Quantcast
Channel: GroenRijk Prinsenbeek nieuws
Viewing all 631 articles
Browse latest View live

Peperomia's

$
0
0
Peperomia's

Peperomia’s zijn makkelijke, trendy kamerplanten

Peperomia’s hebben geen aparte, eigen, Nederlandse naam. Het zijn dus gewoon (op z’n Hollands) peperomia’s. De Duitsers noemen deze planten Zwergpfeffers (dwergpepers). Je kunt het ook niet over dé peperomia hebben, want er bestaan in de natuur meer dan 1000, misschien wel 1500 verschillende soorten. Ze komen in alle tropische en subtropische streken van de wereld voor, maar het overgrote deel stamt uit Midden-Amerika en het noorden van Zuid-Amerika.  Het zijn bijna allemaal leuke, ’s winters groenblijvende, maar lang niet altijd alleen maar groen gekleurde, vrij kleine planten. Meestal worden ze niet hoger dan zo’n 30 cm. Ze hebben soms betrekkelijk dikke, stevige stengels en vlezige bladeren, soms ook dradige, hangende stengels. Bij sommige, weinig gekweekte soorten zitten daar heel merkwaardige, glasachtige, doorzichtige delen (de zogenaamde ‘raampjes’) in. Niet bij de cultivars die GroenRijk nu aanbiedt overigens. Peperomia’s zijn voornamelijk epifyten, dus vaste planten die in de oerwouden op rottende, vermolmde houtresten en plekken met plantaardig afval groeien. Dat kan ook op nog levende planten en in boomkruinen zijn. Ze tasten de levende planten waarop ze groeien, niet aan. Het zijn dus geen parasieten. De meeste Peperomia’s zijn in ons klimaat kasplanten die vrij hoge luchtvochtigheden nodig hebben, maar gelukkig zijn er uitzonderingen die het in de normale omstandigheden in huis prima doen. Dat zijn voornamelijk cultivars van twee soorten: Peperomia clusiifolia en P. obtusifolia. En die heeft GroenRijk nu in diverse schitterende vormen, bladkleuren en bladmaten en inclusief de potten voor je klaar staan.

 

Familie van de pepers (de Piperaceae)

Of deze planten – of delen ervan – scherp kruidig smaken, weten we niet en dat gaan we ook maar niet proberen, maar familie van de bekende witte, zwarte, rode en tal van andere pepersoorten die we in de keuken gebruiken (Piper) zijn ze wel. Piper en Peperomia zijn zelfs de enige twee geslachten binnen de familie van de Piperaceae (van ‘pippali’, het Sanskriet-woord voor ‘lange pepers’). De meeste peperomia’s zijn van het vlezige type met vrij dikke, ovale tot hartvormige blaadjes die glad of gekreukeld kunnen zijn, groen en gestreept, gemarmerd of gevlekt. De bladkleuren kunnen ook sterk variëren: van bleekgroen tot donkergroen, maar ook felgroen, rood, geel en grijs komt voor. Bij sommige zijn de bladstelen rood. Bij de typen met hartvormig blad zit de steelaanhechting vaak iets uit het midden van het blad. Hoewel ze vooral als bladplanten worden gezien, is de bloei ook heel apart en prachtig om te zien. Ze vormen smalle, slangachtige, conische bloeikolven die zonder schutbladen boven de bladeren uitsteken. Iedere bloeikolf is bezet met honderden minieme bloempjes. Meestal zijn ze gelig wit tot geel en zelfs bruin. Bijzonder en mooi!

 

Een speciale selectie om uit te kiezen

GroenRijk heeft een prachtige selectie peperomia’s voor je klaar staan. Het gaat om internationaal geliefde cultivars van de soorten Peperomia clusiifolia en P. obtusifolia. P. clusiifolia is een vaste plant uit het Caribisch gebied (West-Indië). De soort P. obtusifolia komt in allerlei vormen voor in tropisch Zuid-Amerika, Midden-Amerika, naar het

noorden toe tot in Mexico en ook in het Caribisch gebied. Het zijn allemaal opgaand groeiende sterke vaste planten met stevige stelen en heel mooi blad. GroenRijk biedt nu een aantal selecties aan die gekweekt zijn in potten van l2 cm doorsnee, vol in het blad en tot 30 cm hoog. De gezondheid straalt ervan af. En – heel belangrijk – ze zijn groenblijvend, dus het hele jaar door mooi.

Er staan rassen voor je klaar met relatief groot, vlezig, volgroen, glad en glanzend blad, soms met een vage nerftekening, andere rassen zijn groen en kleinbladig (heel mooi!) of fraai getekend grijs met rode bladonderzijden. Prachtig om uit te kiezen en mee te combineren. De sierpotten waar ze in staan horen er bij aankoop bij. Ook leuk als cadeau! Het zijn inmiddels zeer trendy planten die helemaal passen bij de rustieke of zelfs industriële onopgesmukte woonsfeer van nu, maar ook in een klassiek interieur. Er zijn liefhebbers die er hele collecties van aanleggen en constant op zoek zijn naar nog meer soorten.

 

De verzorging

Al deze planten groeien binnenshuis makkelijk en vragen weinig zorg. Je kunt de planten in hun sierpotten – dus zoals je ze koopt – direct op een lichte plek zetten, maar liever niet in fel zonlicht. Hoe lichter de plek, des te sprekender de bladkleuren zich ontwikkelen. Dat geldt vooral voor de bonte cultivars. Matig gieten. Doe dat zo: geef steeds opnieuw water als de potgrond droog aanvoelt. De planten verdragen tijdelijke droogte, maar als het te lang duurt kunnen ze hun blad verliezen. Geef eens per maand wat vloeibare plantenvoeding in het gietwater (kies voeding voor bladplanten). Mocht je je peperomia’s willen overpotten, doe dat dan liefst in het voorjaar (als de groei weer begint). Herplant ze in gewone, iets zandige, goed doorlatende potgrond. Peperomia’s vinden het niet erg als ze een beetje nauw in hun pot komen te staan doordat de wortels verder uitgroeien. Dus je hoeft ze niet zo snel te verpotten. Er zijn liefhebbers die de – naar ons idee ook heel aardige – bloeikolven wegknippen omdat ze vooral van de bladeren willen genieten.

 

TIP

Peperomia’s zijn tropische planten. Ze verdragen geen lagere temperaturen dan ca. 13 °C. Gewone kamertemperaturen zijn prima. Als het erg warm en droog is in de kamer, is zo nu en dan even besproeien prima.

 

In kort bestek

GroenRijk biedt deze week een bijzondere selectie Peperomia’s aan: kleine kamerplanten met prachtig, vlezig, groen of roodbont blad uit (oorspronkelijk) vooral tropisch Midden- en Zuid-Amerika. Ze zijn heel makkelijk te verzorgen, passen in de meest moderne tot zelfs klassieke interieurs, vragen weinig en geven veel. Hoewel het bladplanten zijn, kunnen ze ook heel verrassend bloeien. Echte aanraders! .

 

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl


Lentebloeiers

$
0
0
Lentebloeiers

Deze prachtige lentebloeiers hebben weinig water nodig

Vrolijke, mooie bolgewasjes per soort op pot gekweekt! Kies maar uit! Het is al lente bij GroenRijk. Wat een kleurenfeest!  Daar wil je in jouw huis ook van genieten. Ze kunnen buiten staan (op het terras of balkon), maar daarvoor is het vaak nog net te koud. Je hebt er niets aan als de bloemen bevriezen! GroenRijk biedt je de keuze uit verschillende soorten nu bloeiende bolletjes. Kies voor witte, roze of blauwe heerlijk geurende hyacintjes (Hyacinthus), voor gele narcisjes (Narcissus) of blauwe druifjes (Muscari ). Of neem ze allemaal! Mooiere kleur en lekkerder bloemengeur kun je nu in je huis niet krijgen. Bloeiende bolgewasjes zijn echte voorboden van heerlijk voorjaarsweer en zon. Precies wat je nu nodig hebt. Je kunt er natuurlijk ook iemand anders blij mee maken. Zo’n bloeiend potje bolletjes is een maar wat graag gekregen (en gegeven) cadeau! Helemaal als je er een leuk sierpotje bij doet. Voordelige keus genoeg bij GroenRijk.

Witte, roze of blauwe hyacinten

Heerlijk om je kamer ook met geur op te fleuren! Zo’n potje met hyacinten is prachtig en je hele huis kan ernaar geuren. In elk potje bloeien drie bollen. De bolletjes steken in het potje altijd voor een deel boven de grond uit. Dat hoort zo bij hyacinten. De kwekers hebben de ingeplante bolletjes eerst zes weken op een donkere plek gehouden bij een temperatuur van maximaal 10 °C. In die periode zijn ze goed beworteld in vochtige grond. Daarna hebben ze de planten heel geleidelijk aan meer licht laten wennen en werd de grond nog steeds vochtig gehouden. Ze hebben koel gestaan tot er bloemknoppen zichtbaar werden. Daarna zijn ze warmer en nog lichter gezet. Dat zijn ze nu dus gewend. Zet je potje met hyacinten daarom ook thuis op een lichte plek in je warme kamer. De heerlijke bloemengeur zal dan door de hele ruimte trekken. Zorg dat de grond in het potje steeds iets vochtig blijft. Niet te nat maken. Je zult wekenlang plezier hebben van de bloemen. Als de bolletjes uiteindelijk  zijn uitgebloeid, kun je het potje op een minder prominente, maar wel lichte plek zetten tot je de bolletjes in het voorjaar (als de kans op vorst is geweken) buiten in de tuin uitplant. Bij witte hyacinten hebben de bollen een wat wittige huid, bij de andere bloemkleuren zijn ze bruiner. Voor kamercultuur zijn ze niet meer te gebruiken, maar in de tuin kunnen ze het voorjaar erop weer bloeien, al zijn ze dan vaak wat minder mooi. Om die reden worden de planten na de bloei vaak weggedaan. De bolletjes hebben namelijk de neiging om qua bloei naar de wilde vorm terug te gaan. Dat betekent: minder bloemetjes (die worden ‘nagels genoemd’) aan de stelen. De bloempjes zitten dan ook verder uit elkaar. Laat na de bloei de gootvormige bladeren in alle rust vergelen en afsterven als je de bollen een langer leven gunt. Als dat kan, gaat alle reservevoeding die in de bladeren zit opgeslagen namelijk naar de bol om te overleven.

 

Op glas?

Hyacinten werden vooral vroeger ook wel op speciale hyacintenglazen met water in bloei gebracht. Hier en daar zijn die glazen nog wel te koop. Maar het in bloei krijgen lukt alleen met daarvoor speciaal geprepareerde bollen en je had er al in oktober mee moeten beginnen om ze in deze tijd te zien bloeien. Dan maak je het jezelf met zo’n kant-en-klaar op pot gekweekt trio bloeiende hyacintenbollen van GroenRijk toch wel een stuk makkelijker. 

 

Gele narcisjes

Dat zijn heel vertederende bolgewasjes. Prachtige dwergnarcisjes met kleine trompetjes die behoren tot een van de vele narcissengroepen waarvan de bloemen lekker zoet geuren. Narcissus jonguilla ‘Trivithian’ is een goed voorbeeld, maar er zijn ook andere soorten en rassen waarbij de bloemen volgeel zijn. Het meest bekend zijn de grote gele trompetnarcissen zoals ‘Dutch Master’ en ‘Golden Harvest’, maar dat zijn soorten voor buiten. De sierlijke gele narcisjes die GroenRijk nu aanbiedt, staan in huis graag licht en je moet de potgrond iets vochtig houden. Na de bloei kun je ook deze bolgewasjes in het voorjaar in de tuin planten, maar ze zijn iets minder winterhard dan hun grote neven. Plant ze op een vochtig plekje waar niet de hele dag de zon op staat. Ze zullen er vanzelf verwilderen en zich vermeerderen. Als je ze een goed winterdek geeft (boven de in de grond overwinteren bollen) zullen ze nog jarenlang heel elegant en schitterend bloeien.

 

Blauwe druifjes, ook druifhyacintjes genoemd

Als blauw je lievelingskleur is, kies je natuurlijk voor het potje met blauwe druifjes. De bloemtrosjes lijken inderdaad wel iets op omgekeerde trosjes miniatuurdruiven. De meest bekende soort is Muscari armeniacum uit Macedonië, Roemenië en de Kaukasus. In het wild en in de tuin bloeit dit lieflijke bolgewasje in april-mei. Er zijn tal van cultivars uit ontwikkeld, ook wit bloeiende, maar de meeste hebben een blauwe tint behouden. De bolletjes in het potje hebben een speciale behandeling van de kweker gekregen. Daarom bloeien ze nu al. De bloempjes kunnen heel licht geuren. Houd ook bij de blauwe druifjes de grond in het potje iets vochtig (een paar keer per week even met je vinger voelen en water geven als dat nodig blijkt). Zet het potje op een lichte plek. Ook deze bolletjes kun je, als ze zijn uitgebloeid, in het voorjaar in de tuin planten en daar laten verwilderen. Dan kun je ook van blauwe druifjes nog jaren plezier hebben. Een plek in lichte schaduw bij heesters is in de tuin prima.

 

TIP

Zet de bloeiende potjes in huis zo neer dat je de zoete bloemengeuren goed kunt ruiken. Sommige geuren zijn heel licht, maar heerlijk.

 

In kort bestek

Het voorjaar begint nu al met bloeiende bolgewasjes voor in huis. Bijvoorbeeld met potjes bloeiende blauwe druifjes (Muscari). GroenRijk heeft nu ook potjes heerlijk geurende witte, roze of blauwe hyacinten en lieflijke, kleine trompetnarcisjes voor je. Heel makkelijk te verzorgen en de bolletjes kun je later in de tuin laten verwilderen. Voor echte meeneemprijsjes! Ook leuk als cadeau!

 

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl

Tuinplant van de maand februari: Voorjaarsbollen op pot

$
0
0
Tuinplant van de maand februari: Voorjaarsbollen op pot

Met voorjaarsbollen op pot vervroeg je het voorjaar in de tuin en in de huiskamer. Want wanneer het eerste beetje warmte zich aandient, schieten de bloemen uit het bolletje en groeien uit tot vrolijke, heerlijk geurende lentetoppers.  

Binnen het assortiment voorjaarsbollen op pot komen we bekende producten tegen zoals hyacinten (Hyacinthus), narcissen (Narcissus) en blauwe druifjes (Muscari). Allemaal geschikt om in de volle grond of in potten te planten.

Hyacint, narcis en blauwe druifjes

De hyacint is er in roze, wit, blauw, purper, zalm of zachtgeel. De bloemen aan de steel worden “nagels” genoemd en ruiken heerlijk. De bollen zijn er in een groot aantal variëteiten. Ook de narcis staat deze maand als voorjaarsbol in het zonnetje. Deze bol verschijnt als heerlijk geurende trosnarcis, met hele kleine of juiste megagrote trompetten of gevuldbloemigen. De belangrijkste kleuren zijn geel en wit. Daarnaast bestaan er tweekleurigen waarbij zalm en oranje in de bloem te zien is. Het blauwe druifje is een klein druifvormig bloemetje in meestal blauwe kleuren, maar er zijn ook witte of purperen versies. Blauwe druifjes hebben een lichte muskusgeur, wat verwijst naar de Latijnse naam Muscari. 

Verzorging voorjaarsbollen

Voorjaarsbollen stellen weinig eisen, ze kunnen zowel in de schaduw als in de zon staan. Zelfs bij temperaturen rond het vriespunt doen de bol-op-pot producten het heel goed. Zet u de bollen binnen neer? De plant verlangt dan een zo koel mogelijke plek, voor extra lang bloeiplezier. Zorg dat de potkluit nooit uitdroogt, maar maak de bollen ook niet te nat want dan kunnen ze gaan rotten. Voeding is eigenlijk niet nodig, de meeste voeding zit al in de bol.

Leuk weetje

Met hyacinten, narcissen en blauwe druifjes is iets bijzonders aan de hand. Ze hebben namelijk een koude periode nodig om in bloei te komen. Kwekers houden de bollen even voor de gek om ze eerder in bloei te krijgen. Dit doen ze als volgt: ze trekken de bollen in bloei in de kas bij hoge temperaturen nadat de voorjaarsbollen eerst een aantal weken geconfronteerd worden met lage temperaturen van 5-10 graden Celsius. De planten bloeien dan precies in februari en worden als het ware gefopt omdat ze denken dat het al voorjaar is.

Meer informatie over voorjaarsbollen op pot en andere tuinplanten vindt u op Mooiwatplantendoen.nl.

Woonplanten van de maand februari: Exclusieve palmen

$
0
0
Woonplanten van de maand februari: Exclusieve palmen

Met exclusieve palmen creëer je een prachtig jungle gevoel en haal je tijdens de donkere dagen de zomer alvast een beetje naar je toe: paradise found! 

Dromen van verre streken 

Om te beginnen hebben ze groene schermen, uitwaaierende bladeren en sierlijke stammen. En dan daar bovenop nog eens prachtige namen als Cycas, Livistona, Caryota en Rhapis. Met een beetje fantasie droom je meteen van Afrika of Azië, gewoon bij je thuis. En als je er een goede band mee opbouwt, zijn het vrienden voor het leven, want deze palmen zijn echt blijvertjes, met de absolute paradijsfactor.  

Natuur op een voetstuk 

Exclusieve palmen passen uitstekend in de woontrend waarin levend indoor groen steeds belangrijker wordt als oase om je in terug te trekken als de buitenwereld wat al te veel reuring biedt. De mooiste manier om dat harmonieuze te benadrukken is de planten letterlijk op een voetstuk te zetten of ze te combineren met symbolische elementen uit de natuur. Denk daarbij aan potten met houtsnijwerk of potten die zijn versierd met halfedelstenen.  

Bijzondere eigenschappen 

Exclusieve palmen zijn niet alleen een groen sieraad in huis, ze hebben ook wat extra's te bieden. Zo is Cycas een prima plant voor een beginnend palmliefhebber. Filtert Livistona relatief veel schadelijke stoffen uit de lucht zodat je huis een beter binnenklimaat krijgt. En zorgen ze allemaal voor een positieve invloed op de luchtvochtigheid.

Verzorging exclusieve palmen 

  • Cycas heeft het op elke standplaats naar zijn zin, Livistona staat graag uit de zon en Caryota en Rhapis geven zelfs de voorkeur aan een schaduwrijke plek 
  • Voor alle exclusieve palmen geldt dat ze niet graag droog staan, maar ook niet tegen een voetbad kunnen: een lichtvochtige kluit is ideaal. 
  • Exclusieve palmen staan graag vrij. Als de punten nergens tegenaan komen, blijven ze mooi groen.  

Stamboom tot in de oertijd 

Exclusieve palmen behoren tot een familie van bijna 4000 soorten. Het zijn planten die al heel lang op aarde groeien, de oudste gevonden resten zijn zo'n 40 miljoen jaar oud. Van nature komen de meeste voor in de tropen en subtropen. Ze hebben een typische zuidelijke uitstraling in een prachtig groen palet die binnen voor veel rust zorgen. Het zijn bovendien grote persoonlijkheden: één exclusieve palm brengt al een heleboel sfeer van onder de evenaar in huis. 

Exclusieve palmen trivia 

  • Cycas is een van de oudste palmsoorten ter wereld.  
  • De palmtak is een symbool van Nike, godin van de overwinning.
  • In de zomer kunnen exclusieve palmen ook schitteren op je terras of balkon.  
  • In de snavel van een duif betekent een palmtak vrede: de vlag van de Verenigde Naties bevat twee palmtakken. 
  • Rhapis is een extra bijzondere palm omdat deze palm meer bossige stengels dan een stam biedt. 
  • Palmen spelen al eeuwen een belangrijke rol in verschillende culturen. In de bijbel worden ze meer dan dertig keer genoemd, in de koran zeker 22 keer. 

Woonplant van de maand

Exclusieve palmen zijn de Woonplanten van februari 2017. De 'Woonplant van de maand’ is een initiatief van het Bloemenbureau. 

Kamerhortensia

$
0
0
Kamerhortensia

De kamerhortensia staat graag op een lichte plaats

Grote tuinhortensia’s zijn heel bekend. Dat zijn die struiken met hun opvallende, vaak roze, blauwe of witte, bolle bloeiwijzen. Maar er zijn er ook met platte bloemschermen. Allemaal heel mooi en de planten bloeien heel lang. Het zijn allemaal vormen van de soort Hydrangea macrophylla (want hortensia’s heten wetenschappelijk officieel allemaal Hydrangea). Van die soort worden ook speciale rassen (cultivars) voor gebruik als kamerplant gekweekt. Die kunnen ook bolle of platte bloeiwijzen hebben en ze zijn er in verschillende maten. Het zijn midi- en mini-uitvoeringen van de tuinsoort. Op pot gekweekt worden de mini-kamerhortensia’s die GroenRijk nu aanbiedt, niet hoger en breder dan ca. 30 cm. De meeste kunnen naderhand (na de bloei) ook in de tuin worden uitgeplant. Dat kamerhortensia’s nu (in de winter) bloeien is te danken aan de kunde van de kwekers. Als je ze later in de tuin plant, worden ze op den duur vaak wel weer wat groter en ze zullen dan ook weer in de normale periode (juli) bloeien. Je  kunt er vele jaren plezier van hebben. Ook aan de mini-hortensia’s verschijnen de bekende grote ronde of platte bloemtuilen met soms een doorsnee van wel 15-20 cm. Een prachtig gezicht! Die tuilen bestaan uit een fors aantal aparte, viertallige bloempjes die elk ca. 2-3 cm groot zijn. GroenRijk biedt ze nu in diverse bloeivormen en kleuren aan. Bij hortensia’s is roze de van nature meest voorkomende bloemkleur.

 

De naam hortensia

De eerste die deze naam gebruikte was de Franse arts en botanicus Philibert Commerçon. Er wordt terecht verondersteld dat deze naam afkomstig is van en eerbetoon is aan een zekere Hortense. Daarvoor wordt bijna altijd de lieftallige Hortense, dochter van de Franse keizerin Josephine de Beauharnais aangewezen, maar dit is niet zeker. De naam kan evengoed verwijzen naar de toen bekende astronome Hortense Lepaute, maar nog waarschijnlijker naar de maîtresse van de bekende botanicus Bougainville. Philibert Commerçon kende ze allebei.

 

Verschillende bloemvormen

De planten met bolle bloemvormen die GroenRijk nu aanbiedt, komen bij kamerhortensia’s het meeste voor, maar er zijn dus ook prachtige cultivars met platte bloemschermen en zelfs seringbloemige rassen. De bolle bloemtuilen bestaan uit kleurrijke, steriele (onvruchtbare) bloemen die in de knop groen zijn, maar daarna hun kleur krijgen. De cultivars met platte bloemschermen worden ook wel ‘Teller’-hortensia’s, randbloeiers of (in Engelstalige gebieden) ‘Lace Caps’ (kanten mutsjes) genoemd (het Duitse ‘Teller’ betekent ‘bord’, dus: bordvormige bloemtuilen). Daarbij bestaan de bloemschermen of -tuilen uit een krans van opvallend gekleurde, steriele (onvruchtbare) randbloemen rond een hart met kleine fertiele (wel vruchtbare) bloempjes. Dit is de meest natuurlijke bloemvorm die ook veel bij andere Hydrangea-soorten voorkomt. Er is ook een serie dubbelbloemige ‘Teller’-(kamer)hortensia’s (o.a. ‘Vuurwerk’) met stervormige, gevulde randbloemen. Sinds 1992 bestaat er ook een derde bloemvorm, de ‘Seringbloemige hortensia’ of ‘Seringhortensia met geschulpte, steriele bloempjes in een bolle schijf, die inmiddels ook in diverse bloemkleuren wordt gekweekt. De bloemen met hun dikke, wasachtige bloemblaadjes geuren heerlijk zoet. Veel mini-kamerhortensia’s behoren tot de ondersoort Hydrangea macrophylla forma otaksa.

 

Een rijke bloeier bij uitstek

Mini-kamerhortensia’s zijn er in allerlei tinten (soms ook dubbelkleuren) wit, roze, rood, paars en blauw. De kleur van de bloemen wordt voor een deel beïnvloed door de zuurgraad (pH) van de (pot)grond waar ze in groeien. Bij sommige (niet alle!) cultivars die van nature roze of rood bloeien, kan de kleur blauw of paars worden als de grond erg zuur is. Dat is dan dus te beïnvloeden. Blauw bloeiende planten kunnen op dezelfde manier rode of roze bloemen krijgen als de (pot)grond neutraal (pH7) of kalkrijk (pH8 en meer) is (of wordt gemaakt).

 

Verzorging

Zet je mini-kamerhortensia in huis licht, maar niet in de felle zon. Geef twee keer per week water. Zorg dat de potgrond vochtig blijft. Gebruik liefst regenwater of onthard water (GroenRijk heeft alles wat je nodig hebt om water te ontharden). Giet overtollig uitlekkend water weg. Het is om die reden handig om je mini-kamerhortensia in een sierpot met losse onderschotel te zetten. Geef tweemaal per maand plantenvoeding (voor bloeiende planten) in het gietwater. Besproei het blad zo nu en dan met de nevelspuit. De beste temperaturen liggen tussen 12 en 22 °C, zeker niet warmer. De bloemschermen van de mini-kamerhortensia kunnen ook worden gedroogd. Je kunt dus driedubbel plezier van je mini-kamerhortensia hebben (eerst laten bloeien, daarna de bloemen afknippen en drogen en dan kun je je hortensia ook nog in de tuin planten).

 

TIP

Mini-kamerhortensia’s kunnen (we zeiden het al) als ze zijn uitgebloeid, heel goed in de tuin worden geplant (als het niet vriest en ook de grond niet bevroren is). Ze moeten soms even wennen, maar het lukt prima. De cultivars die voor de teelt van mini-kamerhortensia’s worden gebruikt zijn over het algemeen iets vorstgevoeliger dan de echte tuinrassen. Plant je mini-kamerhortensia daarom in de tuin niet op het oosten, waar de ochtendzon in het vroege voorjaar na nachtvorst de knoppen kan beschadigen. Een beschutte, niet te zonnige plek is het beste.

 

In kort bestek

Mini-kamerhortensia’s met de bekende bolle bloemschermen (Hortensia macrophylla) zijn er in diverse tinten roze, blauw en wit. Het is prachtig om de planten in deze tijd van het jaar bloeiend in huis te hebben. Bij GroenRijk staan ze voor je klaar. De verzorging is makkelijk: licht zetten (maar niet in de volle zon), niet laten verdrogen, vrij koel houden. Na uitbloei kunnen mini-kamerhortensia’s heel goed in de tuin worden geplant.

 

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl

Primula

$
0
0
Primula

Primula’s zijn vrolijke voorjaarsbloeiers voor binnen en buiten

Met deze primula’s bedoelen we de vroegbloeiende ‘stengelloze sleutelbloemen’ die GroenRijk nu volop bloeiend aanbiedt. Het ‘stengelloze’ in de naam slaat op de bloemsteeltjes die vaak heel kort zijn – dat wisselt per ras. De bloemen liggen soms vlak boven het groene blad en vormen daarmee een iets bolle, platte zode. De Duitsers noemen deze planten daarom ‘Kissenprimel’: kussenprimula’s. Omdat ze zo vroeg bloeien noemen de Engelsen ze ‘Primroses’. Van ‘primus’ voor vroegste of eerste; met rozen hebben ze niets te maken. De naam ‘sleutelbloem’ is al heel oud. In een boek uit 1554 wordt de ‘sluetelbloem’ (zo geschreven) al genoemd. Gedacht wordt dat men vond dat de omgebogen bloem iets had van een sleutelbaard, maar zeker is dat niet. Een romantische verklaring is dat deze vrolijk gekleurde lentebloemen de sleutel vormen tot het hart van een aanbeden dame. In het Frans worden de planten Primevère acaule genoemd. Daar klinkt iets in door als ‘de echte eerste’. Als dat de oorsprong is, zou de naam dus met de zeer vroege bloei te maken hebben.


Deze polvormende primula’s worden bloeiend meestal niet hoger dan zo’n 10 à 15 cm. Stengelloze sleutelbloemen komen oorspronkelijk voornamelijk uit de natuur van Zuid- en Zuidwest-Europa (Zuid-Frankrijk, Spanje, Portugal, vooral uit de Pyreneeën, maar ze zijn in het wild te vinden tot in Griekenland en zelfs nog verder: in Turkije en Iran). Vroeger werd deze soort (en nu soms nog wel) Primula acaulis genoemd, maar de juiste naam van de soort is nu Primula vulgaris. De kweekvormen worden nog wel vaak Acaulis-hybriden genoemd of primula’s uit de Acaulis Groep.

 

Vrolijke voorjaarskleur uit de hoge Pyreneeën

Deze sleutelbloemen bloeien ook in hun natuurlijke omgeving – o.a. berghellingen en vochtige dalen – al heel vroeg in het jaar (maart-april). De wilde soort (er zijn verschillende ondersoorten) heeft witte tot gele bloemen. Al snel na de sneeuw kun je er in de Pyreneeën hele velden van zien bloeien. De tientallen gekweekte hybridenrassen vertonen ook allerlei andere, vrolijke en dikwijls ook warme kleuren: rood, roze, bruinrood, blauw, lila, wit en natuurlijk ook tal van gele tinten, van okergeel tot citroengeel. Maar één kenmerk hebben ze allemaal: iedere bloem heeft een stervormig, warmgeel hartje. Daar moeten de bestuivende insecten naar toe worden gelokt. In de natuur zijn dat zo vroeg in het jaar vooral hommels die met hun zachte, harige vachtje al bij lage temperaturen kunnen uitvliegen vanuit hun ondergrondse holletjes.

 

Voor kamer en tuin

Stengelloze sleutelbloemen bloeien rijk, maar ze geuren niet. Kennelijk hebben ze dat niet nodig om te overleven. Omdat het eigenlijk bosplanten zijn, hebben ze niet veel zon nodig. Lichte schaduw vinden ze prima, dus zijn ze ook heel geschikt om op een niet te donkere plek in huis te zetten. Zet een paar van deze planten in een lage, brede pot of schaal en je fleurt er je hele kamer mee op. Als ze na een paar weken zijn uitgebloeid, kun je ze gewoon in de tuin planten. Plant ze beschut tussen struiken in niet te droge grond. Zo groeien ze in de natuur ook. Deze primula’s zijn volkomen winterhard. Vroeger golden de kweekvormen ervan zelfs als de belangrijkste tuinprimula’s.

 

Primula’s komen vooral in Azië, Europa en Noord-Amerika voor

Alle primulasoorten zijn planten van het noordelijk halfrond. Er zijn wel 350 soorten die heel verschillend kunnen zijn, ook qua groeiomstandigheden. Maar hun bloemen hebben altijd vijf kroonblaadjes. De groene bladeren van de stengelloze sleutelbloemen waar het hier om gaat, zijn opvallend sterk en kreukelig gerimpeld. De bladvorm is langwerpig eirond.

 

Verzorging

Als de planten te droog staan, kan het blad verbruinen, maar te veel water is ook niet goed. Als je de planten water hebt gegeven, moet je het doorlekkende water dat onderin de sierpot blijft staan, even afgieten. Dat voorkomt wortelrot. Daarom is een pot met een losse onderschotel heel geschikt voor sleutelbloemen. Giet met lauwwarm water. Als het gietwater te kalkrijk is, kan dat vergeling van het blad veroorzaken. Regenwater is ideaal. Giet niet op de plant, maar op de grond onder de bladeren. Dat lukt het beste met een gieter met een lange, smalle tuit. Te veel warmte en te droge kamerlucht verkorten de bloeitijd. Je kunt uitgebloeide bloempjes het beste meteen verwijderen zodra je ze ziet. Dan bloeien je planten beter door.

 

TIP

Deze primula’s staan niet alleen heel vrolijk in de kamer, maar gaan ook in de tuin goed samen met plantensoorten zoals Anemone hupehensis, Anemone nemorosa, Brunnera, Aquilegia alpina, Pulmonaria, Tiarella en Polystichum. Je kunt dus naar hartelust combineren.

 

In kort bestek

Sleutelbloemen uit de Primula Acaulis Groep zijn vrolijke, vroege voorjaarsbloeiers voor binnen en buiten. Ze bloeien wekenlang. Je kunt uit allerlei kleurtjes kiezen en de verzorging is makkelijk. Laat de potgrond niet uitdrogen en geef niet op de plant, maar op de potgrond lauw water. Dan zul je van deze kleurrijke voorjaarsprimula’s veel en lang plezier hebben. Bij GroenRijk staan ze stralend op je te wachten.

 

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl

Violen

$
0
0
Violen

Winterharde violen – klein- of grootbloemig – bloeien lang en rijkelijk

Van violen bestaan wereldwijd meer dan 400 wilde soorten en nog meer ondersoorten. Ze zijn allemaal prachtig. Sommige hebben zelfs iets vertederends of ze kijken je aan met gezichtjes. Andere hebben een heel opvallend hoorntje (de Cornuta-typen) of de meest fantastische kleurensamenstellingen op hun bloemblaadjes. Ze trokken dan ook al heel lang de aandacht van mensen die ermee gingen kruisen en die ‘kruislingen’ weer doorkweekten. Er is zoveel met violen gekruist dat van veel rassen gekweekte violen niet meer te achterhalen is welke soorten er zijn ingekruist.  Sommige rassen worden al honderden jaren gekweekt, andere komen net kijken. De winterharde groot- en kleinbloemige violen die GroenRijk nu per zes in een meeneem-traytje aanbiedt – je herkent ze aan de prijskraker-draagband – zijn allemaal oersterk. Ze trekken zich veel minder van slecht winterweer aan dan jij. Als het akelig nat, guur en ijskoud is, houden ze even hun bloei is, maar het hoeft ook maar even beter weer te zijn en ze bloeien weer minstens zo uitbundig als daarvoor. De hele winter lang. Fantastische plantjes!

 

Prachtige hybridenseries

Misschien valt je bij de planten van hetzelfde type en met dezelfde bloemkleur de grote gelijkvormigheid op. Dat komt door een heel speciale kweektechniek die dat veroorzaakt. Het zijn zogenaamde F1-hybriden. De kwekers gebruiken er ‘moederplanten’ voor die ze mooi vinden en waarvan ze meer van hetzelfde willen produceren. Maar de ‘kindplantjes’ zijn geen klonen zoals je die bij gestekte planten kunt krijgen, maar ze worden op een bijzondere manier uit zaad opgekweekt. Ze krijgen dan allemaal precies dezelfde genen en dus lijken ze heel veel op elkaar. De heel kleine verschillen ontstaan door minieme veranderingen die voortkomen uit een soms iets afwijkende standplaats of behandeling. Als alle omstandigheden tijdens de opkweek exact hetzelfde zouden zijn, zou je geen afwijkingen zien.

 

Groot- en kleinbloemig – wat je maar mooi vindt

De violen die GroenRijk nu in de aanbieding heeft, worden op bloemgrootte (groot- en kleinbloemig in aparte trays) aangeboden. In de trays staan altijd gemengde kleuren violen. Nu speciaal blauwe en gele bloeiers. Kies wat je mooi vindt! Bij GroenRijk weet je dat je altijd planten van hoge kwaliteit koopt.

 

Toepassing en  verzorging 

Violen hebben veel vocht nodig en staan liever wat koeler dan warm. Zon mag best, maar niet de hele dag. Plant ze in voedzame (pot)grond in de tuin of in potten, bakken of schalen. Zorg dat de (pot)grond niet uitdroogt. Geef planten in pot of bak eens per veertien dagen plantenvoeding. In verse standaard potgrond zit al voeding voor de eerste zes weken. Nog iets bijzonders: hoorntjes aan de bloemen. Bij sommige violen zul je aan de achterkant van de bloemen een soort hoorntje zien. Als violen die hebben weet je zeker dat ergens in hun voorgeslacht hoornviooltjes zijn ingekruist (Viola cornuta). Hoornviooltjes komen oorspronkelijk uit o.a. de hoge Pyreneeën, waar je ze ook nu nog in het wild in de graslanden (bergweiden) kunt zien bloeien (tussen april en september). Het zijn kleine plantjes met relatief heel grote, lichtblauwe bloemen met die opmerkelijke hoorn. Door de plantendeskundigen wordt dat hoorntje trouwens een ‘spoor’ genoemd. Waar dat holle uitsteeksel precies voor dient, is niet helemaal duidelijk. Men houdt het er meestal op dat het een soort nectarvat is waaruit de bestuivende insecten zoet vocht kunnen snoepen.

 

Nederlanders waren (en zijn) de violenkwekers bij uitstek

Violen zijn al eeuwenlang de lievelingen van de Nederlandse kwekers. Op oude schilderijen is goed herkenbaar dat vroeger – behalve met het al genoemde hoornviooltje (Viola cornuta) – ook veel met het prachtige, kleine, driekleurige viooltje werd gekruist (Viola tricolor) dat in het wild ook in Nederland in bermen en akkerranden veel voorkomt. Daarnaast ook met Viola gracilis uit Noordoost-Griekenland. De laatste heeft van nature prachtige violette bloemen. Ook het verrukkelijk geurende Maarts viooltje (Viola odorata) heeft bij diverse kruisingen een rol gespeeld. En zo is er nog veel meer met violen gebeurd. Er zijn hele boeken over volgeschreven.

 

Violen in de bloementaal

Vroeger kende iedereen de bloemensymboliek. Een viooltje betekende daarin: nederigheid, bescheidenheid en (vooral bij witte violen) onschuld. Maar in de romantische hoek ook: verleiding en ‘een kansje wagen’, dus meer dan die onschuld alleen. Het geven van viooltjes was ook een ‘ik denk aan je’.

 

TIP

Plant (of zet) violen zo neer dat je ze goed kunt zien. Het zijn kleine, enorm lang bloeiende juwelen waar je maximaal van kunt genieten. Helemaal als je de uitgebloeide bloemen regelmatig weghaalt. Dan bloeien ze nog veel langer! En vioolbloempjes kun je eten. Best lekker friszoet!

 

In kort bestek

Lieflijke, vrolijke, prachtige, tere of uitbundige violen, groot- en kleinbloemig, blauw of geel bloeiend. In de bekende GroenRijk-kwaliteit, nu uiterst aantrekkelijk geprijsd, plantklaar en handig per zes meteen meeneembaar in een draagtray. Ze zullen in je tuin, op het terras of je balkon onverstoorbaar, maandenlang bloeien. Iedereen vindt viooltjes mooi, dus ook een leuk cadeau: kleur in de winter voor iedereen!

 

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl

Amerikaanse Sering

$
0
0
Amerikaanse Sering

De rijkbloeiende Amerikaanse dwergsering is sterker dan veel andere

De Amerikaanse sering Ceanothus thyrsiflorus var. repens wordt ook wel kruipende herfstsering genoemd. Deze prachtige laagblijvende heester bloeit met massa’s blauwe bloemen tot ver in het najaar (hoofdbloei mei-juni). Maar dat is niet het enige voordeel van deze min of meer kruipende, natuurlijke variant van zijn soms boomgrote familieleden: hij is ook beter bestand tegen slecht weer en winterse kou. De ‘gewone’ Amerikaanse seringen stammen deels uit warmere gebieden in de USA en kunnen in strenge winters diep invriezen of zelfs doodvriezen: Ceanothus thyrsiflorus var. repens overleeft een tijdje vorst met gemak. Met deze heester kun je jarenlang blijven genieten van de grote aantallen, tot 7,5 cm lange trossen bleekblauwe bloemen die aan de einden van de takken boven en buiten het glanzende blad uitsteken. Een juweel in de tuin.

 

De ene sering is de andere niet

Amerikaanse seringen lijken inderdaad sterk op de vele soorten seringen (Syringa) uit Midden- en Oost-Azië en Europa. Vooral wat de bloemen betreft. Vandaar ook hun Nederlandse naam. Ze worden overigens behalve herfstsering ook wel sikkelbloem genoemd. Maar Amerikaanse seringen en de ‘gewone’ seringen zijn genetisch totaal niet verwant. De seringen (Syringa) behoren tot de familie van de Oleaceae (de olijffamilie), de Amerikaanse seringen (Ceanothus) tot de Rhamnaceae (de wegedoornfamilie). Er is nog een heestergeslacht dat er qua bloei ook wel op lijkt, de Aziatische Caryopteris die tot de Verbenaceae behoort (de ijzerhardfamilie). De natuur komt in zijn ontwikkeling vanuit heel verschillende genetische achtergronden qua vormentaal soms tot sterk overeenkomende oplossingen. Dat is op zich een fascinerend verschijnsel.

 

Wat de kruipende herfstsering allemaal heeft te bieden

Het is zo ongeveer de meest winterharde Amerikaanse sering (temperaturen tot minus 5 °C zijn geen enkel probleem; wordt het kouder dan even afdekken met bijv. tuinvlies of met blad). Deze (ook in de winter) groenblijvende, koepelvormig liggende heester wordt meestal niet veel hoger dan ca. 50 cm, heeft een tamelijk dichte vertakking en vormt mooi, glanzend, getand, groen blad (2-5 cm lang met drie hoofdnerven). De dikke trossen bleekblauwe bloemen zijn prachtig en lijken in de hoofdbloeitijd (mei/juni tot augustus) de hele plant te overdekken. De plant kan zelfs tot in oktober doorbloeien. Ze verschijnen aan het eenjarige hout en hun sierwaarde is groot. Het is echt een opvallende plant in de tuin, maar door de zachte, wat verstilde bloemkleur brengt hij ook rust in de beplanting. Eigenlijk een accentplant die rust geeft dus en een heester die heel goed met vaste planten in een border is te combineren.

 

De verzorging van je kruipsering

Deze dwergheester houdt van matig voedselrijke, liefst iets vochtig blijvende (dus humusrijke), zandige (goed doorlatende) grond. De pH (zuurgraad) moet liefst neutraal tot kalkhoudend zijn (pH 7-9). Erg zure grond is dus niet geschikt. Een zonnige groeiplek heeft de voorkeur. Een beetje beschut planten is aan te raden. Vanwege de matige winterhardheid kan plotselinge nachtvorst in voor- en najaar schade aan de bladeren opleveren. Tijdens streng winterweer kan de struik zelfs wat invriezen. Dan is het goed om hem tijdig even af te dekken (zie boven). Om de vorm mooi te houden en de groei wat in te perken is het goed om de struik om de paar jaar te snoeien. Ingevroren takken moeten sowieso in het voorjaar worden weggenomen, maar zwaardere snoei moet je bij deze bladhoudende soort meteen na de bloei doen. (Er zijn ook bladverliezende Ceanothussen; die worden vooral in het voorjaar gesnoeid.) Snoei houdt een Ceanothus sterk en gezond.

Wat de bemesting betreft is het goed om in het voorjaar een goede basisbemesting met organische mest te geven (compost bijv.). Wil je kunstmest geven, dan is een goede, lichte, algemene NPK-mest (samenstelling bijv. N5 (stikstof) + P2 (fosfor) + K4 (kalium) aan te raden. GroenRijk heeft alles wat je voor deze plant nodig zou kunnen hebben, voor je in voorraad.

 

De naam Ceanothus  

Die komt rechtstreeks uit het Grieks: ‘keanothos’. Dat betekent vreemd genoeg: ‘miezerig plantje’. Niet erg gelukkig gekozen! De schuldige is de beroemde taxonoom Linnaeus oftewel de Zweed Carl von Linné (1707-1778). Die moet wel een heel slecht exemplaar van deze Amerikaanse planten in zijn vingers hebben gehad toen hij deze naam gaf. Er bestaan zeker 55 soorten Ceanothus, waarvan de meeste in Californië te vinden zijn. In Europa is vooral in het warmere zuiden (Frankrijk) met deze planten geëxperimenteerd, gekruist en gekweekt. De meeste Amerikaanse seringen die nu worden aangeboden behoren tot de grote groep Ceanothus-hybriden die uit al dat kweekwerk is ontstaan. Veel daarvan hebben Franse cultivarnamen. Het ‘var.’ in de naam Ceanothus thyrsiflorus var. repens geeft aan dat het hier om een in de natuur gevonden variatie (mutatie) gaat. ‘Repens’ betekent ‘kruipend’ en ‘thyrsiflorus’ geeft aan dat de bloemen (‘flores’) in trossen (‘thyrsos’) verschijnen.

 

TIP

Ceanothus thyrsiflorus var. repens is door het dichte blad en de mooie lage heuvelvorm van het struikje een heel goede, wintergroene bodembedekker die niet woekert.

 

In kort bestek

De Amerikaanse dwergsering (Ceanothus thyrsiflorus var. repens) is wintergroen, groeit prachtig koepelvormig uit (tot ca. 50 cm hoog) en geeft een weelde aan trossen zachtblauwe, seringachtige bloemen tot ver in het najaar. Een kruipheester die tegelijk accentplant en bodembedekker is en ook nog schitterend bloeit. Hij verdraagt matige vorst (bij strenge vorst even afdekken) en vraagt weinig verzorging. Voor zon en zandige grond. Nu bij GroenRijk.

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl


Tuinplant van de maand maart: Citrusboompjes

$
0
0
Tuinplant van de maand maart: Citrusboompjes

Groeiend, bloeiend vakantiegevoel op je terras

Met een paar citrusbomen op je patio creëer je al snel een zuidelijke oase, die je bij de eerste vorst gewoon gezellig mee naar binnen neemt.  

Mooie kleuren, zoete geuren en als het meezit een bescheiden fruitoogst, dat maakt een citrusboom op zich al leuk. Maar deze mediterrane beauty blijft ook nog eens altijd groen, zodat je er het hele jaar door plezier van hebt. De bomen van mandarijn, citroen, limoen, sinaasappel, kumquat en grapefruit zien er steeds net even iets anders uit, maar hebben wel allemaal een stevige stam met daarop een groene kroon. Een andere overeenkomst is dat ze overweldigende bloesems hebben, allemaal graag warm en zonnig staan en je terras of balkon een exotisch tintje geven. Het is een typische kuipplanten die zowel in de zomer als in de winter veel licht nodig heeft. Ze zijn verkrijgbaar in formaten tussen 50-250 cm.

Het begon met citroen

Citrusbomen horen bij het plantengeslacht Citrus. Ze worden al meer dan 4000 jaar gekweekt, het is een van de oudste teeltgewassen en heeft duizenden cultivars voortgebracht. De oorsprong ligt in Zuidoost-Azië, citroen emigreerde als eerste naar Europa, in de 16de eeuw gevolgd door sinaasappel. Mandarijn kwam in 1805 over. Het waren felbegeerde oranjerieplanten bij koningshuizen en hoge adel, de kweekversies die nu bij een groot publiek worden aangeboden, zijn nog betrekkelijk nieuw. Citrus is momenteel helemaal hip door de plukplanttrend. Afgezien van kumquat valt over de smaak van de vruchten te twisten, maar de boompjes zijn zeker zo decoratief en vrolijk als je de vruchten er gewoon aan laat zitten.

Citrus trivia

  • Citrus is afgeleid van het Latijnse Citron en is verwant aan het Griekse 'kédros' dat 'boom met geurend hout' betekent.
  • Alle citrusvruchten zijn voortgekomen uit vier oervormen: citroen, pomelo, mandarijn en papeda (een bittere citroen).
  • Sinaasappels rijpen niet verder als ze geplukt zijn, citroenen wel. 

Woonplant van de maand maart: Bromelia

$
0
0
Woonplant van de maand maart: Bromelia

Spannende vormen, tropische kleuren, met Bromelia haal je het mooiste uit het regenwoud in huis, als voorschot op de lente.  

Flamboyante beauty

Als een vrolijke, kleurige vlam groeit Bromelia uit een groene fonteinvorm. Sterk, makkelijk in de omgang, flamboyant van uiterlijk - Guzmania, Aechmea, Tillandsia, Vriesea en Ananas zijn echte statementplanten in je huis, door hun opvallende vormen en knalkleuren. En ze mogen er dan heel exotisch uitzien, kasplantjes zijn het niet: Bromelia is makkelijk in de omgang, blijft heel lang mooi (tot wel 6 maanden!) en is supersterk, dus ook geschikt voor beginnende groene vingers.

Moderne blikvanger 

Bromelia is het schoolvoorbeeld van 'design by nature'. Trechters, kelken, veren, lepels of een wirwar aan sprieten – ze hebben het allemaal te bieden. Die sterke vormen maken het perfecte planten voor de huidige interieurtrend waarin het decor rustig is, maar wel een paar blikvangers staan om het gezellig te maken. Voor een fris en eigentijds effect maak je een nieuw evenwicht door als basis mannelijke vormen in vrouwelijke kleuren te gebruiken én andersom. 

Benefits van Bromelia 

Vriesea geeft 's nachts zuurstof af en is daarom een heel geschikte slaapkamerplant. Voor alle bromelia's geldt dat ze een positieve bijdrage leveren aan de luchtkwaliteit in huis. De onwaarschijnlijk felle kleuren helpen je aan een vrolijk gevoel en het zijn bovendien heel verrassende woonplanten, waarvan je amper kunt geloven dat ze echt zijn, door de bijzondere vormen.  

Verzorging Bromelia 

● Bromelia staat graag licht, maar niet in de volle zon. 
● Je geeft de plant water in de kelk, extra plantenvoeding is niet nodig. 
● Wil je Bromelia extra verwennen, dan salsa je er op een warme dag even omheen met de plantenspuit. 
● Vanaf half mei gedijt Bromelia ook op je terras en balkon. 

Kijk even naar de bladeren 

Bromelia’s met dikke bladeren staan graag in een droge omgeving en bromelia’s met dunne bladeren hebben liever een wat vochtigere standplaats. Dat maakt van Tillandsia een typisch badkamermaatje en van Aechmea een echte vensterbanktijger die best wat centrale verwarming kan hebben. De versies met grijze beharing staan het liefst in de volle zon en droog.

Flamboyante Latina 

In het wild groeit Bromelia zowel in het Andesgebergte als in de warme regenwouden van Zuid- en Midden-Amerika. Er zijn zo'n 2800 soorten. Bromelia is vermoedelijk ontstaan in het Krijt, zo’n 65 miljoen jaar geleden. Fossiele exemplaren zijn gedateerd op 30 miljoen jaar geleden. Die oer-Bromelia verschilt niet zo veel van de exemplaren die je bij bloemist en tuincentrum vindt: je haalt er echt een stukje natuurhistorie mee in huis. 

Bromelia trivia 

  • Er zijn bromelia’s zijn die op de grond groeien (terrestisch) en bromelia’s die aan bomen groeien (epifytisch) om meer licht te krijgen. 
  • Tillandsia is een epifytische bromelia die ook op telefoondraden, muren of bomen kan groeien. Ze hebben geen nadelig effect op de boom omdat ze met hun wortels én hun bladeren vocht en voedsel onttrekken aan de lucht. 
  • Wat de meeste mensen voor bloemen aanzien, zijn eigenlijk gekleurde schutbladeren. De echte bloemen zijn heel klein.
  • Inca’s, Azteken en Maya’s gebruikten zo’n beetje elk deel van de plant voor voedsel, bescherming, vezels en ceremonies.
  • In de 18de eeuw namen Belgische handelsreizigers de eerste exemplaren meer naar Europa, waar Bromelia als het toppunt van exotisch werd gezien.

Woonplant van de maand

Bromelia is Woonplant van maart 2017. De 'Woonplant van de maand’ is een initiatief van het Bloemenbureau. Maandelijks kiest het Bloemenbureau in overleg met vertegenwoordigers uit de sierteeltsector een plant die het opvallend goed doet bij de consument, of juist (nog) niet zo bekend is, maar wel potentie heeft om het goed te doen in de woonkamer. 

Italiaanse kruiden

$
0
0
Italiaanse kruiden

De echte Italiaanse kruiden groeien het liefst in de zon en smaken magnifico in en bij tal van gerechten

Echte Italiaanse kruiden (erba aromatica) haal je niet bij de droghiere (kruidenier), maar uit je eigen giardino (tuin). Dan zijn ze pas echt vers (fresco), zoals dat bij Italiaanse gerechten hoort. Het woord ‘kruid’ is heel apart. Eigenlijk betekent het ‘kruidachtige plant’, dus een plant die geen houtige stam of stengels vormt, maar er zijn genoeg keukenkruiden die wel houtige takken vormen, tijm bijvoorbeeld en laurier, lavendel en hyssop. Die uitbreiding van het begrip ‘kruid’ zit in dat ‘keukenkruiden’. Daar betekent het ineens: planten die in de keuken worden gebruikt om het eten te kruiden (meer smaak te geven). Maar daar blijft het niet bij. Bijna alle keukenkruiden hebben ook een medicinaal effect. Ze maken je eten dus niet alleen lekkerder, maar ook gezonder.  En ook dan geldt: hoe verser des te gezonder!   Kweek ze dus zelf. GroenRijk heeft deze week vijf speciale soorten voor je in de aanbieding: prachtige gezonde planten, gekweekt in forse potten met een doorsnee van 14 cm. Daar kun je al meteen van oogsten.  Het gaat om de volgende soorten: rozemarijn (Rosmarinus officinalis), tijm (Thymus vulgaris ‘Compactus’), salie (Salvia officinalis), Marokkaanse munt (Mentha spicata ‘Maroccan’) en winterbonenkruid (Satureja montana). Het zijn allemaal heestertjes, dus meerjarige, overblijvende planten. In flinke potten gekweekt (doorsnee 14 cm). Daar heb je heel lang plezier van!

De vijf keukenkruiden die speciaal deze week bij GroenRijk in het zonnetje staan

Rozemarijn (Italiaans: Rosmarino) (Rosmarinus officinalis)

Het zachte, grijsgroene blad van deze kruidenplant vertelt je al dat hij van zon en heerlijk warme, droge zomers houdt. Het struikje groeit zowel in de hoogte als de breedte. Op den duur worden ze in Italië in de volle grond wel een meter hoog. En waarom zou dat bij jou niet kunnen? Zet hem (na half mei) buiten op een zonnige plek en laat hem binnen op een koele, lichte plaats overwinteren. Rozemarijn vraagt wat kalk in de grond. Regelmatig water geven. Gebruik de stengels en blaadjes om mee te kruiden. Heerlijk geurende, meestal heel lichtblauwe tot lichtroze bloempjes in mei-juni waar bijen graag op afkomen. Van bloeiende topjes kun je thee trekken. Lekker met wat honing erin! Dit kruid bevordert de spijsvertering. Heel gezond (ultimo sano!).

Tijm (Italiaans: Timo) (Thymus vulgaris ‘Compactus’)

Dit is een compact groeiende vorm van de sterkst geurende en smakende tijmsoort. Houdt van kalk in de grond en volle zon. Om de twee jaar in nieuwe grond planten. Dit kruid kent iedereen. Jonge scheuttopjes worden in soepen, sauzen en in vlees- en visgerechten toegepast. Door het koken (ook door verhitten op de barbecue) wordt de smaak sterker.  Wel de takjes verwijderen voor je het gerecht serveert. Ook lekker in kruidenthee.  Deze tijm bloeit in juni-juli met lilakleurige bloempjes. Een geweldige bijenplant. Goed winterhard (duro).

Salie (Italiaans: Salvia) (Salvia officinalis)

Opnieuw een gewild keukenkruid dat van enigszins kalkhoudende grond houdt. Deze planten zijn behoorlijk winterhard. Geen probleem dus om ze in de volle grond van je tuin te planten. Je moet ze wel ieder voorjaar flink insnoeien om lekker zacht, goed geurend blad te krijgen en te houden. Doe je dat niet, dan wordt de smaak van het blad minder. Salie is heel lekker in tal van gerechten. Je kunt de blaadjes meekoken of meebakken. Italiaanser eten dan pasta met ‘burro e salvia’ (boter en salie) kan bijna niet. Deze salie helpt goed tegen vermoeidheid. Het werkt ook rustgevend en (naar men zegt) zijn er nog veel meer heilzame, vaak al sinds lange tijd bekende heilzame effecten. De naam Salvia komt van het Latijnse ‘salvere’ wat ‘genezen’ betekent. De bloei valt in mei-juni-juli (lilablauwe bloemen). Mooi en lekker (bello e gustoso).

Marokkaanse munt (Italiaans: Menta di Marocco) (Mentha spicata ‘Maroccan’)

Deze munt is lekker in zowel zoete als hartige gerechten. In groenten en fruitsalades, bij lamsvlees, ijs, bij wortelen en erwten, soepen, sauzen, drankjes, thee enz. enz. Dit is de muntsoort waarmee de frisse Mojito-cocktails (met witte rum en limoen) worden gemaakt. En de heerlijk frisse smaak van de blaadjes blijft het hele jaar door geweldig. Ook de stengels, bloemknoppen en bloemen zijn goed te gebruiken. Dat is lang niet bij alle muntsoorten het geval. De kleur van de blaadjes is heldergroen, de bloemen zijn groenwit. De plant kan tot 50 cm hoog worden. Hij staat graag zonnig, maar verdraagt ook lichte schaduw. Regelmatig water en zo nu en dan plantenvoeding geven. Flink terugsnoeien kan. Voldoende winterhard. Verrukkelijk (delizioso)! 

Winterbonenkruid (Italiaans: Santoreggia)  (Satureja montana)

Winterbonenkruid wordt ook wel bergbonenkruid genoemd. Dit overblijvende, wit bloeiende bonenkruid (er is ook een eenjarige soort: Satureja hortensis) houdt net als de andere hier genoemde kruidensoorten van kalkhoudende grond en een zonnige plek buiten. Winterbonenkruid is redelijk winterhard, maar tijdens felle vorst is een beschermend dek aan te raden (als de plant in een potje groeit, kun je hem dan ook binnen zetten).  Je kunt er ook ’s winters van oogsten (bijv. lekker bij tuinbonen). Je kunt bonenkruid met groenten meekoken. De smaak wordt door koken niet minder. Op gekookte vis wordt vaak fijngehakt bonenkruid gestrooid. Bonenkruid kan peper en zout vervangen. Lekker bij kaas, in salades (met mate) of meekoken met peulvruchten. Een extract van de blaadjes reinigt vet haar (ook prima in bad). Stevige smaak (pungente).

TIP 1

Kruidenplanten houden niet van ‘natte voeten’. Geef pas water als de grond wat droger aanvoelt. Kun je met je vinger voelen…

TIP 2

GroenRijk heeft voor jouw gezondheid en die van jouw groenten en kruiden natuurlijk biologische meststoffen in voorraad, bijv. ‘Groente en Kruiden’ van DCM.

In kort bestek

Rozemarijn, tijm, salie, Marokkaanse munt en bonenkruid: vijf topkruiden voor de bereiding van heerlijke gerechten en verrukkelijke drankjes. Tover de sublieme smaak van het zonnige zuiden in wat je klaar maakt.  Verser dan uit je eigen tuin, van je terras of balkon kan niet. En supergezond! Kweek deze planten in pot, bak of volle grond. Kan allemaal! De meeste zijn redelijk winterhard. Oogst wat je nodig hebt wanneer je maar wilt. GroenRijk heeft ze nu voor je klaar staan!

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl

Aubrieta

$
0
0
Aubrieta

De bodembedekkende Aubrieta bloeit van april tot ver in juni met een zee aan blauwpaarse bloempjes

De Nederlandse naam van Aubrieta, dus ook van Aubrieta gracilis ‘Kitte’, is randjesbloem of blauwkussen (van het Duitse ‘Blaukissen’). Aubrieta ‘Kitte’ is een bodembedekkende tuinplant die gesloten en compact uitgroeit tot een dicht tapijt van fijne, liggende stengeltjes en kleine, grijsgroene, spatelvormige blaadjes. De planten kunnen ook prachtig over muurtjes heen hangen.  ‘Kitte’ is wintergroen en bloeit van het voor jaar tot in de zomer met een overdaad aan innemende, kleine, blauwpaarse bloempjes. Ondanks het feit dat Aubrieta’s er vertederend teer uitzien, zijn het sterke, langlevende planten die zowel in zon als lichte schaduw gedijen.

Uit Griekenland

Het plantengeslacht Aubrieta is oorspronkelijk afkomstig uit de rotsachtige bergen van het ´s zomers warme zuiden van Griekenland, maar de verschillende soorten bleken zo sterk te zijn dat ze nu verwilderd in grote delen van Europa te vinden zijn. Er zijn ongeveer twaalf oorspronkelijke soorten bekend. Ze zijn allemaal groenblijvend. De kwekers zijn er al lang geleden mee gaan kruisen, waarbij o.a. Aubrieta deltoidea, de gewone Aubrieta, heel belangrijk is geweest. Vooral daaruit ontstond een grote groep hybriden die met roze, blauwe, rode, violette of paarse bloempjes bloeien. Die hybridengroep wordt ook nog wel met Aubrieta × cultorum aangeduid, maar dat is een verouderde naam.  Van sommige cultivars uit die groep zijn de bloempjes wat groter dan van de wilde soorten. In de natuur groeien Aubrieta’s graag over en tussen rotsen en op de oevers van bergbeekjes.

Aubrieta gracilis ‘Kitte’ is een vrij nieuwe, kruipend groeiende, ook ’s winters groenblijvende, meerjarige Aubrieta-cultivar die niet hoger wordt dan ca. 10 cm en zich via dichtvertakkende stengeltjes heel gesloten uitbreidt. De plant bloeit van april tot ver in juni met een zee aan blauwpaarse bloempjes (met gele hartjes) en vormt dan een kleurig tapijt over grond, stenen, muurtjes en rotsen. ‘Kitte’ houdt vooral van zon, maar verdraagt ook halfschaduw. De grond moet goed doorlatend, liefst iets kalkrijk en ook liefst humusrijk zijn en mag zelfs enigszins aan de droge kant zijn. Pas geplante exemplaren moet je wel voldoende water geven, maar als ze zich eenmaal goed hebben gevestigd, kunnen deze planten tamelijk veel droogte doorstaan.  Als bodembedekker groeien ze zelfs tussen en over de dekplaten of stenen bovenop muren in minimale hoeveelheden grond. Vroeger werden Aubrieta’s vooral als randplanten langs de paden – en zelfs tussen de stenen van paden – toegepast. Ook ‘Kitte’ is een fantastische bodembedekker. Hij (of zij?) vormt al snel een gesloten tapijt als je er (als richtlijn)  9 stuks per m2 van plant. Ook doordat de planten ’s winters hun blad houden, komt daar dan geen onkruid meer door. Dat kan dan eenvoudig niet meer kiemen. De blauwbloeiende cultivars zoals ‘Kitte’ leven langer dan roze of rood bloeiende cultivars.   

De naam Aubrieta

Deze naam werd aan dit geslacht gegeven door de Franse plantkundige Michel Adanson, die in 1727 in de Provençe werd geboren, maar in 1806 in Parijs overleed, nadat hij jarenlang in de (toen Franse) Afrikaanse kolonie Senegal had geleefd en gewerkt. Hij had een grote bewondering voor de Franse bloemen- en vlinderschilder Claude Aubriet die ongeveer een eeuw eerder leefde (1651-1742). Aubriet was als Koninklijke botanische schilder verbonden aan de tuin van de Franse koning te Parijs en was (en is) beroemd om zijn weergaloze, exact weergegeven, bijna fotografische illustraties van bloemen, planten en (kleine) dieren.

Meer over de verzorging

Hierboven noemden we al dat Aubrieta’s graag in iets kalkhoudende, goed doorlatende grond en op een zonnige tot licht beschaduwde plek groeien. Maar in de praktijk blijken deze planten ook pH-neutrale tot zelfs lichtzure grond nog te verdragen.  Aubrieta ‘Kitte’ woekert niet, maar als deze zich te sterk uitbreidt, kun je hem gerust iets snoeien. ‘Kitte’ verzacht de scherpe, harde lijnen van terrasranden, muurtjes en paden.  Bij langdurige droogte water geven. Geef liever geen voedingsstof met een hoog stikstofgehalte. De planten worden daardoor vorstgevoeliger. Houd het liever bij organische meststoffen zoals compost of gedroogde koemestkorrels. Wil je de planten vermeerderen, dan kan dat heel eenvoudig door ze te delen. De liggende stengels bewortelen ook weer.

TIP

Je kunt Aubrieta ‘Kitte’ mooi compact houden door de plant na de bloei flink terug te snoeien. Het kan dan zijn dat de plant in het najaar nog eens gaat bloeien.

In kort bestek

De blauwbloeiende randjesbloem Aubrieta gracilis ‘Kitte’ is een geweldige, dicht en compact groeiende bodembedekker, die ook heel mooi over muurtjes, lang spaden en tussen stenen groeit. Tot 10 cm hoog, tapijtvormend, onkruid onderdrukkend. Fijne, lepelvormige, grijsgroene blaadjes en een zee van blauwe bloempjes in april-juni. Sterk en wintergroen. Prachtplanten! Nu bij GroenRijk!    

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl

Campanula

$
0
0
Campanula

De stijlvolle klokjesbloem Campanula Ambella® purple bloeit liefst tweemaal per jaar wekenlang

Plantenkwekers zijn altijd op zoek naar iets bijzonders. En als ze dat hebben gevonden proberen ze de eigenschappen van zo’n bijzondere plant nog te verbeteren. Dat is vaak jarenlang geduldig experimenteren tot het eindelijk lukt: dan is er een plant gecreëerd die precies heeft waarnaar werd gezocht. Met Campanula Ambella® purple is dat helemaal gelukt. Ambella® is een prachtige, evenwichtig, compact en klassiek gevormde klokjesbloem die buitengewoon rijk (en zelfs tweemaal per jaar) bloeit met bel- of klokvormige paarse bloemen. Die gaan wijd open en steken schitterend af tegen de frisgroene bladeren en stengels. De bloemen zijn in het hart donkerder paars. De bloemknoppen zijn eerst wit en kleuren dan donkerpaars voor ze opengaan. Deze plant past in iedere interieurstijl, maar komt ook geweldig mooi uit in een sierpot op terras of balkon. Zelfs de kweekpot waarin GroenRijk deze planten aanbiedt is al klassiek beige van kleur. Campanula Ambella® purple is winterhard. Je kunt hem dus ook in de volle grond van je tuin planten. Daar wordt het een geweldig goede bodembedekker.

Waar komt Campanula Ambella® purple vandaan? 

Dat is een heel verhaal. Er zijn heel wat soorten Campanula. De meest waarschijnlijke oorspronkelijke soort waaruit Campanula Ambella® purple is ontstaan, is Campanula carpatica. Dat is een wilde klokjesbloem uit het Karpatengebergte in Oost-Europa. Deze soort komt voor van zuid-Polen en Slowakije tot in Roemenië en Servië. Daar vormen de planten hele bloeiende velden op de zonnige berghellingen. Een prachtgezicht in mei-juni en september-oktober, want ze kunnen twee keer bloeien. Daarom wordt als bloeitijd ook wel mei-oktober aangegeven. Een andere veel genoemde herkomstsoort is de violetblauw bloeiende Campanula portenschlagiana uit Dalmatië (Kroatië). Deze soorten – Campanula carpatica en C. portenschlagiana dus – werden al heel vroeg in cultuur genomen, dus bewust gekweekt en veredeld. In die traditie hebben ook de Nederlandse Addenda®-kwekers hun aandacht op deze planten gericht. Addenda® is een gepatenteerd plantenmerk van gekweekte planten van hoge kwaliteit met bijzondere eigenschappen. De kwekers ontwikkelden eerst de Campanula Addenda® en daaruit zijn weer twee typen van deze superieure klokjesbloemen ontwikkeld: de fraai en klassiek gevormde Campanula Ambella® waar het hier over gaat en de wat wilder groeiende Campanula Adansa® (u herkent het woord ‘dans’ in deze naam. Dat zegt genoeg.).

Beide vormen zijn in diverse bloemkleuren leverbaar: Adansa® met donkerblauwe, roze of blauwwitte bloemen en Ambella® met paarse, blauwe of witte bloemen. De plant die GroenRijk deze week zeer aantrekkelijk geprijsd in groepjes van drie aanbiedt, is de paars bloeiende Campanula Ambella® purple.

Campanula Ambella® purple

Deze in een sierlijk overhangende, halve bolvorm over de pot uitgroeiende klokjesbloem wordt ca. 30 cm hoog, is winterhard en houdt van een plek buiten in zon of lichte schaduw, maar je kunt hem voorlopig ook heel goed (in een sierpot) in huis zetten om er van dichtbij van te genieten zo lang hij bloeit. De planten worden aangeboden in aardige, beige kunststof kweekpotten van 12 cm doorsnee. Buiten kun je ze een plek geven in een sierpot of bak (ook hanging basket) op je balkon of terras, of in de volle grond van je tuin. Maak er dan groepjes van of pas ze op diverse plekken  toe. In de volle grond zullen ze uitgroeien tot prachtige, koepelvormige bodembedekkers.

De planten hebben hun hoofdbloei in het voorjaar-begin van de zomer en bloeien vaak nog eens in het najaar. Beide keren zal de bloei zo’n acht weken aanhouden. Wil je er een extra mooi en vol groepje van in je tuin maken, plant dan 7-9 planten per m2. Geef bij het inplanten wat extra tuinplantengrond in het plantgat om de plant voldoende voeding te geven.

Zet je een Ambella® in zijn kweekpot in een sierpot, zorg dan voor een drainagegat in die sierpot om wateroverlast bij de wortels te voorkomen. GroenRijk biedt een ruime keuze aan sierpotten voor binnen én buiten, maar ook de bemeste tuinaarde voor buiten.

Regelmatig water geven (afhankelijk van de groeiplek om de 3-5 dagen) en bij planten in potten of bakken eens per maand wat vloeibare plantenvoeding voor bloeiende planten in het gietwater doen. Campanula Ambella® purple wordt heel vaak eerst in een sierpot op een opvallende plek toegepast en na de eerste bloei in de volle grond van de tuin geplant, waar deze dan in september nog eens uitbundig zal bloeien.

TIP

Verwijder na de eerste bloei de uitgebloeide ranken, dan verrassen Campanula Ambella®’s je in het najaar zeker met een tweede bloei.

In kort bestek

Nu bij GroenRijk in de aanbieding: prachtige, klassiek gevormde, uitbundig en paarsbloeiende klokjesbloemen Campanula Ambella® purple. Superieure kwaliteit. Twee plus één gratis. Voor binnen of  in pot, bak of hanging basket op je balkon of terras buiten, maar als overblijvende planten kunnen Ambella®’s ook als fraaie bodembedekkers in je tuin schitteren. Ze bloeien wekenlang in voor- én najaar. Eenvoudig te verzorgen.

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl

Bosviolen in wandhanger

$
0
0
Bosviolen in wandhanger

Bosviolen zijn vertederende bloeiers en in deze wandhanger een echte blikvanger aan de muur

Ieder huis en iedere tuin, schuur of garage heeft muren. Met deze wandhangers kun je letterlijk iedere voldoende lichte plek opvrolijken met rijk bloeiende bosviolen! Kale muur of schutting? Violen in de wandhanger ertegen! Moet je eens zien wat een verschil. Zo’n fleurige hanger is ook een leuk cadeau voor een familielid, vriendin of vriend. Iedereen wordt er opgewekt van. Weg depressies! Zin in het voorjaar! En voor de prijs waarvoor GroenRijk deze planten inclusief wandhanger nu aanbiedt, kun je ze niet bij GroenRijk laten hangen. Nu maar € 7,99 voor zo’n prachtige, hangende groep violen! Bosviolen zijn leuke, lage (15 cm), bloemrijke, groenblijvende planten met hartvormige blaadjes met iets gekartelde randen. Boven dat blad verschijnen de vertederende, kleine, zachtgekleurde bloempjes met gele hartjes in grote aantallen. De planten bloeien bovendien enorm lang door. Zeker als je regelmatig de uitgebloeide bloempjes wegknipt. 

Hang je violenhanger op een lichte plek, maar niet in de volle zon

Bosviolen houden niet van fel, direct zonlicht. Een lichte tot iets beschaduwde plek is het beste. Ze hebben maar weinig verzorging nodig. Geef ze bij droog weer één keer per week water. Doe daar eens per veertien dagen wat plantenvoeding in (kies voeding voor bloeiende planten: GroenRijk heeft het in voorraad). Deze violen kunnen maandenlang doorbloeien. Bosviolen kunnen buiten bopvendien goed tegen niet al te best weer, als het maar niet té lang nat blijft. De drainage moet goed zijn en dat is in deze wandhangers prima voor elkaar. Bosviolen verdragen zelfs enkele graden nachtvorst. Als het echt veel harder gaat vriezen, kun  je ze even in hun wandhanger op een koele plek binnen ophangen (in een schuur bijvoorbeeld) tot het weer beter wordt. Maar de kans dat dat nodig is, is dankzij de klimaatverandering en deze tijd van het jaar niet zo groot meer. 

Wat ‘bosviolen’ eigenlijk zijn

Er bestaan in de wilde natuur honderden soorten violen. Ze komen vooral op het noordelijk halfrond voor, enkele ook in zuidelijker delen van de wereld, o.a. Australië. De bosviolen in de wandhangers zijn hybriden (kruisingsproducten) met de beste eigenschappen van de verschillende soorten waaruit ze zijn ontstaan. Het belangrijkst in die afkomst zijn een soort hoornviooltjes (Viola cornuta) uit de Pyreneeën, die als kenmerk een uitstekend ‘hoorntje’ (cornutus) aan de achterkant van het onderste (hangende) bloemblaadje hebben. Daar kun je de afstamming van die soort aan herkennen. Er is enorm veel mee gekruist. Heel veel andere soorten hebben ook hun genen met de hoornviolen ‘gemengd’. Daardoor is er een uitgebreide Viola Cornuta Groep van violenrassen ontstaan, waar deze bosviolen dus bij horen, maar waarvan niemand meer precies weet hoe hun afstamming is. Bosviolen worden meestal op kleur verkocht. Er zijn wel rasnamen, maar die worden veel minder vaak vermeld en gebruikt.

Er zijn ook nog andere bosviolen

Behalve al die kruisings-hoornviolen die we hierboven noemden, is er nog een echte wilde Europese soort die  officieel bleeksporig bosviooltje wordt genoemd. Deze wilde soort komt in grote delen van Europa, maar ook in Noord-Afrika voor. De wetenschappelijke naam is Viola riviniana. Deze vrij zeldzame soort groeit vooral in loofbossen. De bloemen (april-mei met soms herbloei in de herfst) zijn prachtig blauwviolet. Ze hebben ook een spoor aan de achterzijde van het onderste bloemblad, maar die is in dit geval bleekgeel tot wit en steekt duidelijk af tegen de blauwe bloemen. Deze planten worden tot maximaal 35 cm hoog. De blaadjes zijn hartvormig. Je kunt deze soort ook in de Nederlandse loofbossen vinden. Hij bloeit na het bekende paarse Maarts viooltje.

Bosviolen zijn meerjarig

Een tip: als je je wandhanger met violen koopt, komen ze uit het warme tuincentrum. Hang ze dan niet meteen buiten op als het nog vriest (dat kan nog in maart). Anders krijgen ze een klap van de kou. Daar gaan ze niet dood aan, maar ze moeten er wel even van herstellen. Bij ‘gewoon’ voorjaarsweer is meteen buiten ophangen geen probleem. Eenmaal buiten gewend is er sowieso geen probleem meer. Lichte nachtvorst kunnen ze dan wel hebben. Je kunt de bosviolen als ze zijn uitgebloeid ook in de volle grond van je tuin planten. Het zijn overblijvende (meerjarige) vaste planten. Zorg wel dat ze de winter daarop niet in lang nat blijvende grond staan, anders kunnen de wortels wegrotten. In de tuin bloeien de planten dan meestal van mei tot september. De vroege (of late) bloei van de planten die je nu koopt wordt bereikt door kwekerskunde. Door allerlei maatregelen en de juiste rassenkeuze is de bloeiperiode van veel planten namelijk te manipuleren.

TIP

De bloemen van  bosviolen zijn eetbaar. Je kunt de kleurrijke bloempjes dus letterlijk door de sla mengen. Als garnering staan ze ook heel vrolijk. De bloempjes smaken lekker friszoet.

In kort bestek

De leuke wandhangers vol bosviolen (Viola Cornuta Groep) die GroenRijk nu aanbiedt, kunnen maandenlang bloeien. Ze zorgen voor vrolijke kleur tegen je schutting, schuur, garage of huis! Je kunt ze als ze zijn uitgebloeid in je tuin planten, want ze zijn meerjarig. Matig water geven in de wandhanger met eens per veertien dagen wat plantenvoeding. Uitgebloeide bloemen wegnemen verlengt de bloeitijd.

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl

Struikmargriet

$
0
0
Struikmargriet

Deze stralend wit bloeiende struikmargriet heeft regelmatig water en vloeibare plantenvoeding nodig

Struikmargrieten (Argyranthemum frutescens) zijn bij ons kuipplanten. Iedereen kent ze en vindt ze prachtig. Dat geldt zeker voor de planten die GroenRijk nu aanbiedt: die hebben zuiverwitte, echte margrietbloemen met een geel hart. De kleine struikjes zijn uiterst geliefd vanwege hun onvoorstelbaar uitbundige bloei die niet op lijkt te houden. De planten kunnen makkelijk tot oktober doorbloeien. Het zijn echte ministruikjes die graag zonnig staan: balkon, terras of tuin maakt niet uit. Je moet wel weten dat de licht verhoutende planten hier niet helemaal winterhard zijn. Zachte winters overleven ze trouwens wel. Maar overwinteren geeft meestal een wat minder resultaat: koop dus elk jaar nieuwe. Dan is de bloeirijkheid dankzij de kwekerskunst die dat veroorzaakt, het grootst. Van deze planten zul je echt enorm veel plezier hebben. Ook heel leuk om cadeau te doen!

Van de Canarische Eilanden

Struikmargrieten stammen oorspronkelijk uit de unieke natuur van de Canarische Eilanden, o.a. van Tenerife, Fuerteventura en Gran Canaria. Maar ze zijn inmiddels in tal van andere gebieden met een subtropisch klimaat ingeburgerd. Daar groeien ze uit tot mooie, brede, bolle, dicht vertakte struiken van wel 1,5 m hoog. Als die volop met honderden margrietenbloemen tegelijk bloeien, weet je niet wat je ziet! Net zoals de planten die je nu bij GroenRijk vindt, zijn ze na verloop van tijd letterlijk overdekt met hun kleurrijke – of in dit geval zuiverwitte – bloemen. Het fijn gevormde blad is mooi zachtgroen met een grijzige zweem. Dat laatste geeft aan dat ze best wat warmte kunnen hebben! De planten worden verkocht in het stadium dat sommige knoppen al wat kleur te zien geven. Als de iets beige gekleurde knoppen openbloeien komen er uit die propjes prachtige bloemen die hun blaadjes openspreiden als een enorm welkom aan alles en iedereen! Zo mooi!

De wetenschappelijke naam

Struikmargrieten hebben heel lang Chrysanthemum frutescens geheten. Eigenlijk tot de wetenschappers het enorme geslacht Chrysanthemum opsplitsten in wel 30 aparte geslachten (wat sinds 1999 overigens voor een deel weer is teruggedraaid, maar dat geldt niet voor de struikmargrieten). De struikmargriet kreeg door de nieuwe indeling de naam Argyranthemum en heet dus nog steeds zo. Die nieuwe indeling was nodig vanwege genetische verschillen die pas sinds halverwege de vorige eeuw aantoonbaar zijn. Voor die tijd gebeurde de indeling bij planten vooral op uiterlijke kenmerken, zoals bloemeigenschappen. Zo is het eeuwenlang gegaan. Zo’n vanwege de genen noodzakelijke nieuwe indeling in het plantenrijk is veel andere planten ook overkomen. Die kregen ook een andere naam omdat ze andere genen bleken te hebben dan eerder werd gedacht. Ze hoorden dus niet meer bij de groep planten waarbij  ze eerder waren ingedeeld.  Sinds er ook bij planten DNA wordt onderzocht zijn er daardoor al heel veel veranderingen doorgevoerd. Dat heeft ook geweldige verrassingen opgeleverd: zo is onlangs het genoom (het totale DNA) van uien vastgesteld en dat blijkt zevenmaal groter te zijn dan dat van een mens! Een ui is dus een veel complexer wezen dan een mens. Van struikmargrieten weten we het nog niet…

Verzorging struikmargriet

Zet je struikmargrieten op een zonnige plek op je balkon of terras. Tijdelijk als perkplant in je tuin toepassen, kan ook. Een mooie sierpot om de pot waarin hij op je balkon of terras staat, gaat te sterke opwarming van de wortels in de kweekpot tegen. GroenRijk biedt een grote keuze aan potten. Ga je verpotten, zet ze dan in een mengsel van 1 deel potgrond met 1 deel bemeste tuinaarde. Na zes weken is de mest uit de potgrond verbruikt. Daarna moet je iedere week een keer wat plantenvoeding in zwakke concentratie in je gietwater doen. Geef dagelijks water. Wanneer je je planten toch wilt overhouden, kun je ze het beste laten overwinteren op een lichte, vorstvrije plek bij een temperatuur tussen 5 en 10 °C. Haal ze voor de eerste nachtvorst naar binnen. Verpot ze dan in het voorjaar.

Haal tijdens de bloei regelmatig de uitgebloeide bloemen weg. Bescherm de planten tegen zware regen. De bloemen kunnen anders smetten (verbruinen). Regelmatig water geven. Zorg dat een teveel aan (giet)water kan wegstromen (dus zorg ook voor een drainagegat onder in de sierpot).

TIP 1

Geef ook water als het regenachtig weer is. Door de bolle vorm van de planten komt aflopend regenwater vaak niet in de pot terecht en kan de potgrond zelfs droog blijven als het regent. Om dezelfde reden niet op de plant, maar in de pot water geven.

TIP 2

Als de binnenste bladeren bruin verkleuren (dat gebeurt soms) moet je de helft van de bloemen en knoppen weghalen. Dan vormt zich al gauw nieuw fris blad en ook de bloei is al snel weer in volle gang. 

In kort bestek

Struikmargrieten (Argyranthemum frutescens) zijn zeer rijk bloeiende, niet echt winterharde, mediterrane struikjes die tot oktober vol door kunnen bloeien met honderden margrietachtige bloemen. GroenRijk biedt ze nu speciaal aan in zuiver wit met een geel hart. Het blad wordt vaak bijna geheel door de bloemen bedekt. Een rijk gezicht! Struikmargrieten zijn opvallende accentplanten, maar laten zich op terras en balkon ook uitstekend met andere planten  combineren.

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl


Tuinplant van de Maand april: Clematis

$
0
0
Tuinplant van de Maand april: Clematis

De Clematis, of bosrank, is de bekendste klimplant onder de verticale groeiers. Heeft u een muur, schuur of pergola, dan zorgt deze ambitieuze plant voor een uitbundige, kleurrijke begroeiing. En omdat Clematis verkrijgbaar is in honderden soorten en verschijningsvormen, is er altijd één naar uw smaak. 

Clematis

Clematis komt van oorsprong voor in grote delen van de wereld, ook in Europa. De plant klimt met zogenaamde windende bladstelen. Die zijn opvallend lang en zoeken hogerop naar steun. De Clematis valt daarnaast op door de overweldigende, vooral blauwe, roze, paarse en witte bloemen. Naast deze enkele kleuren zijn ook tweekleurige en enkel- of gevuldbloemige soorten in opmars. 

De vroegste Clematis bloeit in maart-april, maar de meeste soorten bloeien vanaf mei tot eind september. Sommige soorten dragen soms na de bloei nog prachtig vruchtpluis. Er bestaan verschillende vroegbloeiende en groenblijvende soorten, kleinbloemig en grootbloemig. Deze bloeien pas later in de zomer en verliezen in de winter hun blad. Handig om te weten: Clematis is goed winterhard. 

Verzorging

April is de ideale maand om Clematis te planten: u kunt dan de hele zomer van de bloemen genieten. De planten hebben het in zowel de volle grond als in plantenbakken naar hun zin. Zorg wel dat de plant een klimhulp heeft in de vorm van een pergola, muur, boom of hek. De wortels van de Clematis houden van koelte, dus bescherm de basis van de plant van de volle zon. De plant houdt daarnaast van humusrijke grond en regelmatig een slok water, zeker als hij in potten of bakken staat. Tijdens de groeiperiode, van maart tot mei, heeft de Clematis extra voeding nodig, zoals gedroogde koemestkorrels. Tijdens de bloeiperiode hoeft u de Clematis niet te bemesten. 

Snoeitips

Het snoeien van Clematis is niet moeilijk, het bepalen van het juiste moment is lastiger en verschilt per soort. Goede vuistregel: snoei na bloei. Wanneer Clematis niet gesnoeid wordt ontstaat er een enorme wirwar aan kale takken en komen de bloemen steeds hoger aan de plant te zitten. Regelmatig snoeien houdt uw Clematis dus blijvend fris en mooi bloeiend. 

Meer informatie over Clematis en andere tuinplanten vind u op Mooiwatplantendoen.nl.

Bananenplant: woonplant van de maand april

$
0
0
Bananenplant: woonplant van de maand april

Zoek je een volledig ecologisch verantwoord groen luchtfilter als aanvulling op je gezonde lifestyle, dan is bananenplant je ideale huisvriend. 

Een spiraal van groen 

Alleen de bouw van deze magnifieke woonplant is al een natuurlijk hoogstandje. De stelen van bananenplant (de officiële naam is Musa) liggen over elkaar heen en vormen zo een spannende schijnstam waaruit steeds een nieuw blad omhoog komt. De enorme groene bladeren staan in een spiraal en waaieren zo mooi en hoog uit. De binnenversie van bananenplant is een statige, indrukwekkende verschijning, met een prachtige indoor plantagefactor en enorme sierwaarde.  

Sportieve charme 

Fijne strepen tekenen het blad van bananenplant en geven er een dynamische uitstraling aan. De woonplant past dan ook prachtig in de nieuwe woonstijl waarin energie, vitaliteit en frisheid centraal staan. Om dat effect te onderstrepen, geef je de plant een basis met een gladde, geometrische look en een vleugje luxe, zoals marmer of glas met 3D-effecten. Banaan komt het mooist tot zijn recht als hij solo mag schitteren, zodat de grote bladeren extra opvallen. 

Interactieve woonplant 

Bananenplant draagt dankzij de grote bladeren haar steentje bij aan een actieve lifestyle als persoonlijke zuurstoffabriek en luchtzuiveraar. Voor vruchten is wat geduld nodig: bananenplant heeft drie tot vier jaar nodig om tot bloei te komen en doet dat alleen met voldoende licht, veel warmte en ruimte om een tros bananen te kunnen ontwikkelen. Geen bloei? Geen probleem: je hebt er jaarrond een prachtige, exotische woonplant aan.  

Verzorging bananenplant

  • Wat betreft de standplaats kan bananenplant alles hebben van veel licht tot half schaduw. 
  • De kluit mag altijd een beetje vochtig zijn, deze woonplant houdt wel van een slokje. 
  • Bananenplant vindt het heerlijk om af en toe een sproeibeurt te krijgen.  
  • Omdat het een snelle groeier is, kan bananenplant elke week wel wat plantenvoeding gebruiken.

Van oost naar west 

Bananen komen oorspronkelijk uit Oost-Azië en hebben zich van daaruit verspreid over de rest van de wereld, in landen rond de evenaar. De eerste kweek door mensen stamt van ongeveer 8000 jaar voor Christus, in de Kuk vallei op Nieuw Guinea. Alexander de Grote zou de planten naar het westen hebben meegenomen, vanuit India. Op plantages werden de bananenplanten – met dank aan hun grote bladeren - in eerste instantie gebruikt om koffie-, cacao- en peperplanten te beschermen tegen de felle zon en pas daarna gewaardeerd om de vruchten.  

Bananenplant trivia 

  • Banaan is de grootste kruidachtige plant ter wereld.
  • De naam banaan is afgeleid van het Guinese woord 'banema' dat in de 17de eeuw verbasterde tot 'banana'. De wetenschappelijke naam Musa is afkomstig van het Arabische woord 'Mauz'. Dat stamt weer af van Muz, de oude Perzische naam van het fruit, dat het kringetje mooi rond brengt naar de wetenschappelijke naam Musa. 
  • In het wild kan bananenplant wel honderd jaar vruchten voortbrengen. 
  • Hoewel veel mensen denken dat Adam en Eva het paradijs uit moesten na het eten van een appel, staat in de oorspronkelijke tekst 'fruit'. Religieuze wetenschappers denken dat het eerder een banaan is geweest: makkelijker te plukken en als je in haast je naaktheid wilt bedekken, heb je meer aan een groot bananenblad dan aan dat van een vijg of appel. 

Woonplant van de maand

Bananenplant is Woonplant van april 2017. De 'Woonplant van de maand’ is een initiatief van het Bloemenbureau. Maandelijks kiest het Bloemenbureau in overleg met vertegenwoordigers uit de sierteeltsector een plant die het opvallend goed doet bij de consument, of juist (nog) niet zo bekend is, maar wel potentie heeft om het goed te doen in de woonkamer. 

 

Amerikaanse sering

$
0
0
Amerikaanse sering

Deze prachtig blauw bloeiende, groenblijvende Amerikaanse dwergsering is sterker dan veel andere

De Amerikaanse sering Ceanothus thyrsiflorus var. repens wordt ook wel kruipende herfstsering genoemd. Deze prachtige laagblijvende heester bloeit met massa’s blauwe bloemen tot ver in het najaar (hoofdbloei mei-juni). Maar dat is niet het enige voordeel van deze min of meer kruipende plant: hij is ook beter bestand tegen slecht weer en winterse kou dan zijn vaak veel grotere soortgenoten. De ‘gewone’ Amerikaanse seringen stammen deels uit warmere gebieden in de USA en kunnen in strenge winters diep invriezen of zelfs doodvriezen: Ceanothus thyrsiflorus var. repens overleeft een tijdje vorst met gemak. Met deze heester kun je jarenlang blijven genieten van de grote aantallen bleekblauwe bloemen in tot 7,5 cm lange trossen. Ze verschijnen aan de einden van de takken, boven en buiten het glanzende blad. Een juweel in de tuin, deze Amerikaanse dwergsering.

De ene sering is de andere niet

Amerikaanse seringen lijken inderdaad sterk op de vele soorten seringen (Syringa) uit Midden- en Oost-Azië en Europa. Vooral wat de bloemen betreft. Vandaar ook hun Nederlandse naam. Ze worden overigens behalve herfstsering ook wel sikkelbloem genoemd. Maar Amerikaanse seringen en de ‘gewone’ seringen zijn genetisch totaal niet verwant. De seringen (Syringa) behoren tot de familie van de Oleaceae (de olijffamilie), de Amerikaanse seringen (Ceanothus) tot de Rhamnaceae (de wegedoornfamilie). Er is nog een heestergeslacht dat er qua bloei ook wel wat op lijkt: de Aziatische Caryopteris die tot de Verbenaceae behoort (de ijzerhardfamilie). De natuur komt in zijn ontwikkeling vanuit heel verschillende genetische achtergronden qua vormentaal soms tot sterk overeenkomende oplossingen. Dat is op zich een fascinerend verschijnsel, want hoe doet de natuur dat?

De kruipende herfstsering heeft heel veel te bieden

Het is zo ongeveer de meest winterharde Amerikaanse sering (temperaturen tot minus 5 °C zijn geen enkel probleem; wordt het kouder dan even afdekken met bijv. tuinvlies of met blad). Deze (ook in de winter) groenblijvende, koepelvormig liggende heester wordt meestal niet veel hoger dan ca. 50 cm, heeft een mooie, dichte vertakking en vormt mooi, glanzend, getand, groen blad (2-5 cm lang met drie hoofdnerven).

De dikke trossen bleekblauwe bloemen zijn prachtig en lijken in de hoofdbloeitijd (mei/juni tot augustus) de hele plant te overdekken. De plant kan zelfs tot in oktober doorbloeien. De bloemtrossen verschijnen aan het eenjarige hout en hun sierwaarde is groot.

Het is echt een opvallende plant in de tuin, maar door de zachte, wat verstilde bloemkleur brengt hij ook rust in de beplanting. Eigenlijk een accentplant die rust geeft dus en een heester die heel goed met vaste planten in een border is te combineren.

De verzorging van je kruipsering

Deze dwergheester houdt van matig voedselrijke, liefst iets vochtig blijvende (dus humusrijke), zandige (goed doorlatende) grond. Hij houdt van een pH (zuurgraad) die neutraal tot kalkhoudend is (pH 7-9). Erg zure grond is dus niet geschikt. Een zonnige groeiplek heeft de voorkeur. Een beetje beschut planten is aan te raden. Vanwege de matige winterhardheid kan plotselinge nachtvorst in voor- of najaar schade aan de bladeren opleveren. Tijdens streng winterweer kan de struik zelfs wat invriezen. Dan is het goed om hem tijdig even af te dekken (zie boven). Om de vorm mooi te houden en de groei wat in te perken is het goed om de struik om de paar jaar te snoeien. Ingevroren takdelen moeten sowieso in het voorjaar worden weggenomen, maar zwaardere snoei moet je bij deze bladhoudende soort meteen na de bloei doen. (Er zijn ook bladverliezende Amerikaanse seringen; die worden vooral in het voorjaar gesnoeid.) Snoei houdt een Ceanothus sterk en gezond.

Wat de bemesting betreft is het goed om in het voorjaar een goede basisbemesting met organische mest te geven (compost bijv.). Wil je kunstmest geven, dan is een goede, lichte, algemene NPK-mest (samenstelling bijv. N5 (stikstof) + P2 (fosfor) + K4 (kalium) aan te raden. GroenRijk heeft altijd alles wat je voor deze plant nodig zou kunnen hebben, voor je in voorraad.

De naam Ceanothus  

Die komt rechtstreeks uit het Grieks: ‘keanothos’. Dat betekent vreemd genoeg: ‘miezerig plantje’. Niet erg gelukkig gekozen! De schuldige is de beroemde taxonoom Linnaeus oftewel de Zweed Carl von Linné (1707-1778). Die moet wel een heel slecht exemplaar van deze Amerikaanse planten in zijn vingers hebben gehad toen hij deze naam gaf. Er bestaan zeker 55 soorten Ceanothus, waarvan de meeste in de natuur van Californië te vinden zijn. In Europa is vooral in het warmere zuiden (Frankrijk) met deze planten geëxperimenteerd, gekruist en gekweekt. De meeste Amerikaanse seringen die nu worden aangeboden behoren tot de grote groep Ceanothus-hybriden die uit al dat kweekwerk is ontstaan. Veel daarvan hebben Franse cultivarnamen. Het ‘var.’ in de naam Ceanothus thyrsiflorus var. repens geeft aan dat het hier om een in de natuur gevonden variatie (mutatie) gaat. ‘Repens’ betekent ‘kruipend’ en ‘thyrsiflorus’ geeft aan dat de bloemen (‘flores’) in trossen (‘thyrsos’) verschijnen.

TIP

Ceanothus thyrsiflorus var. repens is door het dichte blad en de mooie lage heuvelvorm van het struikje een heel goede, wintergroene bodembedekker die niet woekert.

In kort bestek

De Amerikaanse dwergsering (Ceanothus thyrsiflorus var. repens) is wintergroen, groeit prachtig koepelvormig uit (tot ca. 50 cm hoog) en geeft een weelde aan trossen zachtblauwe, seringachtige bloemen tot ver in het najaar. Een kruipheester die tegelijk accentplant en bodembedekker is en ook nog schitterend bloeit. Hij verdraagt matige vorst (bij strenge vorst even afdekken) en vraagt weinig verzorging. Voor zon en zandige grond. Nu bij GroenRijk.

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl

Zomerbloeiers

$
0
0
Zomerbloeiers

Deze zomerbloeiers maken van iedere tuin, terras of balkon een zomers bloemenparadijs

Zomerbloeiers zijn eenjarige of eenjarig gekweekte planten. Het is bovendien de rijkst bloeiende plantengroep ter wereld. Daar hebben ze een heel goede reden voor: ze hebben niet veel tijd. Ze moeten namelijk in één groeiseizoen van stek of zaadje tot volwassen plant uitgroeien, bloeien en weer nieuw zaad vormen. Daarna sterven ze af en dat weten ze. Daarom bloeien de meeste door tot het niet meer kan: tot de nachtvorst er in de herfst een eind aan maakt. Een enorme prestatie waar wij volop van mogen genieten. Topsport in de plantenwereld. Ze geven alles wat ze hebben. En ze zijn prachtig. Superplanten waar je nooit genoeg van krijgt. GroenRijk biedt ze nu met volle draagtrays tegelijk aan. In een groot aantal soorten. Met schitterende bloemkleuren. Sterke, gezonde planten die jou met een explosie aan kleur gaan verrassen. Maak er gebruik van: de hele zomer lang kleur! 

De soorten die GroenRijk nu speciaal in het zonnetje zet:

Uit alle soorten zijn de mooiste, sterkste en rijkst bloeiende rassen gekozen.

  • Lobelia: die kent iedereen. Er zijn opgaande en overhangend groeiende rassen. Ook diverse bloemkleuren: roze, lila, paars, wit, crème, zelfs tweekleurig. De prachtige bloempjes – die maar blijven komen – hebben twee ‘oortjes’ met daaronder drie hangende bloemblaadjes. Ze bloeien van voor- tot najaar. Voor zon tot lichte schaduw. Ook prachtig in hanging baskets.
  • Verbena: ook hiervan zijn er omhoog groeiende en hangende rassen. Maar allemaal vormen ze – afhankelijk van het ras – vele maanden lang roze, rode tot paarse of blauwe, zelfs crèmekleurige bloemen – soms met een lichter ‘oog’ – in schermen of trossen. Sterke planten voor zon en voldoende vochtige (pot)grond.
  • Petunia: van deze rankende, rijkbloeiende planten uit tropisch Zuid-Amerika bestaan enorm veel rassen in vaak grote rassengroepen met bijzondere eigenschappen. Van de Surfinia’s tot de Mini-Petunia’s die eigenlijk Calibrachoa heten en die wat minder dorstig zijn dan hun groterbloemige zusters. Het zijn allemaal weelderige planten die van zon houden. Calibrachoa’s zijn het minst weergevoelig. Maar ze zijn allemaal schitterend als hun bloemenweelde sierlijk door de wind wordt bewogen.
  • Impatiens: hier gaat het om vlijtig Liesjes (Impatiens walleriana). De bekende bloeiers die het ook in halfschaduw zo goed doen. Ze hebben dan ook minder water nodig. Ze zijn er in allerlei tinten: oranje, oranjerood, rood, roze, wit, violet, zalmkleurig, ook met bloemen met stervormige harten of ogen. Het aanbod van Groenrijk zal je verrassen. Laat ze niet uitdrogen! 
  • Begonia: geen knolbegonia’s, maar fraaie rassen uit de Begonia Semperflorens Groep. Onvermoeibare bloeiers met manlijke en vrouwelijke bloempjes aan dezelfde plant. Warme tot zachte kleuren. Vooral roodachtige tinten. Glanzende bladeren. Deze planten houden van een licht beschaduwde groeiplek. In de volle zon moeten ze extra vaak water krijgen.
  • Tagetes: dit zijn de bekende kruidig geurende, warm gekleurde afrikaantjes in allerlei soorten en maten. Ze worden wel afrikaantjes genoemd, maar ze komen oorspronkelijk uit Midden-Amerika. Ze bloeien fel oranje, roodachtig, geel en bruin. Echte zonaanbidders voor goed doorlatende grond. Afrikaantjes bestrijden bodemaaltjes en houden zo ook andere planten gezond. Een belangrijk extra!
  • Salvia: er zijn heel wat soorten Salvia – siersalie –, maar het meest bekend is de vuurrood bloeiende Salvia splendens. Dat is eigenlijk een halfheester uit Brazilië, maar hier wordt hij eenjarig gekweekt. De meeste rassen worden 15-20 cm hoog. Ze zijn er ook met heel andere bloemkleuren. Extreem lange bloei. Het zijn niet de lipbloemen die zo lang kleur houden, maar de kelken. Eigenlijk heel bijzonder.
  • Ageratum: het mexicaantje. Deze bloeien zeer rijk vanaf juni-juli in blauw of wit. In het blauw komen – per ras verschillend – heel veel tinten voor, vooral grijsblauw en dat combineert fantastisch met anders gekleurde planten. De planten  worden zo’n 15-30 cm hoog. Enorm goede, wat bolle bloeiers. Heel mooi in plantenbakken. Ze verdragen ook wat schaduw.

De verzorging is makkelijk

Haal de plantjes uit de draagtrays en plant ze in goede, bemeste standaard potgrond of tuinaarde. De meeste houden vooral van zon. Zo niet, dan staat dat hierboven bij de planten, maar de verzorging staat ook op het plastic hengsel van de tray waarin je ze koopt. Zorg dat de (pot)grond nooit helemaal uitdroogt. Geef planten in potten en bakken eens per week vloeibare plantenvoeding in het gietwater. Vergeet ook niet de planten die je in de tuin plant, water te geven. Haal regelmatig de uitgebloeide bloemen weg. Dan bloeien ze rijker door.

Eenjarig of eenjarig gekweekt

Dat is niet hetzelfde. Echte eenjarige planten zijn kruidachtige planten die niet langer dan één groeiseizoen kunnen leven. Bij ons is dat de periode tussen twee winters in, maar bijv. in woestijnen leven eenjarige planten razendsnel een heel leven in een korte periode nadat het heeft geregend. Eenjarig gekweekte planten kunnen in principe langer leven dan één jaar. Dat zijn kruidachtige of zelfs heesterachtige planten die enkele jaren achter elkaar kunnen bloeien en zaad vormen, maar die onze winters niet overleven. Dus worden ze ieder jaar opnieuw gezaaid.

TIP

Te weinig potten of bakken voor al die planten? GroenRijk heeft de oplossing voor je. De keuze is enorm in alle soorten, maten en prijsjes. In kunststof, steen en metaal. Van decoratief tot design en van pot of bak tot hanging basket. Om prachtige plantencombinaties mee te maken.

In kort bestek

Rijk bloeiende zomerbloeiers zorgen tot in de herfst voor vrolijke kleur in de tuin, op je balkon en terras, in hanging baskets en wandbakken. Maak er dit jaar een ongekend kleurenfeest van. Dat kan! GroenRijk biedt nu 4 draagtrays met elk tien planten in een grote variatie aan soorten voor maar € 6,-. Veertig planten voor € 6,-! Dat is al een feest op zich! Sterke, gezonde, makkelijk te verzorgen planten. Het wordt prachtig deze zomer!

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl

Franse geraniums

$
0
0
Franse geraniums

De Franse geranium is een makkelijke plant die graag in de zon staat

Er zijn veel soorten geraniums, maar de Franse geranium is misschien wel het mooiste type geranium dat er is. Je herkent deze planten meteen aan hun grote, trompetvormige bloemen en de lekker kruidig geurende bladeren. Franse geraniums hebben een mooie vorm. Het zijn struikgeraniums: ze vormen geen hangende stengels, maar groeien rechtop, dus als kleine struiken in hun pot of plantenbak. Ze worden ook wel met een stammetje gekweekt, dan zijn het eigenlijk miniboompjes, zoals je ook bijvoorbeeld stamrozen hebt. De bladeren van Franse geraniums zijn meestal fluweelzacht, effen groen van kleur en ze hebben gezaagde bladranden. De bloemen hebben ook dat prachtige velourseffect en warme, vaak heel intense kleuren. Ze kunnen enkel- of meerkleurig zijn. De kleurvariatie is groot, alleen blauw en geel komen niet voor.

Waarom ze Franse geraniums heten?

Eigenlijk heten ze zelfs geen geranium, maar Pelargonium. Dat is hun officiële geslachtsnaam. De planten die officieel wel Geranium als geslachtsnaam hebben, zijn de ooievaarsbekken die je misschien wel als vaste planten in je tuin hebt staan. Pelargonium’s komen in het wild vooral in Zuid-Afrika en Namibië voor, maar er groeien ook soorten in tropisch Afrika, in Voor-Azië, zelfs in Australië en enkele eilanden in de Indische Oceaan. In totaal zijn er ruim 250 soorten bekend. Toen de geraniums eeuwen geleden voor het eerst door Europeanen in Zuid-Afrika werden ontdekt – in de Kaapstreek – en meegenomen naar Europa, zag men daar meteen de overeenkomst met inheemse, Europese ooievaarsbekken (Geranium) die men allang kende. Natuurlijk zijn er wel verschillen. Zo is de bloemopbouw iets anders en de bloemen van de wilde soorten zijn duidelijk zygomorf. Dat betekent dat het linker- en rechterdeel van een bloem gespiegeld hetzelfde zijn, maar het onderste en bovenste deel verschillen. De naam ‘ooievaarsbekken’ hebben ze te danken aan de lange snavelachtige vorm van hun zaadcapsules die bij Pelargonium’s bijna niet verschilt van die van de echte Geranium’s. De Zuid-Afrikaanse planten waren niet winterhard (dat was een groot verschil) en dus werden ze apart ingedeeld en kregen ze een eigen officiële naam: Pelargonium. Dat betekent trouwens ook ‘ooievaar’ (Grieks: pelargos). Maar de meeste mensen bleven ook die nieuwe soorten in de praktijk gewoon geranium noemen. Dat doen we nu nog. Dat ‘Franse’ komt doordat de kwekers in diverse landen met verschillende typen Zuid-Afrikaanse ‘geraniums’ aan de slag gingen. In Frankrijk werd vooral het type Pelargonium verder ontwikkeld dat GroenRijk nu aanbiedt. Franse geraniums zijn prachtige, dankbare planten die de competitie met andere typen en soorten makkelijk aan kunnen. Onvermoeibare bloeiers!

Er zijn meer typen Pelargonium

In feite worden er zes (meestal wordt vermeld: vier) grote groepen Pelargonium-hybriden onder-scheiden:

  • De Franse geraniums waar het hier over gaat (officieel Pelargonium Grandiflorum-hybriden; ‘grandiflorum’ vanwege de grote bloemen in trossen). Dit zijn struikvormige planten. Ze stammen af van kruisingen tussen P. cucullatum en P. grandiflorum.
  • Een tweede (grote) groep struikvormige geraniums zijn de Pelargonium Zonale-typen met meestal rond tot niervormig blad met vaak een ringvormige (soms wat roodachtige) bladtekening en wat kleinere bloemen dan van de Franse geraniums, maar even rijk bloeiend. Bij deze groep geuren vooral de bloemen en niet het blad.
  • Dan zijn er de hangende geraniums (Pelargonium Peltatum Groep) met gladde blaadjes met een wasachtige laag (dat duidt op een herkomst uit wat drogere gebieden).
  • Verder  is er de groep van de geurgeraniums (geur-Pelargonium) met sterk geurend blad (diverse soorten met aparte namen en eigen bladgeuren). Sommige daarvan worden in flinke aantallen voor de winning van sterk geurende etherische olie geteeld. Pelargonium graveolens bijv. levert een geurstof die sterker naar rozen geurt dan echte rozenolie. Pelargonium sidoides is een soort die wordt gekweekt vanwege de enorm goede werking tegen luchtweginfecties van een extract uit de wortels.
  • Twee minder vaak genoemde soortengroepen zijn de vrij sterk verhoutende Unique-Pelargonium’s die al sinds 1860 bestaan, en de Angel-Pelargonium’s met bloemen die aan viooltjes doen denken. Beide zijn in Engeland ontwikkeld en in Nederland en België vrij onbekend.

Bloemkleuren van Franse geraniums

Bij dit geraniumtype hebben de bloemen zes bloemblaadjes  en de kleuren variëren van paars tot helderpaars en lila, van lichtroze tot fel- en warmroze (zelfs zalmroze) en van donkerrood tot vuurrood, maar ze zijn er ook in wit en met twee of meer kleuren in de bloemen. Keus genoeg! Eerder was de Franse geranium zelfs ‘Woonplant van de maand’. Dat zegt wel iets!

Makkelijke verzorging van Franse geraniums

Zet je Franse geraniums nu binnen op een lichte, liefst zonnige plek. Kies er een pot bij die goed bij de bloemkleur past. Als de kans op nachtvorst voorbij is – dat is midden mei meestal wel het geval – mogen de planten ook naar buiten. Zet ze in hun pot of bak altijd op een plek waar ze minstens vier uur per dag direct zonlicht krijgen. Daar houden ze van. Geef de planten regelmatig water en giet niet op de planten, maar op de grond in de pot of bak. Als je ze eens per veertien dagen wat plantenvoeding in het gietwater geeft, blijven ze goed doorbloeien. Het is voor die doorbloei ook heel goed als je regelmatig de uitgebloeide bloemen weghaalt. Dan stoppen de planten hun energie niet in de aanmaak van zaden, maar in die van nieuwe bloemknoppen. Haal ook vergelend blad weg, dan blijven de planten veel mooier en groen blad geurt het meest.

TIP

Belangrijk: geef geen water op de planten, maar op de potgrond. Als de planten tijdens somber weer te lang nat blijven, kan er anders schimmel ontstaan. Dat geldt voor alle geraniums. Door op de potgrond te gieten, kun je dat eenvoudig voorkomen.

In kort bestek

Franse geraniums zijn zeer rijk bloeiende Pelargonium-rassen met grote, trompetvormige bloemen in trossen en fluweelachtig, geurend blad. Geef ze een zonnige plek, water en regelmatig wat voeding, dan bloeien ze de hele zomer door. Ze groeien struikvormig en kunnen ook naar buiten als er geen kans meer is op vorst. Prachtig gekleurde bloemen, ook dubbelkleuren. Ze staan bij GroenRijk op je te wachten!

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl

Viewing all 631 articles
Browse latest View live


<script src="https://jsc.adskeeper.com/r/s/rssing.com.1596347.js" async> </script>