude rassen. Dat zul je bij de planten die GroenRijk nu aanbiedt, goed kunnen merken. Ze zijn helemaal aan ons klimaat aangepast.

Leuke bloempjes

Portulakbloemen doen vaak – maar niet altijd – aan kleine roosjes denken. De Engelsen en Amerikanen noemen deze planten niet voor niets ‘Moss Roses’. Ze blijven vrij laag (tot 30 cm) en bloeien van juni tot september, of beter gezegd: tot de eerste nachtvorsten zich aandienen. Je moet wel regelmatig de uitgebloeide bloemen weghalen. Dan gaat de vorming van de stroom aan bloemen heel lang door. De kleuren van Portulakbloemen zijn heel opvallend: ze kunnen rood, geel, wit, lila en roze zijn en allerlei tinten daar tussenin vertonen. Ook gevulde vormen komen veel voor. Alle bloempjes hebben wel gele hartjes. De stengels zijn vaak iets rood tussen het grijzig groene blad. Dat blad doet vlezig aan (vetblad). De planten slaan er water in op om beter droogte te kunnen doorstaan.

Prachtig en heel veelzijdig toepasbaar

Je kunt de potten met planten die GroenRijk nu aanbiedt natuurlijk zonder meer in een leuke sierpot op je balkon of terras zetten.  Maar het zijn ook prachtige planten voor de rotstuin, als randplanten langs een pad, voor een plek vooraan in de border. Bovendien perfect in plantenbakken of zelfs in een hanging basket (samen met hangende planten) als je daar beplanting voor zoekt. Zoals GroenRijk ze nu aanbiedt, kun je er alle kanten mee uit. Ideaal voor een iets vochtige tot droge, liefst warme standplaats. Dat mag best pal op het zuiden zijn. Hoewel je aan de hand van de wat verdikte,  vetplantachtige blaadjes zou kunnen verwachten dat het echte droogteplanten zijn, is het toch beter ze wel regelmatig water te geven. De planten doen het dan veel beter. Maar het is waar, dankzij het vocht dat de planten in hun verdikte blaadjes en stengels opslaan, kunnen ze droge perioden goed overleven. Zo houden ze het uit waar andere bloeiers allang zouden verwelken, maar helemaal zonder water redden ze het uiteraard niet. De (pot)grond mag tussen twee gietbeurten in wel wat droog worden en je kunt ook gerust een paar weken met vakantie zonder dat er iemand naar je portulakplanten omkijkt.

Omring je met nog meer zomerse kleur

GroenRijk heeft nog veel meer vrolijke zomerbloeiers voor je in voorraad, zoals vlasleeuwenbekjes (Linaria reticulata), Gazania, kleinbloemige Petunia (ook Mini-Petunia of Calibrachoa genoemd) en lage Zinnia’s. Het is een uitgebreid gezelschap. Sommige hebben onverwachte eigenschapen. Als je bijv. Mexicaanse madeliefjes (Erigeron karvinskianus) in je tuin plant, krijg je ze daarna altijd weer terug; die zaaien zich overal uit. Nog meer kleurrijke bloeiers? Denk dan bijvoorbeeld ook aan Nemesia of Nierembergia. Heel mooi is ook de wit of paars bloeiende strand- of zeeviolier (Malcolmia). Je kunt met al deze planten naar hartelust combineren. Zet laagblijvende zomerbloeiende planten die je in een pot of bak toepast, altijd wat hoger, bijvoorbeeld op een buitentafel. Dan kijk je er wat directer op en geniet je er nog meer van.

TIP: Portulakplantjes moet je (net zoals veel andere zomerbloeiers) pas buiten toepassen als er absoluut geen kans op nachtvorst meer is.

In kort bestek

Nu bij GroenRijk: zonminnende portulakplanten (Portulaca grandiflora) in vrolijke, rijk bloeiende combinaties. Diverse kleuren per pot. Portulakplanten zijn eenjarige zomerbloeiers met roosachtige gele, rode en lila bloemen boven fijn, vetbladachtig blad aan roodgetinte stengels. Ze bloeien van mei tot in de herfst. Makkelijk te verzorgen en goed bestand tegen droogte. Ideaal op balkon en terras, maar ook vooraan in de border of in een hanging basket. 

Hebe Addenda®’s zijn groenblijvende struikjes die tot eind oktober bloeien. Nu in diverse bloeitinten!

De serie planten met de merknaam Hebe Adddenda® zijn fantastisch bloeiende, zuidelijk ogende heestertjes (ook struikveronica’s genoemd) voor een liefst koele, beschutte plek op je balkon of terras of in je border. Het zijn makkelijk te verzorgen, groenblijvende dwergstruikjes die GroenRijk nu gekweekt in forse potten (19 cm doorsnee) met diverse bloeitinten aanbiedt. Roze, paars, blauw enz. Absolute topkwaliteit! De planten worden tot maximaal 70 cm hoog en vormen mooi, fijn, volgroen blad.

Hebe’s zijn vooral fraai en langdurig bloeiende bladheestertjes. De bloemen verschijnen in grote aantallen in vrij dikke, fijngevormde, cilindervormige aren aan de twijgeinden. Ook bijen zijn er gek op. Hebe’s zijn echte bijenplanten. Heel goed voor de natuur, prachtig in je tuin en ze bloeien ieder jaar tot ver in oktober!

Oorsprong: Nieuw-Zeeland

Uit de wilde natuur zijn meer dan honderd verschillende soorten bekend zijn. Ze stammen bijna allemaal uit Nieuw-Zeeland, dus van ‘Down Under’. Naast tientallen echte soorten worden uit dit plantengeslacht prachtige cultivars (door de kwekers gemaakte kruisingsproducten) aangeboden. Die worden natuurlijk niet uit Nieuw-Zeeland geïmporteerd, maar hier gekweekt door gespecialiseerde kwekers. De Hebe Addenda®-collectie die GroenRijk nu voor je heeft klaarstaan biedt prachtige combinatiemogelijkheden, want de bloeikleuren harmoniëren geweldig. Allerlei paars tot roze en blauwe tinten…

Oergezond en wintergroen

Hebe’s die met de merknaam Hebe Addenda® worden aangeboden zijn gegarandeerd ziektevrij en van hoge kwaliteit. De lange, vaak vrij dikke bloemtrossen zijn dicht bezet met fijne bloempjes. De trossen zelf doen een beetje aan flessenragers denken. De enorm lange  bloeiperiode loopt bij Hebe Addenda® van juli tot ver in oktober, vaak nog tot begin november als het weer het toelaat. Meestal maakt de vorst een eind aan de bloei van de planten die je nu bloeiend koopt. De planten zijn allemaal wintergroen en zijn in zachte winters (zonder strenge vorst) goed over te houden. Je kunt dan jarenlang plezier van je Hebe Addenda® ‘s hebben. Als het echt gaat vriezen kun je exemplaren die in de volle grond groeien tijdelijk met wat tuinvlies beschermen. Groeien ze in een pot of bak, laat ze dan op een koele, lichte vorstvrije plek overwinteren. Dan niet vergeten water te geven! Bij groenblijvende planten gaat de verdamping via het blad namelijk ook ’s winters gewoon door. Ze zouden dan kunnen verdrogen.

Verzorging

Je kunt een Hebe Addenda® na aanschaf in principe op een lichte plek in huis zetten. Dan maak je er een kamerplant van en kun je er daar van genieten. Hij bloeit dan wel wat korter: vier tot zes weken. Maar eigenlijk zijn het buitenplanten. Ze houden van een niet te warme omgeving. De hele dag in de volle zon is niet goed voor ze. Zet ze op een lichte, liefst beschutte plek in je tuin of op je balkon of terras. Een plek met oost- of westzon is het meest ideaal. Zet  je Hebe Addenda®’s buiten in een bijpassende sierpot (met drainagegat!) op het terras, op een tafel of in een plantenbak op het balkon. Uiteraard kun je ze ook in de volle grond van je tuin planten.

Geef een Hebe Addenda® die in pot groeit – als hij bloeit – eenmaal per week vloeibare voeding in het gietwater. Eenmaal per twee à drie weken een vaste meststof (voor balkon- en kuipplanten) geven kan ook. Het kalkhoudende beendermeel is ook prima als voedingsstof voor deze planten. Als je helemaal van de voedingszorg af wilt, kun je ook langdurig werkende voeding geven. Die middelen geven de voeding vrij als de plant erom vraagt. Ideaal. GroenRijk heeft alles wat je nodig zou kunnen hebben, voor je in voorraad.

Zorg dat de (pot)grond niet uitdroogt. Een eenvoudige watergeefregel is: als de grond nog vochtig aanvoelt, hoef je geen water te geven. Voelt de grond droog aan, dan wel wat water geven. Overtollig water moet weg kunnen. Er moet een drainagegat onderin de pot zitten. Is die er niet, boor dan een gat in de potbodem. Dat is echt heel belangrijk, want Hebe houdt absoluut niet van langdurig ‘natte voeten’. Hoe warmer het is, des te vaker zul je water moeten geven. De uitgebloeide bloemen van Hebe verdrogen en zien er dan niet mooi meer uit. Die kun je beter regelmatig wegknippen. De plant bloeit dan ook (nog) langer door. Door vorst aangetaste Hebe’s kun je in het voorjaar snoeien. Maar snoei niet te diep en zeker niet tot in verhoute delen van de twijgen. Anders lopen die – net zoals bij heide – niet meer uit.

Er zijn ook andere Hebe’s

De natuurlijke variatie is bij Hebe’s heel groot. Niet alleen in soorten, maar ook in bloeikleuren. Leuk is dat er bij de verschillende soorten een samenhang is tussen de maat van de bladeren en die van de bloemen: hoe groter de bladeren des te groter ook de bloemen. Bij typen met kleinere blaadjes zijn dat er veel meer per plant en krijg je ook meer (maar kleinere) bloemen. De grootbladige typen zijn wat vorstgevoeliger dan de kleinbladige. De cultivars van Hebe Addenda® die GroenRijk nu aanbiedt, behoren tot het kleinbladige type.

TIP: Hebe’s verdragen relatief veel zoute lucht. Ze zijn daardoor ook ideaal in tuinen en op balkons in de kuststreek.

In kort bestek

Hebe’s met de merknaam Addenda® zijn rijk bloeiende, groenblijvende heestertjes. Zet ze in pot op terras of balkon of  in de volle grond van de tuin. Ze bloeien van juli tot ver in oktober met dikke trossen bloemen. GroenRijk biedt ze nu in diverse bloeitinten aan. Met wat winterbescherming kun je ze goed overhouden. Dan bloeien ze ieder jaar opnieuw. Een koele plek, een beetje zon, water en wat voeding is alles wat ze vragen. En ze verdragen zoute lucht.

Lampenpoetsersgras ‘Rupelli’ groeit vrij compact en bloeit rijk en sierlijk

Siergrassen zijn schitterend en beleven al jarenlang een ware zegetocht in tuinen en parken. Daar zijn ze inmiddels onmisbaar door de sfeer die ze meebrengen. Ze combineren heel goed met zowel heesters als vaste planten. Hun succes heeft alles te maken met de vraag naar een beplanting waarin meer valt te beleven dan alleen maar vorm en kleur. Siergrassen zijn niet statisch. Ze bewegen, maken een zacht, ruisend geluid in de wind, de meeste hebben een hoge aaibaarheidsfactor en ze passen in iedere tuin. Altijd. Heel mooi zijn ze in een prairieachtige, zonnige, bloemrijke tuin of border. Ze werken uiterst rustgevend, zeker als de wind er doorheen golft en er ritmische patronen in de planten ontstaan. Als de golven van de zee. Schitterend. Het kan, ook in jouw tuin. Zeker met Pennisetum setaceum ‘Rupelli’, het sierlijke en al vroeg en fantastisch roodbruin bloeiende, ideale, middelhoge lampenpoetsersgras.

Prachtige planten

Pennisetum is een fors grassengeslacht met tientallen soorten die uit heel verschillende gebieden – van Japan en de Himalaya tot Australië en Oost-Afrika – stammen. Het meerjarige lampenpoetsersgras (ook wel borstelveergras genoemd – Pennisetum setaceum waar ‘Rupelli’ een cultivar van is, stamt uit Noord-Afrika en het Nabije Oosten (Syrië, Irak enz). De naam lampenpoetsersgras van dit plantengeslacht is ontstaan doordat de prachtige, zachte, borstelige bloeipluimen vroeger in Oost-Azië werden gebruikt om de glazen kappen van de olielampen mee schoon te borstelen. De oorspronkelijke soort vormt grote, koepelvormige pollen met sierlijk overhangende, lange, smalle, groene bladeren. Die polvormig groeiende plant wordt ongeveer 90 cm hoog. In woestijnachtige gebieden (o.a. Australië, Californië, Arizona, Zuid-Afrika) waar de soort werd geïntroduceerd, gedraagt deze zich invasief doordat hij zich enorm sterk uitzaait. Bijzonder is dat deze soort gemakkelijk steppebranden doorstaat en daardoor in bepaalde gebieden de overhand inde inheemse natuur krijgt. De cultivar ‘Rupelli’ die GroenRijk nu aanbiedt, heeft heel andere eigenschappen. ‘Rupelli’ blijft wat kleiner – maximaal 70 cm hoog – en veel mensen vinden hem mooier dan de echte soort omdat de vele bloeipluimen die inderdaad wel wat op fijne, borstelige flessenragers lijken, crèmewit tot oudroze kleuren. Ze verschijnen vanaf juli en blijven tot ver in de winter aan de planten. Als de herfstzon door de bloeiaren schijnt, vlammen ze in dat lage licht ragfijn op. Een adembenemend gezicht! En dat boven die massa fijne bladeren die in de herfst lichtbruin kleurt.  Ze verdrogen vervolgens en blijven de hele winter aan de plant. Dat levert opnieuw een geweldig effect op  als de vorst er een glinsterend laagje rijp op heeft afgezet. Daarom moet je de oude stengels pas in het vroege voorjaar afknippen als de nieuwe scheuten op het punt staan te verschijnen. ‘Rupelli’ is heel stevig, maar matig winterhard. Je zult er jarenlang van kunnen genieten als je hem op een zonnige, maar wel beschutte plek plant of neerzet, Hij is ook geschikt voor aanplant in potten en bakken. De plant breidt zich langzaam uit.

Uiterst eenvoudige verzorging

Lampenpoetsersgrassen, dus ook ‘Rupelli’, houden van open plekken in de volle, warme zon, maar ‘Rupelli’ verdraagt ook lichte schaduw. Maar plant of zet hem dus wel op een beschutte plek. Verder is ‘Rupelli’ heel makkelijk. Zijn wortels beschermt hij zelf tegen uitdroging door de blader‘rok’ die er overheen hangt. Regenwater wordt door diezelfde bladeren bovendien voor een deel naar het hart van iedere plant en dus naar de wortels geleid. Extra water geven is dus niet zo gauw nodig. Deze grassen verdragen bovendien van nature al aardig wat droogte. De grond moet wel goed doorlatend en redelijk voedselrijk zijn. Geef in het vroege voorjaar, nadat je het oude blad hebt weggeknipt, een  goede organische basisbemesting met bijv. compost, gedroogde koemest of wat beendermeel. ‘Rupelli’ is een prachtige solitair, maar als je ze in groepen plant zijn ze nog indrukwekkender. Plant er dan vijf per vierkante meter.

Mooie combinaties

Het lampenpoetsersgras ‘Rupelli’ gaat schitterend samen met borderplanten zoals sierdistels, Liriope, Miscanthus, Stipa, de bronskleurige reuzenvenkel (Foeniculum vulgare ‘Giant Bronze’) die zichzelf uitzaait, Verbena bonariensis., Echinacea en Agastache. Maak er een feest van kleur van! Je zult merken dat ‘Hameln’ in het geheel van zo’n plantengemeenschap voor rust zorgt. Vooral als de planten in de wind kunnen bewegen, zijn ze op hun mooist.

Multitasker Scindapsus maakt niet alleen je huis mooier met prachtig getekende groene bladeren, maar helpt meteen de lucht binnen wat schoner te maken.

Woonwonder 

Omhoog, omlaag – met Scindapsus kun je alle kanten op. Deze woonplant is makkelijk in de omgang en valt op door zijn prachtige hartvormige satijnachtige bladeren. Die zijn schitterend getekend met zilveren, lichtgroene, gele of witachtige vlekken of een gevlamd patroon. Je hebt er een trouwe huisgenoot aan: goed verzorgd kan dit woonwonder heel oud worden en toch mooi blijven. Jungalow Scindapsus hoort bij de Araceaefamilie en groeit in Zuidoost-Azië, Indonesië en op de Salomonseilanden: de tropen bij je thuis, dus. 

Voor wat hoort wat 

Als je Scindapsus goed verzorgt, doet hij ook wat voor jou. Volgens de NASA Clean Air studie is Scindapsus een van de planten die de luchtkwaliteit in huis helpt te verbeteren. Dat doet hij door middel van heel kleine huidmondjes op de bladeren. Die nemen koolstofdioxide op uit de lucht, zetten die om in energie om van te groeien en blazen weer zuurstof uit. Ook ademen de huidmondjes een beetje vocht uit, zodat de plant helpt te voorkomen dat de lucht in huis te droog wordt. 

Groen aapje 

In tropische regenwouden klimt Scindapsus bij voorkeur tegen bomen op, om dan van stengels te gaan hangen.

Zo haal je alles uit je Scindapsus 

Scindapsus staat graag licht, maar liever niet in de volle zon of op de tocht. Ezelsbruggetje: hoe lichter het blad, hoe lichter de plant het liefst staat. De grond mag een beetje vochtig zijn, maar liever geen wateroverlast.  Eens in de maand wat plantenvoeding maakt een power-groeier van

Scindapsus. 

Een rondje plantenspuit wordt zeer gewaardeerd. Worden de ranken te lang, dan kunnen ze gewoon worden afgeknipt. 

Happy home 

Scindapsus staat bekend als geluksplant die zijn eigenaar geld en fortuin helpt te krijgen. 

Scindapsus styling 

De vele verschijningsvormen van Scindapsus maken de plant erg geschikt voor huizen met weinig ruimte. Zo wikkelen de ranken zich om een stammetje als een slanke groene pilaar naar boven en kan hij als hangplant voor een hoop levendigheid op zekere hoogte zorgen. Omdat Scindapsus een onmiskenbare regenwouduitstraling heeft, staat hij het mooist in een natuurlijke basis: hout, leer, wat grover keramiek in aardetinten of hangpotten die van kokosnoten zijn gemaakt.