Image may be NSFW.
Clik here to view.

Uit Zuid-Afrika

Osteospermum ecklonis is, net zoals de bekende zonnebloem, een composiet. De bloemen zijn samengesteld. Dat betekent dat iedere bloem bestaat uit een groep piepkleine bloempjes in het hart, met daar omheen een krans van kleurige bloembladen. Er zijn tientallen soorten Osteospermum (vroeger luisterden deze planten naar de naam Dimorphotheca). Letterlijk vertaald betekent Osteospermum ‘botzaad’. De kleurvariatie binnen dit geslacht is enorm! De bloemkleuren kunnen wit, geel, okergeel, oranje, rood, roze, lila, paars enz. zijn. Ook de bloemvormen kunnen heel verschillend zijn. Bij sommige soorten en cultivars (bijv. O. jucundum ‘Star of the Veldt’) hebben de bloembladen een soort lepelvorm, bij andere zijn ze gestreept, bij weer andere zijn ze naar binnen opgekruld. Alle oorspronkelijke soorten stammen bijna zonder uitzondering uit zuidelijk Afrika. De Spaanse Margriet wordt daarom ook wel Kaapse Margriet genoemd. De uitbundig bloeiende soort O. ecklonis, waarvan Groenrijk nu kweekvormen aanbiedt, komt in het wild voor in een klein gebied rond de Zuid-Afrikaanse kustplaats Port Elizabeth. Die plant werd in 1837 voor de eerste maal beschreven door een van oorsprong Zwitserse plantenzoeker en hoogleraar te Parijs met de fraaie naam Augustin Pyramus de Candolle die hem vernoemde naar Christian Friedrich Ecklon, een Duitse botanicus van wiens hand kort daarvoor een boek over Afrikaanse planten was verschenen. Pas rond 1890 kwam de Spaanse Margriet voor het eerst in Europa terecht. Andere soorten uit dit geslacht waren al eerder geïntroduceerd en werden ‘satijnbloemen’ genoemd. In Zuid-Afrika is de Spaanse Margriet bekend onder namen als Jakkalsbos, Sondagsrivier madeliefie en Vanstadensrivier madeliefie. Ook de naam Veldster wordt wel gebruikt. Deze planten zijn dus net zo weinig Spaans als Sinterklaas.

Een echte zonneplant

In ons klimaat worden de planten lang niet zo hoog als in Zuid-Afrika, meestal worden ze hier eenjarig gehouden en dan zo’n 30 cm hoog. Het grijzig groene blad maakt meteen duidelijk dat het echte zonneplanten zijn. De glanzende, prachtig gekleurde, Margrietachtige bloemen worden zo’n 7-10 cm groot. Plant ze – als je ze als perkplanten in de border wilt toepassen –op een zonnige plek in de volle grond, ca. 40 cm uit elkaar. Een groepje Spaanse Margrieten bij elkaar vormt een prima bodembedekking. Veel eisen stellen ze niet. Als de grond maar een beetje voedsel bevat en goed doorlatend is, is het goed. Ze doen het ook uitstekend in standaard potgrond in potten, bakken en kuipen. Ideaal op terras en balkon. Ze kunnen heel wat droogte en warmte hebben, maar laat de potgrond niet helemaal uitdrogen. Geef de planten in potten en bakken na de eerste zes weken eens in de veertien dagen plantenvoeding in het gietwater. De jonge planten die je bij GroenRijk koopt, bloeien de hele zomer door. Spaanse Margrieten zijn buitengewoon dankbare, prachtige planten. Voor veel liefhebbers zijn het ieder jaar de eerste balkon- en terrasplanten die ze kopen, gevolgd door geraniums, lobelia’s, fuchsia’s enzovoort.

Pas op voor vorst

Spaanse Margrieten zijn erg koudegevoelig. Heb je ze al buiten geplant en dreigt er nachtvorst (dat kan nog heel goed tot midden mei) dek ze dan even af met tuinvlies (ook bij GroenRijk te koop).

In kort bestek

Spaanse Margrieten (Osteopermum ecklonis) zijn ongelooflijk rijk bloeiende, meestal eenjarig gehouden zonminnaars met Margrietachtige bloemen. Ze bloeien in allerlei prachtige tinten en soms met meerkleurige bloemen. Schitterend in potten en bakken op balkon en terras of in de volle grond. Hoe meer zon ze krijgen, hoe beter, maar zorg wel dat de (pot)grond nooit helemaal uitdroogt, dan bloeien ze de hele zomer door.

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl

Image may be NSFW.
Clik here to view.

De Mandevilla is een van de meest dankbare, bloeiende tuinplanten. Vanaf mei tot de eerste vorst verrast de plant met witte, gele, roze of rode trompetvormige bloemen. Niet voor niets is de Mandevilla dan ook een ontzettend populaire bloeier in tuinen, op balkons of terrassen. Goed om te weten: de plant werd voorheen ook wel Dipladenia genoemd en is onder deze naam soms ook nog te koop. 

Mandevilla

De Mandevilla is een klimheester die bloeit van mei tot oktober. Van oorsprong komt deze exotische klimplant uit Zuid-Amerika, maar bij ons in de tuin heeft hij het ook uitermate naar zijn zin. Met zijn heerlijk geurende bloemen bloeit de plant oneindig lang door. Als welige groeier maakt hij bovendien in no-time lange ranken die een muur of schutting vrolijk bedekken. Er zijn verschillende types verkrijgbaar, waarvan de Mandevilla Sundeville en Mandevilla Diamantina het meest voorkomen. 

Verzorging

De Mandevilla houdt van warmte en heeft het liefst een standplaats in de halfschaduw of in de volle ochtend- of avondzon. Zet de plant in goed doorlatende, matig vochtige grond en geef deze regelmatig water. In het voorjaar heeft de Mandevilla behoefte aan extra voeding zodat hij lang en rijk blijft bloeien. Wanneer u de uitgebloeide bloemen regelmatig weghaalt, blijft de plant extra lang in optima forma. De Mandevilla is niet winterhard, dus zodra de winter invalt is het tijd om afscheid te nemen, tenzij hij naar binnen wordt gehaald en vorstvrij op een koele plek kan overwinteren. 

Snoeitips

Af en toe de klimranken omhoog leiden: dat is eigenlijk alles wat u met de Mandevilla hoeft te doen. Snoeien is gedurende het groei- en bloeiseizoen niet nodig. Wanneer de plant in de winter wordt overgehouden kan deze een beetje worden teruggeknipt voordat hij zijn winterplek krijgt. 

Meer informatie over Mandevilla en andere tuinplanten vind u op Mooiwatplantendoen.nl.

Image may be NSFW.
Clik here to view.

Gezellig: op je terras of balkon zitten met groen van binnen. Het staat verrassend en origineel en voor je binnenstebuiten planten is het een fijne zomerkuur. 

Je tuin als tweede huiskamer 

Deuren open, lekker in en uit lopen en de binnenstebuiten planten mogen mee, want ze gedijen zowel binnen als buiten. Calla, Campanula, Celosia, ballonklokje (Platycodon) en potlelie vormen het kwintet dat samen de geur, kleur en zwier van de zomer in je huis en tuin brengt. Prachtige kleuren, heel veel bloemen, vormen waar je mond van open valt (naar de doolhofkam van Celosia kun je uren kijken!) en je kunt het net zo sereen of kakelbont maken als je wilt. 

Oase achter de voordeur 

Steeds vaker lopen huis en tuin in elkaar over, denk maar aan buitenkeukens, sedumdaken en groene binnenmuren. Zo'n privé-ecosysteem hoeft niet per se verantwoord groen te zijn, het werkt net zo goed met kleuren. Met binnenstebuiten planten kun je je uitleven van onschuldig wit en zonnig geel, tot Mediterraans lila en zuidelijk geel-oranje-rood. Het prikkelen van de zintuigen hoort bij deze woonstijl en reken maar dat de kleuren van Calla en Celosia en het aroma van lelie daar een handje bij helpen. Zo creëer je je eigen paradijs om je in op te laden. 

Bloeiende mooimakers 

Alle binnenstebuiten planten zijn stuk voor stuk natuurlijke sieraden. Calla is een gestileerde schoonheid met een sexy kelk, Campanula en ballonklokje trakteren je op honderden schitterende klokjes. Bij Celosia kun je kiezen uit pluimen en wonderschone kronkelbloemen in kleuren als felpaars, knalroze en vlammend rood. En statige potlelie biedt heel veel groen met een kroon van majestueuze bloemen die een schitterende tekening hebben. 

Stylen in je eigen smaak 

Met zoveel keuze in kleur kun je heerlijk stylen in je eigen smaak. Laat de tinten bijvoorbeeld oplopen van rustig wit en geel naar steeds feller buiten, voor een mooie zichtlijn. Of creëer met verschillende planten in dezelfde kleuren fraaie hoekjes: potlelie, Campanula, Celosia, ballonklokje en Calla in verschillende tinten roze of wit vormen bijvoorbeeld een spectaculaire combinatie.  

Verzorging binnenstebuiten planten 

• Binnenstebuiten planten staan graag licht, maar liefst niet in de volle zon. 
• Met een lichtvochtige kluit en eens per week wat plantenvoedsel bloeien ze extra mooi en lang. 
• Uitgebloeide bloemen kun je weghalen, zo houden de planten een frisse uitstraling.  

Werelds gezelschap 

Afgezien van tropische Celosia en Zuid-Afrikaanse Calla komen de binnenstebuiten planten vooral voor op het noordelijk halfrond. Ze zijn niet bestand tegen kou, maar kunnen de Europese zomers prima hebben. Voor allemaal geldt dat ze al eeuwen in het wild groeien, maar door speciale kweektechnieken optimaal geschikt zijn gemaakt voor het opvrolijken van je huiskamer en zomertuin. 

Binnenstebuitenplanten trivia 

• Volgens oude verhalen dronken de goden uit de kelk van Calla. 
• De vijf bloemblaadjes van ballonklokje doen denken aan een pentagram en staan voor de vijf Taoïstische elementen: hout, water, vuur, metaal en aarde. 
• Celosia staat voor humor, warmte en stoutmoedigheid, het is de plant die je geeft aan een vriendin die een duwtje in de goede richting kan gebruiken.  
• Volgens de mythe had de godin Venus een spiegel die uitsluitend schoonheid weerspiegelde. Cupido liet 'm in miljoenen scherven vallen. En al die scherven maakten, zoals ze gewend waren, alles om zich heen mooi door op te bloeien in beeldige klokjes: Campanula. 
• Potlelie is een statige, aristocratie woonplant met een geschiedenis die eeuwen teruggaat en staat voor de menselijke connectie met het goddelijke.  

Woonplant van de maand

Binnenstebuiten planten zijn de woonplanten van mei 2017. De 'Woonplant van de maand’ is een initiatief van het Bloemenbureau. Maandelijks kiest het Bloemenbureau in overleg met vertegenwoordigers uit de sierteeltsector een plant die het opvallend goed doet bij de consument, of juist (nog) niet zo bekend is, maar wel potentie heeft om het goed te doen in de woonkamer.

Voor meer informatie zie: www.mooiwatplantendoen.nl

Facebook: mooiwatplantendoen

Twitter: @watplantendoen

Mooiwatplantendoen.nl

Mooiwatplantendoen.nl is een initiatief van Bloemenbureau Holland en laat consumenten ervaren dat je je lekkerder voelt met planten om je heen.

Image may be NSFW.
Clik here to view.

Oorspronkelijk uit het tropische Nieuw Guinea

‘New Guinea’-vlijtig Liesjes stammen af van een heel ander soort (Impatiens hawkeri) dan de al eeuwen bekende vlijtig Liesjes uit Oost-Afrika (Impatiens walleriana). Alle soorten Impatiens behoren tot de balsemienfamilie dat de Nederlandse naam springzaad heeft. De Nieuw-Guinea-Impatiens komt oorspronkelijk uit Nieuw Guinea, het grote tropische eiland ten noorden van Australië. Als soort was deze plant al sinds 1886 bekend en beschreven, maar pas sinds 1960 werd er – vooral in de USA – enorm mee geëxperimenteerd en geselecteerd. Vandaar de Engels/Amerikaanse naam ‘New Guinea’-impatiens voor alle kweekvormen die dat heeft opgeleverd. Dat wij ze ook ‘vlijtig Liesjes’ noemen komt doordat ze sterk op die vanouds vertrouwde Afrikaanse planten lijken. Inmiddels zijn er tientallen cultivars met witte, roze, rode, violette en paarse bloemen (ook tweekleurige en gevulde). Ze zijn er bovendien in allerlei vormen en bloemmaten (van ‘gewoon’ tot XXL). Bij de cultivars (kweekvormen) die GroenRijk voor de wandhangers heeft gekozen verschijnen de bloemen alleenstaand aan hun stengels. Ze hebben drie kelkbladen en vijf gekleurde kroonbladen. De meeldraden zijn vergroeid tot en soort ‘mutsje’ dat al snel afvalt. Als een bloem wordt bevrucht ontstaan er langwerpige groene vruchten die openspringen als je ze aanraakt. Daarmee bewijst de plant dat hij tot het ‘springzaad’ behoort. Andere mooie, bijzondere kenmerken van deze planten zijn hun bijna doorzichtige, glazig-sappige stengels en het bijna olijfgroene, soms rood aangelopen, fijngetande blad dat met twee of drie tegenover elkaar aan de stengels staat.

De wandhanger

Deze is gemaakt van sterk, groen, UV-bestendig, met kunststof gecoat canvas. Inhoud ca. 4,5 liter potgrond. Het is een uitgekiend en al jaren beproefd en geperfectioneerd systeem voor het vergroenen van verticale plekken buiten. Hierboven noemden we al dat de hanger heel makkelijk aan een spijker, schroef of haakje is op te hangen. Om rondtrekken (of omrollen) van de hanger te voorkomen, kun je hem ook aan twee schroeven, spijkers of haakjes ophangen die je ter breedte van de hanger uit elkaar (en op één lijn naast elkaar) aanbrengt. Het hengsel hang je dan in twee rechte hoeken over de bevestigingspunten heen. Het water geven gaat heel eenvoudig van bovenaf in de hanger in het pijpje en op de potgrond. Als het regent komt er maar betrekkelijk weinig regenwater in de potgrond, dus je moet ook water geven als het regenachtig weer is. Je kunt nooit te veel water geven, want dat kan onder uit de hanger via een gaatje weglopen. De potgrond in de hanger is speciaal voor toepassing in de hanger samengesteld en bevat langzaam werkende meststoffen (genoeg voor de eerste twee maanden).

Verzorging van de planten in de hanger

New Guinea-vlijtig Liesjes bloeien maar al te graag voor je. Daar hoef je maar weinig voor te doen. Of ze nu in hun wandhanger in de zon of in de schaduw hangen, zorg dat hun wortels nooit uitdrogen. Het water geven in de wandhanger is heel makkelijk (zie hierboven). Meestal is éénmaal per drie dagen water geven voldoende op wat beschaduwde plekken. Op een plek in de zon en tijdens warm, zonnig weer zul je wat vaker water moeten geven (één maal per twee dagen of zelfs dagelijks bij extreem warm weer). Geef per gietbeurt ca. 1,5 liter water. Geef ze na een paar maanden (zie hierboven) bovendien eens per veertien dagen wat plantenvoeding in het gietwater. Dat hoeft pas als je ziet dat de blaadjes gaan vergelen. Dan is de mest in de potgrond namelijk opgebruikt door de planten en moet je zorgen dat ze voldoende nieuw voedsel krijgen. Geef dan perkplantenvoedsel (GroenRijk heeft dat voor je.) Maar het kan lang duren voor dat nodig is.

In kort bestek

Een wandhanger met New Guinea-vlijtig Liesjes (Impatiens) is een ideale kleur-en-fleurigmaker voor iedere verticale plek in je tuin of op je balkon. Deze soort vlijtig Liesjes bloeit fantastisch en onvermoeibaar in zon én schaduw. Je geniet ervan tot de vorst er ver in de herfst een eind aan maakt. De wandhanger is makkelijk op te hangen en heel eenvoudig te verzorgen. Nu bij GroenRijk.    

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl

Image may be NSFW.
Clik here to view.

Iedere pot is eigenlijk een klein, rijkbloeiend tuintje

Hierboven noemden we al enkele soorten die je erin kunt ontdekken, maar de mix is ruimer met grijsbladige soorten, zachtblauwe margrietachtige Felicia enz. Prachtige combinaties qua blad- en bloemvormen en kleuren. We noemen nog een paar soorten:

Verbena’s zijn er sinds 1995 in ca. 120 soorten. Verbena’s zijn (de naam betekent: ‘heilig kruid’) eenjarige, meerjarige en zelfs verhoutende soorten. De Verbena’s in de terraspotten zijn eenjarig gekweekt. Je kunt ze dus wegdoen als ze eind van de herfst zijn uitgebloeid. Het grote voordeel van eenjarige planten is dat ze enorm rijk bloeien omdat ze in één groeiseizoen voor nageslacht moeten zorgen. Dan wil je wel bloeien! In Nederland komt één echte Verbena-soort van nature in het wild voor: ijzerhard (Verbena officinalis). Voor potcultuur zijn vooral kweekvormen van (vroeger Verbena) nu Glandularia peruviana en Verbena speciosa in zwang. Het zijn bijna allemaal planten van Amerikaanse herkomst. Sommige groeien stijf omhoog, andere hangen sierlijk over, maar één ding hebben ze allemaal gemeen: de schermvormige trossen kleine bloemen die maar blijven komen en je terraspot met kleur blijven vullen. Dit zijn echt planten die iedereen mooi vindt. Dus ook fantastisch als cadeau!

Over Petunia’s valt bijna net zo’n verhaal te vertellen. Ook daarbij is de naamsverwarring groot. De echte Petunia’s groeien in het wild in Argentinië en Brazilië. Met de soorten die daar vandaan komen is enorm veel gekruist. Ze bloeien overdadig met de bekende kelkvormige, grote of kleinere bloemen (dat hangt van het ras af) aan lange, rankende, afhangende of kruipende stengels. Een nadeel van de oude rassen was dat de bloemen slecht tegen somber en regenachtig weer konden. Na een flinke regenbui konden de bloemen al verbruinen. De kwekers zijn op zoek gegaan naar sterkere vormen en die zijn gevonden. Een grote kweekgroep daarvan zijn de Surfinia’s. Dat is dus geen aparte plantensoort die op petunia’s lijkt. Het zijn echte petunia’s met veel betere eigenschappen. Daarom hebben ze een eigen groepsnaam gekregen. Ze bloeien nog rijker, zijn minder weergevoelig en daardoor veel sterker. Daarom kunnen er ook Surfinia’s in de terraspot van jouw keuze staan. Het zijn ook hangende, rankende planten. Net zoals alle andere petunia’s zijn het directe familieleden van de tabaksplanten (het Braziliaanse woord ‘Petum’ betekent ‘tabak’). Maar het wordt nog ingewikkelder. Want wat we Mini-Petunia’s noemen zijn wel verre familieleden van de echte petunia’s, maar ze behoren tot het geslacht Calibrachoa. De planten in dat geslacht zien eruit als kleinbloemige petunia’s en ze groeien op dezelfde manier, maar ze zitten genetisch totaal anders in elkaar. Ze zijn ook minder dorstig dan de echte petunia’s en je hoeft de uitgebloeide bloempjes er niet uit te halen. Dat doen ze zelf: ze laten ze verschrompelen en stoten ze dan af. De kwekers noemen dat ‘zelfschonend’. Ook zijn ze nauwelijks weergevoelig. Allemaal grote voordelen van deze rijke bloeiers. Om helemaal volledig te zijn: de Mini-Petunia’s, die dus eigenlijk Calibrachoa heten, worden ook wel ‘Million Bells’ genoemd.

Makkelijke verzorging

De kweker heeft de planten in de terraspotten in normale, bemeste potgrond geplant. Na een week of zes is de voeding uit die grond verbruikt en moet je eens per week wat plantenvoeding in het gietwater doen. Niet te veel, omdat anders met name de petunia-achtige planten te veel blad gaan ontwikkelen. Je wilt tenslotte vooral bloemen zien. Geef bij normaal (niet te heet of heel zonnig) weer om de paar dagen water op de potgrond (niet op de planten). Bij warm weer moet je vaker gieten. Laat de potgrond in ieder geval niet helemaal uitdrogen.

In kort bestek

Nu bij GroenRijk: kant-en-klaar beplante terraspotten – tuintjes op zich! – met prachtig gecombineerde, rijkbloeiende perkplanten, o.a. Verbena’s, Surfinia’s en Mini-Petunia’s, in diverse samenstellingen. Tot ver in de herfst een kleurrijk bloemenfeest op je terras, balkon of in je tuin. Een rijk bezit en een welkom cadeau! Zeker ook voor Moederdag (14 mei)! Heel makkelijk te verzorgen. Schitterende combinaties in bijpassende potten. Om zo neer te zetten!      

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl

Image may be NSFW.
Clik here to view.

Oorspronkelijk uit het tropische Nieuw Guinea

‘New Guinea’-vlijtig Liesjes stammen af van een heel ander soort (Impatiens hawkeri) dan de al eeuwen bekende vlijtig Liesjes uit Oost-Afrika (Impatiens walleriana). Alle soorten Impatiens behoren tot de balsemienfamilie dat de Nederlandse naam springzaad heeft. De Nieuw-Guinea-Impatiens komt oorspronkelijk uit Nieuw Guinea, het grote tropische eiland ten noorden van Australië. Als soort was deze plant al sinds 1886 bekend en beschreven, maar pas sinds 1960 werd er – vooral in de USA – enorm mee geëxperimenteerd en geselecteerd. Vandaar de Engels/Amerikaanse naam ‘New Guinea’-impatiens voor alle kweekvormen die dat heeft opgeleverd. Dat wij ze ook ‘vlijtig Liesjes’ noemen komt doordat ze sterk op die vanouds vertrouwde Afrikaanse planten lijken. Inmiddels zijn er tientallen cultivars met witte, roze, rode, violette en paarse bloemen (ook tweekleurige en gevulde). Ze zijn er bovendien in allerlei vormen en bloemmaten (van ‘gewoon’ tot XXL). Bij de cultivars (kweekvormen) die GroenRijk voor de wandhangers heeft gekozen verschijnen de bloemen alleenstaand aan hun stengels. Ze hebben drie kelkbladen en vijf gekleurde kroonbladen. De meeldraden zijn vergroeid tot en soort ‘mutsje’ dat al snel afvalt. Als een bloem wordt bevrucht ontstaan er langwerpige groene vruchten die openspringen als je ze aanraakt. Daarmee bewijst de plant dat hij tot het ‘springzaad’ behoort. Andere mooie, bijzondere kenmerken van deze planten zijn hun bijna doorzichtige, glazig-sappige stengels en het bijna olijfgroene, soms rood aangelopen, fijngetande blad dat met twee of drie tegenover elkaar aan de stengels staat.

De wandhanger

Deze is gemaakt van sterk, groen, UV-bestendig, met kunststof gecoat canvas. Inhoud ca. 4,5 liter potgrond. Het is een uitgekiend en al jaren beproefd en geperfectioneerd systeem voor het vergroenen van verticale plekken buiten. Hierboven noemden we al dat de hanger heel makkelijk aan een spijker, schroef of haakje is op te hangen. Om rondtrekken (of omrollen) van de hanger te voorkomen, kun je hem ook aan twee schroeven, spijkers of haakjes ophangen die je ter breedte van de hanger uit elkaar (en op één lijn naast elkaar) aanbrengt. Het hengsel hang je dan in twee rechte hoeken over de bevestigingspunten heen. Het water geven gaat heel eenvoudig van bovenaf in de hanger in het pijpje en op de potgrond. Als het regent komt er maar betrekkelijk weinig regenwater in de potgrond, dus je moet ook water geven als het regenachtig weer is. Je kunt nooit te veel water geven, want dat kan onder uit de hanger via een gaatje weglopen. De potgrond in de hanger is speciaal voor toepassing in de hanger samengesteld en bevat langzaam werkende meststoffen (genoeg voor de eerste twee maanden).

Verzorging van de planten in de hanger

New Guinea-vlijtig Liesjes bloeien maar al te graag voor je. Daar hoef je maar weinig voor te doen. Of ze nu in hun wandhanger in de zon of in de schaduw hangen, zorg dat hun wortels nooit uitdrogen. Het water geven in de wandhanger is heel makkelijk (zie hierboven). Meestal is éénmaal per drie dagen water geven voldoende op wat beschaduwde plekken. Op een plek in de zon en tijdens warm, zonnig weer zul je wat vaker water moeten geven (één maal per twee dagen of zelfs dagelijks bij extreem warm weer). Geef per gietbeurt ca. 1,5 liter water. Geef ze na een paar maanden (zie hierboven) bovendien eens per veertien dagen wat plantenvoeding in het gietwater. Dat hoeft pas als je ziet dat de blaadjes gaan vergelen. Dan is de mest in de potgrond namelijk opgebruikt door de planten en moet je zorgen dat ze voldoende nieuw voedsel krijgen. Geef dan perkplantenvoedsel (GroenRijk heeft dat voor je.) Maar het kan lang duren voor dat nodig is.

In kort bestek

Een wandhanger met New Guinea-vlijtig Liesjes (Impatiens) is een ideale kleur-en-fleurigmaker voor iedere verticale plek in je tuin of op je balkon. Deze soort vlijtig Liesjes bloeit fantastisch en onvermoeibaar in zon én schaduw. Je geniet ervan tot de vorst er ver in de herfst een eind aan maakt. De wandhanger is makkelijk op te hangen en heel eenvoudig te verzorgen. Nu bij GroenRijk.    

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl

Image may be NSFW.
Clik here to view.

Hangpotten met echte, doordragende aardbeien

De bij iedereen bekende aardbeien – met de heerlijke vrij grote tot grote vruchten – zijn kruisingsproducten tussen Europese en Amerikaanse soorten uit het geslacht Fragaria. Ze worden in dat aardbeiengeslacht ingedeeld als behorend tot Fragaria × ananassa. Daarvan bestaan wereldwijd honderden rassen. Daarnaast zijn er minder belangrijke soorten zoals de kleine Europese bosaardbeitjes (Fragaraia vesca, heel lekker), de grote Europese bosaardbei (Fragaria moschata, in Nederland en Vlaanderen beschermd). Verder Amerikaanse soorten en diverse soorten sieraardbeien. Sieraardbeien – bijv. met roze bloemen – vormen ook wel vruchtjes, maar die zijn niet erg lekker.

De vele rassen binnen de soort Fragaria × ananassa worden vooral in twee grote groepen opgedeeld:de zogenaamde ‘junidragers’ en de ‘doordragers’. Het verschil zit hem in de bloei- en vruchttijd. De bloeiperiode van de junidragers valt in mei en de oogstperiode van hun vruchten is niet veel langer dan een week of vier in eind mei-juni-juli. Dat geeft dus heel veel aardbeien in vrij korte tijd. Bij junidragers ontstaan geen bloemen meer als de vruchten rijpen. Bij doordragende aardbeien werkt dat heel anders: daarbij zitten maandenlang zowel bloemen als rijpende vruchten aan de planten. Heel mooi! De bloei (witte trosjes bloempjes met vijf bloemblaadjes) begint in mei en kan wel vier tot vijf maanden doorgaan (tot in september, soms zelfs tot in oktober). Al die tijd ontstaan er dus ook oogstbare, rijpe, rode vruchten. Het oogstfeest is definitief voorbij als in de herfst de vorst invalt. Dat wil niet zeggen dat dan ook het einde van de planten is gekomen. Aardbeien zijn meerjarige vaste planten en van de heerlijk smakende vruchten van de  doordragers – het type dat GroenRijk nu aanbiedt – kun je dus extra lang genieten. Je kunt er zelfs volgend jaar nog opnieuw van oogsten en misschien ook nog het jaar daarna als je goed voor je aardbeiplanten in hangpot zorgt. Je zult dan wel merken dat de verouderende planten ieder jaar minder rijk dragen. Daarom gaan aardbeiplanten bij de telers twee à drie jaar mee. Daarna worden ze vervangen.

De verzorging

Het is een prachtig gezicht: de witte bloemen en de hangende rode vruchten bij de lichte pot en het gezonde, volgroene blad van de planten die GroenRijk voor je heeft. Aardbeiplanten zijn echt mooi. Zeker als je ze goed verzorgt en regelmatig vergelend blad weghaalt. Hang je pot op een lichte, zonnige plek. Geef regelmatig water. Laat de potgrond niet uitdrogen, maar maak het ook niet kletsnat. Aardbeiplanten houden niet van voortdurend ‘natte voeten’. Dus regelmatig even voelen of de potgrond nog iets vochtig aanvoelt en pas water geven als dat minder wordt. Geef water in de pot, niet op de planten. De planten staan in de pot in bemeste, venige grond. Geef ze tijdens de groei en bloei elke veertien dagen wat kaliumhoudende mest, bijv. tomatenmest of een vloeibare kaliumhoudende meststof in het gietwater (GroenRijk heeft dat voor je). Knip uitlopers waaraan geen vruchten, maar jonge aardbeiplanten verschijnen, regelmatig af. Die kosten de planten alleen maar bloei- en vruchtvormende energie. Als er (te) veel blad verschijnt, mag je daarvan ook gerust wat verwijderen (zie de ‘TIP’). Aan het eind van het seizoen, merk je dat de planten in de pot in rust gaan. Je kunt ze dan weg doen (en het jaar erop een nieuwe aanschaffen) of ze overhouden tot het volgende jaar. Laat ze in het laatste geval op een koele, maar vorstvrije, lichte plek overwinteren. Laat de potgrond ook dan niet helemaal uitdrogen. In het voorjaar de oude bladresten verwijderen, geef de planten verse grond, en hang de pot medio april weer buiten op. Eind april zullen de planten gaan bloeien. Haal die eerste bloempjes weg. De planten moeten namelijk eerst voldoende blad vormen voordat ze volop mogen gaan bloeien. Bij de planten die je nu in de hangpot bij GroenRijk koopt, is dat allemaal al gebeurd.    

Waarom de aardbei ‘aardbei’ heet

Een aardbeiplant (in Vlaanderen: ‘aardbezie’) groeit dicht bij de grond, vandaar dat ‘aard’. Men denkt dat het naamdeel ‘bei’ is ontstaan uit het Franse ‘baie’ dat weer aan het Latijnse ‘baca’ is ontleend en ‘bes’ betekent. Fragaria komt van ‘fragrans’ (Latijn: lekker geurend). Daar komt ook de Franse naam ‘fraise’ en het Italiaanse ‘fragola’ voor aardbei vandaan. In het Duits heet de aardbei ‘Erdbeere’, in het Fries ‘ierdbei’,  in het Engels ‘Strawberry’. Die laatste naam is gegeven vanwege de (originele) eeuwenoude kweekwijze van de vruchten ‘op een strooien onderlaag’ en soms werden de planten ‘s winters ook tegen strenge vorst met stro afgedekt.

In kort bestek

Maandenlang genieten van heerlijk smakende, gezonde aardbeien! Dat kan met de doordragende aardbeienplanten in hangpot  die GroenRijk nu aanbiedt. Die geven een voortdurende stroom van witte bloempjes en rijpende aardbeien tot in de herfst. Mooi om te zien, verrukkelijk om van te smullen (Vlaams: sneukelen). Echte snoepplanten! Hang de pot op een zonnige plek, geef regelmatig water, zo nu en dan wat kaliumhoudende mest en oogsten maar! Dankzij de hangpot heb je geen last van slakken of muizen.

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl

Image may be NSFW.
Clik here to view.

Een Japanse soort met verschillende vormen

Er zijn tientallen soorten hortensia’s, afkomstig uit Noord- en Zuid-Amerika en Azië. H. macrophylla stamt uit Japan. De eerste exemplaren van die soort werden in de 18^e eeuw in Europa ingevoerd. Er bestaan diverse ondersoorten van met bolronde of platte bloemschermen,, maar ook dubbelkleurige, doorbloeiende en zelfs seringvormige bloeiers. Die bolronde (ook gevuldbloemige genoemd) bloemschermen bestaan uit een ronde cluster steriele (niet vruchtbare) bloempjes. Die kunnen dus geen zaad vormen.

De typen met een plat bloemscherm worden randbloeiers, Teller-vormen of lacecaps genoemd (Teller is het Duitse woord voor ‘eetbord’ en lacecap (Engels) betekent letterlijk ‘kanten mutsje’). Het platte bloemscherm van die hortensiavormen heeft een buitenrand met steriele bloemen. In het midden van de bloeiwijzen zijn de bloemen van Teller-typen wel vruchtbaar. Die kunnen dus wel zaad vormen.

Deze week worden vooral de min of meer bolrond bloeiende vormen in diverse kleuren door GroenRijk aangeboden. GroenRijk heeft een aantal van de beste en mooiste voor je geselecteerd. Je zult behalve verschillen in bloeikleur, ook bladverschillen tussen de planten zien en zelfs in de bloemen – die kunnen bijvoorbeeld gladde of gekartelde bloembladrandjes hebben.

Er bestaan meer dan 500 kweekvormen van deze hortensia’s

De meeste vertonen witte, roze, rode of blauwe bloemkleuren. De kleur is in sommige gevallen te beïnvloeden. Planten met roze bloemen kunnen blauw gaan bloeien. Dat gebeurt als ze in zure grond worden gezet of als er ijzer of aluminium in die grond zit (dat wordt er dan ook soms bij gedaan om blauwe bloemen te krijgen). Bij wit bloeiende planten kunnen de bloemen tijdens het groeiseizoen roze of roder worden, maar dan beginnen ze hun bloei het jaar erop wel weer wit. Als jouw blauw bloeiende hortensia roze wordt, kun je dat met speciale mest (in het najaar geven) verhelpen. Die speciale mest is NPK 10+8+35+3% magnesium en extra aluminiumsulfaat. GroenRijk heeft het.

Verzorging

H. macrophylla-typen laten zich ook uitstekend in pot kweken en houden. Je kunt ze in hun kweekpot in een leuke sierpot zo op je terras of balkon zetten. Dan heb je er extra veel plezier van.

Maar je kunt de planten die GroenRijk nu aanbiedt natuurlijk ook meteen in de volle grond van je tuin planten. Maar dan moet je wel weten dat deze hortensia’s wat vorstgevoelig kunnen zijn. Een aanrader: laat de uitgebloeide bloemen gewoon de hele winter aan de plant zitten. Die geven wat extra bescherming tegen vorst bij de gevoelige toppen van de scheuten. Wat sneeuw of rijp op zo’n bloemscherm staat prachtig. Vooral in het vroege voorjaar kan vorst schade geven aan de zich ontwikkelende, sappige nieuwe scheuten. Later in het voorjaar kun je de oude bloemen dan vlak eronder (daar zit een nieuwe bloeiknop) afknippen. Knip de stengels even boven die nieuwe knoppen door. Je kunt de knoppen duidelijk zien zitten.

Geef de plant voeding als de nieuwe bloemknoppen beginnen te groeien. Je kunt de bemesting tot in juli maandelijks herhalen. Zeker bij planten die in een pot groeien, is dat belangrijk. Vergeet ook niet op tijd water te geven. Hortensia’s zijn zoals gezegd behoorlijk dorstig.

Als de plant op den duur te groot wordt, kun je er ieder voorjaar enkele van de oudste takken kort bij de grond uitknippen. Dat stimuleert bovendien de groei van nieuwe takken en in de loop van enkele jaren verjong je zo de hele plant, waardoor hij rijk blijft bloeien. Deze manier van snoeien wordt dan ook verjongingssnoei genoemd.

Inplanten

Wanneer je je hortensia in de tuin wilt planten, moet je een voldoende ruim plantgat maken (op een licht beschaduwde plek) en de grond die je rond de wortels in het gat terugbrengt, verrijken met goede compost. Maak de wortels aan de buitenkant van de kluit rondom iets los voor je de plant in het plantgat zet. Dat bevordert een goede doorgroei. Zorg dat de grond na het inplanten vochtig blijft.

In kort bestek

De hortensia’s met bolle bloeiwijzen die GroenRijk nu speciaal aanbiedt, zijn sterke, enorm rijk bloeiende heesters die eigenlijk Hydrangea macrophylla heten. Ze zijn er nu in een grote potmaat (doorsnee 23 cm) en rijk bloeiend in allerlei prachtige roze, witte en blauwe tinten. De verzorging is makkelijk en zowel in pot als in de volle grond bloeien ze geweldig. Vergeet niet op tijd water te geven. De bloemen laten zich ook heel goed drogen.

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl

Image may be NSFW.
Clik here to view.

Met zomerbloeiende vaste planten haalt u kleur en geur naar uw terras, een lokroep voor bijen en vlinders. En omdat het winterharde vaste planten zijn, heeft u er zomer na zomer plezier van. Maak kennis met de Echinacea, Phlox en Delphinium.

Echinacea, Phlox en Delphinium

Echinacea, ook wel zonnehoed genoemd, heeft een groen of oranje bloemhoofdje omringd door afhangende bloemblaadjes. Die hebben prachtige kleuren zoals zalmroze, okergeel, dieppaars, donkerrood of wit. Er zijn bovendien ook dubbelbloemige variëteiten. De E. purpurea is de oorspronkelijke soort en verwijst naar de lilakleurige bloemblaadjes. 

Phlox kent u misschien als vlambloem vanwege de oorspronkelijke purperrode kleur. De plant is herkenbaar aan zijn zoete geur en zijn mooie trosvormige bloeiwijzen. Er zijn opgaande soorten (P. Paniculata Grp) en bodembedekkende soorten (p. Subulata Grp). Door veredeling is de plant inmiddels verkrijgbaar in het wit, dieppaars, blauw en roze met een rood oog. Er zijn zelfs bloemen met gestreepte bloemblaadjes. 

Delphinium (ridderspoor) behoort tot de Ranunculaceae en heeft statige, langgerekte bloemen. Wanneer u goed kijkt naar de bloemetjes langs de aren zijn de ‘sporen’ van een ridder te paard te zien. De plant is verkrijgbaar in prachtige pasteltinten en in het wit. 

Verzorging van Echinacea, Phlox en Delphinium

Voor een zomerse bloemenzee zet u Echinacea, Phlox en Delphinium in de halfschaduw tot volle zon. Ze hebben het naar hun zin in goed doorlatende, vochtige grond. Geef de planten regelmatig water, zeker wanneer ze in potten staan. In het voorjaar verlangen ze wat extra voeding om lang te bloeien en gezond te blijven. 

Snoeitips zomerbloeiende vaste planten 

In de nazomer, wanneer de bloemen zijn uitgebloeid, kunt u de planten terugknippen zodat ze een eventuele tweede bloei geven in het najaar. De planten zullen in de winter bovengronds afsterven en ondergronds in rust blijven. Laat de afgestorven delen aan de plant zitten, dat beschermt ze namelijk tegen extreme winterse omstandigheden. Eind februari kunt u deze delen dan verwijderen, de plant zal zich in het voorjaar weer ontwikkelen om in de zomer prachtig te bloeien. 

Meer informatie over Zomerbloeiende vaste planten (Echinacea, Phlox, Delphinium) en andere tuinplanten vindt u op Mooiwatplantendoen.nl.

Image may be NSFW.
Clik here to view.

Stoer groen moet je doen, alleen al omdat je huis er van opknapt. En dat het ook nog eens positief uitstraalt op je imago, is uiteraard mooi meegenomen.

Groene bromance

Sterke vormen, stevige struikvormen, relaxed in de omgang – deze stoere planten zullen de Afdeling Testosteron zeker aanspreken. Codiaeum biedt sterke kleuren, Philodendron oogt oer en stoer, Sansevieria is zo goed als onderhoudsvrij, Schefflera groeit met je mee tot het een binnenboom is en Scindapsus is een zelfredzaam type dat op wat water en voeding desnoods een hele wand voor je volgroeit. Het zijn allemaal planten met een robuust karakter, die als groene Steve McQueens bijdragen aan je ongetwijfeld onweerstaanbare aantrekkingskracht.

Winnaarsmentaliteit

Mannenplanten passen naadloos in de nieuwe interieurstijl die draait om sportieve elementen, zoals geometrische patronen, een bank in de vorm van een rugbybal en keukenstoelen met leuningen als het stuur van een racefiets. Zo heeft Sanseviera vlotte strepen, komen zowel Codiaeum als Schefflera en Scindapsus met energieke patronen en heeft Philodendron, afhankelijk van de variëteit, pijlvormige bladeren. Hiermee stralen ze zowel actie als ontspanning uit en worden het meer energiebrengers dan stemmingmakers. Hou de basis cool: gepolijst staal en potten met een golf- of netstructuur versterken de uitstraling.

Planten in je man cave = sexy

Een plant maakt je huis levendiger en zorgt voor kleur. Biedt extra zuurstof als je brak bent en helpt stress te verminderen. Zal je niet storen als er een leuke dame bij je langs komt en vindt het prima als je een nachtje wil gamen. Tegelijk laat je met een plant zien dat je iets in leven kunt houden. Dat stelt je moeder gerust en vinden vrouwen woest aantrekkelijk. Allemaal redenen om met mannenplanten een groene man cave te bouwen. En dat allemaal in ruil voor alleen wat water en af en toe wat voeding.

Verzorging mannenplanten

● Mannenplanten staan graag licht, maar niet in de volle zon.

● Wat betreft water geven: geen voetbad, niet laten uitdrogen, het mag er zo tussenin zitten.

● Met eens per maand een scheutje plantenvoeding in het gietwater kom je een eind.

● Wil je ze mooi recht laten groeien, draai ze dan af en toe in het voorbij gaan een halve slag.

Mannen(planten) van de wereld

Mannenplanten zijn goed geïntegreerde wereldburgers. Sansevieria komt uit Ethiopië, Philodendron is een tropische gast die sinds de 17^de eeuw een hit in het westen is. Schefflera een Aussie ('Gidday, mate!') en Scindapsus en Codiaeum komen oorspronkelijk uit Zuidoost-Azië. Voor allemaal geldt dat ze duizenden jaren geleden al groeiden en bloeiden, en ook toen het leven van mensen al aangenamer maakten. De vezels van Sansevieria worden bijvoorbeeld als grondstof gebruikt en Schefflera is al eeuwen een schaduw biedende 'parapluplant'.

Trivia mannenplanten

● Scindapsus en Schefflera staan bekend als geluksplanten en brengt hun huisgenoot geld en geluk.

● De luchtzuiverende kwaliteiten van Scindapsus zorgen ervoor dat hij in de Top 10 van Gezonde Planten staat.

● De krachtige tekening van Codiaeum staat symbool voor power en libido.

● Een lang leven en een goede gezondheid, dat is waar Sansevieria in de plantentaal voor staat.

● Sansevieria krikt de luchtvochtigheid in je huis op zodat je minder snel last hebt van kriebelende ogen of een droge keel.

Woonplant van de maand

Mannenplanten zijn de woonplanten van juni 2017. De 'Woonplant van de maand’ is een initiatief van het Bloemenbureau. Maandelijks kiest het Bloemenbureau in overleg met vertegenwoordigers uit de sierteeltsector een plant die het opvallend goed doet bij de consument, of juist (nog) niet zo bekend is, maar wel potentie heeft om het goed te doen in de woonkamer.

Voor meer informatie zie: www.mooiwatplantendoen.nl

Facebook: mooiwatplantendoen

Twitter: @watplantendoen

Mooiwatplantendoen.nl

Mooiwatplantendoen.nl is een initiatief van Bloemenbureau Holland en laat consumenten ervaren dat je je lekkerder voelt met planten om je heen.

Fotobijschrift
Woonplanten van juni 2017: mannenplanten.

Image may be NSFW.
Clik here to view.

Zelfbestuivend, dus geen ander ras als bestuiver nodig

De Patio-perenrassen die GroenRijk speciaal deze week voor je in de aanbieding heeft, zijn allemaal zelfbestuivend. Dat betekent dat de boompjes ook vruchten geven als er geen ander perenboompje (met vreemd stuifmeel) in de buurt staat. Je Patio-peertje is daardoor ook niet afhankelijk van de bloeitijd van een tweede perenboompje. De bestuivende bijen en andere insecten brengen het eigen stuifmeel uit de bloemen van je boompje van bloem tot bloem. Met sappige peren als resultaat. Het is wel waar dat als er een tweede bestuiver van een ander ras bij staat, de opbrengst aan vruchten vaak groter is. De drie rassen Patio-peertjes uit de aanbieding van deze week zijn deels ook bestuivers voor elkaar.

Nu drie soorten Patio-peertjes (leuke oude rassen) in de aanbieding

*‘Bonne Louise (d’Avranches)’ (uit 1780) bloeit rijk met massa’s geurende, witte bloempjes. Vanaf augustus zijn de heerlijke handpeertjes plukrijp. Ze zijn heel sappig en smaken heerlijk lichtzuur (frisse smaak). Ze zijn groen met vaak een rode blos aan de zonkant. Eet de vruchten vers van het boompje. De peertjes zijn koel bewaard houdbaar tot midden oktober.

* ‘Doyenné du Comice’. Ook dit oude ras (uit ca. 1850) bloeit rijk en wit uit rozerode bloemknoppen. Heel mooi!. De grote, brede, zoete en sappige geel-bruine vruchten (ook met rode blos) zijn consumptierijp in september-oktober. Koel bewaarbaar tot december. Smeltend vruchtvlees, heel lekker.

* ‘Beurré Hardy’.  Uit 1820. Zeer decoratieve bloei. Een  heerlijke dikbuikige handpeer die  vrij grote, roestbruine vruchten geeft. Het vruchtvlees is heel aromatisch, sappig en zoet. Stevige schil. Vanaf half september vers te oogsten. De vruchten zijn koel houdbaar tot half oktober.

Verzorging

Zet je Patio-boompje liefst op een zonnige, enigszins beschutte plek. De boompjes verdragen iets schaduw, maar de vruchten rijpen het beste in de zon. Patio-perenboompjes zijn bladverliezend. Doordat de boompjes in pot zijn gekweekt, kun je ze nu met kweekpot en al in een sierpot zetten, maar je kunt de kluit ook uit de pot halen en je Patio-perenboompje in de volle grond van je tuin of in een grotere pot, bak, kuip of mand overplanten. Patio-perenboompjes vragen lichtzure tot pH-neutrale, goed doorlaatbare, vruchtbare en vochthoudende grond. Laat de grond nooit helemaal uitdrogen. Alle Patio-perenboompjes die GroenRijk nu aanbiedt, bloeien in de periode april-mei. Mocht het tijdens de bloei gaan vriezen (late nachtvorst), bescherm het boompje daar dan tegen (bijv. tijdelijk met tuinvlies). Bevroren bloemen betekent: weinig of geen vruchten. Geef je Patio-perenboompjes in het vroege voorjaar speciale kaliumrijke mest voor fruitbomen (ook gedroogde koemestkorrels zijn heel goed). GroenRijk heeft alles wat je voor de verzorging van je boompjes nodig zou kunnen hebben. Door de langzame groei hoeven Patio-perenboompjes niet of nauwelijks te worden gesnoeid. Wil je wel snoeien of wil je de vorm van je boompje iets corrigeren, dan kun je te lang uitgroeiende zijtakken van de takken in januari-maart wat inkorten.

Peren zijn heel gezond

Peren bevatten veel vezels die heel goed zijn voor je spijsvertering. Je kunt een peer gerust met schil en al opeten. Zeker als het je zelfgekweekte, onbespoten peren zijn. Daarnaast zitten er veel natuurlijke suikers in, waaronder veel fructose. Vruchtensuiker zorgt voor veel energie. Die vruchtensuikers zitten ook in het sap van de vruchten. Supergezond!

Waarin Patio-peren van andere fruitboomvormen verschillen

Perenbomen zijn middelgrote fruitbomen. Om de typische eigenschappen van alle verschillende rassen te bewaren worden daarvan stekken genomen. Die worden geënt op een zaailing-onderstam. De keuze van de onderstam bepaalt ook de grootte en de groeisnelheid van de bomen. De meest voorkomende typen zijn:

• Laagstam (stamhoogte 50 cm; boomhoogte uiteindelijk 2-4 m;
• Halfstam (stamhoogte 100 cm; boomhoogte uiteindelijk 3-5 m;
• Hoogstam (stamhoogte 180-200 cm; boomhoogte uiteindelijk 6-10 m of meer.

Daarnaast zijn er onderstammen die dwerggroei geven. Onderstammen voor Patio-boompjes zijn daar een voorbeeld van. Maar het kan nog kleiner: dan ontstaan er zuil-fruitbomen die alleen nog maar een hoofdtak en zelfs geen zijtakken meer vormen. Bloemen en vruchten lijken daarbij uit de stam te komen. Patio-perenboompjes vormen nog een echte takkenkroon.

Behalve in deze vormen worden heel veel vruchtbomen ook als leifruit gekweekt. De kronen worden dan door gerichte snoei plat (in één vlak) gehouden

In kort bestek

GroenRijk heeft deze week drie prachtige Patio-perenboompjes in de aanbieding: echte oude fruitrassen in dwergvorm, uiterst langzaam groeiend, in pot gekweekt. Maar ze bloeien als hun grote broers en de vruchten zijn even groot en net zo lekker. Ideaal voor kleine tuinen en (in pot) op balkon of terras (patio). Makkelijke verzorging. Heerlijke, gezonde peren: eet ze vers van je eigen boompje! Ook een prachtcadeau voor Vaderdag (in Nederland 18 juni).

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl

Image may be NSFW.
Clik here to view.

Deze salie staat graag op een zonnige plek in border of plantenbak

Deze salie (Salvia nemorosa ‘Caradonna’) is er een uit een groot aantal cultivars van een vanouds zeer gewilde, rijkbloeiende saliesoort: Salvia nemorosa uit Midden- tot Zuid-Europa en Zuidwest-Azië. Bijna iedereen kent de eenjarige vuursalie (Salvia splendens) met zijn knalrode bloeiaren, maar zo zijn er nog ruim 900 andere eenjarige, tweejarige en meerjarige soorten waarvan ook weer honderden kweekvormen bestaan. Sommige zijn tropisch (o.a. uit Midden- en Zuid-Amerika), andere perfect voor ons klimaat. Salvia nemorosa ‘Caradonna’ is zo’n meerjarige, vaste plant die in het najaar bovengronds afsterft, maar de wortels leven door de winter heen en vanuit de wortels verschijnen in het voorjaar weer nieuwe scheuten die rijk zullen bloeien. Het is een uiterst dankbare, ideale borderplant die het ook in een flinke pot of plantenbak goed doet. Hij vraagt weinig onderhoud, gaat rustig zijn gang, woekert niet, vlinders en andere insecten zijn er dol op en van slecht weer trekt hij zich weinig aan.

Over Salvia nemorosa

Salvia nemorosa heette eerder ook Salvia × superba. Die naam zie je nog wel eens. De ‘×’ geeft aan dat men toen dacht dat het een kruisingssoort was – mogelijk geldt dat voor enkele cultivars – maar de soort komt wel degelijk zuiver in de natuur voor. Ze vormt een korte, stevige wortelstok, heeft geen bladrozetten, maar kortgesteelde ovale, iets grijsgroene bladeren aan de stengels en kleine violette bloemen in dichte (later in het seizoen wat lossere) aren daar bovenuit. Van die echte soort is ook ‘Caradonna’ afgeleid. ‘Caradonna’ wordt ca. 65 cm hoog (bloeiend) en ongeveer 40 cm breed, bloeit met volbezette, donker-blauwviolette aren (juni-augustus), maar heeft een extra dat veel andere cultivars missen: prachtige, donkerpaarse stengels die het dofgroene blad dragen. Heel mooi! Het is een stevige, opgaande groeier die in de herfst bovengronds afsterft.

Andere Nemorosa-cultivars

Heel bekend en al tientallen jaren zeer gewild is ‘Ostfriesland’ uit 1955 (kwekerij Pagels, Duitsland). Die blijft lager (45 cm) dan ‘Caradonna’, maar wordt breder (65 cm), bloeit violetblauw (juni-september) en heeft tamelijk lichtgroen blad. Salvia nemorosa ‘Amethyst’ wordt 60-80 cm hoog en bloeit violetroze. Het ras ‘Mainacht’ werd in 1956 geïntroduceerd (Foerster), wordt 60 cm hoog en bloeit blauwviolet vanaf mei tot augustus. ‘Viola Klose’ wordt 40 cm hoog en bloeit nog vroeger. ‘Blauhügel’ (50 cm) bloeit zuiver blauw. En zo zijn er meer.

Andere saliesoorten

Het meest bekend is salie als keukenkruid (Salvia officinalis). Deze soort is halfwintergroen en bloeit in juni-juli (paarsviolet). Als sierplant zijn heel bekend de paarsbladige vormen ‘Purpurascens’ en ‘Tricolor’ die grijsgroen-geel-paarsood blad heeft. Als sierplant zijn ook tal van een- en tweejarige, zomerbloeiende soorten zeer gewild: Salvia argentea heeft witwollig blad en witte bloemen, S.

farinacea paarsviolette bloemen en blauwachtige stengels. Scharlei (muskaatsalie) is een soort uit Zuid-Europa (S. sclarea) die violet tot lichtrood bloeit. De van mei tot oktober bloeiende vuursalie (S. splendens) noemden we hierboven al. Zo zijn er honderden. GroenRijk heeft ook wat deze soorten en hun cultivars betreft een rijk aanbod.

‘Caradonna’ vraagt weinig zorg

Plant ‘Caradonna’ in goed doorlatende, voedzame, normale tuin- of standaard-potgrond. Zet hem op een zonnige tot heel licht beschaduwde plek. Zorg dat de grond nooit helemaal uitdroogt. Als je de stengels direct na de bloei licht terugknipt gaat de plant nog eens bloeien. Laat de laat in het jaar afstervende stengels gerust zitten. Die zorgen voor winterbescherming van de wortels eronder. Ruim pas in het voorjaar de afgestorven stengels op voor de nieuwe stengels verschijnen en geef de planten dan ook een goede voorraadbemesting met organische mest. Dan kunnen ze tijden vooruit zonder dat je er veel omkijken naar hebt. Hoef je alleen maar van je planten te genieten en te sproeien als het lang droog blijft.

TIP

Salvia nemorosa ‘Caradonna’ laat zich prachtig combineren met o.a. duizendblad (Achillea), Zeeuws knoopje (Astrantia), rode zonnehoed (Echinacea), klokjesbloemen (Campanula), diverse soorten ooievaarsbek (Geranium), beemdkroon (Knautia), kattenkruid (Nepeta) en halfheesters zoals lavendel (Lavandula) en Hebe. Een schitterende variatie aan bloem- en plantvormen waar je zo een border mee kunt vullen! GroenRijk heeft ze allemaal!

In kort bestek

Salvia nemorosa ‘Caradonna’ is een prachtige meerjarige salie, die rijk bloeit (juni-augustus) met donker-blauwviolette aren (ca. 65 cm hoog) aan opvallend mooie, paarse stengels. Deze salie combineert uitstekend met tal van andere borderplanten, trekt vlinders aan en vraagt weinig zorg. Voor zon tot lichte schaduw en normale tuin- of potgrond. Ook een goede snijbloem.

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl

Image may be NSFW.
Clik here to view.

Ridderspoor ‘Magic Fountains’ bloeit met drie tinten tegelijk!

Riddersporen (Delphinium) zijn indrukwekkende tuinplanten. Er bestaan meer dan 400 soorten van. Van sommige soorten zijn tientallen (soms zelfs honderden) kweekvormen ontwikkeld die in enkele grote groepen zijn samengebracht, onder andere in de (in de USA ontwikkelde) ‘Pacific Giant Groep’. GroenRijk heeft deze week een bijzondere cultivar uit die groep in de aanbieding: Delphinium ‘Magic Fountains’ die liefst met drie tinten tegelijk bloeit: wit + blauw + paars! Heel opvallend en uiterst decoratief! ‘Magic Fountains’ is een lage vorm (maximaal 90 cm hoog) uit deze groep riddersporen waarin reuzen voorkomen die wel 200 cm hoog kunnen worden. De bloei is rijk met relatief grote, min of meer compacte trossen bloemen aan de toppen van de recht omhoog groeiende, groen bebladerde stengels. Ook het blad van deze plant is prachtig: gelobd, getand en sierlijk gebogen. Het blad reikt aan de stengels tot onder de bloemtrossen. ‘Magic Fountains’ bloeit van juni tot en met september. Een juweel in de tuin! Deze cultivar hoeft vanwege de sterke stengels niet te worden gesteund.

Riddersporen zijn vaste planten die behoren tot de Ranonkelfamilie (Ranunculaceae) waar bijvoorbeeld ook de boterbloemen bij zijn ingedeeld. Bijna alle soorten stammen van het noordelijk halfrond van de Aarde, maar wel in heel verschillende gebieden: van vochtige bossen op berghellingen tot droge steppen. Enkele soorten komen op grotere hoogten voor in de bergen van tropisch Afrika. De meeste soorten zijn kortlevend, maar zaaien zich gemakkelijk uit. Ook de vaste riddersporen uit de Pacific Giant Groep worden allemaal uit zaad opgekweekt. De planten hebben holle, opgaande stengels en de bloemen zijn als regel halfgevuld. Daardoor lijken de bloemtrossen nog uitbundiger te bloeien dan ze al doen. Dat geldt ook voor de bloemen van de compacte ‘Magic Fountains’ die vóór in een border of in een grote pot of bak absoluut de aandacht van iedereen weten te vangen. Het zijn indrukwekkende verschijningen die ook veel bijen en vlinders aantrekken. ‘Magic Fountains’ bloeit in juni, juli, augustus en september met meerdere bloeistengels tegelijk. Een prachtig gezicht, en door de tere blauwe, paarse en witte tinten aan dezelfde plant heel exclusief. Inmiddels zijn er door de kwekers ook andere cultivars uit de oorspronkelijke ‘Magic Fountains’ afgeleid. Dat zijn de ‘Magic Fountain Hybrids’ die wit (al of niet met een donker oog) bloeien, of lila, roze, hemelsblauw en donkerblauw (met een wit of donker oog), paars en zelfs violetblauw met een bijna zwart oog. Ze worden ook als zaadmengsels aangeboden en dan vaak als snijbloemen gekweekt. Maar naar ons idee is de ‘Magic Fountains’ die Groenrijk nu in pot voorgekweekt aanbiedt, nog altijd de mooiste. Geef hem een ereplaatsje in je tuin, op je balkon of terras!

Verzorging

Delphinium ‘Magic Fountains’ staat graag zonnig, maar verdraagt lichte schaduw. Als je hem in de volle grond van je tuin plant, moet die grond voedzaam, matig vochtig en goed doorlatend zijn. Erg droge en erg natte grond wordt slecht verdragen. Hoewel ‘Magic Fountains’ sterk is en de stengels niet hoeven te worden gesteund, kun je hem het beste wat beschut neerzetten of inplanten. De grond mag van lichtzuur via pH-neutraal tot licht kalkrijk zijn. Zorg dat de grond tijdens warme, droge perioden niet helemaal uitdroogt. ‘Magic Fountains’ is een flinke eter: plant hem in met extra compost verrijkte grond. Wil je hem verpotten, doe dat dan in normale bemeste potgrond en geef vanaf zes weken na het verpotten plantenvoedsel in het gietwater. Als je de ‘Magic Fountains’ die je nu koopt, in pot blijft houden, moet je ook regelmatig voeding in het gietwater geven. De plant sterft in het najaar (ruim na de bloei) bovengronds af, maar is op zich goed winterhard. Hij zal in het voorjaar weer uitlopen.

Geef ‘Magic Fountains’die je in de volle grond van je tuin laat groeien ieder voorjaar een goede voorraadbemesting met organische mest. Het is aan te raden om Delphinium ‘Magic Fountains’ elke twee tot drie jaar in verse grond te verplanten en te verjongen (te scheuren of delen) om hun levensduur te verlengen (in feite geldt dat voor alle vaste riddersporen). Doe dat als volgt: in februari-maart de planten (tijdens een vorstvrije periode) oprooien. Schud de grond van de wortels en scheur de oude stelen los. Onderaan de oude stelen zitten nieuwe ‘ogen’ (knoppen). Snijd zo veel mogelijk van de oude stelen weg en plant de restanten weer in opnieuw verbeterde/verrijkte grond. Het is goed om die restanten voor het opnieuw inplanten met houtskoolpoeder te bestrooien. Dat gaat rotting tegen. Plant de nieuwe delen op ca. 35 cm uit elkaar (drie tot vijf planten per m2) of zet ze in potten. Bij nieuw uitlopende planten is het goed om in februari-maart de slakken in de gaten te houden: die vinden de jonge scheuten heel smakelijk. Strooi slakkenkorrels of schelpengruis. GroenRijk heeft de juiste anti-slakkenmiddelen voorradig.

Over water geven en een tweede bloei in het najaar

Om de bloemen zo lang mogelijk mooi te houden, is het beter om harde, koude ‘slagregens’ uit de sproeier te vermijden. Geef je ‘Magic Fountains’ liever op de grond onder de planten water. Iets heel anders: Als je riddersporen meteen na de bloei tot op 20 à 30 cm terugknipt, kan de plant vaak in september-oktober opnieuw gaan bloeien. Geef  na die knipbeurt wat extra voeding in de vorm van gedroogde koemestkorrels. Dat stimuleert de hergroei. We noemden het al: riddersporen zijn veelvraten. De tweede bloei in het najaar is wel een stuk minder dan de eerste.

TIP

Delphinium ‘Magic Fountains’ gaat uitstekend samen met onder andere lelies, vingerhoedskruid, baardirissen en rozen. Zorg voor een afwisseling met opgaande en breed spreidende groei-, blad- en bloemvormen. Dat geeft het mooiste resultaat.

In kort bestek

Deze week prachtige vaste riddersporen (Delphinium) ‘Magic Fountains’ bij GroenRijk in de aanbieding. Sterke, vrij laag blijvende (tot 90 cm hoog) opgaand groeiende planten die met drie-kleurenbloemen bloeien: wit + blauw + paars. Voor zon en rijke, doorlatende, wel iets vochtig blijvende grond. Imposante bloemtrossen in juni-september. Voor tuin en pot of bak. Schitterende planten. Makkelijk te verzorgen. Trekken ook veel bijen en vlinders aan.

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl

Image may be NSFW.
Clik here to view.

Wist u dat ook in de zomer bloembollen-op-pot worden verkocht? Ze brengen een terras in een instant zonnige sfeer. Als Tuinplant van de Maand juli selecteerden we drie zomerbloeiende bolgewassen-op-pot: Calla, Lelie en Ornithogalum. Gevarieerd, kleurrijk en imposant. 

Calla, Lelie en Ornithogalum 

De officiele naam voor Calla is Zantedeschia. Vroeger kenden we eigenlijk alleen de witte Zantedeschia aethiopica. Er zijn inmiddels compactere variëteiten in het wit, oranje, donker paars en geel. De planten hebben vaak een bijzondere bladtekening van zilverkleurige spikkels. 

Van de Lelie komen veel oorspronkelijke soorten uit Japan, China en Korea. Opvallend zijn de knoppen op de steel en het blad dat langs de hele steel groeit. De meest voorkomende Lelies hebben grote bloemen die sterk geuren, maar inmiddels zijn er ook vele soorten zonder die sterke geur. Ze vallen op in het geel, oranje, rood, roze en wit. Ook bestaan er tweekleurige Lelies wiens bloemen een extra vlek of spikkel in de kelk hebben. 

De Ornithogalum ten slotte, komt u ook wel eens tegen als vogelmelk. De bloem groeit vanuit prachtige bladrozetten aan een bladloze stengel. De drie meest voorkomende soorten zijn O. Saundersiae, O. Dubium en O. Thyrsoides.

O. Saundersiae heeft lange stengels met daaraan een witte bloem. De O. Dubium is veel korter, vaak maar 10 – 30 cm en komt voor in het oranje en geel. De O.Thyrsoides heeft witte, samengestelde bloemen in de vorm van een pluim. 

Verzorging Calla, Lelie en Ornithogalum 

Calla, Lelie en Ornithogalum zijn erg gemakkelijke gasten en geven wekenlang plezier. Deze zomerbloeiende bollen gedijen in zowel de schaduw als in de zon. Zorg er wel voor dat de potkluit nooit uitdroogt en bewater dus regelmatig, zeker als de planten in potten of bakken zijn geplant. Geef voor een rijke bloei bovendien een keer per twee weken plantenvoeding. 

Image may be NSFW.
Clik here to view.

Volle zon, hoogzomer, hogedrukgebieden? Kleur je leven, je huis en je tuin met Kalanchoë, de makkelijkste, kleurrijkste plant ooit! 

Prachtige tropenkolder 

Bijzondere blaadjes, bloemen in funky kleuren en sprookjesachtige vormen, Kalanchoë biedt je de tropen op haar mooist. Het is een veelzijdige, exotische familie met een uitgelaten karakter. Er zijn kalanchoës die je vooral voor het blad kiest, omdat het vlammende kleuren of juist aaibare harige blaadjes heeft. De rijk bloeiende kalanchoës hebben funky enkele bloemen of romantische dubbele, in sprankelende kleuren. En dan zijn er nog grote hoge exemplaren, met buitenaardse ovalen bollen die zich openen in sierlijke klokjes. Er valt dus van alles te kiezen, of je nu houdt van groen, grijs, kleur of een dolle boel. 

Luchthartig groen 

De vrolijke gekte en knalkleuren van Kalanchoë vormen een perfecte aanvulling voor de nieuwe woonstijl waarin alle conventies overboord gaan. Hierin mag je je als bewoner eens lekker ontladen met malle contrasten en onverdunde vrolijkheid, puur voor de lol. Combineer de bijzondere vormen en de vele verschillende formaten van de planten met speelse potten en exotische motieven: het mag kakelbont en intens zijn, om het leven en de zomer te vieren. 

Verzorging kalanchoë

• Volle zon, donkere standplaats: Kalanchoë maakt alle plekjes mooier. 
• Liever geen voetbad, de kluit mag tussen gietbeurten iets indrogen. 
• Om de twee, drie weken een scheutje plantenvoeding volstaat.
• Uitgebloeide bloemetjes kun je – lekker makkelijk! – laten zitten, de nieuwe knoppen groeien er overheen. Door ze aan de plant te laten bevorder je de doorbloei. 
• Is het lekker weer (boven de 10°C) dan kan Kalanchoë ook prima op je balkon of terras schitteren, en in de tuin, zowel in bakken als in de volle grond. 
• Heb je geduld, dan kan een Kalanchoë voor een tweede ronde bloemen gaan, vooral buiten. 

Ideale vakantieplant 

Kalanchoë komt oorspronkelijk uit Madagascar en is een korte-dag-plant die pas bloemen vormt als de dag korter is dan de nacht. Er zijn meer dan 200 soorten van, in allerlei vormen en maten. In het wild groeien exemplaren van zes meter hoog, de woonplanten zijn aanzienlijk handzamer. Afgezien van koude streken kunnen ze overal gedijen. Voor alle kalanchoës geldt dat je er amper omkijken naar hebt. Het zijn vetplanten die vocht opslaan in de vlezige groene blaadjes, zodat ze er ook na je vakantie nog mooi bijstaan. Bovendien bloeien ze lang: je hebt er zeker acht weken plezier van. 

Kalanchoë trivia 

• Kalanchoë staat symbool voor volharding en genegenheid. 
• In China zijn rode en paarse kalanchoes mateloos populair om het Chinese nieuwjaar mee te vieren. 
• Kalanchoë is nog een vrij nieuwe woonplant die pas in 1932 in Europa arriveerde en er een halve eeuw over deed om internationaal door te breken. 

Image may be NSFW.
Clik here to view.

Portulaca ‘Carnaval’ is een veelkleurige éénjarige plant-in-pot die uitbundig bloeit in de volle zon

Portulak ‘Carnaval’ (Portulaca grandiflora ‘Carnaval’) zorgt altijd voor vrolijke zomersfeer. Zo’n pot met portulak ‘Carnaval’ is één groot kleurenfeest. GroenRijk biedt deze plant aan in een kleurrijke combinatie (allerlei blijmakende bloemkleuren bij elkaar) in één pot. Portulak is een van die heerlijke planten die je meteen aan het zonnige zuiden doen denken. Wat ze uitstralen is pure vakantiesfeer! Daar hoef je dus niet voor op reis. Portulak stamt dan ook uit het warme, tropische deel van Zuid-Amerika: uit Brazilië, Argentinië en Uruguay. Pure passie! De planten bloeien het meest uitbundig in de volle zon. In de kleuren van de bloemen klinkt de samba, de bossa nova en de tango. Een werveling van kleur. En ze verdragen met hun vetplantachtige eigenschappen aardig wat droogte. Ook dat is niet verkeerd! Kortom, wil je iets vrolijks en makkelijks laten bloeien op je balkon of terras (vóór in de border kan ook!)? Kies dan voor portulak ‘Carnaval’!

Een feest van  bloemen

Dat zuidelijke temperament zit vooral in het gedrag van de bloemen. Portulak ‘Carnaval’ is veel beter aan ons klimaat aangepast dan de wat oudere rassen. Die bloeiden alleen rijk bij zuidelijke, felle zon. Portulak ‘Carnaval’ al bij minder zon en daardoor gaan de bloemen ook veel eerder op de dag open dan de oude rassen. ’s Avonds sluiten de bloempjes zich weer. Dat ritueel herhaalt zich elke dag. Het betekent dat de planten in de Zuid-Amerikaanse natuur alleen door daginsecten worden bestoven. De kwekers zijn met deze soort (Portulaca grandiflora) geweldig in de weer geweest. Dat heeft geleid tot een waar kleurenfestijn. Portulak-bloemen doen aan kleine roosjes denken (er komen nu zelfs ook gevulde bloemvormen bij voor). De Engelsen en Amerikanen noemen deze plant dan ook ‘Moss Rose’. Ze blijven vrij laag (tot 30 cm) en bloeien van juni tot september en zelfs nog later met een geweldige stroom aan bloempjes. Vaak stopt die pas als de eerste nachtvorsten zich aandienen. Je moet dan wel regelmatig de uitgebloeide bloemen weghalen. Dan gaat de vorming van de  bloemen gewoon door. De kleuren van de bloemen zijn heel opvallend: rood, geel en okergeel, wit, oranje, lila, roze, donkerroze, paarsachtig en allerlei tinten daar tussenin. Voor portulak ‘Carnaval’ is daar een mooie mix uit gekozen. De bloemen hebben allemaal gele hartjes. De stengels zijn soms iets rood tussen het grijzig-groene, vlezige blad.

Prachtig, niet alleen voor balkon of terras

Het zijn ook prachtige planten voor de rotstuin, als randplanten langs een pad, voor een plek vooraan in de border. Bovendien perfect in plantenbakken of zelfs in een hanging basket (samen met hangende planten) als je daar beplanting voor zoekt. Zoals GroenRijk ze nu (in pot) aanbiedt, kun je er alle kanten mee uit. Ideaal voor een vochtige tot droge, zelfs warme standplaats. Dat mag best pal op het zuiden zijn. Hoewel je aan de hand van de wat verdikte, vetplantachtige blaadjes zou kunnen verwachten dat het echte droogteplanten zijn, is regelmatig water geven wel noodzakelijk. Maar het is waar, dankzij het vocht dat de planten in hun verdikte blaadjes en stengels opslaan, kunnen ze droge perioden goed overleven. Zo houden ze het uit waar andere bloeiers allang zouden verwelken, maar helemaal zonder water redden ze het uiteraard niet. De (pot)grond mag tussen twee gietbeurten in wel wat droog worden en je kunt ook gerust een paar weken met vakantie zonder dat er iemand naar je portulak-planten omkijkt. Geef eens per veertien dagen wat plantenvoeding in het gietwater. Gewone plantenvoeding voor eenjarige planten en kuipplanten is prima. Portulak houdt niet van kalk, dus als je deze planten om wat voor reden dan ook wilt verpotten of ergens inplanten, doe dat dan in gewone standaard-potgrond. Die is lichtzuur tot pH-neutraal en dat is prima. Portulak is niet winterhard (verdraagt geen vorst) en wordt daarom eenjarig gekweekt. Zet portulak niet op een tochtige plek. Door de op den duur iets overhangende vorm van de uitgroeiende, bloeiende stengels is portulak ‘Carnaval’ ook heel geschikt voor hangmanden. Hij komt ook mooi tot zijn recht in een rotstuin. Ook dat noemden we al. Kortom, vrolijke mogelijkheden genoeg met deze plant.

Omring je met zomerse kleur

GroenRijk heeft nog veel meer vrolijke zomerbloeiers voor je in voorraad, zoals vlasleeuwenbekjes (Linaria reticulata), Gazania, kleinbloemige Petunia (ook Mini-Petunia of Calibrachoa genoemd) en lage Zinnia’s. Het is een uitgebreid gezelschap. Sommige hebben onverwachte eigenschapen. Als je bijv. Mexicaanse madeliefjes (Erigeron karvinskianus) in je tuin plant, krijg je ze daarna altijd weer terug; die zaaien zich overal uit). Nog meer zomersuggesties: Nemesia, Nierembergia in wit en paars, en de strandviolier (Malcolmia). Je kunt er naar hartelust mee combineren. Zet laagblijvende zomerbloeiende planten die je in een pot of bak toepast, altijd wat hoger, bijvoorbeeld op een buitentafel. Dan kijk je er wat directer op en geniet je er nog meer van.

TIP

Portulakbloemen geuren zacht. Zet de pot dus zo neer dat je ook daarvan kunt genieten.

In kort bestek
Nu bij GroenRijk: potten vol zonminnende portulak ‘Carnaval’ (Portulaca grandiflora ‘Carnaval’): vrolijke, rijk bloeiende zomerbloeiers. Meer bloemkleuren per pot. Portulak ‘Carnaval’ vormt stromen roosachtige bloempjes boven fijn, vetbladachtig blad. Ze bloeien van juni tot september en zelfs nog langer. Makkelijk te verzorgen en ze verdragen veel droogte. Ideaal op balkon en terras, maar ook vooraan in de border en als hangplant. 

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl

Image may be NSFW.
Clik here to view.

Mini-Petunia’s (Calibrachoa) trekken zich niets aan van slecht weer. En je hoeft geen uitgebloeide bloemen te verwijderen. Dat doen de planten zelf!

Calibrachoa’s of Mini-Petunia’s lijken precies op petunia’s, alleen met wat kleinere bloemen. Maar hun echt superieure eigenschappen ontdek je pas later. Hoewel ze uit Zuid-Amerika stammen, doen ze het namelijk heel goed in ons sterk wisselende klimaat. Ze zijn veel minder gevoelig voor regen en slecht weer dan de oude Petunia-rassen. Ze verdragen droogte veel beter en – dat is misschien wel hun meest opvallende, betere eigenschap – je hoeft nooit uitgebloeide bloempjes te verwijderen. Calibrachoa’s zijn zoals dat heet ‘zelf-schonend’: ze laten hun oude bloempjes verschrompelen waarna ze afvallen. Verder hebben ze dezelfde fantastische eigenschappen als de ‘gewone’ petunia’s. Ze vormen namelijk ook lange bebladerde en rijk bloeiende ranken. En dat maandenlang achter elkaar. Ze bloeien door tot de vorst – daar kunnen ze nog net niet tegen – ze daarmee laat ophouden. Dan zit het er voor deze intens bloeiende, eenjarige planten weer op en verlang je al weer naar de nieuwe volgend jaar. Calibrachoa’s zijn er inmiddels in tal van tinten. GroenRijk biedt ze nu aan als vrolijke driekleurige combinatie (blauw + wit + roze) van sterke jonge planten in een hangpot. De lange ranken worden nog gevormd. Die kunnen wel 60-75 cm lang worden. Daar zul je nog maandenlang van kunnen genieten. Prachtig zoals die elegant op de wind bewegen!

Men dacht eerst dat Calibrachoa’s gewoon Petunia’s waren

Calibrachoa’s zijn bekend sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw. Toen zag een Japanse plantenonderzoeker ze in de wilde Zuid-Amerikaanse natuur. Het viel hem op dat deze ‘petunia’s’ kleinere bloemen hadden en rijker bloeiden dan andere. Hij nam er een paar mee naar huis in Japan. Daar kwamen ze terecht bij het plantenveredelingsbedrijf dat ook de Surfinia’s (verbeterde petunia’s) had gecreëerd. Men ging ermee aan de slag. Al gauw bleek dat de nieuw gevonden planten genetisch flink verschilden van de ‘gewone’ petunia’s. Ze verschilden zelfs zoveel dat ze niet bij het geslacht Petunia ingedeeld konden blijven. Het was geen andere soort, maar een heel ander geslacht. Dus was er een nieuwe geslachtsnaam nodig. Dat werd Calibrachoa, een vernoeming van de 18e eeuwse Mexicaanse botanicus en professor in de farmacie Antonio de Caly Bracho die deze planten voor het eerst beschreef als Petunia integrifolia (door anderen ook Petunia violacea genoemd), maar daar werd toen verder geen aandacht aan besteed. Mini-Petunia’s behoren net zoals Petunia’s wel tot de Nachtschadefamilie (Solaneaceae). In de wilde natuur van Zuid-Amerika komen ze voor van Zuid-Brazilië en Argentinië in het oosten tot Peru en Chili in het westen. Ze groeien daar vooral in open graslanden en licht struikgewas. De oorspronkelijke benoemde soort Petunia integrifolia is een struikachtige, kort levende plant die roze bloeit en waarbij oudere scheuten licht kunnen verhouten. Dat verschijnsel komt bij diverse Calibrachoa-cultivars nog steeds voor. Bij ons worden Calibrachoa’s gekweekt als eenjarige zomerbloeiers voor tuin, terras en balkon. Er zijn inmiddels tientallen cultivars ontwikkeld in een hele reeks tinten en kleuren, ook gevuldbloemige en andere afwijkende bloemvormen.

Andere namen: ‘Million Bells’ , ‘Zauberglöckchen’ en ‘Campamillón’

Bij ons worden Calibrachoa’s meestal Mini-Petunia’s genoemd, in Engelstalige gebieden (met name de USA) vooral ‘Million Bells’, in Duitstalige gebieden ‘Zauberglöckchen’ en in Zuid-Amerika is de meest gebruikte naam ‘Campamillón). Dat laatste  betekent: de plant met de miljoenen klokjes (campanilla millón). Het zelfde dus als ‘Million Bells’).

Verzorging

Hang je Mini-Petunia’s in hun hangpot op een lichte en zonnige plek in je tuin, op je balkon of terras, aan een pergola of de rand van je veranda of aan een speciale muurhaak. Een beetje (lichte) schaduw mag ook. Calibrachoa’s zijn veel minder dorstig dan de ‘gewone’ petunia’s. Een paar keer water geven per week is genoeg. Zelfs tijdens aanhoudend heel droog en warm weer hoef je maar eens per twee dagen te gieten. Laat de potgrond in de hangpot nooit helemaal uitdrogen. Geef eens per veertien dagen wat vloeibare plantenvoeding in het gietwater. De Mini-Petunia’s in hun hangpot groeien in speciale, lichtzure (pH5,5) potgrond. Kalkhoudende grond verdragen ze niet. In gewone potgrond is de pH-waarde meestal neutraal (pH7) dat kan voor Calibrachoa’s nog net. Als de planten in verkeerde grond staan of dringend voeding nodig hebben, geven ze dat zelf aan. Nieuw gevormde blaadjes worden dan lichter van kleur (ze worden wat geler). De planten bloeien vanaf mei onafgebroken met een stroom kelkvormige bloempjes die pas ophoudt als de eerste nachtvorsten zich aandienen. Uitgebloeide bloempjes verwijdert de plant zelf. Mini-Petunia’s zijn zogenaamd ‘zelf-schonend’. De planten groeien eerst ca. 20-40 cm omhoog, worden dan wat breder en vormen vanaf dat moment ranken die gaan overhangen. Die rijkbloeiende ranken kunnen makkelijk 60 tot soms zelfs 75 cm lang worden. Als de hangpot met planten laat in het najaar is uitgebloeid, kun je de planten wegdoen, maar bewaar de pot, maak hem goed schoon, en beplant hem volgend jaar opnieuw. Dat is duurzaam gebruik van plastic potten! GroenRijk houdt van duurzaam tuinieren!

Drie planten bij elkaar in de hangpot

Er zijn nog geen Mini-Petunia’s ontwikkeld die met verschillend gekleurde bloemen aan dezelfde plant bloeien. In de hangpot die je bij GroenRijk koopt zijn dan ook drie planten bij elkaar gezet, elk met een eigen bloemkleur. Bij rijk bloeiende planten die in één pot worden aangeboden, is dat vaker zo’n combinatie. Alleen valt dat nauwelijks op als de bloemkleur van alle planten in zo’n samenstelling – een zogenaamde ‘toef’ – hetzelfde is.

TIP

De bloemen van Mini-Petunia’s smetten niet. Ze zullen door hevige regenval niet verbruinen. Maar natuurlijk houden deze planten niet van aanhoudende, te sterke nattigheid. Hang je hangpot bijvoorbeeld niet precies onder een (af)dakrand waar vanaf het water krachtig naar beneden gutst.

In kort bestek

De Calibrachoa’s of Mini-Pertunia’s met drie kleuren bloemen (blauw + wit + roze) die GroenRijk nu in een forse hangpot (doorsnee 27 cm) aanbiedt, bloeien de hele zomer lang tot de vorst er in de herfst een eind aan maakt. De bloempjes zijn ‘zelf-schonend’(je hoeft geen uitgebloeide bloempjes te verwijderen). Calibrachoa’s zijn minder dorstig dan ‘gewone’ petunia’s.  Geef ze zon, water en wat voeding en ze blijven je opvrolijken. Heerlijke planten!

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl

Deze week (keuze uit) vier fantastische, totaal verschillende superrozen voor je tuin

Rozen zijn prachtplanten. Er bestaan wereldwijd zeker tienduizend veredelde rozenrassen. Een groot deel daarvan zijn de heester- en struikrozen, rozen die met enkele takken uit de grond komen. Heesterrozen staan dichter bij de wilde vormen, struikrozenrassen zijn verder veredeld en soms vele eeuwen oud. Vroeger werden struikrozen vooral in grote perken bij elkaar in tuinen en parken toegepast. Vandaar ook de naam perkrozen. Tegenwoordig worden struikrozen steeds meer solitair tussen andere planten toegepast. Ook qua maat kan dat moeiteloos. Zelfs in kleine tuinen. Uit de sublieme struikrozen die GroenRijk deze week in de aanbieding heeft, kan iedereen een geslaagde keuze maken. Struikrozen zijn superplanten waar je geweldig mee kunt combineren!

GroenRijk biedt je uiterst scherp geprijsd keuze uit:

Rosa ‘Chippendale’: Dit is een zogenaamde grootbloemige roos met veel kenmerken van de ouderwetse, rijk gevulde, enorm sterk geurende rozen. Bij rozen zit de geur in de bloemblaadjes. Dus hoe meer bloemblaadjes, des te meer geur. Die oude rozen waren eigenlijk alleen geschikt voor een klimaat met warme, droge zomers. Om ze meer geschikt te maken voor ons klimaat ontstonden uiteindelijk de zogenaamde Engelse rozen, met de rijke bloemen van de oude rozen, maar veel minder weer- en ziektegevoelig. ‘Chippendale’ (uit 2005) is een roos van dat Engelse type: massa’s prachtige, grote zalmoranje, heerlijk zoet geurende bloemen (doorsnee tot 10 cm) alleenstaand aan sterke stelen. Doorgaande bloei van juni tot november. Sterk, ziektevrij groen blad. Toch wordt dit struikje maar 80 cm hoog en 40-60 cm breed als je hem ieder jaar in maart tot een hoogte van 15 cm terugsnoeit. Goed winterhard. Deze roos moet je echt ruiken. Dat kan nu bij GroenRijk!

Rosa ‘Hansestadt Rostock’: Een heel ander type roos, maar net zoals de vorige gewonnen door de Duitse rozenveredelaar Tantau (in 2010). ‘Hansestadt Rostock’ is een doorbloeiende Floribundaroos, een trosroos met grote bloemen. Ook deze struikroos wordt ongeveer 60-80 cm hoog. Hij vormt trossen grote (8-10 cm doorsnee), warmgekleurde bloemen in oranje tot oranjeroze of zelfs barnsteen- of abrikooskleurige tinten. Magnifiek om te zien. Enorm rijke bloei. Een geweldige prijzenwinnaar voor de kweker. Deze heester groeit krachtig en vormt een gesloten struik met frisgroen, gezond blad, waar de zachtgeurende bloemen fraai tegen afsteken. Deze toproos bloeit van juni tot november. Snoei hem in maart flink terug.

Rosa ‘Miss Schweiz’: Nog een roos van Tantau, maar deze bestaat al sinds 1995. ‘Miss Schweiz’ is een tot 80-100 cm hoog groeiende struikroos van het grootbloemige type. Het is een zogenaamde Theehybride met grote, schaalvormige, sterk gevulde, alleenstaande bloemen (doorsnee 5-10 cm) met een onwaarschijnlijk intense dieprode kleur aan sterke stelen. Rijke doorgaande bloei van juni tot de vorst invalt (november). De bloemen geuren heerlijk zacht en zoet. Het blad is gezond en glanst. De struik groeit goed opgaand. Wie een sterk dieprood en geurend accent voor een border zoekt, kan niet om ‘Miss Schweiz’ heen. Ook een geweldige snijbloem.

Rosa ‘PragueTMCastle®’: Deze grootbloemige roos werd in 2012 door Poulsen (Denemarken) geïntroduceerd. Een opgaand, breed en bossig uitgroeiend struikje dat 40-60 cm hoog kan worden en bloeit met een stroom aan grote, witte, gevulde bloemen (doorsnee 8-10 cm). Een uitstekende doorbloeier (juni-november). Het blad is roodachtig groen. Een zeer gezonde roos uit de Castle®-serie van Poulsen waarmee al diverse internationale prijzen op rozententoonstellingen werden gewonnen. De witte kleur van de bloemen is een rustgevende verrijking van een border.

Het planten van je roos

In pot gekweekte rozen kun je het hele jaar door planten. Plant rozen altijd in vruchtbare, goed doorlatende grond. Meng daarom wat potgrond of speciale aanplantgrond door de grond die je uit het plantgat haalt en die er bij het inplanten weer in terug gaat. Rozen wortelen niet erg breed. Eerder wat diep. Daarom koop je ze ook in een hoge kweekpot. Maak dus een vrij diep plantgat waar de kluit die je uit de kweekpot haalt, royaal in past. Breng ook op de bodem van het plantgat wat potgrond of aanplantaarde aan. Plant je roos net zo diep als hij in de kweekpot stond. Dieper hoeft niet. Als het oculatiepunt (het verdikte deel van de plant waar de takken aan het stammetje zijn geënt) maar een paar centimeter onder het grondoppervlak zit. Vul het plantgat weer op met de verrijkte, uitgegraven grond. Druk dat goed aan en geef royaal water. Je kunt een niet te grote struikroos ook in een flinke pot, kuip of bak planten als die maar diep genoeg is.

Het onderhoud

Rozen worden graag goed verzorgd. Plant je roos liefst op een zonnige plek. Lichte schaduw gedurende een klein deel van de dag wordt ook goed verdragen. Laat de grond waarin ze staan nooit helemaal uitdrogen. Geef je rozen speciale rozenmest die o.a. extra magnesium bevat. Dat houdt ze gezond, sterk en bevordert rijke bloei. Rozen bloeien op de ieder jaar nieuw ontwikkelde, sappige scheuten. Om de vorming daarvan te bevorderen moet je je rozen snoeien. Doe dat ieder jaar tussen half maart en half april. Haal dan eerst alle dode, beschadigde en te kleine (kwarrige) takken weg. Zorg dat je 3 tot 5 (maximaal 7) goede takken overhoudt. Knip die terug op 3-5 ogen (de ‘knoppen’ die opnieuw gaan uitlopen en nieuwe takken vormen). Hoe diep je snoeit, hangt een beetje van de maat van de plant zelf af. Zorg dat het bovenste ‘oog’ dat je laat zitten, altijd naar buiten wijst. Snoei met een goede snoeischaar die gladde snijwonden maakt (geen rafelige randen). Als je tijdens de bloei de uitgebloeide bloemen regelmatig wegknipt, bloeien je planten extra rijk door.

TIP

Een roos moet je liefst bloeiend zien en ruiken om de juiste keuze te kunnen maken. Dan weet je pas echt wat je koopt. Bij de in pot gekweekte rozen die GroenRijk nu aanbiedt, kan dat.

In kort bestek

Vier heel verschillende, supergezonde, maandenlang geweldig doorbloeiende, vrij klein blijvende, prachtige, internationale awards-winnende struikrozenrassen Grootbloemig of tros. Magnifieke tuinplanten. GroenRijk heeft ze deze week in de aanbieding. Ga kijken en ruiken. Kies de allermooiste. Allemaal in pot gekweekt, dus inplanten lukt altijd en ze groeien en bloeien meteen door. Als solitair of in de border. Struikrozen zijn superplanten!

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl

Pluimhortensia (Hydrangea paniculata) ‘Pinky Winky’ bloeit spectaculair met roomwitte bloemen die vanaf augustus naar dieproze verkleuren

Deze pluimhortensia of boerenhortensia (Hydrangea paniculata) ‘Pinky Winky’ is een fantastische heester die er ook qua bloei echt uitspringt. De plant bloeit schitterend aan dieprode takken die vanaf het voorjaar van hetzelfde jaar zijn gegroeid. De hoofdbloei valt daardoor later (juli-september) dan bij de bekende hortensia’s met de bolle of platte bloeiwijzen (Hydrangea macrophylla) die aan takken uit het jaar ervoor bloeien. De bloeipluimen van ‘Pinky Winky’ aan de einden van de bordeauxrode takken zijn breed van onderen en lopen spits toe. In de pluimen gaat het donkergroene blad elegant en heel decoratief over in de bloemen. De bloei zelf is ook heel bijzonder: de bloemen verschijnen roomwit, maar naarmate het seizoen vordert verkleuren ze langzamerhand naar prachtig warm donkerroze. Die kleurverandering begint meestal ongeveer in augustus en is een feest om te zien!

Een fantastische heester

Pluimhortensia ‘Pinky Winky’ groeit goed en gezond. De plant wordt vanwege de opvallende eigenschappen in de tuin graag als solitair toegepast, maar ook tussen andere heesters en vaste planten (bijv. gecombineerd met lavendel of tuinsalie) doet hij het geweldig. ‘Pinky Winky’ wordt ieder jaar (na de snoei) tussen 100 en 150 cm hoog. De plant is volkomen winterhard, maar verliest ‘s winters wel zijn blad met als voordeel dat de donkerrode takken dan voor extra kleur in de tuin zorgen. Ook zijn de verdorde bloemen ’s winters heel decoratief.

Deze plant vraagt weinig en geeft veel

‘Pinky Winky’ groeit het liefst op een zonnige plek of in lichte (half)schaduw. De bloei en de kleuren van deze heester zijn het sterkst in de zon. Plant hem in een ruim plantgat in goede, goed water doorlatende, vruchtbare tuingrond. Meng wat compost door de uitgegraven grond en in de bodem van het plantgat. ‘Pinky Winky’ heeft een hekel aan ‘natte voeten’: maak de ondergrond voor het inplanten goed los, zodat er op die plek na een regenbui niet te lang water blijft staan. Zorg bij het inplanten wel dat de wortelkluit goed vochtig is. Laat die zich in een emmer water goed volzuigen voor je de plant uit z’n pot haalt en in het plantgat zet. Vervolgens het gat rond de wortels opvullen met de verrijkte, uitgegraven grond. Die grond goed rondom aandrukken met de neus van je laars of schoen steeds naar de plant gericht. Zo inplanten voorkomt dat je de wortels beschadigt. Daarna opnieuw water geven. Herhaal dat water geven de eerste weken daarna een paar keer. Daarmee geef je de wortels alle kans op snelle hergroei. Zorg dat de grond tijdens langdurig droge perioden (zeker als je ‘Pinky Winky’ op een zonnige plek hebt geplant) niet helemaal uitdroogt. Je ziet vanzelf of de plant water nodig heeft: als hij zijn blad laat hangen is het zo ver. Behalve een jaarlijkse goede snoeibeurt, vraagt ‘Pinky Winky’ verder nauwelijks zorg. Deze pluimhortensia krijgt vanzelf al aandacht genoeg.

Een goede jaarlijkse snoeibeurt is wel belangrijk

Zoals al vermeld bloeit ‘Pinky Winky’ elk jaar aan nieuw gevormde, dus eenjarige takken. Om de plant jong te houden en de mooiste bloei te krijgen (met de grootste bloempluimen) moet je deze heester ieder jaar in maart terugsnoeien. Je kort dan alle takken in tot 20 à 30 cm boven de grond. Hij ziet er dan even kaal uit, maar zal al snel nieuwe jonge scheuten vormen die daarna gaan bloeien. Aan het eind van het seizoen is de plant dan weer tot maximaal 150 cm hoogte gegroeid. Vervolgens kort je hem in maart weer in. Enzovoort. Niet vergeten na iedere snoeibeurt een goede organische voorraadbemesting op de grond boven de wortels te geven. Daarmee kan ‘Pinky Winky’ dan een hele tijd vooruit zonder honger te krijgen. Dat kan met compost of met organische mest, bijv. gedroogde koemestkorrels. GroenRijk heeft de juiste mestsoorten voor je in voorraad. Met natuurlijke, organische mest hoef je nooit bang te zijn voor overbemesting, verslechtering van het bodemleven of vervuiling van het grondwater. De grond in je tuin wordt er juist beter en rijker door.

Hortensia/Hydrangea: hoe dat zit met die naam

Hydrangea is de wetenschappelijke naam voor de planten die iedereen kent als hortensia. De oude naam hortensia was zeer waarschijnlijk een vernoeming van Hortense Eugénie Cécile de Beauharnais (1783-1837), koningin van Holland (als echtgenote van Lodewijk Napoleon Bonaparte) en dochter van Joséphine (Marie Rose Josèphe) de Beauharnais die later de geliefde was van de Franse keizer Napoleon Bonaparte. (Lodewijk Napoleon was een broer van keizer Napoleon Bonaparte.) Hortenses vader was de Franse generaal Alexandre François Marie de Beauharnais die de quillotine-dood stierf.  Hortense was de eerste die deze struiken uit China en Japan in haar tuin te Parijs liet aanplanten. Ze genoot van de schitterende, langdurige en rijke bloei van deze planten met hun enorme bloeipluimen of bloemschermen. Pluimhortensia’s zijn niet de meest bekende hortensia’s. Dat zijn de uit Japan afkomstige, vormen van Hydrangea macrophylla met hun grote bolle of platte bloeiwijzen, maar direct daarna volgen de pluimhortensia’s uit China en Japan (Hydrangea paniculata) waar ‘Pinky Winky’ toe behoort.

TIP

De bloempluimen van ‘Pinky Winky’ kun je prachtig verwerken in droogboeketten als ze eenmaal dieproze zijn verkleurd. Die kleur houden ze dan ook gedroogd.

In kort bestek

Pluimhortensia ‘Pinky Winky’ bloeit met geweldige bloempluimen die van zuiver roomwit naar warm dieproze verkleuren. GroenRijk heeft deze fantastische plant nu in de aanbieding. Een juweel in je tuin! Bloeitijd juli-september. Pluimhortensia’s (Hydrangea paniculata) bloeien aan bordeauxrode takken die in hetzelfde jaar zijn gevormd. Snoei ieder jaar in maart, dan krijg je steeds weer de mooiste bloemen. Voor aanplant in zon en lichte schaduw. Hoogte tot 150 cm.

Kijk voor meer informatie op groenrijk.nl

Image may be NSFW.
Clik here to view.

Zet eens een stukje levende natuurhistorie op tafel met Aloë, de dinosaurus onder de woonplanten, die weer helemaal trendy is door zijn oer en stoer uitstraling. 

Gulden snede, puur natuur 

Een gestileerde rozet met bladeren die kunnen variëren van zilvergrijs tot diepgroen maakt Aloë tot een zeer karakteristieke woonplant die soms ook nog eens prachtige bloemen laat zien. De bladeren kunnen glad of gekarteld zijn en zijn opgebouwd volgens de gulden snede. Dat is eeuwenoude, raadselachtige wiskunde die zorgt voor een verdeling die het prettigst is om naar te kijken. Het maakt van Aloë een indrukwekkende persoonlijkheid in huis, met wortels in de prehistorie. 

Groene symboliek 

De verstilde, krachtige uitstraling van Aloë maakt het een aanwinst voor de nieuwe woonstijl waarin levend groen binnenshuis steeds meer op een voetstuk wordt gezet. Aloë past in minituintje, maar ook in een groot binnentableau, kleurt goed bij levende, gedroogde en versteende natuur en heeft precies de organische en symbolische vormen die tot de verbeelding spreken en van je huiskamer een bijzondere oase kunnen maken. Aloë combineert in deze stijl het mooist met natuurlijke materialen zoals steen, keramiek en potten met natuurlijke vlekpatronen. 

Aloë als luchtfilter 

Aloë is een goede luchtzuiveraar, volgens onderzoek van NASA. De plant haalt schadelijke stoffen zoals benzeen en formaldehyde uit de lucht, die vaak worden veroorzaakt door verf en chemische schoonmaakmiddelen. Omdat de woonplant 's nachts zuurstof afgeeft en koolstofdioxide absorbeert, is het bovendien een prima slaapkamerplant voor een goede nachtrust. 

Soorten Aloë 

Het Aloë assortiment wordt steeds groter, dankzij de aanhoudende trend van decoratieve planten als cactussen en andere vetplanten. Binnen het Aloë-assortiment is Aloë Vera het bekendst. Getande groenblauwe bladeren staan aan de basis van de rozet waarin de plant groeit. Daarnaast is er Aloë Arborescens, wat 'boomachtig' betekent. Deze is wat grover gebouwd en heeft  iets krullende bladeren. Aloë Humilis (dat betekent 'laag bij de grond blijvend'), is een compacte rozet waarvan de bladeren bezet zijn met witte 'tandjes'. Andere Aloë soorten zijn Aloë Aristata ‘Cosmo’ (groen), Aloë Squarrosa (stervormige rozetjes) en Aloë ‘Pink Blush’ (roze-achtig getekende bladrozet). 

Verzorging Aloë 

• Aloë staat het liefst in de volle zon, donkerder dan lichte schaduw moet het niet worden. 
• Het is een zeer makkelijke plant: eens in de twee weken wat water geven volstaat. 
• Het enige waar Aloë echt niet tegen kan, is natte voeten. De kluit mag tussen gietbeurten door iets indrogen. 
• Aloë is een enthousiaste groeier die het liefst elke twee jaar een grotere pot wil hebben. 

Robuuste sierplant 

Aloë komt oorspronkelijk uit Afrika en is op dat hele continent én op het Arabische schiereiland te vinden. Het is een familie van bloeiende vetplanten met meer dan vierhonderd soorten. In het wild kunnen ze heel groot worden en zich op de meest weerbarstige plaatsen handhaven, als het er maar droog en warm is. 

Aloë trivia 

• In het Sanskriet is Aloë het woord voor 'godin'. 
• De naam is vermoedelijk afgeleid van het Arabische woord 'alloeh' dat 'bitter' betekent en slaat op de smaak in het sap van de bladeren. 
• Aloë is naast een bijzondere woonplant een perfecte patiopartner om een tuin een mediterrane sfeer meer te geven. Laat hem wel binnen overwinteren, want tegen kou kan hij niet. 
• Aloë vera staat bekend om haar geneeskrachtige eigenschappen, het gelachtige sap uit de bladeren werd door de oude Grieken en Romeinen al gebruikt om brandwonden mee te verkoelen. 
• Aloë staat symbool voor 'genezen', omdat de plant in staat is zichzelf te helen en zelfs als hij op apegapen ligt nog een comeback kan maken.